Brief regering : Voortgang MIRT verkenning Bereikbaarheid Ameland en opvolging motie Heutink afvaarten TSM
36 600 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025
29 684
Waddenzeebeleid
Nr. 68
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2025
Op 14 november 2024 is uw Kamer geïnformeerd over de Startbeslissing MIRT verkenning
Bereikbaarheid Ameland1. Met deze brief ontvangt de Kamer de laatste stand van zaken m.b.t. de voortgang,
planning en informatie over de onafhankelijke commissie van deskundigen. Voorts gaat
de brief in op de motie van het Lid Grinwis c.s.2 en wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie van Lid Heutink over
de geschrapte afvaarten van Terschellinger Stoomboot Maatschappij.3
Publicatie kennisgeving voornemen en participatie
Op vrijdag 9 mei jl. is de kennisgeving voornemen en participatie gepubliceerd in
de Staatscourant4. Hiermee is een belangrijke mijlpaal behaald, de verkenning is officieel gestart.
Geactualiseerde planning
De planning voor de MIRT verkenning is afgelopen periode geactualiseerd. De mijlpaal
voor het (bestuurlijk) vaststellen van de voorkeursoplossing is met een periode van
een jaar verschoven naar november 2027. Dit vanwege de langere opstart van het project
en complexiteit van de opgave. Betrokken partijen zijn ervan bewust dat zorgvuldigheid
noodzakelijk is, om te komen tot een gedragen bestuurlijke voorkeursbeslissing.
Onafhankelijke commissie van deskundigen
In de Kamerbrief van 14 november 2024 is aangekondigd dat er een onafhankelijke commissie
van deskundigen ingesteld wordt voor de verkenning. De commissie krijgt de opdracht
om door een two-pager een schriftelijk advies uit te brengen aan het Ministerie van
IenW. Gedurende de verkenning zal de commissie op de zeefmomenten (de zogenaamde «trechteringsmomenten»»
binnen de MIRT-verkenning) adviseren. De commissie adviseert op inhoud en inzichten
die binnen de MIRT verkenning gegenereerd worden. Het Ministerie van IenW zal de adviezen
betrekken in de besluitvorming om te komen tot een bestuurlijk gedragen voorkeursbeslissing.
De uitgangspunten sober, doelmatig en toekomstbestendig zullen daarbij belangrijke
afweegcriteria vormen. Eerdere studies over de vaargeulproblematiek zullen beschikbaar
gesteld worden aan de commissie. Verwachting is dat de commissie in het najaar bekend
is.
Motie Grinwis c.s.
Op 20 mei jl. hebben de leden Grinwis (CU), Vedder (CDA), Soepboer (NSC),Aukje de
Vries (VVD), Pierik (BBB), Bamenga (D66), Eerdmans (JA21) Koekkoek (Volt), Van Kent
(SP) en Stoffer (SGP) de regering verzocht om voor de concessie Waddenveren Oost in
te zetten op een tussenconcessie met een zodanige looptijd dat gedurende die concessie
de relevante beïnvloedbare onzekerheden fors worden gereduceerd, in plaats van op
een nieuwe concessie met een looptijd van vijftien jaar. In de beantwoording van de
Kamervragen5 en tijdens het notaoverleg van donderdag 26 juni jl. heeft de Staatssecretaris aangegeven
dat het kabinet zich momenteel beraadt over uitvoering van de motie en de onzekerheden
voor de concessie Waddenveren Oost. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de samenhang
met de MIRT verkenning. De Staatssecretaris zal de Kamer hierover in september informeren.
Motie van lid Heutink over de geschrapte afvaarten bij TSM
Op 6 februari jl. heeft Lid Heutink (PVV) de regering verzocht alles op alles te zetten
zodat de B.V. Terschellinger Stoomboot Maatschappij (hierna: TSM) zo snel als mogelijk
en zo veel als mogelijk geschrapte afvaarten terugneemt in haar dienstregeling6. Middels deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van deze motie.
Huidige context
TSM heeft in het vervoerplan voor 2025 aangegeven 355 afvaarten te zullen schrappen.
Daarvan zijn 54% afvaarten van de interinsulaire sneldienst, 40% bestaat uit afvaarten
van de overige sneldiensten en 6% uit afvaarten van de reguliere veerdiensten. De
afvaarten van de interinsulaire sneldienst vallen niet onder reikwijdte van de concessie.
De afvaarten zijn geschrapt, omdat deze onder andere door teruglopende passagiersaantallen
een extreem lage bezetting hebben. Zo was de gemiddelde bezetting per afvaart in 2023
ongeveer 190 personen, terwijl er een boekbare capaciteit per schip is van 312 (ms
Koegelwieck, sneldienst), 414 (ms Tiger, sneldienst), 565 (ms Willem Barentsz en ms
Willem de Vlamingh, veerdienst), 800 (ms Vlieland, veerdienst) en 850 (ms Friesland,
veerdienst) personen. Ook zijn de bedrijfskosten van Doeksen door de inflatie sterk
gestegen. Voorkomen moet worden dat deze hogere kosten impact hebben op de hoogte
van de tarieven of verschraling op andere gebieden in de bedrijfsvoering. De aanpassing
van de dienstverlening is dus niet het gevolg van personeelstekorten bij de rederij.
Concessie verplichtingen Waddenveren West
TSM voldoet met de huidige dienstregeling ruimschoots aan de minimale dienstregeling
die opgenomen is in de concessie. Door een minimale dienstregeling te eisen, is de
minimale bereikbaarheid geborgd. Daarnaast heeft TSM de mogelijkheid om extra afvaarten
toe te voegen en zo de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.
TSM heeft bij het opstellen van deze dienstregeling en het vervoerplan zorgvuldig
de stappen uit de concessie doorlopen. Zo heeft zij zienswijzen opgehaald bij de stakeholders
en deze overgenomen, of bij afwijking van deze zienswijzen, hierop gereageerd. Op
basis van de zienswijzen heeft TSM het vervoerplan aangepast, door in oktober wel
met de veerboot van en naar Terschelling te varen op zaterdagavond en door de interinsulaire
dienstregeling heel juli en augustus in stand te houden.
Opvolging motie
Het ministerie heeft uitvoerig gesproken met TSM naar aanleiding van deze motie. Hieruit
kwam naar voren dat TSM geen ruimte ziet om de extra diensten weer uit te voeren.
Ook binnen het Ministerie is deze financiële ruimte er niet. Daarnaast is het zo dat
er op de afvaarten rondom de geschrapte afvaarten ruim voldoende plek is voor reizigers,
met uitzondering van de interinsulaire afvaarten. Ook is er voldoende ruimte voor
eventuele groei van het aantal passagiers. De geschrapte afvaarten zullen dan ook
naar verwachting niet teruggebracht worden in de dienstregeling van 2026. Uiteraard
hebben de Decentrale Overheden en Consumentenorganisaties bij de voorbereidingen van
het vervoerplan voor 2026 opnieuw de gelegenheid om hun zienswijzen in te brengen.
Mochten omstandigheden zodanig wijzigen dan zal TSM haar besluit heroverwegen.
Het Ministerie begrijpt dat het schrappen van de afvaarten reizigers raakt. Het is
echter zo dat TSM nog steeds meer afvaarten verricht dan is afgesproken in de concessie
Waddenveren West. Het blijft van belang dat het mogelijk is om extra afvaarten weer
te schrappen, wanneer dit nodig is.
Mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
R. Tieman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat