Brief regering : Nieuwe mijlpalen Strategisch Plan Verkeersveiligheid
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1181 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2025
Onder de paraplu van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV) werkt het
Rijk samen met gemeenten, provincies, waterschappen, vervoerregio’s en andere (maatschappelijke)
organisaties aan een verkeersveilig Nederland.1 En dat is hard nodig. In 2024 kwamen er 675 mensen om het leven in het verkeer. Ruim
één derde hiervan zat op de fiets.2 Bovendien raakten in 2023 naar schatting 7.400 personen ernstig gewond, waarvan 70 procent
een fietsongeval was.3, 4 In deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over het SPV, de resultaten uit de derde
tranche van de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid, het Meerjarenplan Fietsveiligheid
2025–2029 en de nieuwe bestuurlijke afspraken SPV 2025–2029.
Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV)
Het SPV is in 2018 samen met alle – voor verkeersveiligheid verantwoordelijke – medeoverheden
en andere (maatschappelijke) partijen opgesteld om het aantal verkeersslachtoffers
te reduceren. In het SPV staat risicogestuurd werken centraal: een proactieve aanpak
van de grootste risico’s in het verkeer door maatregelen op het gebied van infrastructuur,
voertuigen, verkeersgedrag en verkeershandhaving.
Onderdeel van het SPV is de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid. Het Ministerie
van IenW heeft in 2020 € 500 miljoen beschikbaar gesteld voor bewezen effectieve maatregelen
die een impuls geven aan de verkeersveiligheid. Daarvan is € 450 miljoen beschikbaar
voor het veiliger maken van infrastructuur die in beheer is van medeoverheden5. Denk hierbij aan de aanleg van rotondes, vrijliggende fietspaden en drempels. Recent
hebben de SPV-partners besloten om de overige € 50 miljoen in te zetten voor de uitvoering
van het Meerjarenplan Fietsveiligheid (en dan voetnoot naar bijlage 2). Hiervan is
reeds € 1 miljoen gereserveerd voor urgente fietsmaatregelen die al in 2024 zijn opgestart.
Resultaten eerste aanvraagtijdvak derde tranche investeringsimpuls
Begin dit jaar heeft de Minister van IenW het eerste aanvraagtijdvak van de derde
tranche van de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid aangekondigd. Hier is goed gebruik
van gemaakt: het Rijk heeft € 119 miljoen verstrekt, verdeeld over 193 provincies,
gemeenten en waterschappen. Dit bedrag wordt door de medeoverheden minimaal verdubbeld,
en waarmee in de jaren 2025 tot en met 2028 verkeersveiligheidsmaatregelen op het
onderliggend wegennet worden gerealiseerd.
Tijdens de eerste en tweede tranche had 84 procent van de medeoverheden een aanvraag
ingediend voor de investeringsimpuls. Tijdens het eerste aanvraagtijdvak van de derde
tranche hebben 26 medeoverheden voor het eerst een aanvraag ingediend. Dit betekent
dat momenteel bijna 91 procent van de medeoverheden een aanvraag voor de investeringsimpuls
heeft gedaan.
De meest aangevraagde maatregelen zijn snelheid remmende maatregelen zoals de aanleg
van kruispuntplateaus, drempels of het aanleggen van gebiedsontsluitingswegen met
een snelheidslimiet van 30 km/u. Wat opvalt is dat veel van de aangevraagde maatregelen
tegemoetkomen aan de wens van de Kamer om extra aandacht te vestigen op de risicogroep
ouderen en seniorproof wegontwerp.6 Daarom zijn de aanleg van een vrijliggend voetpad, het aanbrengen van kant- en asmarkering
op fietspaden en het verwijderen fietspaaltjes, uitgelichte maatregelen op de zogeheten
menukaart in beeld.7 Daarnaast had de Kamer met de motie Grinwis c.s. verzocht om zich in te spannen om
het aantal drukke schoolroutes zonder vrijliggend fietspad op 80- en 50-kilometerwegen
terug te dringen8. Eerder heeft de Minister van IenW de wegbeheerders daarom aangemoedigd hiervoor
gebruik te maken van de derde tranche van de investeringsimpuls. Daarnaast heeft de
Minister de medeoverheden opgeroepen gericht maatregelen te treffen waarmee voorkomen
kan worden dat schoolroutes via 80- en 50-kilometerwegen lopen. Hieraan is goed gehoor
gegeven: medeoverheden hebben aanvragen ingediend voor de aanleg van in totaal bijna
80 kilometer aan vrijliggende fietspaden.
De komende periode wordt het eerste aanvraagtijdvak van de derde tranche besproken
met de SPV-partners, waarbij onder andere gekeken wordt naar hoe het nieuwe aanvraagproces
is ervaren. Daarnaast wordt uitgezocht waarom sommige gemeenten en waterschappen tijdens
dit tijdvak geen aanvraag hebben ingediend. Het voornemen is om in het derde kwartaal
van dit jaar een tweede aanvraagtijdvak open te stellen.
Meerjarenplan Fietsveiligheid 2025–2029
Samen met de SPV-partners heeft het Ministerie van IenW het Meerjarenplan Fietsveiligheid
2025–2029 opgesteld.9 Hiermee wordt ingezet op de belangrijkste fietsveiligheidsmaatregelen uit de SWOV
rapportage «Kiezen of delen», zoals het gebruik van de fietshelm stimuleren en het
veiliger maken van infrastructuur voor fietsers.10 Het Ministerie van IenW wil bovendien bijdragen aan het verbeteren van de fietsveiligheid
door organisaties aan te moedigen bestaande maatregelen door te ontwikkelen en ruimte
te bieden voor nieuwe initiatieven.
In de kern bestaat het Meerjarenplan Fietsveiligheid uit tien acties:
Nieuwe acties
Voortzetting lopende acties
• verminderen valrisico fietsers
• verminderen risicogedrag rondom fietsen
• kennisontwikkeling fietsveiligheid
• stimuleren fietshelmgebruik
• verminderen massa- en snelheidsverschillen op het fietspad
• stimuleren veilige fietsinfrastructuur
• programma Doortrappen
• fietsveiligheidscampagnes
• verkennen vervolgstappen fietsongevallendata
• Lichte Elektrische Voertuigen-kader
Het Meerjarenplan Fietsveiligheid geeft met de vijf nieuwe acties invulling aan de
resterende € 49 miljoen voor vernieuwende maatregelen binnen de Investeringsimpuls
Verkeersveiligheid.11, 12 Hiermee worden de toezeggingen aan de Kamer over het Meerjarenplan Fietsveiligheid
afgedaan.13
De nieuwe acties met betrekking tot valrisico, risicogedrag en kennisontwikkeling
worden vanuit één praktijkgericht kennisprogramma uitgevoerd door ZonMw.14 In dit programma worden subsidies verstrekt aan medeoverheden, kennisinstellingen
en marktpartijen voor het (door)ontwikkelen van maatregelen die de fietsveiligheid
verbeteren. Hierbij wordt de effectiviteit van (kennis)producten en interventies voor
fietsveiligheid onderzocht, met het doel dat deze opgeschaald en structureel geborgd
worden in beleid van het Rijk en/of medeoverheden. ZonMw werkt op dit moment het programmavoorstel
uit.
Naar verwachting zullen organisaties vanaf begin 2026 subsidie kunnen aanvragen voor
verschillende initiatieven om de fietsveiligheid te verbeteren.
Bestuurlijke afspraken SPV 2025–2029
Het SPV kent drie fasen, namelijk de introductieperiode (2018–2020), de implementatiefase
waarbij overheden ervaring opdoen met de nieuwe werkwijze en deze evalueren (2020–2025)
en de fase waarin overheden de aanpak verder professionaliseren en bijstellen aan
de hand van de geleerde lessen (2025–2030). Momenteel begeven we ons in de overgang
van de tweede naar de derde fase. Conform afspraak met de SPV-partners15 is het SPV geëvalueerd16 en zijn samen met de partners van het SPV bestuurlijke afspraken opgesteld tot en
met 2029.17
De overleggen met de SPV-partners over de bestuurlijke afspraken waren constructief.
Iedereen is het eens om extra in te zetten op het verminderen van het aantal fietsslachtoffers,
omdat dit momenteel de grootste risicogroep is in het verkeer. Het beschikbaar stellen
van de € 50 miljoen vanuit het Rijk voor meerjarenplan fietsveiligheid onderstreept
dit gezamenlijke beeld.
Uit de tussentijdse evaluatie van het SPV blijkt dat wegbeheerders behoefte hebben
aan concrete, haalbare kortetermijndoelstellingen. Daarnaast wordt de gestelde ambitie
van nul verkeersslachtoffers in 2050 als onrealistisch ervaren. In de bestuurlijke
afspraken staat daarom dat de SPV-partners de doelstellingen gaan opstellen voor de
grootste, beïnvloedbare risico’s op het gebied van veilige infrastructuur en veilige
voertuigen, op educatie en voorlichting en op verkeershandhaving. Voor iedere doelstelling
wordt een meetbare indicator opgesteld, bijvoorbeeld het fietshelmgebruik laten stijgen
tot 25% in 2035.
In het SPV staan drie pijlers centraal, namelijk een veilige infrastructuur, verkeerseducatie
en verkeershandhaving. Verkeersveilige infrastructuur zorgt ervoor dat verkeersdeelnemers
worden bewogen zich aan de regels te houden en het risico op ongevallen wordt verkleind.
Educatie draagt bij aan het begrip van weggebruikers hoe zij zich op de weg en naar
andere verkeersdeelnemers moeten gedragen. Verkeershandhaving ziet erop toe dat mensen
die de wet overtreden in het verkeer worden aangepakt. Wanneer overheden op alle drie
de pijlers inzetten, en deze in balans zijn, wordt het grootste effect behaald in
het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers. Daarom spreken de SPV-partners
bestuurlijk af om te verkennen hoe deze balans te bewaken.
Het Rijk werkt de bestuurlijke afspraken verder uit in de aanstaande uitvoeringsplannen
voor verkeersveiligheid, waaronder het Meerjarenplan Fietsveiligheid en het derde
Landelijk Actieplan Verkeersveiligheid, voor de jaren 2026–2029. Laatstgenoemde wordt
eind dit jaar met de Kamer gedeeld.
Tot slot
De opgave om de verkeersveiligheid te verbeteren is groot en de urgentie om met deze
opgave aan de slag te gaan wordt breed gevoeld. Deze opgave is een gedeelde verantwoordelijkheid
van het Rijk en de andere SPV-partners. Het zoveel mogelijk beperken van risico’s
vergt inspanningen gedurende een lange termijn van alle genoemde partijen. Met de
nieuwe bestuurlijke afspraken SPV 2025–2029 en het Meerjarenplan Fietsveiligheid 2025–2029
is het de intentie van het Ministerie van IenW om op korte termijn de samenwerking
tussen partijen te bevorderen en in het bijzonder de fietsveiligheid een impuls te
geven.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman
Indieners
-
Indiener
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat