Brief regering : Nieuwe beleidsuitgaven in de begroting van Justitie en Veiligheid voor 2026
36 800 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2026
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2025
Hierbij bied ik uw Kamer een overzicht aan van de nieuwe beleidsuitgaven die zijn
opgenomen in de Ontwerpbegroting 2026 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
(JenV). In het overzicht zijn alleen de uitgaven voor 2026 opgenomen, omdat alleen
deze uitgaven en verplichtingen ingevolge artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie
aan het parlement worden voorgelegd. In de toelichting van de maatregelen is de meerjarige
doorwerking opgenomen.
Naast deze nieuwe beleidsuitgaven hebben er meerdere mutaties plaatsgevonden op de
begroting van JenV als gevolg van onder andere nieuwe ramingen van het Prognosemodel
Justitiële Ketens (PMJ) en nieuwe ramingen voor de asielketen, de Meerjaren Productie
Prognose (MPP). Het PMJ raamt de capaciteitsbehoefte van de justitiële ketens. De
grootste mutaties als gevolg van de PMJ-ramingen zijn onder andere verwerkt bij de gesubsidieerde
rechtsbijstand, de Raad voor de rechtspraak, de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
(zie voor de herverdeling van de middelen ook de voortgangsrapportage DJI1) en het OM. De raming van de MPP leidt tot een budgetverhoging bij de Raad voor de
rechtspraak (12,7 miljoen euro in 2026).
Ik vertrouw op spoedige behandeling van onze begroting, uiterlijk begin 2026, zodat
we tijdig uitvoering kunnen geven aan de belangrijke beleidsvoornemens die zijn opgenomen
in het overzicht.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F. van Oosten
* Voor de uitgaven vanaf 2027 staan de middelen op artikel 92. Voor 2026 komen de
middelen uit de bestemmingsreserve van de raad voor rechtsbijstand.
** Hiervan betreft 3 miljoen euro minder ontvangsten.
1) Weerbaarheid
Bij de Voorjaarsnota zijn extra middelen beschikbaar gesteld om de weerbaarheid van
Nederland tegen militaire en hybride dreigingen te versterken. Het kabinet heeft vanaf
2027 structureel 70 miljoen euro vrijgemaakt voor weerbaarheid, waarover uw Kamer
per brief is geïnformeerd2. Deze middelen worden aangewend voor de versterking van lokale en regionale weerbaarheid,
waaronder lokale noodsteunpunten en communicatie-uitingen richting de samenleving,
zoals de publiekscampagne en een huis-aan-huispublicatie. Aanvullend hierop heb ik
10 miljoen euro in 2025 en 20 miljoen euro in 2026 vrijgemaakt. Dit heb ik tijdens
het commissiedebat over Nationale Veiligheid en Weerbaarheid op 15 mei 2025 aan uw
Kamer gecommuniceerd. Daarnaast zijn via een kasschuif extra middelen beschikbaar
gesteld in 2025 (2 miljoen euro) en in 2026 (5 miljoen euro). Deze middelen zijn doorgeschoven
vanuit de jaren 2027 (–2,5 miljoen euro), 2028 (–3 miljoen euro) en 2029 (–1,5 miljoen
euro).
2) Sociale advocatuur
Er worden extra middelen beschikbaar gesteld om de sociale advocatuur te versterken.
Het betreft 30 miljoen euro vanaf 2027. In 2026 wordt al gestart met het opvolgen
van aanbevelingen van de Commissie van der Meer II, te weten puntenaantallen en toeslagen,
punttarief en reiskostenvergoeding mediators. Hierover is uw Kamer met een brief op
26 juni 2025 geïnformeerd3. Voor het in werking laten treden van deze aanbevelingen wordt voor 2026, afhankelijk
van het exacte moment van de inwerkingtreding van regelgeving, 15 miljoen euro vrijgemaakt
binnen de beschikbare middelen bij de raad voor rechtsbijstand.
3) Asielmaatregelen Regeerprogramma
Bij de Voorjaarsnota is structureel 115 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering
van asielmaatregelen uit het Regeerprogramma. Er worden middelen vanuit het Ministerie
van Asiel en Migratie overgeheveld naar JenV voor de Raad voor de rechtspraak, de
rechtsbijstand en apparaat voor uitvoering van het Migratiepact, de asielnoodmaatregelenwet,
het tweestatusstelsel en voor de meerkosten van het oprichten van een nieuw ministerie.
4) Aanpak problematische schulden
We voeren als kabinet een pakket aan maatregelen in om problematische schulden fundamenteel
aan te pakken. Dit pakket is gebaseerd op het basispakket uit het IBO Problematische
schulden. Wat betreft nieuw beleid wordt voor de invoering van de kosteloze betalingsherinnering,
de invoering van een discretionaire bevoegdheid en implementatie van andere conclusies
van het IBO 17,8 miljoen euro voor 2026 en 26,8 miljoen voor 2027 van de begroting
van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) overgeboekt naar de begroting
van JenV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid