Brief regering : Opvolging beleidsontwikkeling naar aanleiding van de periodieke rapportage Kasbeheer
31 935 Beleidsdoorlichting Financiën
Nr. 94
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2025
Op 13 november 2024 heb ik de periodieke rapportage Kasbeheer aan uw Kamer aangeboden.
Dit beleidsonderzoek had betrekking op schatkistbankieren en het betalingsverkeer
van het Rijk en betrof de periode 2018 tot en met 2023. Conform mijn toezegging in
de bijbehorende brief aan uw Kamer1 stuur ik u bij dezen een opvolgende brief met nadere informatie over de beleidsvoornemens
die ik heb voor dit beleidsterrein.
Effectief kasbeheer is belangrijk voor het Rijk en deelnemers om publieke middelen
efficiënt in te zetten en financiële risico’s te minimaliseren. Schatkistbankieren
speelt hierin een centrale rol door overtollige publieke middelen te concentreren
bij het Ministerie van Financiën. Daarnaast is het Ministerie van Financiën systeemverantwoordelijk
voor het betalingsverkeer van het Rijk, waarmee het een coördinerende rol heeft die
de efficiëntie van de aanbestedingen ten goede komt. Beide onderdelen vallen onder
artikel 12 Kasbeheer van de begroting voor Financiën en Nationale Schuld (IX).
In deze brief geef ik invulling aan het uitgevoerde opvolgende onderzoek naar de beleidsvoornemens
die ik heb toegelicht in de periodieke rapportage. Op het gebied van schatkistbankieren
zal ik de volgende voornemens en beleidsopties behandelen:
• enkele wijzigingen van de rentes die gelden binnen schatkistbankieren:
− de rekening-courantrente wijzigen naar de rente die het Rijk ontvangt op overnighttegoeden
bij DNB, en
− het laten vervallen van de minimum 0% rekening-courantrente;
• evalueren van de Wet Financiering decentrale overheden (Fido);
• evalueren van de categorieën deelnemers die vrijwillig dan wel verplicht deelnemen
aan schatkistbankieren;
• het verder digitaliseren van schatkistbankieren; en
• het effect van schatkistbankieren meenemen in de financiering van de staatsschuld.
Met betrekking tot het betalingsverkeer van het Rijk zal ik een toelichting geven
over de onderstaande beleidsvoornemens:
• RijksIBAN: het zelf uitgeven van rekeningnummers door het Rijk;
• herindeling percelen betalingsverkeer; en
• het vereenvoudigen van eisen en wensen die gelden bij de inkoop van dienstverlening.
Schatkistbankieren
Wijzigingen rentes
In de aanbiedingsbrief bij de periodieke rapportage Kasbeheer heb ik aangegeven dat
het wenselijk is om het schatkistbankieren voor het Rijk meer kostendekkend te maken.
Een manier om dit te bewerkstelligen is het aanpassen van de rekening-courantrente
die deelnemers ontvangen over hun tegoeden. Het rapport beschrijft hiervoor twee aanbevelingen:
1. het hanteren van een afslag van 0,2%-punt, vergelijkbaar met de afslag die De Nederlandsche
Bank (DNB) aan het Rijk berekent en;
2. het afschaffen van de 0%-rentevloer.
Ik vind het wenselijk om de rente die het Rijk uitbetaalt op de rekening-courant van
deelnemers overeen te laten komen met de op het Rijk van toepassing zijnde uitleenrente
aan DNB, in plaats van de €STR daggeldrente te bieden. Tevens vind ik het wenselijk
om de rekening-courantrente meer marktconform te maken door de minimum 0% rente te
doen vervallen. Hierbij vind ik het van belang om ook neveneffecten, zoals gedragseffecten,
in kaart te brengen die mogelijk uit deze keuzes voortkomen. Voorwaardelijk voor deze
wijzigingen is het evalueren van de Wet Financiering decentrale overheden. Verderop
in deze brief zal ik hier verder over uitweiden.
De periodieke rapportage maakt de kosten inzichtelijk die het Rijk gemaakt heeft vanwege
de hoogte van de rente en de minimum rekening-courantrente van 0%. Deelnemers hadden
in 2023 € 2,4 mld rentevoordeel dankzij schatkistbankieren vergeleken met de rente
die op dat moment geboden werd door Nederlandse grootbanken op zakelijke betaalrekeningen.
Bij schatkistbankieren geldt momenteel de €STR daggeldrente op de rekening-courant.
De Nederlandse staat ontvangt van DNB echter €STR met een afslag van 0,2%-punt op
zijn tegoeden. In 2023 zorgde dit voor een rentenadeel van € 150 mln. voor het Rijk
ten opzichte van €STR-0,2%-punt. Daarnaast zorgde de minimum rekening-courantrente
van 0% voor een rentenadeel voor het Rijk ten opzichte van de destijds geldende rentes
op de kapitaalmarkt. Dit kostte het Rijk € 236 mln tussen 2018 en 2023 ten opzichte
van een rekening-courantrente zonder minimum van 0%.
Het wijzigen van de rentes vraagt (naast wijzigingen van IT-systemen) om een verandering
van de ministeriële regelingen die de rente bepalen binnen schatkistbankieren. Dit
zijn de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden (art. 1 begripsbepaling van
de daggeldrente) en de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen
(art. 1 begripsbepaling van de daggeldrente). Het doen vervallen van de minimum 0%
rekening-courantrente vergt een aanpassing van de Wet financiering decentrale overheden
(art. 2b lid 1).
Het Rijk heeft geen winstoogmerk met schatkistbankieren en verwacht geen winst te
maken. Het Rijk maakt wel apparaatskosten voor schatkistbankieren. Omdat geen winst
wordt verwacht, monitort het Rijk ook niet of en hoeveel winst binnen deze activiteit
gemaakt wordt. Op dit moment worden meer gunstige tarieven aan deelnemers geboden
dan het Rijk zelf ontvangt. Een bijstelling van de €STR rente naar de DNB-rente (€STR
-0,2%-punt) en het afschaffen van de minimum 0% rekening-courantrente laat het uitgangspunt
van geen winstoogmerk onveranderd.
De wijzigingen van de rekening-courantrente hebben effect op de deelnemers aan schatkistbankieren.
Relevant om te vermelden is dat deelnemers ten opzichte van de huidige voorwaarden
een lagere rente zullen ontvangen.
Evaluatie Wet Fido
De onderzochte wijzigingen van de rente maken schatkistbankieren meer doelmatig. Daarbij
geldt uiteraard wel dat het financieringsvoordeel voor deelnemers afneemt. Dit heb
ik ook in mijn brief van 13 november 2024 benoemd.
In de aanbiedingsbrief bij de periodieke rapportage Kasbeheer heb ik aangeven dat
het wenselijk is om het schatkistbankieren voor het Rijk meer kostendekkend te maken.
Een manier om dit te realiseren is het aanpassen van de rentevoorwaarden. Het al dan
niet aanpassen van deze rentevoorwaarden vraagt een zorgvuldige afweging. Hierbij
speelt bovendien mee dat de hoogte van de rentes onderdeel zijn van bredere politieke
afspraken met decentrale overheden na de financiële crisis die zijn vastgelegd in
de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). In deze wet is ook de verplichting
tot schatkistbankieren door decentrale overheden vastgelegd. De wet Fido en de verplichting
tot schatkistbankieren vormden echter geen onderdeel van de periodieke rapportage
maar is wel een belangrijk component in de gehele afweging. Om eventuele besluitvorming
over de twee beleidsopties door een volgend kabinet voor te bereiden ben ik van plan
om een evaluatie van de Wet Fido en in het bijzonder de verplichting tot schatkistbankieren
in gang te zetten. Ik zal dit samen doen met de decentrale overheden en hun koepelorganisaties
en de departementen die de Wet Fido mede hebben ondertekend (BZK, IenW en JenV)2.
Evaluatie verplicht/vrijwillig schatkistbankieren
In de periodieke rapportage Kasbeheer heb ik aangekondigd onderzoek te zullen doen
naar welke categorieën deelnemers verplicht dan wel vrijwillig deelnemen aan schatkistbankieren.
Ik ben voornemens om deze vraag onderdeel uit te laten maken van reeds geplande- en
nog te plannen onderzoeken naar andere relevante wet- en regelgeving op dit gebied.
Ik informeer uw Kamer via de gebruikelijke weg zodra deze evaluaties uitgevoerd zijn.
Handreiking garanties schatkistleningen
In de periodieke rapportage heb ik geconcludeerd dat het ontbreekt aan een integraal
toetsingskader voor schatkistleningen. In de kabinetsreactie heb ik aangegeven een
dergelijk toetsingskader op te willen zetten. Het toetsingskader zal ik delen met
departementen. De insteek is om departementen te ondersteunen bij het beoordelen van
en garantie geven op schatkistleningen van deelnemers aan schatkistbankieren. De handreiking
voor schatkistleningen is in ontwikkeling en zal worden afgestemd met betrokken departementen.
Over deze garanties wordt gerapporteerd in de jaarstukken van departementen.
Digitaliseren schatkistbankieren
De digitalisering van schatkistbankieren is ingevuld aan de hand van een digitaal
portaal: Mijn Schatkist. Mijn Schatkist is op 6 november 2023 gelanceerd. Deelnemers
aan schatkistbankieren maken gebruik van Mijn Schatkist voor het raadplegen en muteren
van de rekening-courant, deposito’s, leningen, garanties en rijksbetaalstukken. Medewerkers
van het Ministerie van Financiën maken gebruik van Mijn Schatkist om rapportages te
raadplegen en administratieve taken zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Met de overgang
naar Mijn Schatkist is het aantal mogelijkheden voor deelnemers toegenomen, is het
aantal handmatige stappen voor medewerkers drastisch verminderd en is verouderde technologie
verleden tijd. De komende periode is de doorontwikkeling van Mijn Schatkist gericht
op verdere optimalisatie van administratieve taken. De doorontwikkeling van Mijn Schatkist
vindt stapsgewijs plaats. Nieuwe functionaliteit wordt periodiek opgeleverd.
Periodieke rapportage financiering staatsschuld
Zoals eerder aangekondigd bied ik in de periodieke rapportage financiering staatsschuld
in 2025 aan uw Kamer aan. Hierin behandel ik het mogelijke rente- en liquiditeitsrisico
voor de financiering van de staatsschuld dat voortkomt uit schatkistbankieren.
Betalingsverkeer van het Rijk
Het Agentschap van de generale thesaurie is verantwoordelijk voor het betrouwbaar
en efficiënt afwikkelen van het betalingsverkeer van het Rijk. De doelstelling hierbij
is het waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening
bij het uitvoeren van dit betalingsverkeer, en het bewaken van de daaraan verbonden
kosten. Het Agentschap treedt op als centrale inkoper van betalingsverkeer (en aanverwante
diensten) voor het Rijk en fungeert daardoor als centraal aanspreekpunt voor banken.
Hierbij treedt het Agentschap in aanbestedingsprocedures voor het betalingsverkeer
van het Rijk op als opdrachtgever.
In 2024 heb ik het betalingsverkeer van de Belastingdienst, dienst Toeslagen en Douane
gegund aan Rabobank (Belastingdienst en dienst Toeslagen) en ING Bank (Douane).3 Beide banken fungeren als back-up van elkaar. Het contract met ING Bank voor het
betalingsverkeer van rijksonderdelen en diensten heb ik verlengd tot 31 oktober 2029,
voor de dienstverlening voor creditcards met International Card Services (ICS) tot
1 september 2026 en voor E-Betalen met CM.com tot 1 oktober 2026.
Om de betrouwbaarheid van de dienstverlening te borgen en verder te verbeteren heb
ik in de periodieke rapportage de intentie uitgesproken om verschillende verbeteringen
te onderzoeken. Dit zijn het zelf uitgeven van IBAN-nummers (Rijks-IBAN), het herzien
van de perceelverdeling waarin het betalingsverkeer aanbesteed wordt en het vereenvoudigen
van de eisen en wensen die worden geformuleerd in deze aanbestedingen.
RijksIBAN
Een RijksIBAN is een IBAN4 uitgegeven voor of door het Rijk. De RijksIBAN beperkt de uitvoeringslasten bij migratie
van bank, verbetert de herkenbaarheid van het Rijk, verhoogt de flexibiliteit en vermindert
afhankelijkheid. Momenteel ontvangt het Rijk nieuwe IBAN-nummers bij een overstap
naar een andere huisbank. Het gevolg is een lange doorlooptijd van de implementatie
en een beperking van de herkenbaarheid van IBAN-nummers van de overheid. Voor burgers
en bedrijven kan dit zorgen voor een verhoogd risico op fouten en fraude. Momenteel
werkt het Agentschap aan een onderzoek naar de verschillende mogelijkheden voor de
RijksIBAN. Indien dit onderzoek een positief resultaat oplevert zal ik de RijksIBAN
verder uitwerken.
Herzien perceelverdeling
Momenteel werkt het Ministerie van Financiën aan een analyse van de perceelverdeling
waarin het betalingsverkeer van het Rijk aanbesteed wordt. Het doel van dit onderzoek
is om eventuele knelpunten in beeld te brengen.
Ik vind het wenselijk om een meer productgestuurde inrichting van het betalingsverkeer
van het Rijk na te streven, conform de aanbeveling uit de periodieke rapportage. Een
indeling zoals deze biedt marktpartijen meer ruimte om zich te specialiseren en heeft
een betere prijs-kwaliteitverhouding als doel. Ik streef ernaar om na het afronden van het onderzoek naar de
perceelverdeling in gesprek te treden met de departementen en diensten voor wie het
Ministerie van Financiën de dienstverlening inkoopt.
Vereenvoudigen eisen en wensen
Zoals eerder aangekondigd ben ik namens het kabinet voornemens om te onderzoeken hoe
toetredingsbarrières voor deelnemers verminderd kunnen worden. Uit de periodieke rapportage
is namelijk gebleken dat eisen en wensen een barrière kunnen zijn voor marktpartijen
om mee te dingen bij aanbestedingen. Ik neem mij voor om de eisen en wensen die gelden
bij de aanbestedingen van het betalingsverkeer van het Rijk kritisch door te lichten
voor het effect op doeltreffendheid en doelmatigheid.
Vervolgstappen
De beleidsvoornemens die voortkomen uit de periodieke rapportage hebben verschillende
doorlooptijden. Ik zal uw Kamer nader informeren over de voortgang van de diverse
te starten en lopende trajecten. Ik neem mij voor om de wijzigingen conform bestaande
afspraken af te stemmen met betrokken departementen, deelnemers aan schatkistbankieren
en de departementen en diensten voor wie het Ministerie van Financiën betaaldienstverlening
inkoopt.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën