Brief regering : Beoordeling voorstel Commissie betreffende verdere wederzijdse tariefliberalisatie tussen de EU en Moldavië
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 4119
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2025
Op 28 juli 2025 jl. heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een voorstel gedeeld
voor een Raadsbesluit betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden
ingenomen in het Associatiecomité, ingesteld bij de Associatieovereenkomst tussen
de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds,
en Moldavië, anderzijds, met betrekking tot de verlaging en afschaffing van douanerechten.
Het standpunt betreft een aanpassing van het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA), het handelsverdrag met Moldavië dat onderdeel vormt van het Associatieakkoord
tussen de EU en Moldavië, voor de verdere verdieping van de wederzijdse tariefliberalisatie
tussen de EU en Moldavië.
Deze brief zal eerst de inhoud van het voorstel bespreken, om vervolgens de kabinetspositie
ten aanzien van het voorstel toe te lichten.
Inhoud van het voorstel
Het voorstel omvat drie onderdelen: (1) een markttoegangspijler; (2) een productiestandaardenpijler,
waarbij van Moldavië verwacht wordt EU-productiestandaarden uit het EU-acquis over
te nemen; en (3) een vrijwaringsmaatregelenpijler.
In de afspraken over wederzijdse markttoegang wordt de bestaande markttoegang, die
voor industriële producten al volledig is, over en weer verder verbeterd voor landbouwproducten.
Voor de markttoegang tot de Europese Unie wordt daarbij onderscheid gemaakt in twee
productgroepen: producten die volledig geliberaliseerd worden en producten waarop
de tariefcontingenten verhoogd worden. In deze eerste categorie vallen de producten
knoflook en druivensap, waarvoor geen tarieven of tariefcontingenten meer zullen gelden.
Ook voor tomaten wordt de handel geliberaliseerd, zij het met behoud van een heffing
onder het toegangsprijssystem. Voor pruimen, tafeldruiven, kersen, en appelen worden
de bestaande tariefcontingenten aanzienlijk verhoogd.
Voor de verruiming van de markttoegang tot Moldavië kunnen varkensvlees-, pluimveevlees-
en zuivelproducten rekenen op een verruiming van de tariefcontingenten aan Moldavische
zijde. Voor alle overige producten blijven de bestaande afspraken van het Deep and
Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) van toepassing.
De productiestandaardenpijler voorziet in verdere implementatie van EU-productiestandaarden
door Moldavië. Het gaat hierbij om EU-wetgeving op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen,
pesticiden en bescherming van water tegen verontreiniging. De Commissie heeft geen
overname van EU dierenwelzijnsregelgeving in de voorwaarden opgenomen aangezien er
geen additionele markttoegang voor dierlijke producten wordt verleend. De implementatie
van EU-regelgeving helpt Moldavië haar nationale regelgeving verder in lijn te brengen
met het EU acquis, een voorwaarde in het EU-toetredingsproces. Ook draagt het bij aan een meer gelijk
speelveld met Europese landbouwproducenten. In de afspraken met Moldavië wordt de
verhoging van specifieke tariefcontingenten voorwaardelijk gemaakt aan implementatie
van deze standaarden uiterlijk per 31 december 2027, met jaarlijkse rapportage door
Moldavië over de voortgang hierop.
De vrijwaringspijler biedt de EU en Moldavië de mogelijkheid tot het nemen van vrijwaringsmaatregelen
in het geval van marktverstoringen met negatieve consequenties. Voor de EU kan dit
ook het geval zijn bij marktverstoringen op het niveau van één of enkele lidstaten.
Naast deze drie pijlers hebben Moldavië en de Commissie afgesproken dat in 2027 een
nieuwe evaluatie plaats zal vinden, om te bezien of verdere wederzijdse liberalisatie
mogelijk is.
Kabinetspositie ten aanzien van het voorstel
Het kabinet heeft de tijdelijke verruiming en opschorting van importquota voor producten
uit Moldavië eerder verwelkomd vanwege de negatieve economische consequenties die
Moldavië ondervindt als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. Waar nodig zet
het kabinet zich in om steun te leveren aan Moldavië dat als buurland ook getroffen
wordt door de oorlog. Dit betreft onder andere de bevordering van economische samenwerking
tussen de EU en Moldavië in het kader van het bestaande Associatieakkoord. Dit voorstel
van de Commissie sluit hier goed bij aan. Het kabinet is verder voorstander van een
actief EU-handelsbeleid, waarin handelsakkoorden belangrijke instrumenten vormen.
Implementatie en monitoring van afspraken in reeds afgesloten handelsakkoorden zijn
hier een belangrijk onderdeel van. De implementatie van de afspraken in het Associatieakkoord
EU-Moldavië verloopt voorspoedig. Moldavië was al voor de oorlog in Oekraïne voornemens
om een verzoek in te dienen bij de Commissie voor verdere verruiming van de tariefquota
voor landbouwproducten op grond van artikel 147 van het Associatieakkoord.
Het kabinet verwelkomde om deze zelfde redenen de autonome handelsmaatregelen in 20221 en de verlenging ervan in 20232 en 20243, omdat tijdelijke opschorting van importheffingen op Moldavische producten mogelijk
een deel van de negatieve economische consequenties voor Moldavië als gevolg van de
oorlog konden mitigeren. Na de laatste verlenging van de autonome handelsmaatregelen
in 2024 heeft de Commissie aangekondigd deze niet nogmaals te verlengen, maar met
een permanente oplossing te komen in de vorm van een herziening van de DCFTA-afspraken.
Gelet op het blijvende belang van economische steun aan Moldavië, kan het kabinet
de voorgestelde afspraken over verruiming van de wederzijdse tariefliberalisatie met
Moldavië steunen. Deze afspraken bieden een meer permanente vorm van economische steun
aan Moldavië en nemen de onzekerheid rondom de jaarlijkse verlenging van de eerdere
autonome handelsmaatregelen weg. Ook biedt de verdergaande markttoegang van Moldavië
richting Europese bedrijven kansen voor het Europese bedrijfsleven om meer richting
Moldavië te exporteren.
Het kabinet heeft zich in Brussel ingezet, in het licht van de stabiliteit in Europa,
de soevereiniteit van Moldavië te versterken, in lijn met de motie-Paternotte en Brekelmans4. Hieronder valt ook ondersteuning van de Moldavische economie. In het verlengde daarvan
verwelkomt het kabinet de verruiming van markttoegang voor Moldavië.
Het Kabinet betreurt de door de Commissie voorgestelde vrijwaringsclausule. Het kabinet
is voorstander van de mogelijkheid tot vrijwaringsmaatregelen in de overeenkomst,
om rekening te kunnen houden met mogelijke marktverstoringen op het gebied van landbouw.
De vrijwaringsclausule in kwestie biedt echter de mogelijkheid om vrijwaringsmaatregelen
te nemen op basis van de marktsituatie in één of enkele EU-lidstaten. Het kabinet
heeft zich hier tegen uitgesproken en zal zich hier tegen uit blijven spreken, aangezien
dit de integriteit van de interne markt ondermijnt.
Om voor gevoelige landbouwproducten tot een meer gelijk speelveld te komen en Moldavië
te ondersteunen in het EU-toetredingsproces is het kabinet positief over de afspraken
tot het overnemen en implementeren van EU-productiestandaarden door Moldavië.
Het voorliggende akkoord biedt verbetering van de markttoegang voor Moldavië ten opzichte
van de markttoegang onder de huidige DCFTA. In tegenstelling tot de tijdelijke autonome
handelsmaatregelen, die jaarlijks vernieuwd werden, is hierbij deze markttoegang van
blijvende aard, hetgeen Moldavische landbouwexporteurs zekerheid biedt. Hoewel de
markttoegang voor Moldavië minder ruim is dan onder de tijdelijke autonome handelsmaatregelen,
die op 25 juli jl. zijn verlopen, neemt dit blijvende karakter de onzekerheid weg
die de jaarlijkse vernieuwing van de autonome maatregelen met zich meebracht.
Tegelijkertijd stelt de Europese Commissie rekening te hebben gehouden met zorgen
van Europese landbouwproducenten rondom de gevoelige productgroepen pruimen, druiven,
kersen en appelen. Op deze producten zijn de tariefcontingenten uitgebreid maar niet
geliberaliseerd. Hierdoor zullen de importvolumes naar verwachting niet hoger liggen
dan in voorgaande jaren. Ook is het mogelijk vrijwaringsmaatregelen te nemen op alle
additionele tariefcontingenten in het geval van marktverstoringen. In bredere zin
is de Moldavische export naar de EU überhaupt beperkt en vooral gericht op de aangrenzende
EU-lidstaten. Het is daarom de verwachting dat concurrentie voor EU marktpartijen
beperkt zal blijven, te meer vanwege de kleine omvang van de Moldavische economie.
Overige beoordelingen en implicaties
Het oordeel ten aanzien van de bevoegdheid voor het voorstel is positief. Het voorstel
heeft betrekking op het innemen van een standpunt ten aanzien van de verlaging en
afschaffing van douanerechten. Op het terrein van gemeenschappelijke handel is sprake
van een exclusieve bevoegdheid van de EU (artikel 3, lid 1, onder e, VWEU). Gezien
de exclusieve bevoegdheid van de Unie op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek,
is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.
Ook het oordeel ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het doel van het
voorstel is om de wederzijdse markttoegang tussen Moldavië en de Europese Unie ten
opzichte van de huidige DCFTA te verbeteren. Het voorgestelde optreden is geschikt
om deze doelstelling(en) te bereiken, omdat hiermee de handelsrelaties met Moldavië,
in de vorm van Moldavische landbouwexporten naar de EU en landbouwimporten vanuit
de EU, wordt bestendigd, welke een belangrijke pijler is van de Moldavische economie.
Ook draagt de overeenkomst bij aan het verder in lijn brengen van de Moldavische productiestandaarden
met het EU-acquis, hetgeen ook van belang is voor het EU-toetredingstraject van Moldavië. Bovendien
gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat zowel handelsliberalisatie
als verdere integratie van Moldavië in de interne markt binnen het Associatieakkoord
vallen.
De Commissie geeft aan dat het voorstel geen financiële impact heeft op uitgaven van
de Unie, maar wel op de inkomsten, aangezien het voorstel tot minder inkomsten uit
heffingsgelden zal leiden ten opzichte van de huidige afspraken onder de DCFTA. In
vergelijking met de status quo van de afgelopen drie jaar (2022–2025) onder de autonome
handelsmaatregelen is er juist sprake van een toename van inkomsten, aangezien er
onder de autonome handelsmaatregelen helemaal geen tarieven werden geheven. De financiële
implicaties zijn daarmee in zijn geheel gering. Ook levert de verlenging geen extra
regeldruk en administratieve lasten op.
Het kabinet is dan ook voornemens in te stemmen met het voorstel van de Commissie
om de handelsrelatie met Moldavië en de Europese Unie verder te bestendigen middels
de aanpassing van het DCFTA.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken