Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de beschrijving van de contouren van de strafbaarstelling van psychisch geweld
28 345 Aanpak huiselijk geweld
Nr. 291
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2025
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft op 11 september 2025 nadere vragen
gesteld over de beschrijving van de contouren van de strafbaarstelling van psychisch
geweld, die samen met de brief van 10 juli 2025 over de voortgang van de aanpak «Stop
femicide!» op 10 juli 2025 naar de Tweede Kamer is gestuurd.1
De commissie vraagt naar aanleiding van de aanbeveling uit het WODC-onderzoek, getiteld
«Psychisch geweld in het strafrecht; Een verkennend onderzoek naar de strafrechtelijke
aanpak van psychisch geweld» of ook zal worden ingezet op verduidelijking van het
bestaande artikel 300, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. Verder vraagt de
commissie om meer informatie over het wel of niet toekennen van spreekrecht aan slachtoffers
van de nieuwe strafbaarstelling van psychisch geweld.
Laat ik vooropstellen dat ik de urgentie van de vaste commissie bij dit wetsvoorstel
deel. In het tegengaan van geweld tegen vrouwen, huiselijk geweld en kindermishandeling
is de strafbaarstelling van psychisch geweld een belangrijke stap.
Zoals aangegeven in de bovengenoemde contourenbrief, zullen bij de voorbereiding van
het wetsvoorstel ook de bevindingen uit twee wetenschappelijke onderzoeken en een
pilot worden benut. De wetenschappelijke onderzoeken betreffen een internationale
rechtsvergelijking van de Open Universiteit en het door de commissie bedoelde onderzoek
naar de huidige strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld in Nederland van de Rijksuniversiteit
Groningen, dat in opdracht van het WODC is uitgevoerd en waarvan de uitkomsten op
28 augustus 2025 met de Tweede Kamer zijn gedeeld.2 De pilot heeft betrekking op de verbetering van de dossiervorming ten behoeve van
onder meer de strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld. De aanbevelingen van de
onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen om het huidige juridisch kader aan
te passen of te verduidelijken zodat psychisch geweld strafrechtelijk beter kan worden
aangepakt, worden op dit moment bestudeerd en zullen meegenomen worden bij de gesprekken
over de uitwerking van het wetsvoorstel. Verder wordt samen met de ketenpartners en
andere betrokken organisaties onderzocht wat wenselijk en nodig is om de positie van
slachtoffers van psychisch geweld in het strafrecht te verbeteren. Daarbij zal ook
aandacht worden besteed aan het spreekrecht.
Vanwege de complexiteit van deze strafbaarstelling vergt het wetsvoorstel een gedegen
voorbereiding, in nauwe afstemming met de praktijk. Het is van belang dat het wetsvoorstel
daadwerkelijk een bijdrage levert aan de aanpak van geweld tegen vrouwen, huiselijk
geweld en kindermishandeling. Zoals aangegeven tijdens het notaoverleg over de initiatiefnota
van het lid Mutluer over femicide van 22 september jl. zal het wetsvoorstel in ieder
geval voor de zomer van 2026 in (internet)consultatie worden gegeven. We streven ernaar
dit proces zo snel mogelijk te voltooien en het wetsvoorstel, waar mogelijk, eerder
in (internet)consultatie te geven.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A.C.L. Rutte
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid