Brief regering : Rapport ‘Van Kwetsbaar naar weerbaar. Geleerde lessen uit dreigende acute en langdurige uitval van uitbestede ICT-dienstverlening bij overheidsorganisaties.’
29 362 Modernisering van de overheid
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 388
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2025
Hierbij bied ik u aan, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
het bijgevoegde ABDTOPConsult rapport «Van Kwetsbaar naar weerbaar. Geleerde lessen
uit dreigende acute en langdurige uitval van uitbestede ICT-dienstverlening bij overheidsorganisaties.»
In deze brief benoem ik de bevindingen, bezie ik de bredere context van de situatie
en schets ik de noodzakelijke vervolgaanpak. Daadkrachtig opvolging geven door het
kabinet aan de benoemde aanbevelingen is van belang, voor de continuïteit en wendbaarheid
van cruciale (dienstverlenings)processen van de overheid.
Nederland behoort tot de top vijf van meest gedigitaliseerde landen in Europa. Voor
het kunnen uitvoeren van dienstverlening aan burgers, bedrijven en voor de werking
van de overheid zelf zijn Nederlandse overheden sterk afhankelijk geworden van ICT-leveranciers.
Voor primaire en secundaire processen van (uitvoerings-)organisaties speelt ICT een
cruciale rol, hiermee wordt bijgedragen of wordt mogelijk gemaakt dat gegevensuitwisseling,
transacties, besluitvorming en dienstverlening aan burgers en bedrijven correct en
efficiënt verlopen.
Kernboodschap uit het rapport voor politiek en bewindspersonen
Het rapport geeft de volgende kernboodschap voor de politiek en bewindspersonen: «Burgers
moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid. Het is de verantwoordelijkheid
van de politiek, bewindspersonen en de ambtelijke top om overheden weerbaar te maken
tegen langdurige uitval van ICT-diensten. Maak daarom een politieke afweging om de
digitale weerbaarheid van overheidsorganisaties op orde te krijgen in de juiste verhouding
ten opzichte van het realiseren van nieuw beleid. Maak substantieel budget beschikbaar
om rijksfaciliteiten te bouwen die de overheid minder kwetsbaar maken voor ICT-risico’s
met betrekking tot leveranciers, geopolitieke ontwikkelingen en cyber».
Bevindingen op overheidsbreed niveau
In 2024 had de sterk verslechterende financiële situatie van een grote internationale
ICT-leverancier tot een landelijke crisissituatie kunnen uitgroeien. Het geconstateerde
risico betrof verstoring van overheidsdienstverlening op meerdere aspecten, van financiële
en zorg gerelateerde dienstverlening, werkende infrastructuur tot rechtspraak, openbaar
ministerie en politietaken.
Dit rapport onderzoekt niet de ICT-leverancier betrokken bij deze «bijna-crisis»,
wat slechts de aanleiding was voor het onderzoek. Deze casus is in een ander traject
door benodigde acties beheerst. Het onderzoek richt zich wel op de lessen die in algemene
zin geleerd kunnen worden uit de hiervoor genoemde situatie en geeft aanbevelingen.
Uit het rapport blijkt dat de weerbaarheid van overheden tekortschiet als grote ICT-incidenten
niet binnen korte tijd worden opgelost. De oorzaken van incidenten zijn uiteenlopend,
de overeenkomst is dat de ICT in het primaire proces van de overheidsorganisaties
acuut en voor langere tijd niet beschikbaar is. Bestaande structuren, kennis en maatregelen
worden onvoldoende gehanteerd voor het mitigeren van het risico op en de impact van
acute en langdurige uitval van ICT. Gezien de huidige geopolitieke verhoudingen nemen
de risico’s van acute uitval van ICT-dienstverlening toe. Het Cybersecuritybeeld Nederland1 benadrukt de dreiging van grootschalige uitval en noemt hierbij expliciet het risico
van een «digitale monocultuur», waarin vele organisaties afhankelijk zijn van een
klein aantal aanbieders.
Het rapport doet constateringen op verschillende thema’s:
– Ten aanzien van bestaand beleid is geconstateerd dat het huidige rijksbrede ICT-sourcingsbeleid,
de bijbehorende afwegingskaders en vooral de toepassing daarvan in de praktijk overheidsorganisaties
onvoldoende beschermen tegen continuïteits- en concentratierisico’s. Daarnaast bestaan
er geen eenduidige overheidsbrede definities of afwegingskaders van wat kritieke,
cruciale of vitale ICT-dienstverlening is, waardoor onduidelijk is welke kaders wel
of niet van toepassing zijn.
– Ten aanzien van kennis en expertise met betrekking tot acute continuïteits- en concentratierisico’s
blijkt dat deze centraal binnen de rijksoverheid beperkt aanwezig zijn. Er is ook
onvoldoende kennisdeling op nationaal en internationaal niveau.
– Ten aanzien van toetsing blijkt dat er onvoldoende onafhankelijke toetsing bij individuele
overheden op de beheersing van risico’s is, bij acute of langdurige uitval en concentratierisico’s
van uitbestede kritieke of vitale ICT-dienstverlening.
– Ten aanzien van monitoring blijkt dat er rijksbreed niet voldoende wordt gemonitord
bij afgesloten contracten (bij kritieke of vitale ICT-diensten) en de daarbij behorende
leveranciers. Continuïteits- en concentratierisico’s worden niet centraal gemonitord.
Slechts een beperkt aantal leveranciers wordt centraal gemonitord door rijksbreed
strategisch leveranciers-management en categoriemanagement.
– Ten aanzien van faciliteiten is geconstateerd dat de organisaties in het Rijk in noodsituaties
wel terugvallen op de afspraken ten aanzien van crisisbeheersing (onder leiding van
NCTV), maar niet tot nauwelijks op gezamenlijke voorzieningen. In een «bijna-crisissituatie»,
de zogenaamde «lauwe fase», bestaat geen vastgestelde rijksbrede organisatie en/of
governance om snel te anticiperen. In de eerdergenoemde recente casus is een passende
governance opgezet.
Geopolitieke, markt-, leveranciers- en cyberrisico’s kunnen tot onverwachte verstoring
in het ICT-landschap leiden en daarmee tot abrupte, langdurige verstoring van de digitale
dienstverlening aan maatschappij, burgers en bedrijven. Een verhoogde digitale weerbaarheid
draagt bij aan de maatschappelijke weerbaarheid. Dit maakt het een maatschappelijke
opgave voor álle overheden.
Bevindingen op het niveau van individuele overheidsorganisaties
ICT-dienstverlening is bij de meeste overheidsorganisaties vergaand uitbesteed. Door
deze ontwikkeling is uitbestede ICT-dienstverlening onderdeel geworden van de kerntaken
en de primaire processen voor dienstverlening aan burgers, bedrijven en maatschappij.
Hiermee is het belang van effectieve ICT- en leveranciersrisico’s beheersing toegenomen.
Primaire processen blijken niet bestand tegen abrupte en langdurige uitval van (uitbestede)
ICT-diensten. Bij individuele overheidsorganisaties zijn bevindingen geconstateerd
ten aanzien van beperkte informatieplanning en afwezigheid van benodigde kennis binnen
de organisatie. ICT-uitbestedingen worden op een te laag niveau in de organisaties
uitgevoerd. De verantwoordelijkheid, kennis en awareness over ICT, beheer en risico’s
in de gedigitaliseerde overheidsorganisaties zijn nog onvoldoende op alle managementniveaus.
Daarnaast is geconstateerd dat overheidsorganisaties te weinig (contractuele) terugvalopties
hebben ingericht om een crisissituatie en/of acute uitval van hun ICT-diensten op
te vangen. Overheidsorganisaties monitoren op operationeel niveau de risico’s van
uitbestede ICT-dienstverlening. De strategische risico’s van ICT-leveranciers en ICT-dienstverlening
worden te weinig gewogen.
Handelingsperspectief en vervolgstappen
Ik herken het bovenstaande geschetste beeld en omarm de aanbevelingen in het rapport.
Gezien de benoemde bevindingen en aanbevelingen is actie van de individuele overheidsorganisaties
en van de overheid als geheel acuut en noodzakelijk om de digitale autonomie te versterken
en de weerbaarheid ten aanzien van de continuïteit van primaire overheidsprocessen
en de daarbij behorende ICT-dienstverlening te verbeteren.
Burgers moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid. Weerbaarder worden is niet
alleen een informatieveiligheid-uitdaging: business continuïteit is een verantwoordelijkheid
van álle (top)managers en bewindspersonen.
Het rapport raakt aan een aantal bredere onderwerpen op het gebied van de nationale
veiligheid en digitale onafhankelijkheid. Dit sluit aan bij de al bestaande Nationale Veiligheidsstrategie2 over het vergroten van de digitale weerbaarheid van Nederland. Actielijn 7 gaat met
name over het digitaal weerbaarder maken van het bedrijfsleven, hierdoor kan de leveringszekerheid
worden vergroot. Het verbeteren van de digitale weerbaarheid van de (Rijks)overheid
zelf, is tot dusver onderbelicht gebleven. Daarnaast is er nog een bredere ontwikkeling
gaande genaamd «Whole of Society». Hierbij wordt aangegeven dat de samenleving zich
voor moet bereiden op crises en eventuele deelname aan een gewapend conflict. Ook
hier geldt dat de (Rijks)overheid digitaal kwetsbaar is. Tevens sluit deze ontwikkeling
aan bij de Weerbaarheidsopgave van de departementen, pijler 1 «het beschermen en versterken
van vitale en andere belangrijke processen in de maatschappij» en pijler 3 «de Nederlandse
democratie en rechtstaat blijven overeind».
Wat wetgeving betreft wordt met de voorziene inwerkingtreding van de Wet weerbaarheid
kritieke entiteiten (Wwke) en de Cyberbeveiligingswet (Cbw) eind 2025 een wettelijk
fundament gelegd tot het verhogen van de weerbaarheid van onze vitale infrastructuur.
Tegelijkertijd vragen het huidige dreigingslandschap en de weerbaarheidsopgave om
een versnelling. Mede gezien de huidige geopolitieke ontwikkelingen vind ik het noodzakelijk
om prioritering aan te brengen in de veelheid van aanbevelingen. Allereerst is het
van belang om enkele overheidsbrede risicogebieden te benoemen. Binnen deze gebieden
is het, gegeven het nationale veiligheidsbelang, noodzakelijk om overheidsbreed gezamenlijk
dezelfde koers te varen met als doel continuïteit van belangrijke overheidsprocessen.
Hoogste prioriteit krijgen de aanbevelingen die hoogrisico en vitale processen raken.
De Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk (ICBR) draagt zorg voor de bemensing
van acties en geeft sturing aan de uitvoering van de aanbevelingen. De Taskforce Continuïteit
ICT dienstverlening, bestaande uit adviseurs van verschillende organisaties, draagt
zorg voor de coördinatie en uitvoering van de acties. In deze Taskforce wordt kortcyclisch
gewerkt om vaart te houden in de benodigde activiteiten en de benodigde resultaten
te realiseren. De reikwijdte van de acties is in beginsel de rijksoverheid en waar
mogelijk kunnen andere overheidslagen aanhaken. Voor een aantal specifieke acties
wordt verbreding via een plateauplanning uitgewerkt.
Vanuit mijn coördinerende overheidsbrede verantwoordelijkheid geef ik prioriteit aan
de volgende activiteiten:
– Opzetten van een Center of Excellence, als motor voor de uitvoering van activiteiten
en voor bundeling en bijeenbrengen van, kennis en kunde ter ondersteuning en facilitering
van overheidsorganisaties. Het Center of Excellence zal samengesteld worden uit medewerkers
met diverse expertises (IV-expertise, inkoop, juridisch, etc.).
– Inrichten van centrale monitoring van leveranciers voor het proactief volgen van marktontwikkelingen
van ICT-diensten en ICT-leveranciers om proactief te kunnen handelen bij dreigende
acute en langdurige uitval van ICT-diensten.
– Verkennen van voorafgaande toetsing van risicovolle ICT-uitbestedingen.
– Opzetten van een overheidsbrede IT-sourcingstrategie die ons in staat stelt staat
om risico gebaseerd, verantwoord en uniform beslissingen te nemen over wat we inkopen
en wie we contracteren. Gestart wordt met het herijken van de sourcingstrategie voor
de Rijksoverheid. Andere overheidslagen sluiten aan via een plateauplanning.
– Ontwikkelen van overheidsbrede terugvalfaciliteiten voor noodsituaties. Hiervoor worden
business cases uitgewerkt. De daadwerkelijke uitvoering is enkel mogelijk met forse
investeringen.
– Toetsing op de nakoming van toegepaste kaders, risicomanagement en effectiviteit van
mitigerende maatregelen voor digitale weerbaarheid van overheidsprocessen.
– Het zorgdragen voor de continuïteit van de (vitale) overheidsprocessen voor burgers,
bedrijven en samenleving is een verantwoordelijk die veel verder strekt dan de IV-verantwoordelijkheid
binnen een organisatie. Inzet op versterking van continuïteitsmanagement, digitaal
bewustzijn en leiderschap acht ik tevens van belang.
Bovenstaande acties worden nader uitgewerkt onder meer door het opstellen van plannen
van aanpak en business cases. Daarna zal de financiering voor de daadwerkelijke realisatie
in besluitvorming worden gebracht.
Voor de overige uit te voeren acties om de basis op orde te krijgen sluit ik aan bij
de voorgestelde aanpak met de routekaart uit het rapport als handvat voor het op te
stellen Plan om de weerbaarheid van de Nederlandse overheid ten aanzien van ICT-dienstverlening
te vergroten. Daarnaast krijgen enkele activiteiten een plek in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie3. Tevens streef ik naar versterking van al lopende ontwikkelingen.
Met de bestaande toezichthouders, de Algemene Rekenkamer, de Autoriteit Persoonsgegevens
en het Adviescollege ICT-Toetsing, ga ik nader in gesprek om effectief toezicht op
dit gehele proces en de uitvoering te borgen.
Ik herhaal uit het rapport: «Een verhoogde digitale weerbaarheid draagt bij aan de
maatschappelijke weerbaarheid.».
Gezien de geconstateerde urgentie is actie noodzakelijk om de weerbaarheid van de
Nederlandse overheid te vergroten, om daarmee ook ontwrichtende situaties in onze
samenleving te voorkomen. Het is een gezamenlijke actie van het kabinet om deze verandering
te realiseren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties