Brief regering : Gevolgen uitgestelde behandeling KGG-begroting en KF-begroting
36 800 XXIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2026
36 800 M Vaststelling van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds voor het jaar 2026
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2025
Hierbij bied het kabinet de Kamer een overzicht aan van de nieuwe beleidsuitgaven
die zijn opgenomen in de Ontwerpbegroting 2026 van het Ministerie van Klimaat en Groene
Groei. In de bijlage zijn alleen uitgaven voor 2026 opgenomen, omdat alleen deze uitgaven
ingevolge artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie aan het parlement worden voorgelegd.
De KGG-begroting 2026 bevat de budgettaire verwerking van een aantal beleidsbesluiten.
Er zijn enkele nieuwe uitgaven binnen de KGG-begroting geraamd, waaronder middelen
voor de verduurzaming van de industrie, de aanpak van netcongestie en uitgaven die
nodig zijn om de uitrol van warmtenetten te kunnen realiseren.
In de bijlage treft u een volledig overzicht van maatregelen die zonder tijdige autorisatie
niet tot rechtmatige besteding kunnen komen en daardoor vertraging in de uitvoering
oplopen.
Betrouwbare overheid
Een aantal van de nieuwe uitgaven vloeit voort uit toezeggingen die eerder aan burgers,
bedrijven en regio’s zijn gedaan. Het gaat daarbij om regelingen en investeringen
die inwoners ondersteunen bij verduurzaming, die bedrijven duidelijkheid geven voor
hun investeringsbeslissingen en die regio’s zekerheid bieden dat gemaakte afspraken
worden nagekomen. Door deze middelen tijdig te autoriseren, kan het kabinet gedane
beloften nakomen. Daarnaast zal de vertraging die ontstaat indien het parlement de
KGG-begroting niet zou autoriseren voor 1 januari 2026 het bereiken van een aantal
urgente beleidsdoelen bemoeilijken.
Klimaatfonds
Tot slot wil het kabinet de Kamer erop wijzen dat de KGG-begroting en de Klimaatfonds-begroting
technisch nauw met elkaar verbonden zijn. De begrotingen worden daarom idealiter tegelijk
behandeld.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
BIJLAGE: OVERZICHT NIEUWE BELEIDSMATIGE UITGAVEN 2026
Noot vooraf: in het onderstaande overzicht zijn alleen uitgaven voor 2026 opgenomen,
omdat alleen deze uitgaven ingevolge artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie aan
het parlement worden voorgelegd. Het betreft kasuitgaven op het beleidsartikel van
nieuw beleid of significante aanvullingen op lopend beleid waartoe sinds de 1e suppletoire
begroting van KGG over 2025 door het kabinet is besloten. In het overzicht zijn daarom
geen technische of autonome wijzigingen van lopend beleid opgenomen, zoals de uitgekeerde
loon- en prijsbijstelling of het verevenen van mee- en tegenvallers.
1) Schadeafhandeling mijnbouw Limburg
Betreft middelen voor een tegemoetkoming aan bewoners in Zuid-Limburg die schade ondervinden
van voormalige steenkoolwinning. De tegemoetkoming is aangekondigd in oktober 2023,
maar kon nog niet worden uitgevoerd omdat geen bestaande uitvoeringsorganisatie dit
kon afhandelen. Zonder autorisatie ontstaat verdere vertraging in het herstel van
woningen en blijft een eerdere toezegging aan de regio ongedekt.
2) Maatwerkafspraken verduurzaming industrie
Betreft een opboeking vanuit het Klimaatfonds voor de uitvoering van inspanningsverplichtingen
die volgen uit recent ondertekende Joint Letters of Intent (JLoI) met bedrijven waarmee
maatwerkafspraken worden afgesloten. Deze middelen zijn nodig om de overeengekomen
vervolgstappen te kunnen zetten en toe te werken naar mogelijke bindende afspraken
over de inzet van Klimaatfondsmiddelen. Zonder autorisatie kunnen de bindende maatwerkafspraken
niet getekend worden.
3) Flankerend beleid SDE+
Betreft middelen ter realisatie van de energietransitie op de eilanden Aruba, Curaçao
en Sint Maarten, hiervoor staat € 150 mln gereserveerd op de aanvullende post. Hiervan
wordt € 116 mln euro opgevraagd voor Aruba en Curaçao om randvoorwaardelijke projecten
ten behoeve van de energietransitie te subsidiëren, hiervan worden de uitgaven in
2026 op € 49 mln begroot. Deze middelen worden toegevoegd aan het flankerend beleid
SDE+ budget. De Kamer zal binnenkort een CW3.1 kader ontvangen. Zonder autorisatie
kunnen de gemaakte afspraken met de eilanden niet nagekomen worden.
4) Bijdrage aan TNO vanuit kerndepartement
Betreft middelen voor de nieuwbouw van het Kernhuis van de Geologische Dienst Nederland.
Hiermee kan TNO uitvoering geven aan de wettelijke taak om fysiek materiaal uit de
diepe ondergrond, dat eigendom is van de Staat, te beheren en op te slaan. Zonder
autorisatie van deze middelen ontstaat vertraging in de bouw en daarmee in het veiligstellen
en beschikbaar houden van dit materiaal.
5) Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden
Betreft middelen uit het Klimaatfonds voor gebiedsinvesteringen die samenhangen met
hoogspanningsprojecten op land. Deze investeringen zijn bedoeld om de medeoverheden
te ondersteunen voor o.a. hun (extra) taken bij de inpassing van nationale hoogspanningsinfrastructuur
en om regionaal draagvlak hiervoor te behouden. Zonder autorisatie kunnen de investeringen
niet worden gedaan, met het risico op vertraging in de procedures voor het inpassen
van hoogspanningsprojecten.
6) Storting in begrotingsreserve Garantieregeling Warmtenetten
Betreft middelen uit het Klimaatfonds voor de overheveling van de toekenning voor
het Waarborgfonds Warmtenetten naar de KGG-begroting. Deze middelen zijn bedoeld voor
de inrichting van een garantieregeling die nodig is om investeringen in warmtenetten
mogelijk te maken. Daarnaast worden voor de Nationale Deelneming Warmte (NDW) mogelijk
nog middelen aan de KGG-begroting toegevoegd middels een nota van wijziging. Dit is
afhankelijk van de instemming door de Eerste Kamer van de Wet Collectieve Warmte (WCW).
Zonder autorisatie kunnen deze overhevelingen niet plaatsvinden, waardoor de ontwikkeling
van nieuwe warmtenetten vertraging oploopt en bewoners langer moeten wachten op een
betaalbaar en duurzaam alternatief voor aardgas.
7) Verduurzaming industrie (lening)
Betreft een nieuwe regeling naar aanleiding van twee moties van de Tweede Kamer om
circulaire plasticrecyclingbedrijven met tijdelijke liquiditeitsproblemen te ondersteunen1. Het doel is om voldoende recyclingcapaciteit in stand te houden. Voor deze maatregel
is vanuit het Klimaatfonds € 20 mln beschikbaar gesteld voor de periode 2026–2028,
hiervan worden de uitgaven in 2026 op € 6,5 mln begroot. Zonder autorisatie kan het
krediet niet aan de diverse bedrijven beschikbaar gesteld worden.
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei