Brief regering : Stand van zaken implementatie richtlijnen in het eerste kwartaal 2025
21 109 Uitvoering EU-Richtlijnen
Nr. 273
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2025
Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie
van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het tweede
kwartaal van 2025.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de geïmplementeerde richtlijnen gevolgd door
de implementatieachterstand zoals die op 1 juli 2025 gold. Daarna worden de oorzaken
van deze achterstand behandeld en worden de richtlijnen die het volgende kwartaal
moeten worden geïmplementeerd genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures
die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie.
Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste
implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen.
Departement
Tijdig Geïmplementeerde richtlijnen
Geïmplementeerde achterstallige richtlijnen
AenM
AZ
BuZa
1
1
BZK
Def
EZ
Fin
IenW
1
JenV
1
1
KGG
LVVN
1
OCW
SZW
VRO
VWS
1
Totaal
3
4
Huidige achterstand
De achterstand bij het begin van dit kwartaal bedroeg 15 richtlijnen t.o.v. 16 richtlijnen
in het vorige kwartaal. De 15 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries
toegedeeld: KGG (3), FIN (1), OCW (1), SZW (1), AenM (1), IenW (3) en JenV (5).
De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 1 tot 1.260 dagen.
Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden in bijgevoegd
kwartaaloverzicht.
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo eerste kwartaal 2025
speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie
toegelicht.
KGG
Richtlijn (EU) 2023/2413[A] van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, Verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn
98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking
van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 1 juli 2024
Richtlijn (EU) 2023/2413 betreft een omvangrijke wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001
(Renewable Energy Directive/RED), waarbij verschillende implementatietermijnen gelden. Voor een aantal van de
zogenaamde «versnellingsartikelen» die er voor moeten zorgen dat projecten voor hernieuwbare
energie sneller uitgerold kunnen worden geldt een uiterste implementatiedatum van
1 juli 2024. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 7 juni 2024 (Kamerstuk
31 239, nr. 396).
Deze artikelen zijn deels reeds omgezet in bestaande wet- en regelgeving en betreffen
deels feitelijk handelen waarvoor geen implementatie in wet- en regelgeving noodzakelijk
is. Voor de aanpassing van de vergunningsprocedure geldt dat de Nederlandse systematiek
(voor een groot deel) voldoet aan de gestelde eisen. Daar waar nodig worden deze artikelen
geïmplementeerd in de Omgevingswet, de daarop gebaseerde algemene maatregelen van
bestuur en de Wet Windenergie op Zee en de Algemene wet bestuursrecht. Het wetsvoorstel
is in juli 2025 aan de Afdeling advisering van de Raad van State aangeboden voor advies.
Na ommekomst van het advies zal het wetsvoorstel worden aangeboden aan de Tweede Kamer.
RICHTLIJN (EU) 2023/2413[B] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 18 oktober 2023
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, Verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn
98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking
van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 21 mei 2025
Ook de artikelen van richtlijn (EU) 2023/2413 met een uiterste implementatiedatum
van 21 mei 2025 zijn deels reeds omgezet in bestaande wet- en regelgeving en betreffen
deels feitelijk handelen waarvoor geen implementatie in wet- en regelgeving noodzakelijk
is.
Betreffende wijzigingen op wetsniveau die noodzakelijk zijn in verband met de implementatie
van de RED III zullen worden meegenomen in het wetsvoorstel Implementatiewet herziene
gasrichtlijn en uitvoering herziene gasverordening, dat nu in internetconsultatie
is.
RICHTLIJN (EU) 2024/1711 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 juni 2024 tot
wijziging van de Richtlijnen (EU) 2018/2001 en (EU) 2019/944 inzake het verbeteren
van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2025
Richtlijn (EU) 2024/1711 vormt met twee verordeningen het in juni vorig jaar vastgestelde
Europese Electricity Market Design pakket (EMD-pakket). Het EMD-pakket is gericht op verdere hervorming van de Europese
elektriciteitsmarkt.
De uiterste datum voor implementatie is voor de meeste bepalingen uit de richtlijn
gesteld op 17 januari 2025. Voor artikel 2, punten 2) en 3), de bepalingen met betrekking
tot het recht op energiedelen en de vrije keuze van leverancier daarbij, is de uiterste
datum voor implementatie gesteld op 1 juli 2026.
Implementatie van het EMD-pakket vindt voornamelijk plaats in de nieuwe Energiewet
(Stb 2025, 12) en de Wet belastingen op milieugrondslag.
Er is een wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn in voorbereiding waarin
ook artikel 2, punten 2) en 3), wordt meegenomen. Tevens regelt dit wetsvoorstel de
Uitvoering, voor zover nodig, van de gelijktijdig met de richtlijn gepubliceerde verordening
(EU) 2024/1747 tot wijziging van verordening (EU) 2019/942 en (EU)2019/943 wat betreft
het verbeteren van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie, en van verordening
(EU) 2024/1106 tot wijziging van verordening (EU) nr. 1227/2011 en (EU) 2019/942 wat
de verbetering van de bescherming van de Unie tegen marktmanipulatie op de groothandelsmarkt
voor energie betreft.
Het wetsvoorstel is in november en december 2024 openbaar geconsulteerd. Vervolgens
is het wetsvoorstel voorgelegd voor verschillende toetsen en adviezen, waaronder aan
het Adviescollege toetsing regeldruk, de Raad voor de Rechtspraak en de Autoriteit
Consument en Markt voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets.
Begin juli is het wetsvoorstel aanhangig gemaakt voor advies bij de Afdeling advisering
van de Raad van State. Het streven is om na de verwerking van het advies het wetsvoorstel
voor het kerstreces in te dienen bij de Tweede Kamer voor de parlementaire behandeling.
FIN
RICHTLIJN (EU) 2021/2167 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van
de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU
Uiterste implementatiedatum: 29 december 2023
De richtlijn (EU) 2021/2167 biedt een regelgevend kader voor de overdracht aan en
het beheer door derden van niet-renderende kredietovereenkomsten, of de rechten uit dergelijke overeenkomsten, van Europese kredietinstellingen.
De richtlijn is onderdeel van de strategie van de Europese Unie om het volume van
niet-renderende kredietovereenkomsten op bankbalansen te verlagen en de mogelijke
toekomstige opeenhoping van dergelijke kredietovereenkomsten te voorkomen.
De implementatie van de richtlijn is kort na de peildatum van dit overzicht afgerond.
De Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers en het Implementatiebesluit
zijn op 18 juli jl. in werking getreden, de Implementatieregeling richtlijn kredietservicers
en kredietkopersop 22 juli jl.1 Vanwege de overschrijding van de uiterste implementatietermijn, 29 december 2023,
heeft de Europese Commissie een zaak tegen Nederland aanhangig gemaakt bij het Hof
van Justitie van de Europese Unie.
I&W
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/12 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2019 tot aanvulling
van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen
betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens,
de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
De implementatie van de Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 is onderdeel van de implementatie
van de Richtlijn (EU) 2017/2397. Voor de toelichting op de oorzaak van de achterstand
wordt verwezen naar de toelichting bij Richtlijn (EU) 2017/2397.
RICHTLIJN (EU) 2023/946 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/25/EG met betrekking tot de toevoeging
van verbeterde stabiliteitsvereisten en de afstemming van die richtlijn op de door
de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde stabiliteitsvereisten
Uiterste implementatiedatum: 05 december 2024
Deze richtlijn is geïmplementeerd door bestaand recht (dynamische verwijzing) met
uitzondering van het zevende en negende lid van artikel 1 van deze richtlijn. De gedeeltelijke
implementatie is abusievelijk niet tijdig bekendgemaakt en aan de Europese Commissie
medegedeeld. Door de gedeeltelijke implementatie kan al grotendeels uitvoering worden
gegeven aan de richtlijn.
Voor de volledige implementatie zal nog een wijziging van een ministeriële regeling
plaatsvinden waarbij voor het zevende en negende lid van artikel 1 van de richtlijn
voor de (juiste) omzetting zal worden zorggedragen. De omzetting zal naar verwachting
per 1 oktober 2025 zijn gerealiseerd.
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2025/149 VAN DE COMMISSIE
van 15 november 2024 tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het
Europees Parlement en de Raad om rekening te houden met de wetenschappelijke en technische
vooruitgang
Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2025
Deze Richtlijn wijzigt drie ministeriële regelingen in verband met de tweejaarlijkse
revisie van internationale voorschriften over het vervoer van gevaarlijke stoffen
over de binnenwateren (ADN)1, over de spoorweg (RID)2 en over de weg (ADR)3. De gewijzigde
regelingen zijn de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen
(VBG), de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG) en de Regeling
vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG). Daarnaast zijn de Maasdeltatunnel
en Hollandtunnel toegevoegd aan de lijst met tunnels in de VLG waarvoor beperkingen
voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door die tunnels gelden.
De implementatie van wijzigingsrichtlijn 2025/149 is meegenomen in de tweejaarlijkse
wijziging van de vervoersregeling die hiermee verband houden. Dit is voor 30 juni
2025 doorgegeven en hierdoor is de Staatscourant-mededeling niet tijdig afgemeld.
Inmiddels is dit wel gebeurd en is alles afgerond.
JenV
RICHTLIJN (EU) 2019/1151[A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 20 juni 2019
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale
instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2022
Zie toelichting onder richtlijn (EU) 2019/1151 [B].
RICHTLIJN (EU) 2019/1151[B] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale
instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2023
De richtlijn 2019/1151 wijzigt richtlijn 2017/1132 met betrekking tot het gebruik
van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht. De
richtlijn maakt het mogelijk dat bij de bedrijvenregisters in de lidstaten online
een BV wordt opgericht, dat bijkantoren online kunnen worden geregistreerd en dat
online informatie en documenten kunnen worden ingediend door vennootschappen en bijkantoren.
De richtlijn bevat daarnaast een bepaling over bestuursverboden en de uitwisseling
van informatie daarover tussen lidstaten.
Deels zijn deze verplichtingen ook al opgenomen in de richtlijn 2006/123, welke in
2010 zijn geïmplementeerd in de Dienstenwet en het Handelsregisterbesluit 2008. Implementatie
van de overige nieuwe verplichtingen vindt plaats in het Burgerlijk Wetboek, in de
Wet op het notarisambt en opnieuw een wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008.
De wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt is op
1 januari 2024 in werking getreden. EZ werkt nog aan de wijziging van het Handelsregisterbesluit
2008.
Vooruitlopend op de voor de implementatie nog benodigde wijzigingen van het Handelsregisterbesluit
2008, werkt de Kamer van Koophandel (hierna: de KVK) vanaf het vierde kwartaal 2024
in de praktijk al in overeenstemming met de eisen uit de richtlijn. De implementatie
bij de KVK is vertraagd doordat de verordening met de technische specificaties pas
laat gereedkwam en vanwege een overvolle ontwikkelkalender en capaciteitsbeperkingen
bij zowel EZ als de KVK. Voor een resterende de KVK heeft de KVK vanwege aanhoudende
capaciteitsbeperkingen aangegeven meer tijd nodig te hebben maar dit grotendeels alsnog
te implementeren medio 2025. Naar verwachting wordt de formele wijziging van het Handelsregisterbesluit
2008 voor de zomer gepubliceerd.
RICHTLIJN (EU) 2022/2464 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn
2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EU, met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door
ondernemingen
Uiterste implementatiedatum: 6 juli 2024
De richtlijn (EU) 2022/2464 verplicht, kort gezegd, grote en beursgenoteerde ondernemingen
om te rapporteren over duurzaamheid. Accountants zullen deze duurzaamheidsrapporteringen
beoordelen en moeten daarvoor aan extra eisen voldoen. De richtlijn wordt geïmplementeerd
door enerzijds een ontwerp voor een algemene maatregel van bestuur van JenV dat de
rapportageverplichting voor ondernemingen bevat en anderzijds door een wetsvoorstel
en een algemene maatregel van bestuur van FIN met (voornamelijk) regels voor accountants(organisaties)
die de duurzaamheidsrapportering moeten controleren.
Het ontwerp voor de algemene maatregel van bestuur over de rapportageverplichting
is op 12 juni 2024 overgelegd aan beide Kamers in het kader van de voorhang (Kamerstuk
26 485, nr. 437). Hierop zijn op 12 juli en 25 september 2024 vragen ontvangen van de Tweede Kamer
respectievelijk Eerste Kamer. De beantwoording van deze vragen is eind december 2024
naar de beide Kamers gestuurd.
De Eerste Kamer heeft op 14 februari 2025 nadere schriftelijke vragen gesteld. Het
wetsvoorstel is op 13 januari 2025 bij de Tweede Kamer ingediend. Over het ontwerp
voor de algemene maatregel van bestuur over de regels voor accountants(organisaties)
is de consultatie op 4 februari 2025 afgerond. Nadat de Tweede Kamer het eerder genoemde
wetsvoorstel zal hebben aangenomen, zal het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad
van State worden voorgelegd.
Inmiddels heeft de Europese Commissie op 26 februari twee voorstellen gepresenteerd
tot wijziging van de richtlijn. Het eerste voorstel2 voorziet in uitstel voor ondernemingen die moeten rapporteren vanaf boekjaren 2025
en 2026.
Het tweede voorstel3 beperkt de reikwijdte van de richtlijn tot grote ondernemingen met meer dan duizend
werknemers en beperkt de informatie die de rapporterende ondernemingen kunnen opvragen
van ondernemingen in de waardeketen die niet onder de rapportageverplichting vallen.
Beide voorstellen hebben gevolgen voor de implementatie van de richtlijn. Het heeft
de voorkeur van het kabinet om de implementatie van beide voorstellen mee te nemen
in het implementatietraject voor de richtlijn, mits de onderhandelingen over die voorstellen
voldoende voortgang boeken. Ook het ontwerp-Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering
zal dan worden aangepast. Het kabinet heeft aangegeven graag alvast de vragen van
de Tweede Kamer te willen beantwoorden over het wetsvoorstel, waarbij het ook kan
ingaan op vragen over de twee richtlijnvoorstellen.4 De Europese Commissie heeft Nederland nogmaals herinnerd aan de noodzaak om de richtlijn
op korte termijn te implementeren en heeft aangegeven dat er geen ruimte is voor uitstel.
RICHTLIJN (EU) 2022/2555 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022
betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de
Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972
en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn)
Uiterste implementatiedatum: 17 oktober 2024
Zie toelichting onder richtlijn (EU) 2022/2557.
RICHTLIJN (EU) 2022/2557 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022
betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten en tot intrekking van Richtlijn
2008/114/EG van de Raad (CER-richtlijn) Uiterste implementatiedatum: 17 oktober 2024
De NIS2-richtlijn en de CER-richtlijn dienden met ingang van 18 oktober 2024 te zijn
omgezet in nationale wet- en regelgeving. Hoewel de inspanningen er steeds op gericht
zijn geweest deze implementatietermijn te halen, heeft Nederland heeft deze richtlijnen
helaas niet tijdig kunnen omzetten. Dit komt doordat de omzetting naar nationale wetgeving
een omvangrijk en complex traject is, waarbij grote zorgvuldigheid is vereist. Die
grote zorgvuldigheid is vereist, omdat de wetten waarin de NIS2-richtlijn en CER-richtlijn
worden omgezet aanzienlijke impact hebben op Nederlandse organisaties, zowel in de
publieke als in de private sector. Er zijn ten opzichte van bestaande wetgeving meer
en nieuwe sectoren en significant meer organisaties die moeten voldoen aan de nieuwe
wetgeving. De toepasselijkheid op vele sectoren heeft er ook toe geleid dat interdepartementale
afstemming met bijna alle departementen vereist is.
In het licht van de vertraagde omzetting wordt ook gewezen op de keuze van Nederland
om, vanwege de hiervoor genoemde impact op organisaties, de implementatiewetsvoorstellen
en onderliggende amvb’s en ministeriële regelingen open te stellen voor internetconsultatie,
hoewel dit bij implementatiewetgeving niet verplicht is.
De NIS2-richtlijn wordt geïmplementeerd in de Cyberbeveiligingswet en de CER-richtlijn
wordt geïmplementeerd in de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten.
De wetsvoorstellen Cyberbeveiligingswet en Wet weerbaarheid kritieke entiteiten zijn
op 4 december 2024 voor formeel (verplicht) advies voorgelegd aan de Afdeling advisering
van de Raad van State (hierna: de Afdeling).5
De Afdeling heeft op 19 februari 2025 haar adviezen uitgebracht op de wetsvoorstellen.
De wetsvoorstellen zullen naar verwachting rond het einde van het eerste kwartaal
van 2025 worden ingediend bij de Tweede Kamer. Op dit moment zijn de inspanningen
er op gericht dat beide wetsvoorstellen zo snel als mogelijk tot wet worden verheven.
Ondertussen wordt ook gewerkt aan de onderliggende amvb’s en ministeriële regelingen.
Het uitgangspunt is dat de wetten en onderliggende regelgeving op hetzelfde moment
in werking treden.
AenM
RICHTLIJN (EU) 2021/1883 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen
van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van
Richtlijn 2009/50/EG van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 18 november 2023
Richtlijn (EU) 2021/1883 vervangt Richtlijn 2009/50/EG en daarmee de regeling voor
de Europese blauwe kaart. Bij de implementatie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht
bij de nationale kennismigrantenregeling die op een aantal onderdelen gunstiger voorwaarden
bood. De implementatietermijn (18 november 2023) is inmiddels verstreken.
Eerder hebben onder meer de sensitiviteit van het onderwerp in de politieke verhoudingen
en de demissionaire status van het kabinet geleid tot vertragingen. Ook de betrokkenheid
van verschillende ministeries heeft gezorgd voor vertraging bij de implementatie.
Het besluit ter implementatie is in werking getreden en gereed gemeld bij de Commissie.
Het wetsvoorstel is aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer. De parlementaire behandeling
van het wetsvoorstel vindt op dit moment plaats (voorjaar 2025). De omstandigheid
dat het standpunt van het kabinet en de Tweede Kamer ten opzichte van kennismigranten,
en arbeidsmigratie als geheel, is gewijzigd maakt dat er met andere ogen naar de reeds
afgeronde implementatie per besluit wordt gekeken en zorgt ervoor dat de parlementaire
behandeling verdere vertraging heeft opgelopen.
OCW
RICHTLIJN (EU) 2022/2381 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 23 november 2022inzake het verbeteren van het genderevenwicht bij bestuurders
van beursgenoteerde ondernemingen en daarmee samenhangende maatregelen
Uiterste implementatiedatum: 28 december 2024
Richtlijn (EU) 2022/2381 verplicht lidstaten onder meer ervoor te zorgen dat beursgenoteerde
ondernemingen een doelstelling opgelegd krijgen ten aanzien van het percentage leden
van het ondervertegenwoordigde geslacht in de functies van al dan niet uitvoerend
bestuurder. Voor de implementatie van deze richtlijn was in Nederland geen aanvullende
regelgeving vereist. Daarmee is de richtlijn inmiddels geïmplementeerd door bestaande
regelgeving. Dit is op 13 februari 2025 in een mededeling in de Staatscourant bekend
gemaakt (Strc. 2025, 5500). De nationale bepalingen om aan de richtlijn te voldoen staan vermeld in de transponeringstabel
die als bijlage bij de genoemde mededeling is opgenomen. De implementatie is echter
niet tijdig doorgevoerd in het systeem van de Europese Commissie waardoor de richtlijn
nog is opgenomen in deze kwartaalbrief. In het volgend overzicht zal de implementatie
worden meegenomen.
SZW
RICHTLIJN (EU) 2022/2041 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 oktober 2022
betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie
Uiterste implementatiedatum: 15 november 2024
De EU-richtlijn betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie heeft betrekking
op de toereikendheid van en bescherming door het minimumloon en het bevorderen van
collectieve onderhandelingen. Het implementatievoorstel voorziet in een aantal wijzigingen
van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De implementatietermijn (15 november
2024) is inmiddels verstreken. Reden hiervoor is dat het consultatieproces en het
parlementaire proces meer tijd in beslag hebben genomen. Het wetsvoorstel is op 23 april
2024 ingediend bij de Tweede Kamer, op 8 oktober 2024 heeft de Tweede Kamer het voorstel
aangenomen. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 14 januari
2025.
Op 14 januari 2025 heeft advocaat-generaal van het EU Hof van Justitie een conclusie
gewezen in een zaak over deze richtlijn (zaaknummer: C-19/23), waarin de advocaat-generaal
concludeert dat de richtlijn geen rechtsbasis heeft en nietig zou moeten worden verklaard.
In verband hiermee heeft op 28 januari 2025 de voortzetting van het debat met de Eerste
Kamer plaatsgevonden. Tijdens dit debat heeft de Eerste Kamer een ordevoorstel aangenomen,
om de stemming uit te stellen tot het moment waarop er duidelijkheid is over de bevoegdheid
van de EU om de richtlijn vast te stellen.
Richtlijnen die in het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd om overschrijding
te voorkomen
FIN
RICHTLIJN (EU) 2023/2864 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 december 2023
tot wijziging van bepaalde richtlijnen wat betreft de oprichting en het functioneren
van het Europees centraal toegangspunt
RICHTLIJN (EU) 2024/1640 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 31 mei 2024 betreffende
de mechanismen die de lidstaten moeten invoeren om het gebruik van het financiële
stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering te voorkomen, tot wijziging van Richtlijn
(EU) 2019/1937, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn (EU) 2015/849
RICHTLIJN (EU) 2024/790 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 28 februari 2024
tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten
IenW
RICHTLIJN (EU) 2024/884 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 13 maart 2024
tot wijziging van Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA)
LVVN
UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2025/145 VAN DE COMMISSIE van 29 januari 2025 tot wijziging
van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wat de door de Unie gereguleerde niet-quarantaineorganismen
Tobacco ringspot virus, Tomato ringspot virus, Pucciniastrum minimum (Schweinitz) Arthur en Fig mosaic agent betreft, en tot rectificatie
van die uitvoeringsrichtlijn wat de maatregelen betreffende Candidatus Phytoplasma
prunorum Seemüller & Schneider betreft
Ingebrekestellingen wegens te late implementatie
In het tweede kwartaal van 2025 is er een ingebrekestelling wegens te late implementatie
van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen:
Van VWS, zaak 2025/0190, mbt RL 2024/505 (beroepskwalificaties Roemeense ziekenverplegers)
De Europese Commissie heeft in het tweede kwartaal van 2025 twee zaken wegens te late
implementatie geseponeerd:
Van IenW, zaak 2025/0082, mbt RL 2024/0299 (rapportage emissieprognoses)
Van IenW, zaak 2023/2163, mbt RL 2022/738 (gehuurde voertuigen zonder bestuurder)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken