Brief regering : Geannoteerde agenda van de Formele Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO-Raad) van 17 oktober 2025 in Luxemburg voor het onderdeel ‘sociaal beleid’
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 801
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2025
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Formele Raad Werkgelegenheid, Sociaal
Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO-Raad) van 17 oktober 2025 in Luxemburg
voor het onderdeel «sociaal beleid». In deze Raad staat gelijkheid centraal. Daarom
neem ik als coördinerend bewindspersoon voor Emancipatie aan deze bijeenkomst deel.
De opzet van de Raad biedt ruimte voor reflectie en besluit op enkele thema’s gekozen
door het Deens Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (EU). Zo zal er gesproken
worden over de nieuwe EU strategie voor lhbtiq+-gelijkheid. Ook zullen er naar verwachting
Raadsconclusies worden vastgesteld over personen met een beperking en Raadsconclusies
over de vroegtijdige preventie, herkenning en aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk
geweld.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
K.M. Becking
GEANNOTEERDE AGENDA EPSCO-RAAD 17 OKTOBER 2025
Aanleiding en doel bijeenkomst
De Raad van Ministers van Gelijkheid, georganiseerd door het Deens EU voorzitterschap
vindt plaats op 17 oktober te Luxemburg. Dit overleg brengt Ministers van Gelijkheid
uit EU-lidstaten samen. Het kabinet verwelkomt het plaatsvinden van deze Raad en de
agendering. Zeker in tijden van geopolitieke onrust en groeiende druk op fundamentele
Europese waarden én rechten als gelijkheid en non-discriminatie, is het van groot
belang dat we in Europa kijken hoe we gezamenlijk deze waarden en rechten beschermen.
Op het moment van schrijven is alleen de agenda van de Raad bekend en zijn er nog
geen stukken gedeeld.
Beleidsdebat over lhbtiq+-gelijkheid in de EU
De Europese Commissie voert sinds 2020 een gerichte Europese strategie om de gelijkheid
van lhbtiq-personen te bevorderen.1 Deze strategie is gebaseerd op vier pijlers: het tegengaan van discriminatie, het
waarborgen van veiligheid, het opbouwen van inclusieve samenlevingen en het opkomen
voor lhbtiq-gelijkheid wereldwijd. De Commissie initieert wetgeving, houdt toezicht
en handhaaft waar nodig, en financiert projecten en organisaties. Zij stimuleert lidstaten
tot eigen actieplannen en integreert gelijkheid in al het EU-beleid, met aandacht
voor verschillen tussen subgroepen en naleving van het Handvest van de Grondrechten.
Dit alles draagt bij aan de ambitie van een Unie van Gelijkheid waarin iedereen zichzelf
kan zijn. Ondanks de geboekte vooruitgang blijven discriminatie, haat en ongelijke
behandeling bestaan. Omdat de huidige strategie in 2025 afloopt, publiceert de Commissie
in oktober een nieuwe strategie, die naar verwachting tijdens deze Raad wordt besproken.
Nederland zal in het beleidsdebat aangeven dat het een vervolg op de strategie voor
gelijkheid van lhbtiq-personen verwelkomt. Dit omdat er in de Unie nog veel en grote
uitdagingen zijn om het fundamentele recht op gelijkheid, ongeacht wie je bent en
van wie je houdt, te realiseren. Het kabinet zal de strategie na publicatie op haar
eigen merites beoordelen. Nederland zet in op ambitieuze nieuwe Europese strategieën
die bijdragen aan de kabinetsprioriteiten: dat iedereen veilig is en dat iedereen
volwaardig kan meedoen.2 Tevens beziet het kabinet de strategie vanuit haar inzet om de rechtstaat en fundamentele
rechten in de Europese Unie te beschermen en bevorderen.3
EU antidiscriminatiebeleid op personen met een beperking
Naar verwachting zal men tijdens het tweede agendapunt stilstaan bij Europees beleid
gericht op personen met een beperking. Het Deens voorzitterschap heeft de intentie
om Raadsconclusies op dit thema vast te stellen. De Raadsconclusies gaan in op maatregelen
ter bevordering van zelfstandig leven en sociale inclusie van personen met een beperking
in het kader van de EU-strategie 2021–20304 en het VN-verdrag handicap.5 Er is aandacht voor verschillen tussen lidstaten en de noodzaak tot versterken van
persoonlijke keuzevrijheid en deelname aan de samenleving op gelijke basis. Lidstaten
worden opgeroepen hun beleid en ondersteuning aan te passen en effectief gebruik te
maken van EU-middelen en het AccessibleEU-platform.6 De nadruk in de Raadsconclusies ligt op toegankelijke huisvesting, persoonsgerichte
ondersteuning en het tegengaan van isolatie en segregatie. Ook wordt benadrukt dat
actieve betrokkenheid van mensen met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties
bij beleid essentieel is. De Europese Commissie wordt gevraagd om voortgang te boeken
in data-verzameling, kennisuitwisseling en het aanpakken van resterende beleidslacunes,
met inbreng van betrokkenen. Tot slot wordt het belang onderstreept van structurele
verankering van inclusief en toegankelijk beleid in bredere EU-strategieën en toekomstig
beleid.
Nederland kan instemmen met het aannemen van de Raadsconclusies. Deze sluiten aan
op het staande nationale beleid zoals ook verwoord in de Toekomstagenda zorg en ondersteuning
voor mensen met een beperking.7 Het kabinet zet in op een inclusieve samenleving waarin mensen met een beperking
volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven, in lijn met het VN-verdrag
Handicap. Daarbij ligt de nadruk op de transitie van zorg naar ondersteuning dichtbij
huis, het stimuleren van zelfstandigheid en keuzevrijheid en het aanpakken van belemmeringen
in onderwijs, werk en vrije tijd. Lokale overheden en maatschappelijke organisaties
worden actief betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid, zodat oplossingen
aansluiten bij individuele behoeften. Samenwerking met het bedrijfsleven moet de arbeidsparticipatie
van mensen met een beperking vergroten.
Raadsconclusies preventie van geweld tegen vrouwen
Tijdens het derde agendapunt zal de Raad stilstaan bij de preventie en aanpak van
geweld tegen vrouwen. Het Deense voorzitterschap heeft de intentie uitgesproken een
set Raadsconclusies vast te stellen over vroegtijdige preventie, herkenning en aanpak
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Deze raadconclusies slaan, onder andere,
terug op de vorig jaar overeengekomen richtlijn 2024/1385 ter bestrijding van geweld
tegen vrouwen en huiselijk geweld.8 De voorgestelde Raadsconclusies benadrukken daarnaast het belang van het betrekken
van mannen en jongens bij emancipatiebeleid, met als doel beleid te ontwikkelen voor
gebieden waarin zij last ondervinden door maatschappelijke verwachtingen, normen en
waarden.
Nederland kan instemmen met het aannemen van de Raadsconclusies. Deze sluiten aan
op het staande nationale beleid gericht op het bestrijden van geweld tegen vrouwen
en huiselijk geweld. Het kabinet heeft door middel van het Nationaal Actieprogramma
Aanpak grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld (NAP), een actief plan van aanpak
dat invulling geeft aan de wensen van het Deens voorzitterschap. In de Emancipatienota
wordt hier ook aandacht aan besteed.9
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.