Brief regering : Voortgang afhandeling mijnbouwschade Limburg en moties
32 849 Mijnbouw
Nr. 289
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2025
In de afgelopen periode hebben gemeente Heerlen, provincie Limburg en het Rijk samengewerkt
aan het opzetten van schadeafhandeling Limburg. Regio en Rijk hebben deze brief gezamenlijk
geschreven om u te informeren over de voortgang van de afhandeling van mijnbouwschade
in Limburg. Het gezamenlijke deel van deze brief zal ook door de desbetreffende bestuurders
aan alle gemeenteraden in de Mijnstreek en aan de provinciale staten van Limburg worden
gestuurd. Na het gezamenlijke deel van deze brief, dat afgesloten wordt met de passage
«nu samen verder», wordt ingegaan op de door de Tweede Kamer aangenomen moties1,
2 over de schadeafhandeling in Limburg en de op 16 september jl. ingediende begroting
van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei opgenomen budgetverhoging voor de afhandeling
van de mijnbouwschade voor 2026 en 2027.
Voor Rijk en regio is het belangrijk om de komende tijd gezamenlijk te blijven optrekken.
De onderstaande paragrafen zijn gezamenlijk opgesteld en worden daarom tegelijkertijd
gedeeld vanuit de regio en het Rijk.
Schade kan nog steeds ontstaan
De mijnbouw bracht in de 20e eeuw enorme economische groei naar Zuid-Limburg, met tienduizenden banen en de opkomst
van mijnsteden. Na de sluiting van de mijnen in de jaren ’60 en ’70 raakte de regio
in een sociaaleconomische crisis, met hoge werkloosheid en leegstand. Ondanks dat
de laatste mijn in Zuid-Limburg ruim vijftig jaar geleden is gesloten, zijn de gevolgen
voor de bodemstructuur fysiek nog altijd merkbaar.
Door de lege mijngangen onder de grond, kan de bodem nog steeds instabiel zijn en
zorgen voor verzakkingen. Daarnaast werd er tijdens de mijnbouwactiviteiten grondwater
weggepompt, zodat de mijnen droog bleven. Na het sluiten van de mijnen is daarmee
gestopt. Het gevolg daarvan is dat het grondwater langzaam terug naar het oude niveau
stijgt. Dit kan leiden tot grondbewegingen en verzakkingen. Daarom, in de na-ijleffecten
van voormalige mijnbouwactiviteiten, zoals verzakkingen en grondwaterstijging, kunnen
ook vandaag de dag nog steeds bovengronds nieuwe schadegevallen optreden. Het is daarom
van belang dat er een plek komt waar woningeigenaren met mijnbouwschade terecht kunnen.
Op 2 januari 2026 zal hiervoor het fysieke loket open gaan en in december 2025 gaat
het digitale loket van start.
Uitgangspunten van de schadeafhandeling
In de afgelopen maanden is door de regio en het Ministerie van KGG intensief samengewerkt
om te komen tot een gedragen schadeafhandeling. De in oktober 2023 overeengekomen
inrichtingsprincipes en de adviezen van de kwartiermakers Ploumen en Van der Broeck
zijn hierbij leidend geweest. De belangrijkste uitgangspunten voor de schadeafhandeling
zijn:
• schadeafhandeling door het instituut I3ML dat gevestigd wordt in Heerlen;
• advisering over de schadeafhandeling door de Limburg Kamer van de Commissie Mijnbouwschade;
• beoordeling van de schadegevallen op basis van aannemelijkheid;
• met de schadeafhandeling biedt de rijksoverheid huiseigenaren in de voormalige Mijnstreek
voor hun mijnbouwschade bij kleine schadegevallen een financiële tegemoetkoming en
bij grotere schadegevallen herstel-in-natura.
Het Rijk is van plan om de kosten van de schadeafhandeling en de tegemoetkomingen
daar waar mogelijk te claimen op de nog bestaande rechtsopvolgers van de voormalige
mijnbouwbedrijven. Dit zal geen gevolgen hebben voor de schademelders. Zij krijgen
indien hun aanvraag aan de regeling voldoet de tegemoetkoming onafhankelijk van het
resultaat van de claim.
Proces van de schadeafhandeling in Limburg
Het besluit biedt een voorziening voor particuliere woningeigenaren (ook als zij deel
uitmaken van een Vereniging Van Eigenaren (VVE) voor fysieke mijnbouwschade aan de
hoofdwoning en directe materiële gevolgschade. Het gaat om schade waarvan het voldoende
aannemelijk is dat deze het gevolg is van bodembeweging door voormalige steenkoolwinning.
Bewoners van huurwoningen met schade kunnen woningeigenaren of woningcorporaties aanspreken
om de schade aan de huurwoning te herstellen. De uitvoering van de schadeafhandeling
wordt belegd in het samenwerkingsverband I3ML. In eerste instantie in een tijdelijke
uitvoeringsorganisatie onder de vlag van het Ministerie van KGG.
Een particuliere woningeigenaar kan bij het nieuwe instituut zijn aanvraag digitaal,
per post of ter plekke bij het loket indienen. I3ML neemt een aanvraag in behandeling
als de woning gelegen is in het voor het besluit opengestelde mijnbouwschadegebied.
Er wordt gewerkt met een gefaseerde openstelling. Op die manier weet elke inwoner
wanneer hij/zij een aanvraag kan indienen en blijft het voor I3ML uitvoerbaar. De
openstelling vindt daarom plaats in tijdvakken per postcodegebied. Als blijkt dat
meer schadegevallen behandeld kunnen worden, zullen de postcodegebieden eerder worden
opengesteld.
De Minister vraagt voor iedere aanvraag advies aan de Limburg Kamer van de Commissie
Mijnbouwschade (hierna commissie). Deze commissie beoordeelt of het aannemelijk is
dat de schade het gevolg is van bodembeweging door de voormalige steenkoolwinning.
Na ontvangst van het advies van de commissie neemt de Minister binnen 6 weken een
besluit. De beschreven werkwijze wordt op dit moment door de commissie getoetst aan
de hand van een pilot project met 10 casussen. De commissie kan naar aanleiding van
de resultaten van de pilot haar werkwijze aanpassen.
Als de Minister besluit om een voorziening toe te kennen dan kan dit in twee vormen
zijn. Kleine mijnbouwschades (tot € 10.000,–) worden financieel vergoed. De grotere
schades worden in natura vergoed, dit betekent dat een aannemer langs zal komen om
de woning te herstellen. Naar verwachting zullen de eerste grotere schadegevallen
in het najaar van 2026 worden hersteld. De Minister kan in het geval van een «schrijnende
situatie» een uitzondering maken en dan worden ook andere kosten in het herstel meegenomen.
Tot slot, als de aanvrager het niet eens is met het besluit van de Minister, dan kan
de aanvrager bezwaar maken tegen het besluit. De Minister zal dan het genomen besluit
in bezwaar heroverwegen. De aanvrager kan vervolgens tegen dat besluit in beroep en
ook in hoger beroep gaan bij de bestuursrechter.
Laatste stappen tot opening schadeloket
Op 26 september wordt de website met informatie over I3ML gepubliceerd en ontmoeten
de betrokken bestuurders van regio en Rijk elkaar weer in Zuid-Limburg. Gedurende
de zomer zijn meerdere vacatures geplaatst voor verschillende functies bij de tijdelijke
uitvoeringsorganisatie. Vanuit de regio hebben veel kandidaten gereageerd. Dit is
mooi nieuws want op deze manier kan de schadeafhandeling dichter bij de mensen worden
georganiseerd. Begin december wordt het pand in Heerlen, waarin I3ML tijdelijk wordt
gehuisvest, in gebruik genomen. Vanaf dat moment zullen op die locatie de medewerkers
van I3ML worden ingewerkt.
De locatie in Heerlen heeft een fysiek loket waar schademelders terecht kunnen. Er
wordt ook gewerkt met lokale steunpunten in bibliotheken of gemeentehuizen in de Mijnstreek.
Deze steunpunten zijn op gepaste tijden geopend en schademelders kunnen dan in hun
eigen woonplaats terecht. In december 2025 zal het digitale loket voor schademeldingen
open gaan. Op 2 januari 2026 zal het fysieke loket van I3ML van start gaan.
Waar staat I3ML voor?
I3ML staat voor het «Instituut voor Milieu, Mens en Mijnbouw». Deze naam heeft een
historische betekenis voor de regio. De drieslag verwijst naar de diep-symbolische
omdraaiing van de historische ontwikkellogica van de mijnstreek: Het doel van de mijnbouw
was een groot aantal jaren eenzijdig gericht op het waardevolle uit de bodem te halen.
Daarna volgde de bouw van de mijnkoloniën om de benodigde arbeid van de mens te organiseren,
en daarna werd rekenschap gegeven van de ontwrichtende impact op het milieu. Het herstel
van de schade, wat via het I3ML gaat plaatsvinden, is een stap richting het herstel.
De naam staat dus symbool voor de omdraaiing van deze logica in de tijd van mijnbouw.
Het Rijk neemt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de schadeafhandeling
op grond van het besluit – een erkenning van en oplossing voor schade aan Limburgse
woningen – via een schadeloketfunctie binnen I3ML. De Regio is aan zet om de bredere
kansen te benutten op het snijvlak van verduurzaming en kennisontwikkeling. Voor de
kennisontwikkeling zijn de laatste tijd grote stappen gezet. De provinciale staten
van Limburg heeft hiervoor een belangrijke aanzet gedaan op 27 juni jl., toen ze een
bedrag van twee miljoen beschikbaar hebben gesteld om de komende tien jaar grote stappen
te zetten in de kennisontwikkeling, onder de vlag van het I3ML.
Dit bedrag zal bijdragen aan onderzoek dat de Open Universiteit uit gaat voeren. De
kennisontwikkeling splitst zich uit in juridische kennisontwikkeling, technische kennisontwikkeling
en de sociaalhistorische kennisontwikkeling. Hiermee gaat er een belangrijke ontwikkeling
plaatsvinden om kennis op te bouwen, vast te houden en te delen met andere (voormalige)
mijnbouwgebieden in Europa. Naast het toegezegde bedrag van twee miljoen euro, gaat
het kenniscentrum I3ML aanvullende middelen werven via andere financieringsinstrumenten.
Voor het onderdeel verduurzaming gaat de regio de komende tijd de koppelkansen verkennen
die ingezet kunnen worden bij het herstel van de schade.
En nu samen verder
Het Rijk en de regio gaan de komende tijd hun coöperatieve samenwerking doorzetten,
zodat alles gereed staat wanneer in december 2025 het digitale loket opengaat en op
2 januari 2026 het fysieke I3ML loket open zal gaan. Om tot een goede schadeafhandeling
te komen is het belangrijk om te leren en blijven leren van de situatie in Noord-Nederland.
De afgelopen jaren is er meermaals contact en overleg geweest met de Groningse partners
die al langer bezig zijn met het herstellen van schade voor woningeigenaren. Dit heeft
gezorgd voor belangrijke aandachtspunten en geleerde lessen. Door onder andere deze
uitwisseling is de Limburgse aanpak gericht op ontzorgen, mensgerichtheid, eenvoud,
zorgvuldigheid en de benodigde snelheid om eind 2025 te starten.
Afhandeling moties en ingediende begroting 2026
De motie van de leden Vermeer (BBB) en Pierik (BBB) verzoekt de regering om het schadeloket
uiterlijk in het derde kwartaal van 2025 toegankelijk te maken voor aanmeldingen.
Het kabinet zet alles op alles om de schadeafhandeling zo spoedig mogelijk te starten.
Er wordt momenteel hard gewerkt aan alle benodigde voorbereidingen. Daarbij wordt
de planning gevolgd die eerder met de Tweede Kamer is gedeeld3. Op dit moment wordt er bijvoorbeeld gebouwd aan het ICT-systeem en de website waar
men een aanvraag kan indienen. Begin september is de aanbesteding gepubliceerd voor
de inhuur van deskundigen die straks de schadeopnames in woningen gaan doen. Aan het
einde van de zomer zijn de vacatures voor de medewerkers van de schadeafhandeling
gepubliceerd. Het kabinet verwacht dat de meeste functies op korte termijn kunnen
worden ingevuld. In december zullen deze nieuwe collega’s worden ingewerkt, zodat
zij daarna de aanvragers kunnen helpen met het indienen van de aanvraag. Het digitaal
indienen van de aanvraag zal omstreeks eind december mogelijk zijn. Het fysieke loket
waar schademelders langs kunnen gaan zal op 2 januari 2026 open gaan.
De motie van de leden Beckerman (SP), Bushoff (GL-PvdA) en Teunissen (PvdD) verzoekt
de regering met grote spoed de schaderegeling in te voeren en niet te wachten tot
2026. Tevens wordt de regering verzocht om zo snel mogelijk te komen met de definitieve
regeling en niet te gaan werken met tijdelijke regelingen of protocollen, zodat er
geen onduidelijkheid, onzekerheid en verdere vertraging ontstaat.
Zoals hierboven vermeld zet het kabinet alles op alles om zo spoedig mogelijk de schadeafhandeling
te starten. Het kabinet begrijpt de wens om de schadeafhandeling zo snel mogelijk
te starten maar om de schademelders straks goed te kunnen helpen moeten het benodigde
ICT-systeem, de mensen en ook de locatie goed op orde zijn. Dit kost tijd. Het kabinet
wil niet dat een te vroege opening gaat leiden tot verwarring, teleurstelling en het
vastlopen van de schadeafhandeling.
Het kabinet verwacht medio oktober het definitieve Besluit tegemoetkoming particuliere
woningeigenaren mijnbouwschade steenkoolwinning Limburg en de bijbehorende aanpassing
van het Instellingsbesluit Commissie Mijnbouwschade (inclusief het protocol omtrent
de advisering over aanvragen om tegemoetkoming op grond van de beleidsregel door de
Commissie Mijnbouwschade) te publiceren. Het besluit zal na een jaar worden geëvalueerd.
Ten aanzien van de Commissie Mijnbouwschade vindt op grond van het Instellingsbesluit
Commissie Mijnbouwschade jaarlijks een evaluatie plaats.
De regering heeft in de Ontwerpbegroting 2026 voor het begrotingsjaar 2026 voor de
instelling van het schadeloket van het Instituut voor Milieu, Mens en Mijnbouw (I3ML)
additioneel budget vrijgemaakt. In totaal is daarmee in 2026 26,6 miljoen euro beschikbaar.
En voor 2027 gaat het om 27,8 miljoen euro. Na goedkeuring van de ontwerpbegroting
van KGG door beide Kamers kan de vergoeding van de schade starten. Het schadeloket
van I3ML krijgt als taak om het Besluit tegemoetkoming particuliere woningeigenaren
mijnbouwschade steenkoolwinning Limburg uit te voeren. Het werken met een tijdelijke
organisatie is noodzakelijk om de schadeafhandeling aan het eind van dit jaar te kunnen
starten. Deze tijdelijke organisatie zal naar verwachting over twee jaar overgaan
in een definitieve organisatie. Het Ministerie van KGG en het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijkrelaties werken samen aan deze structurele oplossing.
Het heeft lang geduurd maar in afgelopen maanden zijn grote stappen gezet. Het kabinet
is de regio zeer erkentelijk voor de constructieve samenwerking. Alles is erop gericht
die samenwerking voort te zetten, zodat woningeigenaren in Limburg eindelijk de support
krijgen die eerder is toegezegd.
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.Th.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei