Brief regering : True pricing bij aanbesteden
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
27 879 Versterking van de positie van de consument
Nr. 457 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2025
Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de recente inzichten, ervaringen en
onderzoeken met en rondom true pricing. De aanleiding voor deze brief is een toezegging van de voormalig Minister van Economische
Zaken Micky Adriaansens om een pilot true pricing te starten en te verkennen hoe verborgen kosten kunnen worden meegenomen bij aanbestedingen.1
True pricing is een methodiek om (verborgen) externe kosten zoals sociale en milieukosten toe
te voegen aan de marktprijs, zodat de «echte prijs» van een product of dienst bepaald
kan worden.2 Onder milieukosten valt bijvoorbeeld het meerekenen van de uitstoot van CO2 in het totale productieproces en bij sociale kosten de maatschappelijke kosten van
sociale ongelijkheid (zoals sociale uitkeringen of de kosten voor armoedebestrijding
omdat er geen eerlijk loon wordt betaald). De toepassing van true pricing kan deze verborgen kosten inzichtelijk maken aan zowel aanbieder als consument. Een
kop koffie die verkocht wordt voor de «echte» prijs en waarbij milieu- en sociale
kosten zijn meegenomen in de prijs, kost dan bijvoorbeeld € 3,85 in plaats van € 3,50.
Toepassing van true pricing bij aanbestedingen
True pricing kan ook toegepast worden bij aanbestedingen, waarbij de échte prijs van een product
of dienst wordt meegewogen bij de gunning van overheidsopdrachten.
Voor de toepassing van true pricing moet het voor de aanbestedende dienst inzichtelijk zijn wat de milieu- en/of sociale
kosten van de inschrijving zijn. Bij een aanbesteding van busvervoer zou bijvoorbeeld
een inschrijver met schonere (zero-emissie) voertuigen lagere milieukosten kunnen
opgeven ten opzichte van een inschrijver met voertuigen die rijden op fossiele brandstoffen
met hogere CO2-emissies en meer luchtvervuiling. Op basis van de omvang van de milieu- en sociale
kosten wordt de hoogte van de true price berekend. Vervolgens wordt de hoogte van deze true price als één van de gunningscriteria bij de beoordeling van de inschrijvingen meegewogen.
De grafiek hieronder geeft ter illustratie weer hoe de toepassing van true pricing de gunning van een aanbestedingsopdracht kan veranderen. De «true price» (prijs inclusief milieu- en sociale effecten) van inschrijver A (€ 36.500) ligt lager
dan de «true price» van inschrijver B (€ 37.500). Terwijl op basis van alleen de marktprijs inschrijver B
de laagste marktprijs zou aanbieden (€ 33.000). Bij een aanbesteding zonder toepassing
van true pricing, zou de opdracht in dit voorbeeld op basis van de marktprijs daarom gegund worden
aan inschrijver B. Bij een aanbesteding met toepassing van true pricing wordt de opdracht gegund aan inschrijver A, omdat deze inschrijver de laagste true price heeft. In dit voorbeeld betaalt de aanbestedende dienst een hogere prijs € 35.000
(marktprijs) voor de opdracht bij gunning met de true pricing-methodiek. Hier staan op langere termijn hogere maatschappelijke baten tegenover
vanwege de vermeden milieu- en sociale kosten.
De Aanbestedingswet (Aw) 2012 biedt ruimte voor de toepassing van true pricing bij aanbestedingen. Zo kan een opdrachtgever inschrijvingen beoordelen op de beste
prijs-kwaliteitverhouding (BPKV). Hierbij is niet alleen de prijs van belang, maar
ook de kwaliteit van een werk en gebruikte producten. Momenteel mag de aanbestedende
dienst zelf bepalen op basis waarvan de kwaliteit wordt bepaald. Duurzaamheids- of
sociale gunningscriteria kunnen worden opgenomen. Er kan ook middels een levenscycluskosten
(LCC)-analyse op de laagste kosten gegund worden. Deze analyse maakt milieueffecten
inzichtelijk die ontstaan tijdens de levensfasen van een product.
Ervaringen met true pricing
Om meer inzicht te krijgen in de ervaringen met true pricing, zijn er (individuele) gesprekken gevoerd en heeft een dialoogsessie plaatsgevonden
met verschillende stakeholders en experts.
Uit deze gesprekken werd duidelijk dat er door aanbestedende diensten en onderzoekers
al veel ervaring is opgedaan met true pricing. Naast diverse studies en pilots3 zijn er praktijkvoorbeelden zoals de beddenwascentrale-aanbesteding van het UMC Utrecht4, waarbij verborgen kosten van water, stroom en wasmiddel zijn meegewogen.
True pricing zorgt er niet altijd voor dat de aanbestedende dienst een hogere (financiële)
prijs betaalt voor de aangeboden producten of diensten. In de bouwsector wordt het
toegepast om inschrijvers te stimuleren tot duurzamere keuzes, zoals minder materiaalgebruik
of brandstofverbruik, wat zowel de milieukosten als de inschrijfprijs kan verlagen.
In de Grond-, Weg- en Waterbouw, ook bekend als infrastructuur, wordt hiervoor de
milieukostenindicator (MKI)5 gebruikt door overheden. De MKI drukt de milieu-impact van materialen of projecten
uit in een eurogetal, op basis van een levenscyclusanalyse (LCC). Het is een schaduwprijs
die hypothetische kosten weergeeft om de negatieve milieueffecten te compenseren,
zoals uitputting van grondstoffen, CO2-uitstoot en vervuiling. Hoe lager de MKI, hoe duurzamer het voorstel. Bij aanbestedingen
van grond-, weg- en waterbouwwerken (GWW-werken) op basis van BPKV kunnen inschrijvers
zich hiermee onderscheiden; een lagere MKI leidt tot een fictieve korting op de inschrijfprijs.
Daarmee vergroten zij hun kans om de aanbesteding te winnen.
Sinds 2011–2012 passen Rijkswaterstaat, ProRail en verschillende overheden zoals gemeenten,
waterschappen en provincies de MKI standaard of regelmatig toe. Als reactie op signalen
vanuit overheden en het bedrijfsleven, die vragen om meer sturing op eenduidigheid
bij aanbesteden van GWW-werken met milieuprestatie-eisen, bereidt het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat (IenW) momenteel wetgeving voor.6De eenduidigheid die het wetsvoorstel biedt, geeft het bedrijfsleven de gewenste zekerheid
om te investeren in duurzamere bouwmaterialen en geeft overheden meer zekerheid dat
zij schonere producten inkopen. Ook is er vanaf 2026 een ondersteuningspunt beschikbaar
om partijen te helpen de regelgeving te implementeren en kennisdeling te faciliteren.7
Kansen en uitdagingen
De bovengenoemde onderzoeken en praktijkervaringen in meerdere sectoren laten zien
dat er al veel ervaring is met true pricing bij aanbestedingen en hiermee wordt tegemoetgekomen aan de vraag van de Kamer. Er
is een goed beeld ontstaan van de kansen en uitdagingen rondom true pricing bij aanbesteden. True pricing biedt kansen om maatschappelijke kosten inzichtelijk te maken en mee te nemen in
de afweging bij aanbestedingen.True pricing bij aanbestedingen kan bijdragen aan:
• Het stimuleren van duurzame innovaties, door beloning voor bedrijven die investeren
in duurzaamheid en eerlijke arbeidsomstandigheden;
• Een eerlijker speelveld, met voordelen voor kleinere en maatschappelijk gedreven ondernemers
door het meenemen van niet-financiële impacts;
• De bescherming van Europese productie, doordat externe kosten van minder duurzame
aanbieders uit derde landen zichtbaar worden.
Bij bredere toepassing van true pricing is ook een aantal aandachtspunten te benoemen:
• Sociale factoren zijn in veel gevallen lastig te kwantificeren, wat inzicht in de
totale true price bemoeilijkt. Voor een succesvolle toepassing van true pricing is het belangrijk dat er voldoende up-to-date data beschikbaar is en objectief geverifieerd
kan worden om tot een objectieve gunning over te gaan. Hierbij moet een uniforme methodiek
gehanteerd kunnen worden.
• Overheden moeten voldoende ruimte behouden om kostenefficiënte keuzes te kunnen maken
en om te kunnen sturen op sociale en duurzame doelstellingen en hun andere maatschappelijke
opgaven.
• Ook moet rekening gehouden worden met mogelijk hogere prijzen die aanbestedende diensten
betalen voor producten, diensten of werken die volgens de true pricing-methodiek worden ingekocht.
Om true pricing goed in te zetten als middel om socialer en duurzamer in te kopen, is het belangrijk
om te werken met factoren die te berekenen zijn, en om standaarden te ontwikkelen
(zoals de MKI) om greenwashing te voorkomen. Naast data zijn de verschillende kennisniveaus over true pricing bij aanbesteders en marktpartijen een uitdaging. Heldere definities en gerichte kennisdeling
zijn daarom cruciaal.
Conclusie
True pricing is een potentieel goede methodiek om maatschappelijke kosten inzichtelijk te maken
en mee te wegen bij het gunnen van overheidsopdrachten. Daarbij is true pricing geen doel op zich, maar een goed instrument om sociale – en/of duurzame aspecten
mee te nemen bij aanbestedingen.
Zoals beschreven in de kabinetsreactie op het Tienpuntenplan van de ChristenUnie en
c.s.8 is het kabinet terughoudend met het opleggen van aanvullende verplichtingen en is
het belangrijk om ruimte te geven aan aanbestedende diensten om een afweging te maken
van diverse belangen en om de regeldruk niet toe laten nemen. Er worden namelijk al
verplichtingen omtrent sociale en duurzame aspecten bij aanbestedingen opgelegd aan
aanbestedende diensten in Europese sectorale regelgeving en met het beleidsvoornemen
voor een verplichte toepassing van de MKI in de GWW.
Het is belangrijk dat er goede voorlichting is voor aanbestedende diensten. Op Europees
niveau heeft de Europese Commissie een aantal rekentools beschikbaar gesteld voor
aanbestedende diensten, onder andere voor het doen van een levenscycluskostenberekening.9 In Nederland voorziet PIANOo in de informatievoorziening rondom true pricing en de MKI. Zo is de volgende informatie beschikbaar voor aanbestedende diensten:
• Handreiking: Levenscycluskosten als gunningscriterium10
• Stappenplan: Inkopen met de MKI11
• Praktijkvoorbeelden van aanbestedingen bij het UMC Utrecht12 en de Belastingdienst.13 Meer praktijkvoorbeelden voor MVI algemeen14 en MVOI15 staan op de website van PIANOo.
Daarnaast wordt er samen met PIANOo verkend of er behoefte is aan aanvullende informatievoorziening
voor aanbestedende diensten.
De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans
mede namens
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, A.A. Aartsen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken