Brief regering : Verslag Energieraad (formeel) 16 juni 2025
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1144 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2025
Hierbij stuur ik u het verslag van de Energieraad (formeel) die op 16 juni 2025 plaatsvond
in Luxemburg.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Verslag formele Energieraad 16 juni 2025
Op 16 juni 2025 vond in Luxemburg de formele Energieraad plaats onder Pools voorzitterschap.
Op de agenda stond een beleidsuitwisseling over de REPowerEU routekaart voor het uitfaseren
van Russische energie-importen en de beoogde vaststelling van Raadsconclusies over
energieveiligheid. Daarnaast werden verschillende diversenpunten besproken, waaronder
fraude met biobrandstoffen, knelpunten in de implementatie van de methaanverordening
en bescherming van kritieke energie-infrastructuur in het volgende MFK. Aan het begin
van de Energieraad lanceerde de Europese Commissie de «Energy Union Task Force». Dit
platform, voorgezeten door de Commissie, beoogt informele samenwerking tussen lidstaten
op thema's als betaalbare energie, infrastructuurprojecten en beleidsuitdagingen.
Raadsconclusies Energieveiligheid
De conceptraadsconclusies werden gesteund door 25 lidstaten, maar konden niet als
Raadsconclusies worden vastgesteld vanwege het ontbreken van unanimiteit. De conclusies
zijn derhalve als Voorzittersconclusies aangenomen met de steun van 25 lidstaten,
waaronder Nederland.1 De twee blokkerende lidstaten verzochten uitstel van de publicatie van de aanstaande
juridische voorstellen voortvloeiend uit de REPowerEU routekaart, die een dag na de
Energieraad op 17 juni zouden worden gepubliceerd. In het kader van de afbouw van
Russische energie-import benadrukten deze lidstaten de kwetsbaarheid van landen met
geografische ligging zonder zeekust en daarmee zonder directe toegang tot LNG en olie-importfaciliteiten.
De conclusies bevestigen dat de EU werkt aan een transitie van haar energiesystemen
om een veilige, betrouwbare en betaalbare energievoorziening te waarborgen. Hiervoor
wordt benadrukt dat investeringen in grensoverschrijdende energie-infrastructuur,
energieopslag en netwerken nodig zijn. Ook wordt gewezen op het belang van energie-efficiëntie,
diversificatie van energiebronnen, bescherming van kritieke infrastructuur en weerbaarheid
tegen hybride dreigingen. Samen met een grote meerderheid in de Raad verwelkomde Nederland
de inhoud van de conceptconclusies en onderstreepte tijdens de Raad het belang van
versterking van de interne energiemarkt, diversificatie van energiebronnen en betere
interconnecties tussen lidstaten. Tevens sprak Nederland zijn steun uit voor het opnemen
van, en vasthouden aan, de verwijzingen naar de REPowerEU Roadmap en riep het op tot
versterkte Europese coördinatie ter bescherming van kritieke energie-infrastructuur.
REPowerEU routekaart
De Raad besprak de REPowerEU routekaart, gepubliceerd op 6 mei, gericht op de uitfasering
van energie-importen uit Rusland. De Kamer is reeds over deze routekaart geïnformeerd
in de Kamerbrief «Appreciatie Publicatie REPowerEU Routekaart».2 Op twee lidstaten na verwelkomden alle delegaties de routekaart en onderstreepten
het belang van versterkte samenwerking om energie-importen uit Rusland volledig af
te bouwen. Sommige lidstaten benadrukten dat dit niet alleen een kwestie is van energieonafhankelijkheid
ten opzichte van Rusland, maar ook een kwestie van geopolitieke strategische autonomie.
Om onafhankelijk van Russische energie te worden bepleitten veel lidstaten het belang
van de energietransitie, versterkte inzet op uitbreiding van eigen energie-infrastructuur,
zowel hernieuwbaar als kernenergie, en importdiversificatie van energiebronnen. Sommige
lidstaten benadrukten dat bij de afbouw van Russische energie ook rekening gehouden
moet worden met de betaalbaarheid van energie.
Lidstaten keken ook reeds vooruit naar de publicatie van de wetgevende voorstellen
die een dag na de Raad, op 17 juni, zijn gepresenteerd voor de volledige en snelle
uitfasering van Russisch olie en aardgas, waarover de Kamer middels een BNC-fiche
wordt geïnformeerd. Een grote groep lidstaten, inclusief Nederland, gaf aan uit te
kijken naar de publicatie van de wetgevende voorstellen, en benadrukte hierbij het
belang van snelle en volledige afbouw van Russische energie-importen. Sommige lidstaten,
waaronder Nederland, gaven hierbij aan graag mee te werken aan een snelle behandeling
van de wetgevende voorstellen. Vooruitkijkend naar de wetgevende voorstellen wezen
meerdere lidstaten, waaronder Nederland, ook op het belang van juridische zorgvuldigheid
omtrent het eenzijdig beëindigen van import van Russisch gas onder langetermijncontracten,
zowel via pijpleidingen als LNG, om mogelijke arbitragezaken te voorkomen. Nederland
pleitte hierbij ook voor praktische uitvoerbaarheid en voldoende borging van leveringszekerheid.
Voor wat betreft nucleaire brandstoffen wees Nederland op het belang van een geleidelijke
transitie en parallelle opbouw van alternatieve ketens. Ook sprak Nederland zich uit
voor nationale afbouwplannen voor Russische olie-import in die lidstaten die dat thans
nog doen.
Diversenpunten
Tijdens de Energieraad zijn verschillende diversenpunten besproken. Oostenrijk, Bulgarije,
Tsjechië en Letland vroegen aandacht voor fraude met import van biobrandstoffen van
buiten de EU. Zij uitten zorgen over de ondermijning van milieu en klimaatdoelstellingen
en oneerlijke concurrentie voor binnenlandse producenten. Nederland steunde deze oproep,
en riep de Commissie op om het certificerings- en verificatiesysteem verder te verbeteren.
Ten aanzien van de Methaanverordening deden Roemenië, Slovenië, Hongarije, Griekenland,
Bulgarije en Tsjechië een oproep tot gerichte versimpeling van de regels, vanwege
knelpunten bij de praktische uitvoering. Nederland sprak steun uit voor de oproep
om knelpunten bij de implementatie te adresseren, maar benadrukte het belang van behoud
van het ambitieniveau van de Verordening. De Commissie erkende de uitdagingen en gaf
aan technische ondersteuning te bieden.
De Commissie presenteerde daarnaast een analyse van de definitieve Integrale Nationale
Energie- en Klimaatplannen van de lidstaten (INEKs). Positief is dat de EU goed op
koers ligt voor de reductiedoelstelling voor broeikasgasemissies in 2030. Daarentegen
is de inzet voor het behalen van de doelstelling voor energie-efficiëntie onvoldoende.
Met betrekking tot het Nucleair Illustrative Program (PINC) gaf de Commissie een overzicht
van de ambities en beoogde investeringen van lidstaten in kernenergie richting 2050.
Het rapport laat zien dat veel investeringen gericht zijn op vervanging van bestaande
capaciteit.
Estland, Letland en Litouwen vroegen aandacht voor de bescherming van kritieke energie-infrastructuur,
mede naar aanleiding van recente sabotage-incidenten in de Baltische Zee en cyberaanvallen.
Zij pleitten voor uitbreiding van de Connecting Europe Facility (CEF) onder het volgende
MFK zodat deze middelen ook beschikbaar komen voor de bescherming en reparatie van
deze kritieke energie-infrastructuur.
Tot slot, presenteerde Denemarken de prioriteiten voor het aankomende EU-voorzitterschap
op energieterrein: het verminderen van energieafhankelijkheden, het versterken van
de interne energiemarkt en het voortzetten van steun aan Oekraïne en Moldavië.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei