Brief regering : Diverse onderwerpen op het gebied van migratie
30 573 Migratiebeleid
19 637
Vreemdelingenbeleid
Nr. 229
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2025
Op 11 maart jl. heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over de actuele situatie
in de asielketen. In die brief1 hebt u kunnen lezen dat de druk op de Migratieketen onverminderd hoog is. Daarnaast
is een schets gegeven van de opgave van dit demissionaire kabinet en de organisaties
in en rond de Migratieketen.
In deze brief kom ik onder meer terug op verschillende – door uw Kamer aangenomen
– moties en toezeggingen met betrekking tot de Migratieketen.
Toezeggingen over de voortgang en uitkomsten van het vervolgonderzoek naar fraude
bij de IND2
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over het uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek
naar aanleiding van meldingen over mogelijke fraudesignalen bij de behandeling van
aanvragen om een verblijfsvergunning bij de IND.3 Het onderzoek is uitgevoerd in twee delen: een oriënterend onderzoek (vooronderzoek)
en een disciplinair feitenonderzoek (vervolgonderzoek). Beide onderdelen zijn afgerond
en het onderzoeksrapport is op 30 april 2025 opgeleverd.
De belangrijkste conclusie uit het rapport luidt dat uit het onderzoek niet is gebleken
dat er sprake is van fraude. Wel toont het onderzoek aan dat in een aantal van de
onderzochte zaken onvoldoende zorgvuldig is gehandeld. De toetsing aan de geldende
voorwaarden voor de verlening van een verblijfsvergunning (in het kader van gezinsvorming)
in die specifieke zaken is niet juist geweest. De IND zal bezien of dit breder voorkomt
in de beslispraktijk en of aanvullende maatregelen nodig zijn in het kader van het
borgen van de kwaliteit, met oog voor aspecten als beslisruimte, snelheid en zorgvuldigheid.
Omdat het rapport specifiek ziet op een (beperkt) aantal personen, is dit vertrouwelijk
van aard en kan dit niet integraal worden gedeeld. Inzage in het rapport door de Interdepartementale
Bijzonder Vertrouwenspersoon is mogelijk wanneer daartoe toestemming van betrokken
medewerkers wordt verleend.
Moties Brekelmans en Van den Brink inzake gebruik van informatie uit mobiele telefoons
Zoals per brief4 betreffende diverse onderwerpen op het gebied van migratie van 4 februari 2025 jl.
aan uw Kamer is meegedeeld, wordt voor de uitwerking van moties van de leden Brekelmans
en Van den Brink5,
6, in aanloop naar de implementatie van het Migratiepact verkend op welke wijze conform
de nieuwe vereisten uit de Screenings- en Asielprocedureverordening uitvoering kan
worden gegeven aan het gebruiken van informatie verkregen via het uitlezen van mobiele
telefoons, voor de toetsing van het asielrelaas. Om dit mogelijk te maken – maar ook
naar aanleiding van kritische Afdelingsuitspraken over de huidige praktijk – ga ik
een wetsvoorstel in consultatie brengen. Op 9 april 2025 heeft uw Kamer de wetgevingskalender
ontvangen. Mijn planning is om in het najaar van 2025 het wetsvoorstel in consultatie
te brengen dat de ambities mogelijk maakt binnen een gedegen juridisch kader. Indiening
van dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer na advisering door de Raad van State volgt
hierop. Indiening bij uw Kamer is voorzien in Q2 2026.
Motie over inventariseren welke structurele investeringen noodzakelijk zijn om te
komen tot een robuuste en wendbare asielketen
Ik vind het van groot belang dat we komen tot een robuuste en wendbare asielketen.
Dat gaat helaas niet over één nacht ijs. Naar aanleiding van de motie7 van lid Bisschop van de SGP worden bij verschillende ketenpartners acties uitgewerkt
om inzichtelijk te maken welke investeringen noodzakelijk zijn om te komen tot een
robuuster en wendbaarder systeem. Mijn departement is hierover in afstemming met de
ketenpartners. De verschillende onderzoeken richten zich bijvoorbeeld op de basiscapaciteit
van het COA of de toekomstbestendige bekostigingssystematiek van de IND. Maar, middelen
zijn niet altijd de oplossing voor de problemen die zich nu voordoen in de asielketen.
Daarom wordt ook gekeken naar hoe, waar mogelijk, bestaande processen effectiever
en efficiënter kunnen worden gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden met de wijzigingen
die in het kader van het migratiepact moeten worden geïmplementeerd.
Motie Boomsma over de asielprocedure voor asielzoekers uit veilige landen binnen twee
weken doorlopen8
De IND behandelt asielaanvragen die behoren tot de doelgroep kansarm en veiligelanders
in spoor 2 versneld. Asielzoekers uit deze doelgroep worden geplaatst in de procesbeschikbaarheidslocatie
(pbl) alwaar gewerkt wordt met de procesbeschikbaarheid aanpak (pba). De pba is een
escalatiemodel dat bestaat uit verschillende treden en een set aan maatregelen waarbij
een steeds zwaarder regime kan worden toegepast als de asielzoeker niet meewerkt aan
zijn procedure of overlast veroorzaakt. Daarbij is het uitgangspunt dat de asielzoeker
steeds beschikbaar is met het oog op een versnelde procedure, die uiteindelijk moet
gelden voor alle kansarme aanvragerstrede. Aanvragen uit de doelgroep veiligelanders
(pba trede 1) worden met voorrang door de IND opgepakt.
Wanneer deze doelgroep overlast veroorzaakt, worden zij in de pbl geplaatst. Hier
handelt de IND de zaak in principe binnen 4 weken af. Hierbij speelt mee dat er sprake
is van vrijheidsbeperking. Daarnaast worden overlastgevers uit spoor 2 en 4 opgepakt
door de interventieteams in Ter Apel en Budel en met voorrang afgehandeld.
Toezegging over het periodiek aan de Kamer te rapporteren over de versnelde afhandeling
van veiligelanders
In de Kamerbrief9 van 23 april jl. is uw Kamer geïnformeerd over het versneld doorlopen van de asielprocedure
voor asielzoekers uit de doelgroep kansarm Voor wat betreft de toezegging over manier
van rapporteren over de monitoring afhandeling kansarme asielaanvragen die tot de
doelgroep pba behoren binnen 4 weken, is de IND op dit moment druk bezig dit proces
te optimaliseren maar is meer tijd nodig om cijfers te kunnen leveren. Op dit moment
houdt de IND dit nog niet op deze wijze bij.
Overlastgevers uit spoor 2 en 4 worden binnen 4 weken afgehandeld zodra deze in behandeling
worden genomen door het interventieteam.
Intrekken verlenging beslistermijnen
Op 8 mei 2025 heeft het Europees Hof van Justitie (hierna: het Hof) de prejudiciële vragen beantwoord die de Afdeling Bestuursrechtsspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling)
in november 2023 heeft gesteld. De vragen van de Afdeling hadden betrekking op de
categoriale verlenging van de beslistermijn van alle asielaanvragen die zijn ingediend
vanaf de datum van inwerkingtreding, 27 september 2022, en voor alle asielaanvragen
waarvan de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken. Deze verlenging is vervolgens
elk jaar op 1 januari vernieuwd met de laatste verlenging voor alle asielaanvragen
die zijn ingediend vanaf 1 januari 2025. Ondanks dat de Afdeling nog geen uitspraak
heeft gedaan, geeft het arrest van het Hof aanleiding om de verlenging van de beslistermijn
voor alle lopende zaken vanaf 1 januari 2024 in te trekken. De uitspraak van de Afdeling
over de eerste 2 verlengingen wordt afgewacht. Op korte termijn zal een Wijzigingsbesluit
Vreemdelingencirculaire wordt gepubliceerd.
Zeevarenden
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, inhoudende
dat zeevarenden die in een zeehaven aan boord van een zeeschip gaan pas mogen worden
uitgestempeld wanneer het vertrek van het zeeschip aanstaande is10, heeft gevolgen voor zeevarenden uit derde landen, die in verband met het verrichten
van schepelingendienst langer dan 90 dagen binnen 360 dagen in een Nederlandse zeehaven
verblijven. De praktijk waarin zij met een visum voor kort verblijf via een luchthaven
(meestal Schiphol) naar Nederland komen, op de luchthaven worden ingestempeld door
de Koninklijke Marechaussee en bij het aan boord gaan van het schip al worden uitgestempeld
door de Zeehavenpolitie of Koninklijke Marechaussee, voldoet niet aan de Schengengrenscode.
Er mag pas worden uitgestempeld wanneer het vertrek van het schip uit de haven aanstaande
is.
Vanwege het grote economische belang van de maritieme sector heb ik besloten om voor
deze zeevarenden, die voor het verrichten van schepelingendienst langer dan 90 dagen
binnen 360 dagen op een zeeschip in een Nederlandse zeehaven verblijven, de mogelijkheid
te creëren om een verblijfsvergunning aan te vragen. Het gaat naar schatting om een
paar honderd zeevarenden per jaar. Zij verblijven langer dan 90 dagen op het zeeschip,
bijvoorbeeld omdat het schip wacht op een volgende opdracht c.q. daarvoor moet worden
voorbereid of omdat het schip grootschalig wordt gerepareerd/gerenoveerd. Voorwaarde
is dat de zeevarenden alleen de gebruikelijke schepelingendienst aan boord van het
zeeschip mogen verrichten; daarbij wordt aangesloten bij de uitzondering op de tewerkstellingsvergunningsplicht
in artikel 4.5, sub b, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022. De
verblijfsvergunning zal voor ten hoogste 11 maanden worden verleend en niet verlengbaar
zijn. Gezinshereniging is niet toegestaan. Wat betreft de beloning wordt aangesloten
bij de normen die voortvloeien uit het Maritiem Arbeidsverdrag, 2006. De nieuwe toelatingsregeling
biedt een oplossing voor een reeds bestaande categorie derdelanders die in een Nederlandse
zeehaven verblijft.
Om misbruik van de regeling te voorkomen, wordt een aantal maatregelen genomen. Zo
zal bijvoorbeeld bij de aanvraag om de verblijfsvergunning het zeemansboekje moeten
worden overgelegd, de minimumbemanning van het schip moeten worden aangegeven en moet
de werkgever verklaren dat uitsluitend schepelingendienst zal worden verricht. De
IND kan volgens de gebruikelijke samenwerking met de Arbeidsinspectie concrete signalen
van mogelijke illegale tewerkstelling melden bij de Arbeidsinspectie en ook zelf interne
of externe signalen onderzoeken. Daarnaast zal de uitvoering van de regeling worden
gemonitord. Ik verwacht dat de regeling per 1 januari 2026 van kracht wordt.
Inreisverbod stakende vrachtwachtenchauffeurs11
Tijdens het commissiedebat over Regulier Verblijf (Kamerstuk 19 637, nr. 3426) stelde uw Kamer vragen over de vrachtwagenchauffeurs uit Azië, die vanwege een conflict
met hun Litouwse werkgever staakten en al geruime tijd op een parkeerplaats verbleven,
en het niet opleggen van een inreisverbod. Ik kan u meedelen dat deze chauffeurs inmiddels
uit Nederland zijn vertrokken zonder dat een inreisverbod is opgelegd.»
Financiële onrechtmatigheid bij subsidie-ontvanger van DTenV
Bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV) is een financiële onregelmatigheid geconstateerd,
waar ik uw Kamer op basis van de handreiking melding integriteitsschendingen (potentieel)
significante financiële gevolgen voor het rijk over informeer. De Auditdienst Rijk
(ADR) is reeds geïnformeerd. De (potentiële) financiële impact bedraagt meer dan € 100.000.
Hoewel het onderzoek en de in dat kader gangbare procedures nog niet zijn afgerond,
zijn financiële onregelmatigheden vastgesteld in de subsidieverantwoording van Stichting
Goedwerk. Als gevolg daarvan heeft DTenV ca. € 250.000 aan subsidie teruggevorderd.
Deze terugvordering is in rechte vast komen te staan. Uiteenlopende stappen (onder
meer beslaglegging) hebben tot heden niet geleid tot terugbetaling noch zicht daarop.
De vaststelling van het laatste nog lopende project dat door Stichting Goedwerk met
subsidie van de DTenV is uitgevoerd vindt op korte termijn plaats. Afhankelijk van
het verloop daarvan kan de financiële impact toenemen. Direct na afronding van dit
dossier – naar verwachting Q4 2025 – ontvangt uw Kamer een update over de uitkomst,
tijdslijn en getroffen maatregelen.
De Minister van Asiel en Migratie, D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid