Brief regering : Reactie verzoek commissie over de uitspraken van de rechtbank Overijssel inzake de openbaarmaking van emissiegegevens van veehouderijen, alsmede op het artikel dat hierover in NRC is verschenen
32 802 Toepassing van de Wet open overheid
Nr. 133
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 augustus 2025
Op 14 juli 2025 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur (kenmerk: 2025Z14539/2025D33605) verzocht om een reactie op de uitspraken van de rechtbank Overijssel over de openbaarmaking
van emissiegegevens van veehouderijen, alsmede op het artikel dat hierover in NRC
is verschenen. Tevens is gevraagd om aan te geven op welke termijn openbaarmaking
plaatsvindt en wat de juridische consequenties zijn indien openbaarmaking uitblijft.
De rechtbank heeft op 10 juli 2025 geoordeeld dat het intrekken van de besluiten op
bezwaar tijdens de zitting op 13 januari 2025 niet was te verenigen met doel en strekking
van de Wet open overheid (Woo). Het opnieuw doorlopen van de zienswijzeprocedure is
door de rechtbank aangemerkt als in strijd met de opzet van de wet.
Het beschermen van de persoonlijke (adres)gegevens van ondernemers is voor mij een
belangrijk thema. Ik heb geconstateerd dat in een eerder stadium een besluit is genomen
om adresgegevens te openbaren die tienduizenden agrarisch ondernemers en hun gezinnen
raken, zonder dat de betrokken ondernemers daar proactief op werden gewezen. Er was
volstaan met een publicatie in de Staatscourant. Ik acht dat onvoldoende. Nu het ook
nog gaat om een openbaarheidsverzoek waarbij wordt gevraagd om publicatie van persoonlijke
adresgegevens, dienen betrokken ondernemers wat mij betreft persoonlijk per brief
te worden geïnformeerd over het verzoek en het eventuele voornemen tot openbaarmaking.
Op die manier zijn zij tijdig op de hoogte en kunnen zij zelf de afweging maken om
een zienswijze in te dienen en eventueel beroep in te stellen bij de rechtbank. Bij
alleen een publicatie in de Staatscourant zullen veel ondernemers niet weten dat het
verzoek er ligt, waardoor ze zienswijze- en beroepstermijnen kunnen missen.
Met deze gang van zaken is naar mijn mening sprake van zorgvuldig bestuur en zeker
niet van misbruik van bevoegdheden. Ik ga dan ook in hoger beroep tegen het oordeel
van de rechter van 10 juli 2025. Hierbij weeg ik mee dat de rechter tijdens de eerdere
zitting op 13 januari 2025 mij een vraag stelde over het intrekken van de eerdere
besluiten. Dit is de enige juridische mogelijkheid om de door mij gewenste procedure
nog te volgen. De rechter heeft de zitting destijds geschorst voor overleg van mijn
vertegenwoordiger met mij over deze mogelijke route. Daarop heb ik besloten deze route
te volgen.
Gezien de grote hoeveelheid gevraagde gegevens zal het uitvragen van zienswijzen en
het inrichten van een zorgvuldige communicatie naar verwachting zes maanden tot een
jaar in beslag nemen. De voorbereiding van het zienswijzetraject is reeds gestart.
De betrokkenen hebben in deze zaak belangen die soms tegengesteld kunnen zijn. Zij
kunnen ook rechtsmiddelen aanwenden.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur