Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de gezamenlijke beleidswensenbrief van de KNB, NVB, SFH en Politie
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
31 477
Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering
Nr. 477
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2025
Hierbij reageer ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, op het verzoek
van de vaste Kamercommissie voor Financiën van 28 augustus om voor het commissiedebat
over de voorkoming van witwassen op 3 september een reactie te geven op het gezamenlijke
paper van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), Nederlandse Vereniging
van Banken (NVB), Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH) en de politie.
Hypotheek- en vastgoedfraude
Ik herken de geschetste problemen uit het paper en deel het gevoel van urgentie. De
bestrijding van hypotheek- en vastgoedfraude heeft al enige tijd de aandacht van de
Minister van Justitie en Veiligheid en mij. Naar schatting van de politie gaat het
om meer dan 8.000 panden in het hele land: een zorgwekkende ontwikkeling waarmee criminelen
zowel financiële winst als maatschappelijke verstoring nastreven.1 Wanneer sprake is van een vermoeden van een strafbaar feit, dan kunnen hypotheekverstrekkers
of andere betrokken partijen aangifte doen bij de politie. De politie en het OM kunnen
dan een strafrechtelijk onderzoek instellen. Verder beschikt elke eenheid van de politie
over een FinEc-team met daarin financieel specialisten. Dit zijn de teams die de grootschalige
hypotheekfraudes kunnen opsporen en aanpakken. Ook zijn hypotheekverstrekkers onder
de Wet ter voorkoming van witwassen (Wwft) verplicht cliëntonderzoek uit te voeren
en ongebruikelijke transacties te melden bij FIU-NL. Daarnaast loopt er, onder leiding
van de politie, op dit moment een onderzoek naar hypotheekfraude in het Financieel
Expertise Centrum (FEC).
Momenteel worden de volgende zaken onderzocht, die ook in het paper genoemd worden:
• het verifiëren van inkomensgegevens via de Belastingdienst als mogelijke preventiemaatregel.
Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie van de leden Mutluer en Six Dijkstra2;
• het aanscherpen van poortwachtersrollen van Kamer van Koophandel (KvK) en notarissen,
waaronder versterking van bevoegdheden en controles;
• betere gegevensdeling tussen politie, gemeenten en hypotheekverstrekkers.
Hieronder zijn de beleidswensen uit het paper schuin gedrukt weergegeven en wordt
per wens een reactie gegeven.
Wens:
Sta hypotheekverstrekkers toe om het opgegeven inkomen van een aanvrager te controleren
op correctheid bij de Belastingdienst. Dit schrikt af, want vervalsing en oplichting
kunnen niet langer leiden tot het verkrijgen van een hypothecaire lening; ook in de
verhuursector voor Woningcorporaties bestaat deze mogelijkheid.
De meer doordachte oplichter zal echter zijn inkomen aanpassen bij de Belastingdienst,
want inkomensgegevens zijn tot 5 jaar terug aanpasbaar. Voor een goede werking moeten
er dan ook automatische triggers worden ingebouwd bij een sterke daling van het reeds
geverifieerde inkomens- en vermogenscijfers (x% aanpassing binnen x tijd) die kunnen
duiden op fiscale of financiële fraude
De maatregel kan mogelijk worden gemaakt door een uitzondering toe te voegen aan artikel
43c Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen voor hypothecaire financiers.
Reactie:
Binnen het eerdergenoemde FEC-project wordt onder andere deze maatregel onderzocht.
In het paper wordt ook voorgesteld om hypotheekverstrekkers het opgegeven inkomen
van een aanvrager te controleren op correctheid bij de Belastingdienst en om dit mogelijk
te maken door aanpassing van artikel 43c van de Uitvoeringsregeling algemene wet inzake
rijksbelastingen (UR AWR). Een dergelijke gegevensuitwisseling vraagt daarnaast om
een stevige wettelijke basis: een ministeriële regeling voldoet daar waarschijnlijk
niet aan. Dit omdat ministeriële regelingen zijn bedoeld voor voorschriften van administratieve
aard of uitwerking van wat in een hogere regeling (met instemming van het parlement)
is bepaald. Hetzelfde geldt voor een voorziening waarbij gebruik gemaakt wordt van
automatische triggers.
Bovendien regelt artikel 43c UR AWR verstrekking van gegevens door de Belastingdienst
aan andere (publieke) bestuursorganen. Hypotheekverstrekkers zijn geen bestuursorganen
maar private partijen. In het algemeen verstrekt de Belastingdienst geen gegevens
aan private partijen, tenzij dat nodig is voor een zwaarwegend algemeen belang. Dit
vergt een solide afweging ten aanzien van doelmatigheid en proportionaliteit. Het
voornemen is daarnaast om art. 43c Uitvoeringsregeling niet meer uit te breiden, maar
juist uit te faseren. De genoemde uitzondering kan dus niet in deze regeling worden
gemaakt.
Verder is het, zoals ook in de eerdergenoemde motie van de leden Mutluer en Six Dijkstra
aangegeven, van belang te kijken naar de impact op de werkbelasting van de Belastingdienst.
Gelet op de reeds grote werklast van de dienst en het niet-fiscale karakter van de
voorgestelde taak, moet hier zorgvuldig naar gekeken worden.
Wens:
Op grond van die uitzondering zou de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken en daaraan
verbonden hypothecaire financiers een convenant kunnen sluiten met de Belastingdienst,
naar voorbeeld van het convenant dat in 2019 is opgesteld tussen de Autoriteit Woningcorporaties
en de Belastingdienst (dit staat verhuurders en woningcorporaties toe om aan de Belastingdienst
te vragen of het huishoudinkomen van huurders van sociale huurwoningen hoog genoeg
is voor een huurverhoging, en beschermt op die manier de huursector).
Reactie:
Voor gegevensuitwisselingen is een convenant niet voldoende zonder wettelijke grondslag.
De informatie-uitwisseling tussen de Belastingdienst en private partijen is alleen
mogelijk als het een zwaarwegend algemeen belang dient en moet gebaseerd zijn op een
stevige wettelijke grondslag.
Wens:
Vanuit onze professies is het wenselijk om te onderzoeken of en zo ja hoe de mogelijkheden
voor KVK om een inschrijving in het Handelsregister te weigeren, kunnen worden uitgebreid.
Reactie:
Het kabinet neemt deze wens mee bij de uitvoering van de motie van de leden Mutluer
(GL/PvdA) en van Nispen (SP) over juridische, wettelijke en uitvoeringstechnische
mogelijkheden om de bevoegdheden van de Kamer van Koophandel uit te breiden.3 De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Economische Zaken, onder
wiens portefeuille de Kamer van Koophandel valt, zullen in overleg met de Kamer van
Koophandel hier onderzoek naar doen waarbij rekening wordt gehouden met de rol van
notarissen bij het voorkomen van inschrijvingen van dubieuze rechtspersonen. Uw Kamer
wordt door de Minister van Justitie en Veiligheid nader bericht, naar verwachting
is dat in het aankomende halfjaarbericht ondermijning.
Wens:
Onderzoek de mogelijkheden van versterking van de informatiepositie van de notaris
als poortwachter.
Reactie:
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft uw Kamer middels de halfjaarbrief ondermijnende
criminaliteit in juni jl.4 geïnformeerd over het gegeven dat naar aanleiding van de motie Bikker en Van Nispen
het Bureau Financieel Toezicht (BFT), de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
(KNB) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid de mogelijkheden hebben verkend
om binnen het huidig wettelijk kader te komen tot informatie-uitwisseling tussen notarissen
onderling. Gezamenlijk is men tot de conclusie gekomen dat een doorbreking van de
wettelijke geheimhoudingsplicht alleen mogelijk is na wijziging van de Wet op het
notarisambt.
De nieuwe Europese anti-witwasverordening die per 10 juli 2027 in werking treedt voorziet
in grondslagen voor poortwachters om informatie uit te wisselen. Voor het notariaat
wordt het wel wenselijk geacht om gebruik te maken van de grondslagen zoals genoemd
in de artikelen 73 en 75 van de anti-witwasverordening om informatie uit te wisselen,
met dien verstande dat alleen informatie-uitwisseling van notaris tot notaris mogelijk
wordt gemaakt. Dit is daarom opgenomen in de uitvoerings- en implementatiewetgeving
van het Europese anti-witwaspakket, waarvan de consultatiefase op 29 augustus is gesloten.
De aard van de dienstverlening van notarissen, en de daaraan verbonden geheimhoudingsplicht,
laten zich niet verenigen met het uitwisselen van informatie aan derden.
Wens:
Betrek de notaris eerder verplicht bij de koop. Door hem de koopovereenkomst te laten
opstellen, kan de notaris eerder en beter de onderzoekende en controlerende taken
en zijn poortwachtersrol uitvoeren.
Reactie:
Voor deze wens geldt dat er vanuit het Financieel Expertise Centrum (FEC) een project
is gestart inzake hypotheekfraude. In het project wordt er breed gekeken naar mogelijke
maatregelen die een bijdrage kunnen leveren en worden uitkomsten van verschillende
lopende (analyse)trajecten betrokken. Op basis van de uitkomsten van dit project is
het aan een volgend kabinet om koers te bepalen. De uitkomsten worden verwacht in
het vierde kwartaal van dit jaar.
Wens:
De invoering van het initiatiefwetsvoorstel CAHR helpt om informatie over rechtspersonen
transparant te maken.
Reactie:
Voor het Centraal Aandeelhoudersregister is een initiatiefwet bij uw Tweede Kamer
aanhangig sinds 2017. Het is eerst aan uw Kamer om te besluiten tot voortzetting van
de plenaire behandeling. Het kabinet zal zoals gebruikelijk een appreciatie geven
zodra dat bij behandeling van het initiatiefwetsvoorstel door uw Kamer aan de orde
is.
Wens:
Hypotheek- en vastgoedfraude staan niet op zichzelf en betreft geen incidenteel geval,
waardoor een verstrekking op grond van artikel 19 Wet Politiegegevens (WPG) niet volstaat.
Daarom verzoekt de opsporing om een structurele verstrekkingsgrond voor hypothecaire
financiers op basis van artikel 4:3 Besluit Politiegegevens (hierna: BPG) op te nemen.
Dit zorgt ervoor dat in voorkomende en noodzakelijke gevallen specifieke opsporingsinformatie
op verzoek van hypotheekverstrekkers met ze kan worden gedeeld op grond waarvan het
fraudeonderzoek door hypotheekverstrekkers kan worden afgerond. Zo weet de hypotheekverstrekker
dat het fraude betreft, en kan het de lening opeisen;
Die wens bestaat ook voor de Belastingdienst: pas artikel 4:3 BPG aan waardoor een
structurele verstrekking aan de Belastingdienst op grond van artikel 18 WPG ook mogelijk
wordt. Het gaat dan om de verstrekking van gegevens die betrekking hebben op fiscale
fraude dat vaak hand in hand gaat met hypotheekfraude, zodat de Belastingdienst kan
overgaan tot een juiste inning en heffing in het kader van haar wettelijke taak.
Reactie:
Voor deze twee wensen geldt dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie
van Financiën verkennen welke wettelijke mogelijkheden er zijn om de structurele verstrekking
van politiegegevens aan hypothecaire financiers en de Belastingdienst mogelijk te
maken. Verkend wordt of structurele verstrekking noodzakelijk is met het oog op een
zwaarwegend algemeen belang. Afronding van die verkenning is voorzien in het eerste
kwartaal van 2026.
Ten slotte
De problemen die worden genoemd in het paper zijn ernstig en vragen om actie. Verschillende
acties lopen al. Hypotheekverstrekkers kunnen signalen melden bij politie en OM die
gespecialiseerde teams inzetten. Ook zijn hypotheekverstrekkers en notarissen poortwachters
die ongebruikelijke transacties dienen te melden bij FIU-Nederland. Voor aanvullende
acties is nader onderzoek nodig, dat wordt gedaan in het kader van het Financieel
Expertise Centrum (FEC) onder leiding van de politie. De uitkomsten van dit onderzoek
worden in het vierde kwartaal van dit jaar verwacht. De Minister van Justitie zal
uw Kamer informeren over de uitkomsten.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën