Brief regering : Reactie op petitie 'Generatieonderzoek Buitenspelen 2025', opvolging motie van de leden Dobbe en Van Nispen over sporten en bewegen makkelijker maken (Kamerstuk 32793-837) en toezegging DUMAVA-aanvragen sport
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 412
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2025
Hierbij ontvangt u mijn reactie op het «Generatieonderzoek buitenspelen 2025» van
Jantje Beton en de opvolging van de motie van de leden Dobbe en Van Nispen die mij
vraagt om met voorstellen te komen die het makkelijker maken om te sporten en bewegen.
Ook informeer ik uw Kamer naar aanleiding van mijn toezegging om voor Prinsjesdag
een brief te sturen over de DUMAVA-systematiek en de aanvragen die het afgelopen jaar
zijn gedaan.
Generatieonderzoek buitenspelen 2025
Uw Kamer heeft mij gevraagd te reageren op het «Generatieonderzoek Buitenspelen 2025»,
welke aan de commissie is aangeboden door Jantje Beton. Buitenspelen is vaak één van
de eerste en makkelijkste manieren voor kinderen om te bewegen en te sporten. Daarmee
is het belangrijk voor lichamelijke, mentale en sociale gezondheid. Het onderzoek
«Generatieonderzoek buitenspelen 2025» heb ik met interesse gelezen. Ik realiseer
mij dat buitenspeelgedrag en de fysieke mogelijkheden om te spelen in de loop der
jaren en generaties is veranderd. Het beeld van veranderende speelruimte kwam eerder
ook naar voren in de bevindingen van het onderzoek van Urhahn, Platform 31 en Urban
Dynamics, dat mijn voorganger afgelopen jaar heeft laten uitvoeren1. Ik kan op basis van enkel de data van een onderzoek gebaseerd op eigen ervaringen
van drie generaties, geen stellige uitspraken doen over verandering in buitenspeelgedrag.
Ik herken dat uitdagende speelplekken nodig zijn om buiten te gaan spelen. Dit kan
variëren van moderne speeltuinen met toestellen tot braakliggende veldjes in de wijk.
Daarom heb ik afgelopen jaar, naar aanleiding van een motie van leden Mohandis en
Inge van Dijk2, een onderzoek laten uitvoeren door het Mulier Instituut naar wat speelplekken uitdagend
maakt.3 De resultaten van dit onderzoek worden via verschillende partijen, zoals de Buitenspeelcoalitie
en Jantje Beton, verspreid richting gemeenten. Gemeenten zijn immers de eerst verantwoordelijke
voor de ruimtelijke inrichting in de gemeente, inclusief buitenspeelruimte en -beleid.
Gemeenten zijn hierin vrij om keuzes te maken, (toegepast op de lokale omstandigheden)
passend bij de context zoals woonmilieu, bevolkingssamenstelling, etc.
Niet alleen lokale inzet is van belang. Ik ben het met Jantje Beton eens dat buitenspelen
voor alle kinderen, met en zonder beperking, een belangrijke vorm van bewegen is.
Ik vind het belangrijk om buitenspelen mee te nemen in beleid waar het gaat om het
stimuleren van sport en bewegen bij kinderen en ruimte voor sport en bewegen. Ik ondersteun
gemeenten om beleid voor buitenspelen te ontwikkelen en fysieke buitenspeelplekken
te realiseren samen met hun inwoners. Jantje Beton is hierin mijn grootste samenwerkingspartner.
We werken samen in programma’s als de Buitenspeelcoalitie, waar naast Jantje Beton
ook de Cruijff Foundation, Krajicek Foundation, het Mulier Insitituut en Kenniscentrum
Sport & Bewegen in vertegenwoordigd zijn. Ook werk ik met Jantje Beton samen in het
SamenSpeelFonds, waar we samen met stichting het Gehandicapte Kind de ambitie hebben
om ten minste één inclusieve speelplek in elke gemeente van Nederland te realiseren.
Ten slotte werk ik met Jantje Beton en IVN Natuureducatie samen aan het realiseren
van gezonde en beweegvriendelijke schoolpleinen.
Via deze verschillende programma’s stimuleren we zo veel mogelijk gelegenheid voor
kinderen om buiten te kunnen spelen. Daarnaast is het belangrijk dat ouders en andere
opvoeders bewust zijn van het belang van buitenspelen. Op diverse manieren brengen
organisaties dat onder de aandacht.
Motie leden Dobbe en van Nispen
Op 17 juni 2025 nam uw Kamer de motie4 van de leden Dobbe en Van Nispen (SP) in meerderheid aan. Deze motie verzoekt om
met voorstellen en bijbehorende financiering te komen om het makkelijker te maken
voor mensen om te sporten en te bewegen, en om de Kamer hierover voor Prinsjesdag
te informeren. Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop ik deze motie ter
hand heb genomen.
Uw Kamer vraagt mij om met voorstellen te komen die het makkelijker maken om te sporten
en te bewegen. Zoals u recentelijk heeft kunnen lezen5 in aanloop naar het Commissiedebat Sport en Bewegen op 1 juli, verken ik de mogelijkheden
om een sportpas in te voeren voor mensen die financiële barrières ervaren. Daarnaast
ben ik voornemens uw Kamer dit najaar het plan toe te sturen voor een toekomstbestendige
sport- en beweeginfrastructuur. Ook werk ik dit najaar het plan rondom jeugdsport
en talentontwikkeling verder uit. In dit plan is onder andere aandacht om barrières
weg te nemen bij mensen die nog geen passende sport- of beweegactiviteit hebben gevonden.
Deze acties worden gefinancierd vanuit de beschikbare middelen. Ik neem de oproep
vanuit de motie serieus en neem sporten en bewegen als aandachtspunt mee, breder in
de preventieportefeuille. Gezien de huidige financiële kaders en de demissionaire
status van het kabinet ben ik terughoudend met aanvullend beleid dat financiële consequenties
heeft. Hiermee doe ik de motie van de leden Dobbe en Van Nispen af.
Toezegging DUMAVA-aanvragen sport
Zoals aangekondigd in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor
de toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 is de subsidieregeling duurzaam
maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) vanaf 2 juni 2025 ook opengesteld voor sportaccommodaties
in eigendom van een amateursportorganisatie. In het verslag van een schriftelijk overleg
over de stand van zaken Subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA)
2025 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd dat uw Kamer voor Prinsjesdag geïnformeerd
wordt over het aandeel in de DUMAVA dat door de sport tot op dat moment is aangevraagd.
In het commissiedebat sportbeleid van 1 juli jl. heb ik aangegeven uw Kamer voor Prinsjesdag
een brief te sturen over de DUMAVA-systematiek en de aanvragen die het afgelopen jaar
zijn gedaan.
In 2025 kon nog gekozen worden of er voor energiebesparingsmaatregelen subsidie uit
de BOSA of uit de DUMAVA aangevraagd wordt. Als er al een BOSA-subsidie is toegekend
voor een energiebesparende maatregel, kan er niet voor dezelfde maatregel ook een
DUMAVA-subsidie worden aangevraagd. Wel kan bijvoorbeeld BOSA-subsidie aangevraagd
worden voor de ene maatregel (bijvoorbeeld op het gebied van circulariteit) en DUMAVA-subsidie
voor de andere maatregel (op het gebied van energiebesparing). Aanvragers wier BOSA-aanvraag
is afgewezen, kunnen wel alsnog een DUMAVA-aanvraag indienen voor energiebesparende
maatregelen. Afhankelijk van de maatregelen en voorwaarden kunnen zij hier dan alsnog
subsidie voor ontvangen. Hiervoor is in de DUMAVA nog voldoende subsidie beschikbaar.
Het is niet mogelijk om BOSA-aanvragen die al zijn ingediend (en al dan niet behandeld)
door te schuiven naar een andere subsidieregeling, aangezien het verschillende regelingen,
aanvraagprocedures en uitvoeringsorganisaties betreft.
In 2025 hebben veel aanvragers uit de sport gekozen om subsidie voor energiebesparingsmaatregelen
nog aan te vragen uit de BOSA. Dit ging om ongeveer € 19 miljoen aan aanvragen. In
de DUMAVA is door amateursportorganisaties op dit moment voor circa € 3 miljoen aangevraagd.
Het kan zijn dat er daarnaast nog aanvragen zijn gedaan vanuit gemeenten voor investeringen
in de verduurzaming van sportvastgoed – dit aandeel is hier niet in meegenomen. Gemeenten
hebben tot op dit moment voor circa € 85 miljoen subsidie aangevraagd. De bovengenoemde
cijfers bedragen een tussenstand, aangezien aanvragen kunnen worden ingediend tot
en met 31 oktober of tot en met de dag waarop het subsidieplafond wordt bereikt. Er
is dus nog gelegenheid voor amateursportorganisaties en gemeenten om DUMAVA-subsidie
aan te vragen.
Vanaf 2026 kan voor deze maatregelen alleen nog DUMAVA-subsidie aangevraagd worden.
Ik blijf samen met betrokken partijen inzetten op heldere communicatie richting de
sportsector over het aanvragen van DUMAVA-subsidie. Ik heb er vertrouwen in dat de
verruiming van de DUMAVA daarmee volgend jaar voor een nog substantiëler deel van
de sportsector bijdraagt aan investeringen in de verduurzaming van hun accommodaties.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.Z.C.M. Tielen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport