Brief regering : Evaluatie Nederlandse Maritieme Autoriteit
31 409 Zee- en binnenvaart
33 009
Innovatiebeleid
Nr. 486
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 augustus 2025
Nederland heeft de ambitie om haar maritieme sector een toppositie te laten innemen
in het internationale speelveld. Deze ambitie sluit aan bij de brede ambitie die het
kabinet heeft neergelegd in de recente Sectoragenda Maritieme Maakindustrie (MMI).
Daarnaast wil Nederland koploper zijn op innovatieve gebieden, zoals verduurzaming
van de scheepvaart en onbemand varen. Bovendien wil Nederland een scheepsregister
dat internationaal concurrerend is op het gebied van kwaliteit en dienstverlening.
Per brief van 16 oktober 20241 is de Kamer geïnformeerd over hetgeen het kabinet doet om het varen onder Nederlandse
vlag aantrekkelijk te maken. De oprichting van de Nederlandse Maritieme Autoriteit
(NLMA) is een concreet voorbeeld ter verbetering van het scheepsregister en het najagen
van deze ambities. Met ingang van 2024 is bij het Ministerie van IenW extra geld (1,3 mln.)
vrijgemaakt voor het oprichten van de NLMA als samenwerkingsverband binnen IenW en
als aanspreekpunt voor de sector, waarmee het bijdraagt aan het verbeteren van de
dienstverlening aan schepen onder Nederlandse vlag. Met die extra middelen is in het
2e kwartaal van 2024 een begin gemaakt met de werkzaamheden van de NLMA, met als toezegging
om na een jaar een evaluatie uit te voeren en de Kamer hierover te berichten.
Onderstaand wordt stilgestaan bij de resultaten en het effect van de NLMA van het
afgelopen jaar en de evaluatie die heeft plaatsgevonden. Ten slotte wordt ingegaan
op de doorontwikkeling van de NLMA.
Resultaten en effect van de NLMA
De huidige activiteiten van de NLMA richten zich gedurende het jaar 2024–2025 op drie
programmalijnen:
I. het op orde brengen en moderniseren van wet- en regelgeving;
II. het versterken van kennis en kunde om beter in te kunnen spelen op innovatieve ontwikkelingen;
en
III. en het verbeteren van de publieke dienstverlening met betrekking tot vergunningverlening
en certificering.
De NLMA werkt ondersteunend aan de doelen van de sectoragenda MMI2 en werkt daarvoor samen met het Rijksregiebureau.
Op elk van deze programmalijnen is met de inzet van de NLMA afgelopen jaar concrete
voortgang geboekt die bijdraagt aan de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de Nederlandse
vlag. Hieronder volgt een aantal concrete resultaten waar de NLMA aan heeft bijgedragen:
• Per 1 juli jl. is de Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Rnz) in werking getreden.
Voor de implementatie ervan wordt samengewerkt met het Kadaster. Deze samenwerking
vergemakkelijkt de registratie van zeeschepen onder Nederlandse vlag. De website van
de ILT voor de koopvaardij is verbeterd, en beschikbaar in zowel de Engelse als de
Nederlandse taal. Onder de Rnz beschikt Nederland over een nieuw openbaar vlagregister.
Hierin staan alle zeeschepen die gerechtigd zijn de Nederlandse vlag te voeren. Het
register is wereldwijd te raadplegen, hetgeen frauduleuze registratie helpt voorkomen.
Het vlagregister vormt het voorportaal voor de afgifte van digitale certificaten,
een wens van de sector, dat de dienstverlening zal verbeteren.
• Door verdere digitalisering van de afgifte van certificaten worden de doorlooptijden
voor vergunningverlening verder verkort zodat deze meewerken om binnen de dienstverlening
als geheel internationaal concurrerend te zijn. Het digitaliseren van het aanvraagproces
en het verkorten van doorlooptijden heeft een direct effect op de aantrekkelijkheid
van de Nederlandse vlag. De doorlooptijden zijn sterk verbeterd conform afspraken
met de sector. Over het jaar 2024 zijn 2.700 certificaat uitgiften geweest waarbij
de gemiddelde afhandeltijd (van het moment dat de aanvraag compleet is) drie werkdagen
betreft.
• Per 1 juli jl. is de nieuwe Wet bemanning zeeschepen (Wbz) in werking getreden. Ook
met deze modernisering maken we de zeevaartregelgeving toekomstbestendiger, en bieden
we meer ruimte om te innoveren en te experimenteren. Dit versterkt de internationale
concurrentiepositie van het Nederlands scheepsregister. Daartoe vermindert de Wbz
tevens de administratieve lasten en geeft ruimte voor de benodigde vernieuwingen in
het zeevaartonderwijs.
• Een belangrijke moderniseringsslag die nog zal plaatsvinden is die ten aanzien van
onbemand varen (voor commerciële doeleinden). Samen met de sector wordt gewerkt aan
het stellen van nadere regels om onbemand varen mogelijk te maken, waaronder technische
eisen aan de schepen, eisen aan het personeel aan wal, en eisen aan de centrales die
de besturing op afstand verzorgen. Door tijdige implementatie hiervan en het mogelijk
maken van innovatieve scheepsontwerpen en -uitrusting, vooruitlopend op internationale
ontwikkelingen, neemt de aantrekkelijkheid van een schip registreren onder Nederlandse
vlag toe.
• De NLMA heeft, naar Deens voorbeeld, een innovatieloket ingericht met als doel dat
de Nederlandse vlag complexe aanvragen (bijvoorbeeld bij innovatieve scheepsontwerpen)
sneller en kundiger kan afhandelen. Daardoor heeft de NLMA ook een belangrijke rol
in de uitvoering van de sectoragenda MMI. Concrete voorbeelden zijn de MMI-koploperprojecten
Nucleaire schepen, Maritiem Masterplan en Smart Maritime.
Met name voor nucleair heeft Nederland het voortouw binnen de EU genomen om richting
IMO voorstellen te doen om het varen op nucleaire energie mogelijk te maken. In het
kader van het Maritiem Masterplan heeft de NLMA een verbouwing van een schip op dit
gebied begeleid waardoor het schip van een andere vlag onder de Nederlandse vlag is
gekomen. Het imago van Nederland als vlag met kennis en kunde op het gebied van innovatieve
scheepstypen is hierdoor verbeterd. De NLMA werkt verder aan innovatie en zal ook
een ondersteunende rol krijgen bij het koploperproject Smart Maritime, dat binnenkort
gestart zal worden.
• Met drie rederijen zijn afspraken gemaakt over het inrichten van accountmanagement
(betere interne regie bij vergunningverlening en een duidelijk aanspreekpunt voor
de reders). Een vierde rederij wordt begeleid bij het onder de Nederlandse vlag brengen
van een nieuwbouw-programma met innovatieve zeeschepen die methanol ter voorstuwing
gaan gebruiken. Nieuwe toetreders tot het register krijgen, waar nodig, hulp van de
NLMA.
Evaluatie NLMA
Ten behoeve van de eerstejaars evaluatie heeft de NLMA schriftelijk input van de sector
opgehaald. Hieruit bleek dat de sector positief staat tegenover de werkwijze van de
NLMA in het eerste jaar. Een ruime meerderheid (80%) zag een (hele) sterke toegevoegde
waarde in de NLMA. De verwachtingen voor de NLMA kwamen met ruime meerderheid neer
op: (i) het functioneren als een aanspreekpunt voor de sector; (ii) het faciliteren
van innovatie; en (iii) het innemen van een voortrekkersrol op internationaal gebied
(bijv. IMO). Deze verwachtingen komen sterk overeen met de activiteiten van de NLMA.
Als sterke kanten van de NLMA benoemde een ruime meerderheid: (i) het bevorderen van
samenwerking; (ii) goed contact met de sector; en (iii) de verbindende rol van de
NLMA. De NLMA vervult dus de functie waarvoor het is opgericht om een verbindende
factor te zijn en nauw contact te houden met de Nederlandse maritieme sector, om aldus
bij te dragen aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de Nederlandse vlag. Als verbeterpunten
gaven respondenten aan dat de NLMA op onderwerpen meer een voortrekkersrol zou kunnen
nemen, met meer beslissingsbevoegdheid.
Doorontwikkeling
De eerstejaars evaluatie heeft aangetoond dat de NLMA op alle programmalijnen al concrete
bijdragen heeft geleverd aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het Nederlands
scheepsregister. Voor de komende tijd is het zaak om voort te bouwen op de resultaten
van het eerste jaar. De toegekende extra middelen (1,3 mln.) zijn gebruikt om extra
FTE in te kunnen zetten voor de NLMA, wat een belangrijke impuls heeft gegeven aan
de eerste successen van de NLMA als samenwerkingsverband binnen IenW. Op langere termijn
zal, zoals eerder aan de Kamer gemeld3, de NLMA met deze middelen wel tegen haar grenzen aanlopen.
Nederland heeft een sterk en divers maritiem cluster, dat een grote bijdrage levert
aan de economie van ons land. De kracht van het cluster wordt bepaald door de samenhang
van zijn onderdelen, zoals de maakindustrie, het maritiem onderwijs en de kennisinstituten.
Onmisbaar daarin is een aanzienlijk aantal schepen onder Nederlandse vlag, waarbij
economisch gezonde rederijen moeten kunnen investeren in kwaliteit, innovatie en duurzaamheid.
Nederland is nog steeds een vlaggenstaat die er internationaal toe doet, met wereldwijd
een 21e plaats qua aantal schepen onder haar vlag (en een 29e plek qua tonnage), en een omvang die groter is dan die in landen om ons heen4. Die positie is echter niet vanzelfsprekend. De voorbije jaren is de wereldvloot
in aantallen schepen met 24% gegroeid, waarbij het relatieve marktaandeel van de Nederlandse
vloot is gedaald. Een belangrijke reden hiervoor is, dat de groei van de wereldvloot
zich vooral in de containerschepen heeft voorgedaan; een marktsegment waarin Nederlandse
reders al langere tijd maar beperkt actief meer zijn. De Nederlandse vlag bestaat
vooral uit gespecialiseerde schepen (zoals offshore werkschepen) en short sea schepen. In dit segment zien we dan ook een groei in de voorbije jaren, al is er
ook sprake van een licht dalende trend in het totale aantal schepen onder Nederlandse
vlag.
Om de wereldwijde positie op niveau te houden, is een goed samenspel tussen sector
en overheid nodig, waar deze laatste de aantrekkelijkheid en competitiviteit van de
Nederlandse vlag kan ondersteunen met nationaal en internationaal beleid, moderne
regelgeving en goede dienstverlening. Nederland wil vooral een kwaliteitsvlag zijn
en blijven; dat wil zeggen een vlag die internationaal bekend staat om haar hoge kwaliteitsstandaarden
(waardoor bijvoorbeeld Nederlandse schepen op grond van hun lagere veiligheidsrisico’s
internationaal minder vaak geïnspecteerd hoeven te worden), en die zich vooral richt
op die marktsegmenten en schepen die de grootste toegevoegde waarde hebben voor het
Nederlands maritiem cluster. Wat ons als Nederland onderscheidt van andere vlaggenstaten
is de focus op kwaliteit, kennis en kunde op het gebied van innovatie. Het grootste
groeipotentieel voor de Nederlandse vlag ligt bij de «bijzondere» (innovatieve) schepen
waar we als vlag maatwerk voor kunnen leveren.
Het komende jaar zal de NLMA, in samenspraak met de sector, voortgaan op de ingeslagen
weg. Daarbij zal ze de samenwerking met het Rijksregiebureau MMI verder versterken,
met name gericht op het verder brengen van innovatieve ontwikkelingen die bijdragen
aan de aantrekkelijkheid van de Nederlandse vlag en de kracht van het maritieme cluster.
Door initiatieven te integreren in plaats van versnipperd uit te voeren, kunnen middelen
efficiënter worden ingezet en ontstaat er meer samenhang en samenwerking om de ambities
waar te maken.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
R. Tieman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat