Brief regering : Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2025
30 821 Nationale Veiligheid
Nr. 305 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juli 2025
Hierbij bied ik uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
en de Minister van Defensie, het door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(AIVD), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) gepresenteerde Dreigingsbeeld Statelijke
Actoren 2025 (hierna: DBSA) aan.
Het DBSA 2025 beschrijft hoe de dreiging vanuit statelijke actoren aanhoudend sterk
aanwezig is en op onderdelen is toegenomen. Statelijke actoren bedreigen de Nederlandse
veiligheidsbelangen, via een breed palet aan methodes. Het DBSA beschrijft onder meer
dat de tegenstellingen tussen Rusland en het westen verdiepen en het risico op (onbedoelde)
verdere escalatie is toegenomen. Rusland lijkt steeds meer sabotageacties uit te voeren
om onrust aan te wakkeren in Europa. Daarnaast is de dreiging van spionage door landen
als China, Rusland en Iran onverminderd hoog en lijken steeds meer landen te proberen
om de Nederlandse samenleving en politieke besluitvorming te beïnvloeden via laagdrempelige
digitale spionage, intimidatie of de verspreiding van desinformatie. Dat de internationale
veiligheidssituatie de afgelopen jaren sterk is verslechterd en de mondiale verhoudingen
veranderen en onder druk staan, heeft hierop een versterkend effect. Daarnaast zorgt
dit ervoor dat de weerbaarheid tegen statelijke dreigingen steeds meer gepaard gaat
met onzekerheden over de nabije toekomst. Dit alles kan grote gevolgen hebben voor
onze nationale veiligheid.
Doorontwikkeling aanpak statelijke en hybride dreigingen
Het is cruciaal dat Nederland, in nauwe samenwerking met EU-partners, bondgenoten
en gelijkgezinde landen, in staat is om de hybride en statelijke dreigingen nu en
in de toekomst het hoofd te bieden. Hiervoor moeten we beschikken over een effectief
en samenhangend instrumentarium om dreigingen te voorkomen, te mitigeren en hierop
te reageren. De afgelopen jaren heeft de aanpak statelijke dreigingen hier een solide
basis voor gelegd. Binnen deze aanpak wordt de inzet van overheidspartijen, het bedrijfsleven
en kennisinstellingen verbonden en wordt ingezet op het versterken van het vermogen
om dreigingen te detecteren, het voorkomen van kwetsbaarheden en het waar nodig voorzien
in een reactie.
Tegelijkertijd hecht ik eraan om te blijven bezien of de aanpak voldoende is en aansluit
op de veranderende dreiging. Ook in het licht van de actielijnen van de Veiligheidsstrategie
is een proactieve inzet op het tegengaan van statelijke en hybride dreigingen noodzakelijk.
De aanpak van statelijke en hybride dreigingen zal daarom de komende tijd worden doorontwikkeld.
Het DBSA legt hiervoor de noodzakelijke analytische basis. Uw Kamer wordt op een later
moment geïnformeerd over deze doorontwikkeling.
Maatschappelijke weerbaarheid tegen hybride en militaire dreigingen
Op korte termijn is het noodzakelijk om ook de maatschappelijke weerbaarheid bij een
militair conflictscenario te verhogen. Deze weerbaarheidsopgave, waarover uw Kamer
op 6 december en 11 juli jl. reeds is geïnformeerd1, brengt in kaart wat er extra nodig is specifiek om hybride dreigingen in aanloop naar en tijdens een conflict het hoofd te bieden. De bredere aanpak van statelijke en hybride dreigingen
richt zich op de gehele breedte van de dreigingen zoals beschreven in het DBSA 2025,
waaronder economische veiligheid, kennisveiligheid en ongewenste buitenlandse inmenging.
Uiteraard wordt deze aanpak in nauwe samenhang met de weerbaarheidsopgave doorontwikkeld.
Maatregelen in het licht van de weerbaarheidsopgave leveren immers een belangrijke
bijdrage aan de bredere weerbaarheid tegen statelijke en hybride dreigingen en vice
versa. Zo waarborgen we de weerbaarheid tegen deze dreigingen en daarmee onze nationale
veiligheid, nu en in de toekomst.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid