Brief regering : Behandeling Belastingplan 2026 en Fiscale Verzamelwet 2026
36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)
36 735 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet
2026)
Nr. 165 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2025
De vaste commissie voor Financiën heeft gevraagd of de wetswijziging ten behoeve van
het behoud van het verlaagd btw-tarief voor cultuur, media en sport kan worden vorm
gegeven via een nota van wijziging op de Fiscale verzamelwet 2026 (FVW26) (Kamerstuk
36 735). Daarnaast heeft zij gevraagd of zij nog wel een mogelijkheid heeft om amendementen
op het pakket Belastingplan 2026 in te dienen. In deze brief ga ik eerst in op de
vraag over de mogelijkheid tot het indienen van amendementen. Daarna ga ik in op de
keuze voor een zelfstandig wetsvoorstel voor de wetswijziging ten behoeve van het
behoud van het verlaagd btw-tarief voor cultuur, media en sport binnen het pakket
Belastingplan 2026.
Amendementen
De vaste commissie heeft gevraagd of het nog wel mogelijk is om amendementen in te
dienen op het pakket Belastingplan en of die nog tijdig kunnen worden verwerkt. Het
recht van amendement is een in de Grondwet opgenomen recht van de Tweede Kamer. Het
staat uw Kamer vrij om amendementen in te dienen op de wetsvoorstellen in het pakket
Belastingplan 2026. Tegelijkertijd brengt dit grondrecht een verantwoordelijkheid
met zich mee om op zorgvuldige wijze met amendementen om te gaan. Amendementen zijn
geen vrijblijvende toevoegingen. Deze kunnen, wanneer aangenomen, daadwerkelijke en
verstrekkende gevolgen hebben voor de samenleving. Het is van groot belang dat de
potentiële gevolgen en effecten van amendementen vooraf goed worden gewogen. Ik roep
de leden van uw Kamer dan ook op om de nodige terughoudendheid en zorgvuldigheid te
betrachten bij het indienen en het stemmen over amendementen. Ook de Raad van State
heeft hier onlangs aandacht voor gevraagd in haar briefadvies amendementen en wetgevingskwaliteit1.
De planning van de verkiezingen werpt op zichzelf geen uitvoeringstechnische belemmering
op voor de amendementen die worden ingediend. Wel zijn er gevolgen voor het tijdstip
waarop amendementen effect hebben. In mijn recente brief aan uw Kamer hierover2 heb ik aangegeven wat de mogelijke uitvoeringsgevolgen zijn van amendementen op bepaalde
belastingmiddelen. Op amendementen die tussen Prinsjesdag en stemmingen worden ingediend
zal ik tijdens de mondelinge behandeling mijn appreciatie geven. De Belastingdienst,
Douane en Dienst Toeslagen zullen daarbij, net als de afgelopen jaren, korte uitvoeringsanalyses
in de vorm van quickscans opleveren. Voor aangenomen amendementen worden uiteindelijk
reguliere uitvoeringstoetsen opgesteld.
Ter ondersteuning bij het opstellen van amendementen is de amendementenservice van
het Ministerie van Financiën beschikbaar. Deze service biedt Kamerleden hulp bij het
opstellen van een juridisch en technisch juist amendement, inclusief quickscan door
Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen.
Fiscale verzamelwet 2026 en wetsvoorstel wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur,
media en sport.
De vaste commissie voor Financiën heeft ook gevraagd of de wetswijziging ten behoeve
van het behoud van het verlaagd btw-tarief voor cultuur, media en sport kan worden
vorm gegeven via een nota van wijziging op de Fiscale verzamelwet 2026 (FVW26). Deze
nota van wijziging komt dan in de plaats van het voorgenomen separate wetsvoorstel
binnen het pakket Belastingplan 2026.
De FVW26 lost een aantal technische onjuistheden op die (bijna) geen budgettaire effecten
hebben. Het wetsvoorstel heeft een zorgvuldig en transparant wetgevingsproces doorlopen.
Zoals gebruikelijk is het voorstel getoetst door de Raad van State en andere adviesorganen.
De FVW26 is een verzamelwetsvoorstel en voldoet aan de criteria uit de notitie Verzamelwetgeving3 en de Aanwijzingen voor de regelgeving.4 Dit wetsvoorstel heeft thematische en uitvoeringstechnische samenhang. De FWV26 bestaat
uit verschillende maatregelen die te klein zijn voor een zelfstandig wetsvoorstel.
De wetsvoorstellen die deel uitmaken van het pakket Belastingplan zijn doorgaans nauw
verbonden met de begroting van het aansluitende begrotingsjaar en dienen naar het
oordeel van het kabinet op 1 januari van het betreffende jaar in werking te treden.
Dit geldt ook voor het Wetsvoorstel wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport. Bij de behandeling van het Belastingplan 2025 is de motie Van Dijk c.s. met algemene
stemmen aangenomen. Deze motie verzocht de regering om vóór de Voorjaarsnota in overleg
met de Tweede Kamer een alternatieve invulling voor de afschaffing van het verlaagde
btw-tarief op cultuur, media en sport te presenteren (Kamerstuk 36 602, nr. 140). Bij publicatie van de Voorjaarsnota 2025 op 18 april 2025 heeft het kabinet aangegeven
dat het ervoor kiest om het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport te behouden.
Dit wordt gedekt door de reguliere inflatiecompensatie in de inkomstenbelasting (via
de tabelcorrectiefactor) per 1 januari 2026 niet volledig toe te passen. Het is van
belang dat zowel de dekking als het behoud van het verlaagd btw-tarief per 1 januari
2026 in werking treden. Daarom heb ik ervoor gekozen beide maatregelen in één separaat
wetsvoorstel op te nemen, dat onderdeel is van het pakket Belastingplan 2026. Op deze
manier volgt het wetsvoorstel wel het parlementaire proces van het Belastingplan maar
heeft het parlement tegelijktijdig de mogelijkheid om deze onderwerpen van een separaat
politiek eindoordeel te voorzien.
Momenteel wordt het Wetsvoorstel wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport uitgewerkt. Binnenkort zal er advies worden gevraagd aan de Raad van State, de Autoriteit
Persoonsgegevens en de Raad voor de rechtspraak. Deze stappen zijn doorgaans niet
mogelijk wanneer maatregelen met spoed en via een nota van wijziging aan een wetsvoorstel
worden toegevoegd. Ik vind het belangrijk dat ook dit wetsvoorstel een zorgvuldig
wetgevingsproces doorloopt. Daarnaast rechtvaardigt het wetsvoorstel, volgens de aanwijzingen
voor de regelgeving, een zelfstandig wetsvoorstel. Ik ben voornemens het wetsvoorstel,
als integraal onderdeel van het pakket Belastingplan 2026, op Prinsjesdag aan uw Kamer
aan te bieden. Uiteraard bepaalt de Kamer zelf haar behandelagenda en staat het haar
vrij dit wetsvoorstel te agenderen binnen het tijdpad dat zij wenselijk acht.
Ik wil nogmaals benadrukken dat ik sta achter het voorgestelde pakket Belastingplan
2026 in zijn huidige vorm en de keuzes die tijdens het samenstellen van het pakket
zijn gemaakt. Ik zie op dit moment geen aanleiding om daar wijzigingen in aan te brengen.
De Staatssecretaris van Financiën, T. van Oostenbruggen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën