Brief regering : Tweestatenoplossing en multilaterale ontwikkelingen
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
23 432
De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 3228
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2025
De Gazaanse bevolking lijdt al bijna twee jaar onder de oorlog in de Gazastrook. De
humanitaire blokkade die sinds 2 maart jl. aanhoudt heeft dit verder verergerd. De
situatie is catastrofaal. Hongersnood en ontheemding nemen toe en er vallen grote
aantallen burgerslachtoffers, onder wie vrouwen en kinderen. Ook het afschuwelijke
lot van de gijzelaars duurt voort, zij worden al bijna twee jaar door Hamas vastgehouden.
Het kabinet ziet dit groot menselijk leed. Deze oorlog moet eindigen. Daarom zet het
kabinet zich bij voortduring en naar vermogen in voor een onmiddellijk staakt-het-vuren,
dat moet leiden tot onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van de gijzelaars,
het realiseren van de broodnodige humanitaire hulp aan de noodlijdende burgerbevolking
van Gaza en een duurzame vrede.
Op 2 september jl. hebben de leden Dassen (VOLT) en Van Baarle (DENK) tijdens de Regeling
van Werkzaamheden een brief verzocht over het uitblijven van EU-maatregelen jegens
Israël, alsook over de aangenomen resolutie van de International Association of Genocide Scholars (IAGS). Op 4 september jl. heeft de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken verzocht
om uiterlijk 8 september een brief te ontvangen met daarin de uitkomsten van de informele
Raad Buitenlandse Zaken en de vervolgstappen van de Nederlandse regering inzake sancties
tegen de Israëlische regering.1 In deze brief, die ik mede namens de Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
verstuur, wordt het kabinetsstandpunt over de resolutie ten aanzien van genocide toegelicht
en kort ingegaan op het uitblijven van EU-maatregelen. Tevens zullen de verzoeken
van de Kamer om een nadere motivering van de vertrouwelijkheid van de bijlage bij
Kamerbrief 23 432, nr. 571, en een nadere appreciatie van het EU-voorstel over gedeeltelijke schorsing van Israëlische
deelname aan Horizon Europe worden meegenomen in deze brief. De uitkomsten van de
informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 29 en 30 augustus jl. zijn opgenomen
in het verslag, dat uw Kamer reeds is toegekomen.2
Stand van zaken EU-maatregelen
Tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) op 29 en 30 augustus 2025 bespraken
de lidstaten de situatie in de Gazastrook en Westelijke Jordaanoever. Voorafgaand
aan de bijeenkomst stuurden Nederland en Zweden een gezamenlijke brief aan de HV met
voorstellen voor mogelijke EU-maatregelen om de druk op Israël op te voeren om van
koers te veranderen en druk op Hamas uit te oefenen door het nemen van meer sancties
en andere maatregelen.
Momenteel bestaat er echter onvoldoende steun voor de verschillende voorgestelde EU-maatregelen.
Het is voor mij een absolute prioriteit om zowel gelijkgezinde landen, zoals Zweden,
als de EU als geheel proactief te bewegen tot nadere maatregelen. We pleiten onder
andere voor de opschorting van het handelsgedeelte van het EU-ISR Associatieakkoord,
schorsing van een gedeelte van het Horizon-Programma, en voortgang maken met sancties
tegen gewelddadige kolonisten en organisaties. De eerste contacten daartoe heb ik
reeds gelegd.
Wegens het uitblijven van draagvlak voor effectieve maatregelen op EU-niveau, waarvoor
Nederland zich heeft ingezet conform de toezegging van Minister Brekelmans en motie
Van Campen/Boswijk (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3196) werkt het kabinet aan nationale maatregelen met betrekking tot invoer van producten
afkomstig uit de illegale nederzettingen. Dit doen we parallel met gelijkgezinde landen.
Hier is ook specifiek aandacht voor de uitvoerbaarheid van deze maatregel.
Daarnaast heeft Nederland in de afgelopen informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich)
steun uitgesproken voor het voorstel van de Commissie tot opschorting van de samenwerking
tussen Israël en de European Innovation Council (EIC), een onderdeel van Horizon Europe. De samenwerking op dit programma is significant,
met name op bredere onderzoek- en wetenschapssamenwerking. Zoals aan uw Kamer gemeld
in de Kamerbrief van 28 juli jl.3 zou deze opschorting Europese investeringen in mogelijke ontwikkeling van dual use technologie door Israëlische bedrijven nog verder beperken. Dit voorstel heeft de
volledige steun van het kabinet. Om tot opschorting over te gaan is momenteel onvoldoende
steun, wat tevens bleek uit de informele Raad Buitenlandse Zaken.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni jl. heeft Nederland het Zweedse initiatief
gesteund met betrekking tot het sanctioneren van extremistische Israëlische Ministers.
Bij uitblijven van unanimiteit voor deze stap heeft het kabinet besloten – gezien
de uitzonderlijke omstandigheden – de Israëlische Ministers Smotrich en Ben-Gvir tot
persona non grata te verklaren en de inzet uitgesproken om hen te registreren als
ongewenste vreemdelingen in het Schengenregistratiesysteem SIS. De Minister van Asiel
en Migratie heeft inmiddels het besluit tot ongewenstverklaring genomen en beide Ministers
worden op 10 september 2025 in SIS gesignaleerd. Daarnaast blijft het kabinet ook
pleiten voor maatregelen op EU-niveau, omdat deze het meest effectief zijn
Humanitair
Uw Kamer heeft tevens verzocht om een nadere toelichting op de vertrouwelijkheid van
de bijlage bij Kamerbrief 23 432, nr. 571. De betreffende bijlage is door de Europese Unie vertrouwelijk met de lidstaten gedeeld,
en kan derhalve uitsluitend vertrouwelijk met uw Kamer worden gedeeld. De meest recente
humanitaire update van de EU wordt gelijktijdig met deze brief opnieuw vertrouwelijk
met uw Kamer gedeeld.
Ook uit deze update blijkt dat er nog altijd onvoldoende sprake is van toereikende
verruiming van mogelijkheden voor humanitaire hulpverlening, ook al zijn op sommige
punten kleine stappen gezet. De situatie in de Gazastrook blijft vreselijk, met ernstige
tekorten aan onder meer voedsel, water, en medische zorg. De diplomatieke en financiële
inzet van het kabinet ten behoeve van de onmiddellijke verbetering van humanitaire
hulpverlening is uw Kamer bekend. In lijn met de toezegging (TZ202508-016) die de
Minister van Buitenlandse Zaken heeft gedaan tijdens het tweeminutendebat van 22 augustus
jl. en de toezegging van de Minister-President tijdens het debat van 27 augustus jl.,
informeert het kabinet uw Kamer middels deze brief tevens over de Nederlandse inzet
op medische evacuaties uit de Gazastrook en de inventarisatie van de mogelijkheden
voor landen in de regio om patiënten op te nemen.
Volgens de meest recente schattingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van
27 augustus jl. zouden minstens 15.800 patiënten geëvacueerd dienen te worden voor
medische behandeling buiten de Gazastrook, onder wie 3.800 kinderen (24%). Volgens
UNICEF ligt dit aantal op 4.500 kinderen. Tussen 7 oktober 2023 en 27 augustus 2025
zijn er volgens de WHO 7.642 patiënten geëvacueerd, waaronder 5.303 kinderen.
Volgens cijfers van de WHO ontvangen Egypte (3.995 patiënten), de Verenigde Arabische
Emiraten (1.450 patiënten), Qatar (970 patiënten), Turkije (439 patiënten) en EU-lidstaten
(288 patiënten, met name Italië, Spanje en Roemenië) de meeste geëvacueerde patiënten.
Hoewel er bereidheid is om patiënten in de regio op te vangen, staat de capaciteit
op dit moment onder druk. Zo kampt Egypte met capaciteitsproblemen. Jordanië heeft
beperkte financiële middelen om patiënten op te vangen. De Nederlandse inzet is erop
gericht om deze capaciteitsproblemen te adresseren.
Het leed van mensen die medisch geëvacueerd moeten worden is schrijnend, in het bijzonder
waar het kinderen betreft. Het kabinet is vastberaden om verlichting en hulp te bieden.
Zoals bekend zet het kabinet in op het helpen van zoveel mogelijk patiënten in de
regio en het vergroten van capaciteit daartoe. Hiervoor zijn de noden hoog en op dit
gebied kan Nederland snel een concrete en zinvolle bijdrage leveren. Het kabinet onderzoekt
mogelijkheden voor concrete steun. De verschillende steunmogelijkheden worden interdepartementaal
in kaart gebracht, in samenwerking met Defensie en VWS.
Het kabinet spant zich in om de knelpunten die in de regio worden ervaren te verlichten.
Recent heeft Nederland een aanvullende bijdrage van 3 miljoen euro aangekondigd voor
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarmee de medische ondersteuning en evacuatie
van patiënten uit de Gazastrook naar landen in de regio kan worden bekostigd. Ook
in 2024 stelde Nederland een bijdrage van 3 miljoen euro beschikbaar voor de WHO ter
ondersteuning van medische capaciteit in de Gazastrook en de regio. Destijds heeft
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eveneens medische hulpmiddelen
ter waarde van 1,5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan Egypte met oog op medische
evacuaties uit de Gazastrook.
Extra pakket voor humanitaire en medische noden in Gaza
Het kabinet maakt in 2025 25 miljoen euro vrij voor hulp aan mensen uit Gaza. Dit
gaat om humanitaire hulp en ondersteuning voor de langere termijn, zowel in de Gazastrook
als landen in de regio. Het kabinet biedt daarmee een substantiële bijdrage aan de
humanitaire medische noden in Gaza. Op dit moment wordt hierin prioriteit gegeven
aan medische evacuaties in de regio en ondersteuning van medische capaciteit daarbij.
Uit deze reservering wordt voorts 800.000 euro vrijgemaakt ter ondersteuning van het
werk van Save the Children voor patiënten die zijn geëvacueerd naar Egypte. Met deze bijdrage kan Save the Children circa 600 patiënten helpen voor een periode van één jaar.
Het kabinet identificeert verdere mogelijkheden, zoals het beschikbaar stellen van
Nederlandse medische expertise voor gecompliceerde zorgvragen waar beperkte behandelcapaciteit
voor aanwezig is in de regio. Daarbij wordt ook de medische capaciteit in de Westelijke
Jordaanoever en landen in de regio, zoals Egypte en Jordanië in ogenschouw genomen.
De nadere invulling van dit pakket voor hulp in de Gazastrook of de regio wordt te
zijner tijd aan uw Kamer kenbaar gemaakt.
Bovendien heropen ik het contactpunt waar partijen en medisch gekwalificeerde personen
zich kunnen melden. Daar worden zij in contact gebracht met de hulpverlening in de
regio die daar wordt georganiseerd door verschillende NGO’s en de WHO. Hiermee faciliteer
ik de behoefte onder Nederlandse zorgprofessionals om ter plaatse in de regio een
bijdrage te leveren aan de zorg voor Gazaanse patiënten. De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport helpt mee door het contactpunt actief onder de aandacht te brengen
van de partijen in de Nederlandse zorg.
Naast financiële ondersteuning voor medische evacuaties en behandelcapaciteit in de
regio zet Nederland zich diplomatiek in richting Israël en landen in de regio voor
de verruiming van mogelijkheden voor medische evacuaties uit de Gazastrook. Over deze
thematiek spreek ik met Ministers van Buitenlandse Zaken van landen uit de regio.
Resolutie onderzoeksgroep
Uw Kamer heeft verzocht om een appreciatie van de aangenomen resolutie van de International Association of Genocide Scholars (IAGS). Op 2 september jl. nam deze groep een resolutie aan over genocide in de Gazastrook.4 De International Association of Genocide Scholars is een organisatie die stelt dat ze onderzoek en onderwijs over de aard, oorzaken
en gevolgen van genocide en beleidsstudies naar genocidepreventie wil bevorderen.
Lidmaatschap, en daarmee stemrecht voor deze resolutie, staat open voor diverse groepen,
waaronder wetenschappers, journalisten, juristen en beleidsmakers, maar ook bijvoorbeeld
activisten, studenten en artiesten.
De aangenomen IAGS-resolutie, alsook andere rapporten over de situatie in Gaza, leveren
een waardevolle bijdrage aan het maatschappelijk debat omtrent deze kwestie en de
zorgelijke situatie op de grond. Het kabinet neemt met interesse kennis van deze ontwikkelingen.
Zoals omschreven in de Kamerbrieven van 21 januari en 18 juni jl. is een kwalificatie
van genocide een uiterst serieuze zaak en is het kabinet terughoudend om situaties
als genocide te kwalificeren. Momenteel ligt de kwestie over vermeende genocide in
de Gazastrook voor bij het Internationaal Gerechtshof in de rechtszaak Zuid-Afrika
v. Israël. Het kabinet wacht deze uitspraak af.
De Nederlandse terughoudendheid om zaken te kwalificeren als genocide moet niet worden
gezien als ontkenning van de ernst van de catastrofale situatie in de Gazastrook.
Het menselijk leed is ongekend en de ernst gaat niet aan het kabinet voorbij. Bovendien
is het kwalificeren van een situatie als genocide door Nederland of andere staten
geen vereiste voor de toepasselijkheid van verplichtingen onder het Genocideverdrag.
Nederland neemt elk risico op genocide zeer serieus en heeft, mede in het licht van
de genoemde verplichting, al langere tijd stappen ondernomen om de situatie ter plaatse
naar vermogen te verbeteren. Het kabinet zet daarbij een combinatie van druk en dialoog
in.
Tweestatenoplossing
Nederland blijft zich, conform het regeerakkoord, onverminderd inzetten voor een door
beide partijen gedragen tweestatenoplossing. Naast een veilig Israël moet er een onafhankelijke
en levensvatbare Palestijnse staat komen. Het kabinet veroordeelt unilaterale stappen
die de tweestatenoplossing ondermijnen, zoals het besluit van Israël om nieuwe nederzettingen
in het zogenoemde E1-gebied toe te staan alsook oproepen tot annexatie van (delen
van) de Westelijke Jordaanoever.
Ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict blijft Nederland streven naar een
duurzame oplossing die door beide partijen wordt gedragen, waarbij het uitgangspunt
de tweestatenoplossing blijft. Zo steunt Nederland, conform motie Vermeer (Kamerstuk
23 432, nr. 588), de New York Declaration. Deze verklaring zal tijdens de tweestatenoplossingconferentie op 22 september a.s.
worden gepresenteerd. De tekst veroordeelt alle aanvallen door alle partijen op burgers,
waarbij expliciet de aanvallen door Hamas op 7 oktober 2023 worden benoemd en roept
op om de gijzelaars vrij te laten. In lijn met het Nederlandse standpunt benadrukt
de verklaring het belang van een permanent staakt-het-vuren, onmiddellijke, veilige,
onvoorwaardelijke en ongehinderde humanitaire hulp aan Gaza, en unificatie van de
Gazastrook met de Westelijke Jordaanoever. De hervormingsagenda van de Palestijnse
Autoriteit wordt verwelkomd, alsmede de toezegging van President Abbas om binnen een
jaar algemene en presidentiële verkiezingen te houden. Deze verklaring is de eerste
keer dat een groep Arabische landen collectief oproept tot ontwapening van Hamas en
machtsoverdracht in Gaza.
Het kabinet verwelkomt dit initiatief en blijft zich inzetten voor een duurzame oplossing
zonder een terroristische organisatie als Hamas. Steun voor dit document betekent
niet dat de beleidslijn ten aanzien van erkenning van de Palestijnse staat is aangepast.
Erkenning van de Palestijnse staat moet voor het kabinet onderdeel zijn van het politieke
proces naar een tweestatenoplossing toe.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken