Brief regering : Verslag informele Landbouwraad 7-9 september 2025 te Kopenhagen, Denemarken
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1727
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2025
Tijdens de informele Landbouwraad (hierna: Raad) van 7 tot en met 9 september 2025
wisselden de landbouwministers van de Europese Unie (EU) van gedachten over het verbeteren
van het concurrentievermogen en het versnellen van de groene transitie van de EU agrifoodsector.
Dit thema sluit aan bij de prioriteiten van het Deens voorzitterschap1. Het Deens voorzitterschap wilde met deze gedachtewisseling een bijdrage leveren
aan de invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) post-2027. De lidstaten
reflecteerden op twee vragen gesteld door het Deens voorzitterschap, over hoe de EU
innovatie en investeringen in de agrifoodsector kan stimuleren om betaalbaar, veilig
en gezond eten te produceren en welke veranderingen in het rechtsstelsel van de EU
nodig zijn om de groene transitie te realiseren.
De Raad onderstreepte unaniem het belang van het investeren in innovatie en het verbeteren
van het concurrentievermogen van de EU agrifoodsector, voor zowel de Europese als
de mondiale voedselzekerheid. Daarbij erkenden lidstaten, mede gezien de huidige geopolitieke
situatie, het strategische belang van de hele voedselketen. Naast deze breedgedeelde
standpunten, benoemden lidstaten hun prioriteiten ten aanzien van het nieuwe Commissievoorstel
voor het Meerjarig Financieel Kader2, inclusief de voorstellen voor het GLB en het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB).
Meerdere lidstaten uitten zich kritisch over het Commissievoorstel en pleitten voor
het behoud van een op zichzelf staand GLB, los van de Nationale en Regionale Partnerschappen,
inclusief de huidige 2-pijlerstructuur. Op vragen van de lidstaten, gaf de Commissie
aan dat er binnen enkele weken duidelijkheid wordt verschaft over de toedeling van
de nationale GLB-budgetten en de werking van de voorgestelde verdeelsleutel. Hier
heeft de Tweede Kamer ook om gevraagd in het schriftelijk overleg van deze Raad3. Veel lidstaten vroegen in dat kader aandacht voor generatievernieuwing en meer middelen
voor (jonge) boeren om duurzame landbouwpraktijken te stimuleren. Daarop gaf de Commissie
aan nog voor het einde van 2025 de beoogde generatievernieuwingsstrategie te publiceren.
Verder spraken veel lidstaten over de noodzaak van het bevorderen van andere toekomstgerichte
interventies en het verhogen van de weerbaarheid van de EU agrifoodsector. Vrijwel
alle lidstaten spraken de daarom wens uit om de beschikbare middelen voor investeringen
in innovatie uit te breiden. Ook gaven veel lidstaten aan dat zij hopen op een snelle
afronding van de lopende triloog over het Commissievoorstel over Nieuwe Genomische
Technieken (NGT’s) en spoedige publicatie van de Biotech Act4. De meeste lidstaten pleitten daarbij specifiek voor meer middelen om de groene transitie
te versnellen. Daarnaast stonden veel lidstaten kritisch tegenover het cofinancieringsniveau
van minimaal 30% voor groene maatregelen, vanwege het mogelijk negatieve effect op
het gelijke speelveld en de realisatie van de milieu- en klimaatdoelstellingen.
Het belang van het verbeteren en vereenvoudigen van wet- en regelgeving werd door
vrijwel alle lidstaten onderschreven. Daarbij pleitten veel lidstaten voor de vereenvoudiging
van de toelatingsprocessen voor alternatieve gewasbeschermingsmiddelen. In dat kader
benoemde Nederland het belang van een snellere toelating van laag-risico biologische
gewasbeschermingsmiddelen. Verder onderstreepte Nederland nog twee prioriteiten die
bijdragen aan de voedselzekerheid van de EU: het vergroten van inspanningen en investeringen
in biotechnologie en biosolutions en een spoedig akkoord over NGT’s voor de snellere
ontwikkeling van robuuste gewassen. Tot slot benadrukte Nederland nog het belang van
de versterking van de inkomenspositie van boeren en vissers, evenals de ontwikkeling
van doelsturing en datagedreven beleid. Daarbij pleitte Nederland ervoor om rekening
te houden met de lokale context bij het realiseren van de besproken doelstellingen.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur