Brief regering : Teelt en afzet eiwitrijke gewassen en vervolg Bean Deal
30 252 Toekomstvisie agrarische sector
31 532
Voedingsbeleid
Nr. 211
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2025
Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer over de toezegging die ik heb gedaan in
mijn Kamerbrief van 12 mei 2025 (Kamerstuk 30 252, nr. 205) om naar aanleiding van het afronden van de Bean Deal en het scenario voor een mogelijk
vervolg daarop te onderzoeken met welke acties de teelt en afzet van eiwitrijke gewassen,
binnen de daarvoor beschikbare financiële middelen, gestimuleerd kunnen worden.
Hiermee geef ik ook invulling aan de volgende moties:
– motie Beckerman om de teelt van soja en andere eiwitrijke gewassen binnen Nederland
te bevorderen en te zorgen dat het aantrekkelijker wordt deze producten meer te gebruiken
dan de geïmporteerde van buiten de EU en de Kamer daartoe plannen te presenteren (Kamerstuk
36 518, nr. 12).
– motie van de leden Podt en Vedder over het maximaal benutten van de Bean Deal voor
de Nationale Eiwitstrategie en om met ketenpartijen te werken aan ketenafspraken (Kamerstuk
30 252, nr. 203 t.v.v. Kamerstuk 30 252, nr. 197);
De in 2020 gelanceerde Nationale Eiwitstratege (NES) heeft als doel om de komende
vijf tot tien jaar bij te dragen aan de vergroting van de zelfvoorzieningsgraad van
Nederland en de Europese Unie op het gebied van eiwitten, op een duurzame manier die
bijdraagt aan de gezondheid van mens, dier en natuurlijke omgeving. Daarmee kan de
import van eiwitrijke gewassen van buiten Europa worden beperkt.
Mede naar aanleiding van de motie Beckerman heeft Wageningen Social & Economic Research
onderzoek uitgevoerd naar alternatieven voor import van soja van buiten de EU. Uit
de resultaten blijkt dat minder dan 1% van de wereldwijde jaarlijkse productie van
soja (ruim 300 miljoen ton) in Nederland gebruikt wordt. In de EU en Nederland wordt
meer dan 90% van de soja gebruikt in diervoeders. Het gebruik van soja in diervoeders
is aantrekkelijk vanwege de beschikbaarheid, de lage prijs, het hoge eiwitgehalte
en de optimale aminozuursamenstelling. In Nederland wordt minder dan 10% van de soja
gebruikt voor humane consumptie, inclusief het gebruik van sojaolie in de voedings-
en genotmiddelenindustrie. Een paar procent van de soja wordt gebruikt voor tofu,
tempé en andere vleesvervangers zoals consumenten die in de schappen van de supermarkt
tegenkomen. De soja in deze producten is volledig afkomstig uit de EU.
Ongeveer een kwart van het ruw eiwit in diervoeders in de EU wordt geïmporteerd van
buiten de EU. Sojaschroot is de belangrijkste eiwitrijke grondstof. De uitwisselbaarheid
tussen grondstoffencategorieën in diervoeders is beperkt vanwege verschillen in eiwitgehalte
en aminozuursamenstelling. Maar ook binnen grondstofcategorieën kunnen aanzienlijke
verschillen in eiwitgehalte bestaan. Zo loopt bij bijvoorbeeld peulvruchten het eiwitgehalte
op van voedererwten (ruim 20%) via veldbonen (ruim 25%) naar lupinen (ruim 30%). De
EU heeft een lage zelfvoorzieningsgraad in eiwitrijke diervoedergrondstoffen en is
voor twee derde van haar behoefte afhankelijk van import. Er wordt veel onderzoek
gedaan naar en geëxperimenteerd met peulvruchten maar in de praktijk zijn peulvruchten
minder dan 1% van de diervoedergrondstoffen in de EU. Peulvruchten zijn minder beschikbaar,
minder eiwitrijk en duurder dan sojaschroot.
Een aantal ketens en nichemarkten stelt al eisen aan de herkomst van of het gebruik
van soja in diervoeders. Zo hebben diverse partijen verenigd in de Duurzame Zuivelketen
(DZK) afspraken gemaakt over de herkomst van eiwitrijke grondstoffen in diervoeders.
Als onderdeel van de NES is in 2022 een Green Deal Vlinderbloemigen (oftewel de Bean
Deal) opgezet. Green Deals zijn afspraken tussen de rijksoverheid en andere partijen,
die helpen om duurzame plannen uit te voeren. Bijvoorbeeld op het gebied van energie,
klimaat, water, grondstoffen, biodiversiteit, mobiliteit, biobased economy, en voedsel.
De rol van de rijksoverheid in een Green Deal is het wegnemen van knelpunten die het
maken van duurzame plannen verhinderen. Bijvoorbeeld door wet- en regelgeving aan
te passen of partijen samen te brengen. In 2022 zijn 56 partijen uit de gehele eiwitketen
(rijksoverheid, regionale overheden en ketenpartijen) toegetreden tot de Bean Deal.
Per januari 2024 zijn er nog eens 16 nieuwe partijen bij gekomen. Doel van de Bean
Deal was opschaling van de Nederlandse teelt en verwerking van eiwitrijke gewassen,
primair bestemd voor humane consumptie, met een focus op stikstofbindende vlinderbloemigen.
Met de deelnemende partijen was afgesproken dat de Bean Deal zou eindigen op 14 juli
2025. Op 28 augustus 2025 is de Bean Deal afgesloten met een bijeenkomst in Zeeland.
Deelnemende partijen aan de Bean Deal hebben zich bij de start van de Bean Deal gecommitteerd
aan verschillende inspanningen op het gebied van effectieve ketensamenwerking voor
onder andere Nederlandse veldbonen, lupinebonen en sojabonen. Binnen de Bean Deal
is gewerkt aan kennisuitwisseling over teelt en veredeling en aan het vergroten van
de verwerkingscapaciteit. Daarnaast heeft een groot aantal partijen zich ingezet voor
initiatieven rondom marktactivatie. Vanuit een groeiend begrip en vertrouwen tussen
partijen zijn een groot aantal initiatieven en programma’s gestart met als doel kansen
en belemmeringen aan te pakken.
Voorbeelden zijn de verwerking van Nederlandse veldbonen door Cosun Protein tot een
smaak- en aromaneutraal plantaardig eiwit dat gebruikt kan worden voor zuivelalternatieve
producten, of gebruik van Nederlandse veldbonen als grondstof voor de productie van
plantaardige vleesvervangers door ME-AT. Maar ook de afzet van Nederlandse lupinebonen
door telers van Lekker Lupine en LuPeel aan Boon, Ekoplaza, Compass Group, Vermaat
en Oregional Streekproducten of Nederlandse lupinebonen voor de verwerking tot meel
voor bakkerijproducten. Nederlandse kikkererwten verwerkt in humus door Groentegoed
is een ander mooi voorbeeld. Maar ook onderzoek en het onderwijs hebben een belangrijke
rol gespeeld binnen de Bean Deal.
Begin 2023 hheeft mijn voorganger een ketenregisseur Bean Deal aangesteld. De rol
van de ketenregisseur was het leggen van verbindingen tussen deelnemers aan de Bean
Deal en het zorgen voor versnelling waar deze noodzakelijk was, om de doelen van de
Bean Deal te halen. Daarbij ging het om het stimuleren, onderling afstemmen en het
bewaken van de integraliteit. Ook moest de ketenregisseur het collectief bewaken,
vooruit bewegen en ervoor zorgen dat er nieuwe initiatieven ontstonden die bijdroegen
aan het doel van de Bean Deal. De ketenregisseur Bean Deal heeft op mijn verzoek een
eindrapportage opgeleverd over de resultaten die behaald zijn in de afgelopen drie
jaar, de kansen en belemmeringen en de manier waarop de Bean Deal een vervolg krijgt.
Deze eindrapportage is met deze Kamerbrief mee gestuurd.
Belangrijkste resultaten en vervolgstappen
Vlinderbloemigen zijn goed voor bodem en biodiversiteit. Ze binden stikstof uit de
lucht en kunnen daarmee leiden tot een besparing op (kunst)mest. Vlinderbloemigen
verbeteren daarnaast de bodemstructuur, en door de bloeiwijze wordt de lokale biodiversiteit
vergroot. Om de teelt van eiwitrijke gewassen te stimuleren is de eco-activiteit «stikstofbindend
gewas» in de eco-regeling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) opgenomen.
Dat heeft er in geresulteerd dat het areaal peulvruchten in 2023 t.o.v. 2022 sterk
is toegenomen. Vooral de teelten van soja en veldbonen groeiden fors in areaal. Door
het natte najaar van 2023 en voorjaar van 2024, en door onzekerheid over de waarde
van de eco-activiteit «stikstofbindend gewas» en de afzet en prijsvorming, daalde
het areaal peulvruchten weer. In 2025 was het areaal peulvruchten vergelijkbaar met
2024. De cijfers laten zien dat het aantal bedrijven dat peulvruchten teelt en het
areaal vanaf 2023 hoger is dan in eerdere jaren.
Uit drie jaar Bean Deal blijkt vooral dat achterblijvende marktvraag het opschalen
van de teelt van vlinderbloemigen in Nederland belemmert. Inkoopprijzen op de wereldmarkt
zijn zodanig laag dat Nederlandse telers op verkoopprijs niet kunnen concurreren,
en belemmeren een groot deel van de afnemers om lokaal geteelde peulvruchten uit Nederland
in te kopen tegen een hogere prijs. Daarom zet ik in op meer samenwerking tussen ketenpartijen.
Hierbij zie ik ketentransparantie als middel om inzichtelijk te maken welke prestaties
de Nederlandse boeren nu al leveren aan de verschillende opgaven, en hoe ketenpartijen
hier concreet aan mee (gaan) betalen. Daarom ben ik blij met het initiatief Plant
Protein Forward wat in 2024 binnen de Bean Deal is opgestart. Dit programma van Rabobank,
Foodvalley en het provinciaal Eiwitnetwerk NL beoogt door middel van ketentransparantie
en het inzetten van ketenversterkers, professionals die goed bekend zijn in de wereld
van retail en food, nieuwe marktkansen te creëren voor lokale plantaardige eiwitten.
True value language maakt verborgen kosten en opbrengsten van de landbouw zichtbaar
en leidt tot ketentransparantie. Plant Protein Forward heeft intussen geleid tot diverse
succesvolle afspraken tussen Nederlandse telers en afnemers zoals verse Edamame-boontjes
en soja-yoghurt bij de Jumbo en deals voor lupine en veldbonen.
Ik zie daarnaast een belangrijke rol weggelegd voor de in 2022 opgerichte Producentenorganisatie
(PO) Eiwitboeren van Nederland om de teelt, productie en consumptie van vlinderbloemigen
te stimuleren. Deze PO werkt samen met ketenpartijen aan een nieuwe, door waarde gedreven
en transparante keten voor plantaardige eiwitten van Nederlandse bodem, waarin de
toegevoegde waarde van deze producten financieel tot uitdrukking komt in een toekomstbestendige
verkoopprijs. De PO Eiwitboeren van Nederland wil zich ontwikkelen tot een professionele
producentenorganisatie die de telers in Nederland ondersteunt met kennis, vaardigheden
en prijsafspraken.
Naast het creëren van nieuwe marktkansen is het ook belangrijk de consumptie van plantaardige
eiwitten te stimuleren. Peulvruchten kunnen daarin een belangrijke rol spelen omdat
ze veel eiwitten, vezels, ijzer, B-vitamines en andere mineralen zoals magnesium en
kalium bevatten. Uit de meest recente cijfers blijkt dat Nederlanders maar 7 gram
peulvruchten per dag eten, en gemiddeld worden peulvruchten bijna twee keer per maand
gegeten (bron Voedingscentrum). Het Voedingscentrum adviseert om minimaal één keer
per week peulvruchten te eten. Het stimuleren van de consumptie van peulvruchten naar
minimaal 100 gram per persoon per week draagt bij aan een gezonde balans. Om de consumptie
te stimuleren werd in 2023 het initiatief Bean Meal gelanceerd; een activatieweek
rond de internationaal erkende Wereldpeulvruchtendag. Het doel van Bean Meal is het
vergroten van de consumptie van peulvruchten, in bewerkte of onbewerkte vorm, bij
voorkeur van Nederlandse bodem. Een mooi initiatief waar veel partijen uit de eiwitketen
bij betrokken zijn en wat ik afgelopen edities financieel heb ondersteund. Cijfers
laten zien dat er in de weken na de activatieweek een toename van verkopen in volume
is.
Geconcludeerd kan worden dat de Bean Deal de afgelopen drie jaar de kracht van samenwerking
heeft laten zien. Er is veel bereikt maar er zijn ook nog veel uitdagingen. De ketenregisseur
heeft het afgelopen half jaar met betrokken partijen uit de Bean Deal ambities, kansen
en aanbevelingen geformuleerd en een scenario voor een vervolg opgesteld. Het is verheugend
om te zien dat er draagvlak is bij partijen om verder te werken aan het opschalen
van de Nederlandse teelt en verwerking van eiwitrijke gewassen, primair bestemd voor
humane consumptie, met een focus op stikstofbindende vlinderbloemigen. De PO Eiwitboeren
van Nederland, Plant Protein Forward en Bean Meal zijn hierbij de drie pijlers voor
het vervolg. Huidige deelnemers uit de Bean Deal maar ook nieuwe partijen kunnen zich
hierbij aansluiten. Ik ondersteun dat van harte. Het is daarom mijn voornemen om als
Ministerie van LVVN actief betrokken te blijven bij het vervolg van de Bean Deal.
De eco-activiteit «stikstofbindend gewas» is ook in 2026 opgenomen in de eco-regeling
van het GLB en ik heb toegezegd ook de Bean Meal 2026 financieel te steunen. Ik ga
verder in gesprek met de partijen over dit onderwerp. De aanbevelingen uit de eindrapportage
van de ketenregisseur kunnen hierbij ondersteunen.
Met de bovenstaande toelichting beschouw ik de motie Podt en Vedder en de motie Beckerman
als afgedaan.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur