Brief regering : Nederlandse bijdrage aan internationale samenwerking bij uitvoering van airdrops boven Gaza
23 432 De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 570
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 augustus 2025
De humanitaire situatie in Gaza is catastrofaal. Op 28 juli jl. is de Tweede Kamer
geïnformeerd1 dat het kabinet de mogelijkheden onderzoekt om een Nederlandse bijdrage te leveren
aan het verlichten van de humanitaire situatie en hongersnood in de Gazastrook. Israël
komt de met de EU gemaakte afspraken over humanitaire hulp in onvoldoende mate na.
Het kabinet wil zich inzetten om de humanitaire situatie in Gaza te verlichten, nu
ook via airdrops. Dit is noodzakelijk omdat er nog altijd onvoldoende voedsel en andere hulpgoederen
via land Gaza worden binnengebracht en gedistribueerd. Hoewel Nederland nu inzet op
airdrops, is dit geen vervanging van de inzet op de humanitaire toegang over land. Het blijft
van primair belang om bij de Israëlische autoriteiten aan te dringen op verdere verruiming
en bestendiging van humanitaire toegang voor professionele, gemandateerde hulporganisaties
tot de hele Gazastrook.
Het kabinet blijft tegelijkertijd van de intenties en het optreden van de terroristische
organisatie Hamas ten strengste veroordelen die Gazanen als menselijk schild gebruikte.
Hamas houdt momenteel nog altijd vijftig gegijzelden vast in de Gazastrook, van wie
nog minstens twintig in leven zouden zijn. Het kabinet blijft onderstrepen dat Hamas
onmiddellijk de gijzelaars moet vrijlaten en de wapens moet opgeven. Er is geen plaats
voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook.
Met verwijzing naar de zgn. artikel 100-brief van 6 maart 2024 (Kamerstuk 23 432 nr. 513) informeert het kabinet u over het besluit om de krijgsmacht op korte termijn en
voor een korte periode van ca. twee weken in te zetten voor aanvullende humanitaire
hulp aan Gaza via luchtlevering van noodhulp (airdrops). Deze inzet is vergelijkbaar met airdrops waar Nederland eerder aan heeft bijgedragen.2 Concreet gaat het om het uitvoeren van luchtlevering van basisvoorzieningen waaronder
voedsel door Defensie in augustus, in samenwerking met Jordanië en andere Europese,
Arabische en internationale partners (o.a. Duitsland, Frankrijk, Spanje, België, Luxemburg,
Italië, Canada en VAE). Deze inzet zal plaatsvinden in augustus voor een periode van
circa twee weken. In deze brief zijn alle aandachtspunten uit het Toetsingskader meegenomen
die van toepassing zijn voor deze inzet.
Nederlandse humanitaire inzet in Gaza
Graag verwijzen wij de Tweede Kamer naar de Kamerbrief van 28 juli jl. (Kamerstuk
nr. 23 432 569) voor een actuele schets van de situatie in de Gazastrook en de visie van het kabinet.
De situatie in Gaza is sindsdien verder verslechterd.
Het gezaghebbende Integrated Food Security Phase Classification (IPC) onderstreepte op 29 juli jl. dat de voedselcrisis zodanig is verslechterd dat
het slechtst denkbare scenario van hongersnood zich nu ontvouwt.3 Er staan nog altijd duizenden truckladingen met goederen klaar die de Gazastrook
niet in kunnen of niet kunnen worden gedistribueerd vanwege de door de Israëlische
autoriteiten opgelegde belemmeringen waar hulporganisaties mee kampen, waaronder een
gebrek aan veiligheidsgaranties die mede worden veroorzaakt door de aanhoudende militaire
en terroristische activiteiten door Hamas. Daarom blijft Nederland de noodzaak van
het verruimen en versnellen van veilige toegang over land in alle contacten met de
Israëlische autoriteiten met klem benadrukken.
Als reactie op de toenemende druk om de humanitaire noden in de Gazastrook te verlichten,
kondigde Israël op 26 juli jl. aan tijdelijke maatregelen (waaronder gevechtspauzes
en veilige routes) te zullen treffen die een verbeterde invoer en distributie van
humanitaire hulp mogelijk moeten maken. Israël kondigde eveneens aan het luchtruim
open te stellen voor luchtlevering van noodhulp boven de strook. Het is belangrijk
dat Israël onmiddellijk de daad bij het woord voegt en maatregelen neemt die leiden
tot substantiële en snelle verbetering van de humanitaire situatie in de gehele Gazastrook.
Bovenal blijft het van primair belang dat de aangekondigde verruiming van humanitaire
toegang blijvend is. De aangekondigde inzet op airdrops is dan ook geen vervanging van de hoofdzakelijke inzet op humanitaire toegang. Dit
blijft Nederland ook onderstrepen: veilige, ongehinderde toegang is cruciaal om hulp
op grote schaal te kunnen leveren in de gehele Gazastrook, met medewerking van de
buurlanden Jordanië en Egypte. De grensovergang Rafah moet open.
Nederland heeft verdere stappen genomen om de hulpverlening via land te ondersteunen
middels een aanvullende bijdrage van EUR 1,5 miljoen aan het VN-Bureau voor Projectondersteunende
Diensten (UNOPS). Via deze bijdrage zet Nederland in op het operationeel houden van
de landroute via Jordanië, een belangrijke humanitaire bevoorradingsroute. Daarnaast
zal Nederland een extra bijdrage van EUR 3 miljoen doen aan het Nederlandse Rode Kruis,
waarmee de steun aan het essentiële werk van de Palestijnse Rode Halve Maan in de
Gazastrook wordt voortgezet. Deze bijdrage stelt deze organisaties in staat om, wanneer
de situatie zich er voor leent, snel op te schalen en maximaal gebruik te maken van
de gevechtspauzes en andere maatregelen.
Internationale operatie
Doelstelling
Nederland beoogt zoveel mogelijk bij te dragen aan essentiële basisbehoeften van de
burgerbevolking in Gaza door het leveren van humanitaire goederen. Daarom zal Nederland
aan de bovengenoemde inspanningen (airdrops), in samenwerking met internationale partners (o.a. Duitsland, Frankrijk, Spanje,
België, Italië, Canada en VAE), onder coördinatie van Jordanië en in afstemming met
de Israëlische autoriteiten, bijdragen. Sinds 27 juli jl. voert Jordanië samen met
de Verenigde Arabische Emiraten dagelijks airdrops uit van humanitaire goederen, waaronder voedsel en andere middelen ter vervulling
van basisbehoeften. De Nederlandse bijdrage omvat een C-130 transportvliegtuig en
bijbehorend detachement dat zal worden ingezet gedurende circa twee weken vanaf 8 augustus.
Streven is dagelijks een airdrop uit te voeren: dit is ongeveer 24 ton aan hulpgoederen.
Gronden voor de operatie
Nederland draagt met deze voorgenomen inzet bij aan het leveren van noodhulp aan de
bevolking in de Gazastrook, conform de intentie uitgesproken in de Kamerbrief d.d.
28 juli. De bevolking in Gaza lijdt onder extreme en aanhoudende ontberingen als gevolg
van de ernstige beperkingen op de toegang van humanitaire hulp. Het beperkt toelaten
van hulp en de belemmeringen van hulporganisaties zorgen ervoor dat de situatie verder
verslechtert. Alle overwegingen in acht nemend zijn airdrops een manier om bij te dragen aan het verlichten van het leed van de bevolking in de
Gazastrook. Door bij te dragen aan airdrops is Nederland onderdeel van een internationaal samenwerkingsverband, waardoor zichtbaarheid
toeneemt en de internationale gemeenschap een gezamenlijk standpunt kan uitdragen
voor ongehinderde humanitaire hulp.
Jordanië heeft in de regio een voortrekkersrol als het gaat om het leveren van humanitaire
goederen aan Gaza. Een Nederlandse bijdrage aan de airdrops operatie, naast financiering van de door Jordanië beheerde landroute, geeft een tastbare
erkenning van deze rol. Daarnaast betekent de Nederlandse deelname aan deze internationale
samenwerking het leveren van een aandeel aan de gezamenlijke inzet van partners en
bondgenoten. Niettemin blijft toegang over land voor professionele, gemandateerde
hulporganisaties de prioriteit en de meest effectieve manier om hulpgoederen te leveren
op de schaal die onmiddellijk nodig is. Nederland blijft zich dan ook, onder andere
met diplomatieke druk, onverminderd inzetten voor onmiddellijke, ongehinderde en veilige
toegang van humanitaire hulp.
Bevelsstructuur
Een Nederlandse liaisonofficier verricht zijn werkzaamheden vanuit het Jordaanse operatiecentrum
in de aanloop naar en uitvoering van deze actie, ten behoeve van een goede informatie-
en inlichtingenpositie. De detachementscommandant is de National Approval Authority (NAA) en bewaakt in die hoedanigheid namens de Commandant der Strijdkrachten (CDS)
dat de opdracht past binnen de Nederlandse inzet. De NAA geeft daarbij expliciete
toestemming voor de inzet.4
Risico’s
Eerdere leveringen van hulpgoederen door andere landen hebben aangetoond dat de leveringen
risico’s met zich meebrengen. Het risico op burgerslachtoffers en schade aan gebouwen
is aanwezig en is niet op voorhand geheel uit te sluiten. Daarnaast is er beperkt
zicht op wat er met de goederen gebeurt nadat deze zijn gedropt en bestaat de kans
dat gedropte hulpgoederen in handen van Hamas vallen en daarmee niet volledig ten
goede komt aan de bevolking. Om de bovengenoemde risico’s zo klein mogelijk te maken,
zijn de volgende mitigerende maatregelen genomen. De Jordaanse autoriteiten selecteren
en monitoren continue de geschikte locaties om de drops uit te voeren. Bij de uitvoering wordt vanuit het eerder benoemde operatiecentrum
zorgvuldig gekeken naar een tijdstip bij daglicht, weercondities en de wijze van afgooien.
Hiervoor vindt nauwe afstemming plaats tussen deelnemende landen en wordt in samenwerking
met andere deelnemende landen bezien hoe risico’s zoveel mogelijk gemitigeerd kunnen
worden. Als de nauwkeurigheid van de drop in het geding komt, dan wordt besloten deze niet uit te voeren.
Nederland en de andere internationale partners leunen in de operatie op de Jordaanse
inlichtingenpositie. Nederland verifieert in de voorbereiding van de operatie waar
mogelijk zelfstandig de aangewezen dropzones. Daarbij geldt dat de situatie op de grond constant in beweging is waardoor de eerder
benoemde risico’s niet uit te sluiten zijn.
Mocht Defensie meldingen van vermoedens van burgerslachtoffers als gevolg van de airdrops ontvangen, dan worden deze conform geldende procedures afgehandeld. Afhankelijk van
de uitkomst van een onderzoek en de omstandigheden kan Defensie ervoor kiezen een
vrijwillige tegemoetkoming aan te bieden.
Er zijn operationele risico’s verbonden aan de operatie. De C-130 is uitgerust met
afdoende beschermingsmiddelen. Om risico’s zo veel mogelijk te beperken brengt Nederland
een liaison naar het gebied en wordt de operatie in samenwerking met internationale
partners, onder coördinatie van Jordanië en in afstemming met de Israëlische autoriteiten
uitgevoerd. Jordanië heeft dergelijke airdrops voor het leveren van humanitaire goederen aan Gaza al meer dan tien keer uitgevoerd.
Geschiktheid en beschikbaarheid krijgsmacht
Defensie gaat over tot het oproepen van personeel, verplaatsen naar het inzetgebied
en voorbereiden van de inzet. Als de benodigde voorbereidingen zijn afgerond kan Defensie
vanaf 8 augustus overgaan tot inzet. Voor de duur van deze inzet zijn geen beperkende
effecten voorzien op de operationele gereedheid van de krijgsmacht.
Vervolg
De inzet is en blijft om hulpgoederen aan Gaza over land bij de bevolking te krijgen.
De volledige medewerking van de Israëlische autoriteiten en Hamas is daarbij een belangrijke
voorwaarde.
Financiën
Voor deze inzet is EUR 1 mln. uit het budget voor ontwikkelingshulp ter beschikking
gesteld. Hiervoor wordt het convenant noodhulp aangewend.
Tot slot
Tot slot, het kabinet wil zoveel mogelijk bijdragen aan het verlichten van het lijden
van de Palestijnse bevolking in Gaza. Om op korte termijn de hongersnood onder Gazanen
verlichten kies het kabinet ook voor de inzet van airdrops. Naast airdrops blijft het voor Nederland hoofdzakelijk van belang dat er onmiddellijke, ongehinderde
en veilige toegang komt voor hulporganisaties tot de gehele Gazastrook.
Het kabinet blijft daarnaast benadrukken dat het essentieel is dat er spoedig een
staakt-het-vuren komt tussen Israël en Hamas van alle gijzelaars, het lenigen van
de humanitaire noden en een duurzame oplossing, waarbij voor het kabinet de tweestatenoplossing
het uitgangspunt blijft. Het kabinet onderstreept dat er geen rol is voor Hamas in
de toekomst van Gaza.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie