Brief regering : WODC Incidentenmonitor 2024
19 637 Vreemdelingenbeleid
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 3455 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2025
Hierbij bied ik u het rapport «Incidenten en misdrijven door bewoners van COA- en
tgo-locaties 2017–2024» aan. Dit rapport heeft als doel om overlast en criminaliteit
door asielzoekers in beeld te brengen, waarbij de doelgroep bestaat uit bewoners van
COA-locaties en tijdelijke gemeentelijke opvanglocaties1. De zogeheten Incidentenmonitor wordt jaarlijks verzorgd door het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Datacentrum (WODC).
Bevindingen WODC-rapport
In 2024 waren er 106.065 unieke vreemdelingen die verbleven op een COA-locatie, noodopvanglocatie
of een tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie (tgo). Het rapport richt zich enerzijds
op incidenten geregistreerd door het COA en anderzijds op misdrijven geregistreerd
door politie, Openbaar Ministerie en Rechtspraak. Het aandeel unieke vreemdelingen
dat betrokken is geweest bij een agressie- of geweldsincident is toegenomen2. Het aandeel in 2024 was 11% ten opzichte van 9% in 2023. Het aandeel unieke vreemdelingen
dat door de politie is geregistreerd en dat verdacht werd van een misdrijf is ten
opzichte van 2023 gelijk gebleven (3%).
Incidenten
In 2024 registreerde COA 16.200 incidenten van verbale suïcidedreiging, zelfdestructieve
acties en fysieke, verbale en non-verbale agressie en geweld. Dit is een toename van
21% ten opzichte van een jaar eerder, toen er 13.380 incidenten werden geregistreerd.
De stijging in het aantal incidenten lijkt volgens het WODC voor een groot deel samen
te hangen met de stijging van de gemiddelde dagelijkse bezetting in COA- en tgo-locaties
met 24% (van 53.610 in 2023 naar 66.450 in 2024).
Opvallend is het aandeel amv op het totaal aantal betrokkenen bij incidenten. Dit
aandeel is meer dan een derde (36% in 2024, tegenover 31% in 2023) terwijl slechts
6% van de gemiddelde bezetting in 2024 voor rekening van deze opvangvorm kwam. Overigens
is de kans dat incidenten door bewoners van amv-locaties worden geregistreerd groter
dan voor andere opvangvormen, omdat er intensievere begeleiding op deze locaties aanwezig
is.
Het COA heeft in 2024 naar aanleiding van de 16.200 geregistreerde incidenten, 12.060
keer een maatregel opgelegd. Dit is een toename van 37% in vergelijking met 2023.
Het WODC geeft aan dat dit vermoedelijk ook samenhangt met de toename van de gemiddelde
bezetting en de daarmee samenhangende toename van het aantal incidenten in 2024.
In 2024 had 40% van de unieke betrokkenen bij incidenten de Syrische nationaliteit.
Syriërs vormen met 41% ook de grootste nationaliteit binnen de doelgroep in 2024.
Afgezet tegen de totale groep Syrische bewoners van COA- en tgo-locaties in 2024,
was 11% van de Syriërs betrokken bij een incident. Nationaliteiten met relatief hoge
aandelen betrokkenen bij incidenten zijn onder andere Algerijns (32%), Tunesisch (31%)
en Marokkaans (28%).
Misdrijven
In 2024 werden 5.875 misdrijven door de politie geregistreerd waarbij een COA-of tgo-bewoner
verdachte was, ten opzichte van 6.755 in 2023. In lijn met voorgaande jaren zijn vermogensmisdrijven
het meest voorkomende delictstype waar asielzoekers van worden verdacht. Het aantal
verdachtenregistraties dat in 2024 is vastgelegd, waarbij de verdachte op het moment
van het plegen van het misdrijf op een COA- of tgo-locatie verbleef, is dus met 13%
ten opzichte van een jaar eerder afgenomen. Hoewel dit een positieve trend lijkt,
is het lastig om deze ontwikkeling goed te duiden. De politie maakt geen onderscheid
in doelgroepen voor het bepalen van haar inzet. De afname hangt waarschijnlijk samen
met de algemene vermindering van instroom van winkeldiefstallen en keuzes in de afdoening
daarvan door het Openbaar Ministerie.
8% van de amv werd geregistreerd als verdachte van een misdrijf, terwijl dat aandeel
op 3% lag voor de totale groep bewoners. Binnen de groep verdachten van misdrijven
is bijna een kwart (23%) van de verdachten een amv.
Nationaliteiten met relatief hoge aandelen verdachten (onder de totale groep COA-bewoners)
zijn Algerijns (36%), Marokkaans (25%) en Tunesisch (17%).
In 2024 heeft het OM 3.420 misdrijfzaken afgedaan waarvan de verdachte op het moment
van plegen op een COA- of tgo-locatie verbleef, 20% minder dan in 2023. In 64% van
de zaken in 2024 heeft het OM de beslissing genomen om te dagvaarden. In 3% wordt
er voor een strafbeschikking of transactie gekozen en in een derde van de zaken wordt
er voorwaardelijk of onvoorwaardelijk geseponeerd (33%). In vergelijking met de algemene
Nederlandse bevolking, werd in 20233 in de algemene bevolking minder vaak gedagvaard (44%), was er vaker sprake van een
strafbeschikking of transactie (23%) terwijl het aandeel sepots gelijk is (33%). Mogelijk
heeft dit te maken met het type misdrijf dat gepleegd is. COA-bewoners zijn naar verhouding
vaker verdachte van vermogensmisdrijven. Mogelijk hangen de genoemde verschillen in
wijze van afdoening samen met de aard van de gepleegde misdrijven of speelt de afweging
hoe kansrijk de tenuitvoerlegging van een (alternatieve) straf of maatregel wordt
geacht een rol.
In 2024 heeft de rechter in eerste aanleg 1.975 misdrijfzaken afgedaan waarvan de
verdachte op het moment van plegen op een COA- of tgo-locatie verbleef. Dat is een
daling van 26% ten opzichte van 2023. Er is overigens geen een-op-een relatie tussen
het aantal door de politie geregistreerde verdachten in een jaar en het aantal door
het OM en de Rechtspraak afgedane zaken in datzelfde jaar, omdat zaken niet noodzakelijkerwijs
binnen het jaar waarin het misdrijf gepleegd werd, worden afgedaan.
De daling is waarschijnlijk gerelateerd aan het geringere aantal zaken dat bij politie
en Openbaar Ministerie is binnengekomen waarvan de verdachte verbleef op een COA-
of tgo-locatie.
Beleidsreactie
Hoewel een grote meerderheid van de asielzoekers niet betrokken is bij incidenten
en misdrijven, blijkt uit de cijfers dat overlastgevend en crimineel gedrag een aanhoudend
probleem is. Bepaalde groepen zijn relatief vaak betrokken bij incidenten en misdrijven.
De impact hiervan op medebewoners van het azc, medewerkers uit de vreemdelingenketen,
omwonenden en ondernemers is groot. Daarom past een harde aanpak, om overlastgevers
duidelijk te maken dat de autoriteiten in Nederland normerend optreden en lik-op-stuk
geven. Ook onder de huidige politieke omstandigheden blijft dit demissionaire kabinet
maximaal inzetten op een adequate aanpak van overlast.
Daarvoor staan de vreemdelingenketen en de strafrechtketen samen aan de lat. Een effectieve
aanpak vereist korte lijnen tussen de betrokken organisaties in de vreemdelingenketen
en strafrechtketen om vanuit een volledige informatiepositie een persoonsgerichte
aanpak uit te voeren. Daarbij zijn de vier pijlers van de nationale aanpak richtinggevend:
(1) de asielprocedure snel en slagvaardig afdoen zodat de overlastgevende asielzoeker
niet langer in de opvang blijft dan nodig, (2) maatwerk bieden in de opvang en inzetten
op het voorkomen van incidenten door bijvoorbeeld intensieve begeleiding op locatie
of overplaatsing naar een modaliteit voor overlastgevende asielzoekers zoals de handhaving-
en toezichtlocatie, (3) lik-op-stuk toepassen bij crimineel gedrag door middel van
een snelle en effectieve strafoplegging en (4) na afwijzing geprioriteerd inzetten
op vertrek uit Nederland. Op casusniveau worden ernstige overlastgevende asielzoekers
op de zogeheten Top-X lijst worden geplaatst. In het lokaal ketenoverleg (lko) wordt
een persoonsgerichte aanpak voor de personen op deze lijst ontwikkeld.
Met betrekking tot de kenmerken van betrokkenen bij incidenten en verdachten van misdrijven
komt eenzelfde beeld naar voren als in eerdere edities van de Incidentenmonitor. Het
gaat vaak om mannen en personen jonger dan 30 jaar oud. Ook voor de algemene Nederlandse
bevolking geldt dat mannen en jongvolwassenen oververtegenwoordigd zijn onder verdachten
van misdrijven. Opvallend voor 2024 is de sterke stijging van het aandeel alleenstaande
minderjarige vreemdelingen dat betrokken is bij incidenten of verdacht wordt van een
misdrijf. De cijfers wijzen uit dat ongeveer een derde (34%) van de amv in 2024 werd
geregistreerd als betrokkene bij een agressie en geweldsincident, tegenover 11% van
de totale groep COA-bewoners. Van de amv werd 8% verdacht van een misdrijf, tegenover
3% onder de totale groep. Mogelijk hangt deze oververtegenwoordiging deels samen met
de demografische samenstelling van de groep amv, gezien het feit dat ook voor de algemene
Nederlandse bevolking geldt dat mannen en jongvolwassenen oververtegenwoordigd zijn
onder verdachten van misdrijven. Andere mogelijke verklaringen voor de oververtegenwoordiging
van deze groep liggen volgens de onderzoekers in de inzet van de politie (registratie-effect)
en de omstandigheden op opvanglocaties.
Deze cijfermatige ontwikkelingen, in combinatie met recente signalen vanuit een aantal
gemeenten, onderstreept de noodzaak alert te zijn op overlast door amv en permanent
te bezien waar de aanpak op onderdelen kan worden versterkt. Het COA zet daarbij maximaal
in op preventie van overlast en intensieve begeleiding en meldt amv zonodig aan voor
de Top-X aanpak.
Amv kunnen bij aanhoudend overlastgevend gedrag worden overgeplaatst naar gespecialiseerde,
kleinschalige opvang. In Perspectief Opvang Nidos (PON) worden amv opgevangen die
ernstige overlast hebben veroorzaakt. Zij krijgen in een aangepaste setting intensieve
begeleiding. Om de capaciteit voor de opvang van overlastgevende amv uit te breiden,
is het streven om de PON op korte termijn uit te breiden. Recent is ook de iba (intensieve
begeleiding amv) in Nijmegen geopend, een speciale opvangvorm voor alleenstaande minderjarige
vreemdelingen met zorgelijk gedrag.
In de afgelopen periode hebben meerdere gemeenten zich gemeld met betrekking tot de
overlastproblematiek van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Daaruit kwam het
beeld naar voren dat het relatief vaak gaat om een (mobiele) groep amv, die overlast
pleegt in een andere gemeente dan waar zij feitelijk verblijven. Naar aanleiding daarvan
zijn extra afspraken gemaakt over de aansluiting tussen gemeenten en betrokken organisaties
uit de vreemdelingen- en strafrechtketen. Om te waarborgen dat casusregie wordt gevoerd
om overlast te voorkomen en te beperken, is het van belang dat gemeenten, politie,
Nidos en COA elkaar (tijdig) informeren om elkaar zo optimaal in stelling te brengen.
Het uitgangspunt is dat bij ernstige misdrijven er alles aan wordt gedaan om het verblijfsrecht
te weigeren of in te trekken van asielzoekers, inclusief alleenstaande minderjarige
vreemdelingen. Daartoe is eerder besloten om bij de beoordeling of een asielvergunning
moet worden ingetrokken of geweigerd wegens openbare orde, ook veroordelingen van
minderjarigen die zijn berecht volgens het jeugdstrafrecht mee te wegen.4 De IND kan de verblijfsvergunning asiel weigeren of intrekken op grond van openbare
orde indien de vreemdeling (onherroepelijk) is veroordeeld voor een (bijzonder) ernstig
misdrijf, de vreemdeling een gevaar voor de gemeenschap vormt en de afwijzing of intrekking
evenredig is. Daarbij moet wel worden voldaan aan eisen die door de jurisprudentie
op grond van de EU-Kwalificatierichtlijn worden gesteld. Bij een intrekking moet er
ook worden voldaan aan de glijdende schaal. Terugkeer naar het land van herkomst kan
alleen plaatsvinden als vast is komen te staan dat er sprake is van adequate opvang
in het land van herkomst bij familieleden of in een opvangfaciliteit.
Naast deze maatregelen verwacht ik dat de lopende wetstrajecten bijdragen aan een
afname van overlast. Tevens wordt middels de voorgestelde uitbreiding van de ongewenstverklaring
het handelingsperspectief ten aanzien van criminele en daarmee veelal overlastgevende,
onrechtmatig verblijvende vreemdelingen van buiten de EU versterkt.
Tot slot
Het rapport geeft, gezien de kwantitatieve aard van het onderzoek, geen antwoord op
de vraag waarom een in omvang beperkt deel van de asielzoekers overlastgevend gedrag
vertoont. Meer inzicht in de drijfveren voor overlastgevend en crimineel gedrag van
asielzoekers helpt om nog effectiever in te kunnen zetten op preventie en sancties.
Ik verwacht dat het onderzoek naar de (grond)oorzaken van overlastgevend gedrag, dat
in opdracht van het WODC wordt uitgevoerd, in september 2025 zal zijn afgerond.
Verder voert het WODC een onderzoek uit waarin kenmerken van de bewonersgroepen op
individuele locaties centraal staan. Dit duidingsonderzoek dat naar verwachting voor
einde van dit jaar zal zijn afgerond, zal handvatten bieden om het plaatsingsbeleid
zodanig in te richten dat overlast zoveel mogelijk wordt beperkt.
Omwonenden, ondernemers en andere bewoners van een azc mogen niet de dupe worden van
het feit dat we opvang bieden aan asielzoekers die daar recht op hebben. Met de maatregelen
onder de vier pijlers van de nationale aanpak worden overlastgevende asielzoekers
adequaat aangepakt. Zo merken overlastgevers dat negatief gedrag niet wordt getolereerd
en dat de autoriteiten in Nederland normerend optreden.
De Minister voor Asiel en Migratie, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie