Brief regering : Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 574
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2025
Hierbij stuur ik u het halfjaarlijkse overzicht van de resultaten van het toezicht
dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT-Luchtvaartautoriteit) houdt op de naleving van de (vigerende) normen en regels voor milieu en
externe veiligheid die gelden voor Amsterdam Airport Schiphol. Het overzicht informeert
u ook over zaken die van belang zijn voor de handhaving van de regels voor preferentieel
baangebruik in het nieuwe Normen- en Handhavingstelsel Schiphol (NNHS), zoals die
zijn opgenomen in de ontwerpwijziging Luchthavenverkeerbesluit (LVB) Schiphol.
In deze brief breng ik verslag uit over de 1e helft van het gebruiksjaar 2025, de
periode van 1 november 2024 tot en met 30 april 2025.
De halfjaarresultaten van het toezicht en de acties vanuit de ILT-Luchtvaartautoriteit
luiden als volgt:
• Het gerealiseerde aantal vliegbewegingen per etmaal ligt boven het door Schiphol verwachte
aantal vliegbewegingen. Op de helft (50%) van het gebruiksjaar heeft 53% van het verwachte
aantal vliegbewegingen plaatsgevonden. Het gerealiseerde aantal vliegbewegingen in
de nacht blijft achter bij de verwachting. Op de helft (50%) van het gebruiksjaar
heeft 31% van het verwachte aantal vliegbewegingen plaatsgevonden. Vergeleken met
de 1e 6 maanden van het voorgaande gebruiksjaar is zowel het aantal vluchten in het hele
etmaal als het aantal nachtvluchten met 2% toegenomen.
In de 1e helft van gebruiksjaar 2025 hebben er 9.818 nachtvluchten met handelsverkeer plaatsgevonden.
Het maximumaantal toegestane nachtvluchten handelsverkeer bedraagt 32.000 per gebruiksjaar.
Het totaal aantal vliegtuigbewegingen bedroeg het 1e half jaar 232.000.
• Bij nagenoeg alle handhavingspunten voor geluid is de ruimte halverwege het gebruiksjaar
voor minder dan 50% verbruikt. Er zijn hierop 2 uitzonderingen: bij de handhavingspunten
19 en 25 is de geluidsruimte halverwege het gebruiksjaar voor meer dan 50% verbruikt.
De verbruikte geluidsruimte is gebaseerd op de vervangende grenswaarden die voor gebruiksjaar
2025 zijn vastgesteld vanwege groot onderhoud aan het banenstelsel van Schiphol. Deze
waarden zijn op 20 februari 2025 van kracht geworden. De ILT-Luchtvaartautoriteit
kan niet tussentijds ingrijpen, maar beoordeelt aan het eind van het gebruiksjaar
of de grenswaarden bij de handhavingspunten daadwerkelijk zijn overschreden. Vanwege
de aanwijzing tot anticiperend handhaven legt de ILT geen maatregelen aan de sector
op bij overschrijdingen van de grenswaarden bij handhavingspunten, als de overschrijdingen
het gevolg zijn van het vliegen volgens de regels van het NNHS. In de 1e helft van het gebruiksjaar zijn geen regels van het NNHS overtreden.
• In gebruiksjaar 2024 heeft de ILT-Luchtvaartautoriteit aan Luchtverkeersleiding Nederland
(LVNL) en Schiphol gevraagd om maandelijks gezamenlijk te rapporteren over de naleving
van de grenswaarden in combinatie met de naleving van de baanregels volgens het NNHS.
Dit om een betere invulling te geven aan de gezamenlijke zorgplicht. In de 1e helft van gebruiksjaar 2025 bleek dat LVNL en Schiphol deze afspraak onvoldoende
nakwamen. De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft de partijen hierop aangesproken en sinds
februari 2025 rapporteren LVNL en Schiphol elke maand gezamenlijk.
• De verwachting is dat de waarden voor de uitstoot van stoffen (emissies) en voor de
externe veiligheid aan het einde van gebruiksjaar 2025 onder de geldende grenswaarden
zullen blijven.
• De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft aan 3 luchtvaartmaatschappijen een waarschuwingsbrief
gestuurd in verband met het zonder geldige reden afwijken van vertrekroutes voor de
nacht. LVNL heeft de regels voor het routegebruik die voor hen gelden niet overtreden.
• Vanaf 1 tot en met 6 november 2024 is de Polderbaan niet in gebruik geweest vanwege
groot onderhoud. De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft 20 vluchten geconstateerd die vielen
onder een vrijstellingsbepaling van de Tijdelijke regeling groot onderhoud banenstelsel
Schiphol 2024. De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft buiten de genoemde periode ook geen
onrechtmatige starts of landingen op andere banen geconstateerd.
• Volgens het LVB moet Schiphol er voor zorgen dat minimaal 61 vliegtuigopstelplaatsen
(VOP’s) alternatieve faciliteiten hebben van voldoende kwaliteit om het gebruik van
de auxiliary power unit (APU) te beperken. Gezagvoerders moeten ervoor zorgen dat
de alternatieve voorzieningen worden gebruikt bij de afhandeling van het vliegtuig
op de VOP en dat de APU tijdig wordt uitgezet. Dit verbetert de lokale luchtkwaliteit
en vermindert geluidsoverlast.
De in de rapportageperiode uitgevoerde inspecties laten zien dat Schiphol voortgang
boekt bij het voorzien van VOP’s van alternatieve voorzieningen. De naleving door
luchtvaartmaatschappijen is verbeterd.
Het toezicht heeft nog wel geleid tot het invorderen van een eerder opgelegde dwangsom
aan KLM en Delta Air Lines en het geven van een waarschuwing aan British Airways en
Pegasus Airlines.
• Volgens het LVB moeten gezagvoerders van 3- en 4-motorige straalvliegtuigen na de
landing 1 motor uitschakelen wanneer het vliegtuig van de landingsbaan naar de afhandelingsplaats
taxiet. Zowel Schiphol als de luchtvaartmaatschappijen spannen zich in om het taxiën
met 1 uitgeschakelde motor te bevorderen. Omdat de naleving hiervan moeilijk te toetsen
is, worden verbeteringen gerealiseerd door het vergroten van de bewustwording. De
ILT-Luchtvaartautoriteit onderzoekt mogelijkheden voor toezicht op taxiën met minder
motoren. Momenteel wordt getest of een akoestische camera kan worden gebruikt.
• In de 1e helft van gebruiksjaar 2025 ontstond er een veiligheidsprobleem bij landingen op
de Polderbaan, door reflecties van een aangrenzend zonnepanelenpark. Besloten werd
om de Polderbaan een deel van de dag te sluiten. Het vliegverkeer dat in die periode
zou landen op de Polderbaan werd omgeleid naar andere banen. Dit had gevolgen voor
de geluidsbelasting bij de handhavingspunten bij die andere banen. In overleg tussen
Schiphol, LVNL en de ILT-Luchtvaartautoriteit is besloten dat LVNL het afwijkende baangebruik registreert en rapporteert
aan de ILT-Luchtvaartautoriteit. Aan het einde van dit gebruiksjaar kan het definitieve
effect hiervan op de geluidsbelasting vastgesteld worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
R. Tieman
Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol
Deze halfjaarrapportage is opgesteld door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT-Luchtvaartautoriteit)
en is een wettelijke verplichting (art. 8.29 Wet luchtvaart). De rapportage beslaat
de periode 1 november 2024 tot en met 30 april 2025.
Voor Schiphol gelden normen voor geluid, het maximumaantal nachtvluchten, de uitstoot
van luchtverontreinigende stoffen (emissies) en de veiligheid voor de omgeving (externe
veiligheid). Daarnaast gelden er regels voor het baan- en routegebruik en voor de
uitstoot van luchtverontreinigende stoffen op het luchtvaartterrein. Deze normen en
regels staan in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB). De ILT-Luchtvaartautoriteit ziet erop toe dat Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en de
luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van Schiphol deze normen en regels naleven.
Bij overschrijding van een grenswaarde uit het LVB heeft de ILT-Luchtvaartautoriteit
de beginselplicht om aan de sector in het volgende gebruiksjaar een maatregel op te
leggen. Het doel daarvan is om te voorkomen dat de overschrijding zich opnieuw voordoet.
De ILT-Luchtvaartautoriteit stelt volgens de regelgeving de overschrijdingen van normen
pas vast na afloop van een gebruiksjaar. Dit betekent dat zij in deze halfjaarrapportage
over het gebruiksjaar 2025 nog geen uitspraak kan doen over eventuele maatregelen
in het daaropvolgende gebruiksjaar. Tegen overtredingen van regels (bijvoorbeeld baan-
en routeafwijkingen) kan de ILT-Luchtvaartautoriteit wel direct optreden. De resultaten
hiervan worden in deze halfjaarrapportage vermeld.
Geluid
Voor het vliegverkeer van en naar Schiphol gelden grenswaarden voor het totaal volume
geluid (TVG) en voor de lokale hoeveelheid geluid bij een aantal vaste handhavingspunten
rondom Schiphol. Deze grenswaarden mogen aan het einde van het gebruiksjaar (31 oktober
2025) niet overschreden zijn. Uit de toegezonden rapportages blijkt dat de gebruikte
geluidsruimte bij 2 handhavingspunten halverwege het gebruiksjaar meer dan 50% bedraagt
(handhavingspunten 19 en 25).
Halverwege het gebruiksjaar zijn er ruim 232.000 vliegtuigbewegingen geweest. Dit
is ongeveer 2% meer dan in het 1e halfjaar van gebruiksjaar 2024. Op de helft (50%) van het gebruiksjaar is ongeveer
53% van het verwachte aantal vliegbewegingen uit de capaciteitsdeclaratie 2025 uitgevoerd.
Nachtvluchten
Op Schiphol mogen ieder gebruiksjaar niet meer dan 32.000 nachtvluchten handelsverkeer
plaatsvinden. Het aantal vluchten handelsverkeer over de 1e helft van het gebruiksjaar 2025 bedraagt 9.818. Dit is ongeveer 2% meer dan over
dezelfde periode in het gebruiksjaar 2024. Aan het eind van het gebruiksjaar beoordeelt
de ILT-Luchtvaartautoriteit of het aantal uitgevoerde nachtvluchten handelsverkeer
binnen het toegestane maximum is gebleven.
Emissies
Voor Schiphol gelden grenswaarden voor de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen
door vliegtuigen (emissies).
Het gaat hierbij om relatieve normen voor koolmonoxide (CO), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen (VOS), zwaveldioxide (SO2) en fijnstof (PM10). Op basis van de berekende emissiewaarden in de 1e helft van gebruiksjaar 2025 is de verwachting dat deze stoffen, net als in het vorige
gebruiksjaar, onder de norm zullen blijven.
Externe veiligheid
De externe veiligheid gaat over het risico voor omwonenden van Schiphol om te overlijden
door een vliegtuigongeval. Als maat voor externe veiligheid geldt een norm voor het
totale risicogewicht (TRG). Het berekende TRG over de 1e helft van het gebruiksjaar 2025 bedraagt 36% van de norm. Naar verwachting zal Schiphol
de norm voor de externe veiligheid in het gebruiksjaar 2025 daarom niet overschrijden.
Routegebruik gezagvoerders
Gezagvoerders van straalvliegtuigen moeten ervoor zorgen dat het vliegtuig binnen
een vertrek- of naderingsroute, en boven een minimale vlieghoogte blijft. Gezagvoerders
mogen hier alleen van afwijken om reden van veiligheid of op basis van een instructie
van LVNL. De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft alle afwijkingen van nachtvluchten gecontroleerd
en vastgesteld dat in de 1e helft van het gebruiksjaar in 3 gevallen zonder geldige reden van een vertrekroute
voor de nacht is afgeweken. In verband hiermee verstuurde de ILT-Luchtvaartautoriteit
aan de betreffende luchtvaartmaatschappijen een waarschuwingsbrief. Daarnaast heeft
de ILT-Luchtvaartautoriteit controles uitgevoerd op afwijkingen overdag en naar aanleiding
van meldingen die rechtstreeks of via het klachtenbureau van het Bewoners Aanspreekpunt
Schiphol (BAS) zijn binnengekomen. Naar aanleiding hiervan heeft de ILT-Luchtvaartautoriteit
geen overtredingen vastgesteld.
Routegebruik LVNL
Naast de gezagvoerders moet ook LVNL ervoor zorgen dat straalvliegtuigen binnen een
vertrek- of naderingsroute en boven een minimale vlieghoogte blijven. LVNL mag hier
om veiligheidsredenen van afwijken. Ook mag LVNL op grond van de regelgeving hier
tot een bepaald percentage van afwijken als dat nodig is voor een efficiënte afhandeling
van het vliegverkeer. De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft op basis van de geregistreerde
gegevens vastgesteld dat LVNL in de 1e helft van het gebruiksjaar 2025 geen regels voor het routegebruik overtreden heeft.
Baangebruik
Zowel gezagvoerders als LVNL moeten zich houden aan de beperkingen die gelden voor
het baangebruik. Van deze beperkingen mag worden afgeweken om reden van veiligheid.
Daarnaast mag van de beperkingen worden afgeweken als de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat daarvoor bij Ministeriële Regeling vrijstelling verleend heeft, bijvoorbeeld
in het geval van groot baanonderhoud. Dat laatste is in de 1e helft van het gebruiksjaar 2025 aan de orde geweest. Vanaf 1 tot en met 6 november
2024 is de Polderbaan niet in gebruik geweest vanwege groot onderhoud. De ILT-Luchtvaartautoriteit
heeft 20 vluchten geconstateerd die vielen onder een vrijstellingsbepaling van de
Tijdelijke regeling groot onderhoud banenstelsel Schiphol 2024.
De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft buiten de genoemde periode geen onrechtmatige starts
of landingen op andere banen geconstateerd.
Uitstoot luchtverontreinigende stoffen luchtvaartterrein
Volgens het LVB moet Schiphol er voor zorgen dat minimaal 61 vliegtuigopstelplaatsen
(VOP’s) van alternatieve faciliteiten hebben van voldoende kwaliteit om het gebruik
van de auxiliary power unit (APU) te beperken. Gezagvoerders moeten ervoor zorgen
dat de alternatieve voorzieningen worden gebruikt bij de afhandeling van het vliegtuig
op de VOP en dat de APU tijdig wordt uitgezet. Dit verbetert de lokale luchtkwaliteit
en vermindert geluidsoverlast.
De ILT-Luchtvaartautoriteit constateerde in 2022 dat de APU te veel werd gebruikt
op Schiphol. Naar aanleiding van dat onderzoek heeft Schiphol in 2023 een actieplan
opgesteld met de betrokken sectorpartijen. De ILT-Luchtvaartautoriteit blijft de uitvoering
van het actieplan monitoren en waar nodig stimuleren. De volgende acties uit het plan
zijn in de rapportageperiode uitgevoerd:
• Schiphol heeft elektrisch aangedreven preconditioned air units (e-PCA’s) geplaatst
op 2 VOP’s. De eerder aangeschafte e-PCA’s voor widebody connected posities op andere
VOP’s zijn operationeel gemaakt. Op 2 VOP’s waren er veel storingen met e-PCA's, maar
hieraan wordt gewerkt.
• Schiphol heeft FPU’s (Fixed Power Unit, vaste stroomvoorziening) in gebruik genomen
op het Y-platform. Op 1 VOP is de FPU vervangen door een e-GPU (Ground Power Unit,
mobiele stroomvoorziening).
• Schiphol heeft een proef afgerond met waterstof GPU (H2-GPU). De piloten waren positief.
Schiphol gaat door met testen.
• Een proef met het private LoRa netwerk (Long Range datanetwerk) is succesvol verlopen
en Schiphol zal de beschikbaarheid en het gebruik van de faciliteiten op afstand monitoren.
• Schiphol handhaaft de naleving van de APU-regels van de AIP (Aeronautical Information
Publication) door middel van waarschuwingen en boetes. Schiphol heeft in de rapportageperiode
in totaal 79 non-compliances geregistreerd.
De ILT-Luchtvaartautoriteit controleert de naleving van de APU-regels van het LVB
en constateerde dat in de 1e helft van het gebruiksjaar de naleving door luchtvaartmaatschappijen is verbeterd.
Niettemin hebben de in de rapportageperiode uitgevoerde inspecties geleid tot het
invorderen van een eerder opgelegde dwangsom aan KLM en Delta Air Lines en het geven
van een waarschuwing aan British Airways en Pegasus Airlines.
Taxiën met één uitgeschakelde motor
Gezagvoerders van 3- en 4-motorige straalvliegtuigen moeten na de landing 1 motor
uitschakelen wanneer het vliegtuig van de landingsbaan naar de afhandelingsplaats
taxiet. Het aantal 3-motorige vliegtuigen in het handelsverkeer is nihil en het aandeel
4-motorige vliegtuigen wordt steeds kleiner op Schiphol (ongeveer 7.000 vliegbewegingen
in 2024). Hierdoor zijn de effecten van taxiën met 1 motor minder niet goed meetbaar
in de emissieberekeningen. Schiphol heeft in haar AIP aanvullende regels vastgelegd
voor het taxiën met minder motoren, ook voor vertrekkende vliegtuigen.
Omdat dit regels zijn die in het AIP van Schiphol zelf zijn opgenomen, wordt naleving
hiervan niet door de ILT-Luchtvaartautoriteit gecontroleerd. Schiphol heeft met de
homecarriers en grotere internationale luchtvaartmaatschappijen gesproken over het
vergroten van het percentage taxiën met een motor minder. Luchtvaartmaatschappijen
gaven aan hier zelf ook al actief mee aan de slag te gaan, mede vanwege de duurzaamheidsdoelen
en het verminderen van kerosineverbruik. Verbeteringen worden gerealiseerd door het
vergroten van de bewustwording. Er worden geen verdere concrete maatregelen genomen.
De ILT-Luchtvaartautoriteit onderzoekt mogelijkheden voor toezicht op taxiën met minder
motoren. Momenteel wordt getest of een akoestische camera hierbij gebruikt kan worden.
Zorgplicht van de sector
Schiphol, LVNL en de luchtvaartmaatschappijen moeten er gezamenlijk voor zorgen dat
de grenswaarden voor geluid, emissies en de externe veiligheid niet overschreden worden.
De berekende waarden voor de externe veiligheid en emissies zijn halverwege het gebruiksjaar
onder de wettelijke grenswaarden gebleven. Hierdoor wordt vooralsnog voldoende invulling
gegeven aan de gezamenlijke zorgplicht. Aan het eind van het gebruiksjaar zal de ILT-Luchtvaartautoriteit
hier een eindoordeel over geven.
Voor geluid geldt een aparte regeling, die te maken heeft met de komst van het Nieuwe
Normen- en Handhavingstelsel Schiphol (NNHS). Deze regeling vloeit voort uit afspraken
die een aantal jaren geleden aan de toenmalige Alderstafel en Omgevingsraad Schiphol
(ORS) zijn gemaakt. Daarin hebben overheden, sectorpartijen, belangenorganisaties
en bewonersvertegenwoordigers met elkaar afgesproken dat, zolang het NNHS nog niet
van kracht is, er wel al gevlogen wordt volgens de regels van het NNHS. Dit houdt
in dat zoveel mogelijk die banen worden gebruikt die voor de omgeving de minste geluidhinder
geven (strikt preferentieel baangebruik).
Op basis van deze afspraken heeft de toenmalige Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu op 25 september 2015 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd1. In deze brief heeft de Staatssecretaris aangegeven dat de ILT-Luchtvaartautoriteit,
tot het van kracht worden van het NNHS, geen maatregelen aan de sector zal opleggen
als blijkt dat de overschrijdingen van de geluidsnormen het gevolg zijn van het vliegen
volgens de regels van het NNHS. Dit wordt ook wel anticiperend handhaven genoemd.
Dit standpunt is op 6 december 2023 herbevestigd door middel van een aanwijzing tot
het continueren van het anticiperend handhaven van de Minister aan de inspecteur-generaal.
In gebruiksjaar 2024 heeft de ILT-Luchtvaartautoriteit aan LVNL en Schiphol gevraagd
om maandelijks gezamenlijk te rapporteren over de naleving van de grenswaarden in
combinatie met de naleving van de baanregels volgens het NNHS. Dit omdat een betere
invulling van de gezamenlijke zorgplicht nodig was. In de 1e helft van gebruiksjaar 2025 bleek dat LVNL en Schiphol deze afspraak onvoldoende
nakwamen. De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft dit zowel mondeling als schriftelijk onder
de aandacht gebracht. Sinds februari 2025 rapporteren LVNL en Schiphol gezamenlijk
elke maand.
Het winterseizoen 2024–2025 liep van 27 oktober 2024 tot en met 30 maart 2025. De
prestatie op de regels uit het NNHS voldoet in het winterseizoen aan de daaraan gestelde
normen.
Vanwege het anticiperend handhaven gaat de naleving van het strikt preferentieel baangebruik
pas een rol spelen nadat er eerst een grenswaardeoverschrijding bij 1 of meerdere
handhavingspunten is vastgesteld.
Zonnepanelen Polderbaan
In de 1e helft van gebruiksjaar 2025 ontstond er een veiligheidsprobleem bij landingen op
de Polderbaan, door reflecties van een aangrenzend zonnepanelenpark. Besloten werd
om tijdelijk de Polderbaan een deel van de dag te sluiten. Het vliegverkeer dat in
die periode zou landen op de Polderbaan werd omgeleid naar andere banen. Dit had gevolgen
voor de geluidsbelasting bij de handhavingspunten bij die andere banen. In overleg
tussen Schiphol, LVNL en de ILT-Luchtvaartautoriteit is besloten dat LVNL het afwijkende
baangebruik registreert en rapporteert aan de ILT-Luchtvaartautoriteit. Aan het einde
van dit gebruiksjaar kan het definitieve effect hiervan op de geluidsbelasting vastgesteld
worden.
Indieners
-
Indiener
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat