Brief regering : Voortgang financieringsinstrument aantrekken internationale topwetenschappers
29 338 Wetenschapsbudget
Nr. 295
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2025
Op 20 maart jl. informeerde ik uw Kamer over het voornemen een financieringsinstrument
op te zetten met als doel het aantrekken van internationale topwetenschappers op terreinen
die van evident belang zijn voor Nederland.1 De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft sindsdien
voortvarend aan het financieringsinstrument gewerkt. In deze brief informeer ik uw
Kamer over de voortgang en uitwerking.
Om de toppositie van de Nederlandse wetenschap te behouden en te versterken, is het
cruciaal dat kennisinstellingen wetenschappers van topniveau blijven aantrekken, ontwikkelen
en behouden. Dit is essentieel voor het concurrentievermogen, de strategische autonomie
en de weerbaarheid van Europa en Nederland. Er is wereldwijd een stevige concurrentiestrijd
om talent gaande. Bovendien zorgen geopolitieke spanningen er momenteel voor dat de
internationale mobiliteit van wetenschappers toeneemt. Meerdere landen zetten daarom
nu extra in op het aantrekken en behouden van internationaal wetenschappelijk talent.
Om tot de voorhoede in de wetenschap te blijven behoren, is het cruciaal dat ook Nederland
dat doet. Het door NWO uitgewerkte instrument biedt de kennisinstellingen extra gelegenheid
om in het buitenland werkende topwetenschappers aan te trekken en daarmee onderzoekslijnen
te versterken die van belang zijn voor Nederland en Europa.
In de 1e suppletoire begroting van OCW heeft het kabinet hiervoor € 25 miljoen vrijgemaakt.
Het geld komt uit het budget voor de (niet wettelijk verplichte) loon- en prijsbijstelling
op begrotingsartikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid). Enerzijds betreft dit de
oorspronkelijke loonbijstelling over de regeling Matching Horizon Europe en het Delta
Climate Center (DDC) van € 2,9 miljoen in 2025. Hier is voor gekozen omdat 1) het
doel van het voorliggende instrument en de matchingsregeling in elkaars verlengde
liggen, en 2) een loonbijstelling voor het DCC niet nodig is vanwege een vast afgesproken
subsidiebedrag. Anderzijds betreft het € 10,6 miljoen vanuit de prijsbijstelling over
de OCW begroting in 2025. Dit telt op tot totaal € 13,5 miljoen in 2025. De daaropvolgende
jaren is de bijdrage tussen de € 2,6 tot € 3,0 miljoen tot en met 2029. Het gaat dus
om een meerjarige bijdrage aan NWO, omdat de beurzen die NWO zal toekennen een looptijd
van enkele jaren zullen hebben.
Ik ben blij dat NWO heeft besloten om dit bedrag te verdubbelen. Dit betekent dat
er een totaalbudget van € 50 miljoen beschikbaar is bij NWO voor het instrument. De
verwachting is dat hiermee zo’n 50 topwetenschappers kunnen worden aangetrokken.
Vanuit het instrument, dat van NWO de naam «Tulip Fund» heeft gekregen, worden wetenschappers van bovengemiddeld niveau gefinancierd die
thans in het buitenland werkzaam zijn. Met het oog op de versterking van zowel het
Nederlandse als het Europese concurrentievermogen, richt het instrument zich op topwetenschappers
die werkzaam zijn buiten de Europese Unie. Met de middelen kunnen de aanstelling en
eventuele materialen en/of een uitbreiding van de onderzoeksgroep van de betreffende
wetenschapper worden gefinancierd. Voor elke Nederlandse kennisinstelling die standaard
kan indienen bij NWO komt er een vast aantal posities beschikbaar. De kennisinstellingen
dienen een voordracht in bij NWO. Er is gekozen voor deze opzet omdat instellingen
zelf het beste kunnen inschatten waar de kansen liggen, omdat dit zorgt voor lage
uitvoeringslasten en omdat individuele competitie zo vermeden wordt. NWO laat de voordracht
vervolgens door een onafhankelijke commissie toetsen op kwaliteit en relevantie.
Ik ben ervan overtuigd dat met het totale budget en de vormgeving een slagkrachtig
en effectief instrument ontstaat dat ervoor zorgt dat topwetenschappers voor Nederlandse
kennisinstellingen zullen kiezen. NWO geeft aan in de tweede helft van juli de subsidiebrochure
te kunnen publiceren en de call te kunnen openstellen. Daarin zullen nadere details
bekend worden gemaakt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap