Brief regering : Reactie op brief van Nederlandse natuur- en milieuorganisaties over het Nationaal Biodiversiteitsplan
26 407 Biodiversiteit
Nr. 161
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2025
De vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft mij in
de procedurevergadering van 9 april 2025 verzocht om te reageren op de brief van een
aantal Nederlandse natuur- en milieuorganisaties over het Nationaal Biodiversiteitsplan
(2025Z05917/2025D15756).
Om de wereldwijde uitdagingen rond biodiversiteit aan te pakken, hebben 196 landen
in 2022 tijdens de 15e Conferentie van Partijen van het VN-Biodiversiteitsverdrag het Global Biodiversity
Framework (GBF) vastgesteld met 23 mondiale actiedoelen voor 2030. In het biodiversiteitsplan
staat beschreven hoe Europees en Caribisch Nederland bijdragen aan het behalen van
deze actiedoelen.
Het voorkomen van natuurverslechtering en het realiseren van daarvoor noodzakelijk
natuurherstel is essentieel voor behoud en herstel van biodiversiteit, en daarmee
ook voor het bieden van perspectief voor economische ontwikkelingen. Het biodiversiteitsplan
laat zien dat we al op veel verschillende manieren bijdragen aan het versterken van
biodiversiteit.
Het kabinet werkt daarom op verschillende manieren aan het behoud en herstel van biodiversiteit,
zoals ook uiteengezet in het biodiversiteitsplan. Actie op het gebied van biodiversiteitsherstel
wordt in het plan in samenhang gezien met andere grote maatschappelijke opgaven zoals
voedselzekerheid, perspectief voor boeren en vissers, het bouwen van woningen endefensie,
zodat ruimtelijke ontwikkelingen op die terreinen elkaar kunnen versterken. Het Rijk
werkt daarnaast samen met medeoverheden, bedrijven, financiële- en kennisinstellingen
en belangenorganisaties aan de internationale biodiversiteitsdoelen.
Er zal waar nodig verder worden ingezet op biodiversiteit. We werken de komende jaren
onder andere aan het nationaal Natuurplan op grond van de Europese Natuurherstelverordening,
het uitbreiden van de mogelijkheden voor het agrarisch natuurbeheer, aan de aanpak
Ruimte voor Landbouw en Natuur, innovatie en inzet op verduurzaming van visserij en
inpassing van windparken op zee. Bij alle te ontwikkelen plannen is geen toename of
het voorkomen van de regeldruk steeds het uitgangspunt.
In hun brief richting de Kamer hebben de betrokken Nederlandse natuur- en milieuorganisaties
enkele onderwerpen concreet belicht, namelijk de bescherming van land en water, het
gebruik van op natuur gebaseerde oplossingen, het verkleinen van de voetafdruk, de
relatie tussen economie en natuur en de beschikbaarheid van financiële middelen voor
de uitvoering van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland. Ik ga hierna
in op die onderwerpen.
De bescherming van land en water
Voor de realisatie van actiedoel 3 dient er op mondiaal niveau 30% land en water te
worden beschermd voor 2030. In het kader van de Europese Biodiversiteitsstrategie
is afgesproken dat het doel om 30% van land, water en zeegebieden te beschermen wordt
verdeeld onder de 27 lidstaten van de EU. Elke lidstaat moet hier een billijke bijdrage
aan leveren. De grootte van deze billijke bijdrage is nog niet vastgesteld. Met de
beschermde gebieden onder de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Marien,
de afronding van het Natuurnetwerk Nederland en natuurgebieden daarbuiten met een
beheercontract via Subsiediestelsel Natuur en Landschap levert Nederland al een bijdrage
in de buurt van 30% (30% op zee en 27% op land). De provincies hebben versnellingsacties
ingezet voor de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. In de voortgangsrapportage
Natuur, die eind dit jaar uit komt, zal blijken hoeveel hectare kansrijk wordt geacht
om vóór eind 2027 te hebben ingericht.
Voor strikt beschermde gebieden zoals bedoeld in de Europese Biodiversiteitsstrategie
is in Nederland slechts zeer beperkt ruimte, zo blijkt uit een quickscan opgesteld
door de Planbureau voor de Leefomgeving1, omdat het zou moeten gaan om gebieden waarbij natuurlijke processen in wezen ongestoord
zijn van menselijke druk en bedreigingen. In een dichtbevolkte delta als Nederland
verlopen natuurlijke processen vrijwel nergens geheel onverstoord.
Het gebruik van op natuur gebaseerde oplossingen
Nature-based solutions zijn een belangrijk instrument voor natuurbescherming en -herstel,
en dragen bij aan maatschappelijke opgaven zoals klimaatadaptatie en een gezonde leefomgeving.
Er is op dit moment geen overkoepelend beleid voor nature-based solutions, maar deze
oplossingen worden wel toegepast in de uitvoering van verschillende beleidsprogramma’s
zoals de Programmatische Aanpak Grote Wateren2 en het Aanvalsplan Landschap3. Echter, de toegevoegde waarde van nature-based solutions is nog niet inzichtelijk
voor elke context en ook zijn er praktische obstakels in de planning en uitvoering.
Om deze reden wordt er ingezet op kennisontwikkeling met betrekking tot zowel de toepassing
van nature-based solutions (bijv. NL21204) en de waarde van ecosysteemdiensten als de condities voor ecosysteemherstel buiten
natuurgebieden door middel van de programmatische aanpak Basiskwaliteit Natuur5. Het Ministerie van LVVN ondersteunt daarnaast het maatschappelijk initiatief van
de Agenda Natuurinclusief en het bijbehorende Collectief Natuurinclusief6, waar publiek – privaat wordt gewerkt aan de beweging naar een natuurinclusieve samenleving.
Er wordt gewerkt aan concrete acties in tien domeinen, o.a. bouw, gezondheid en onderwijs.
Hierbij is een van de uitgangspunten dat de natuur als (deel-)oplossing voor maatschappelijke
opgaven wordt ingezet.
De ecologische voetafdruk
Hoewel de inzet eerder was om de Nederlandse ecologische voetafdruk in 2050 te hebben
gehalveerd7, wordt die ambitie niet onderschreven door dit kabinet. Dit betreft een nationale
kop, wat niet in lijn is met het hoofdlijnenakkoord. Deze ambitie is daarom niet meegenomen
in het biodiversiteitsplan. Wel is opgenomen hoe het Rijk, samen met niet-statelijke
actoren, ervoor zorgt dat duurzame consumptiekeuzes worden gemaakt om zo vóór 2030
de wereldwijde voetafdruk van consumptie te hebben verkleind. De afgelopen jaren is
er al veel beleid ontwikkeld in Nederland en in de EU dat bijdraagt aan het verminderen
van onze voetafdruk. Het circulaire economie beleid, duurzaam voedselbeleid en klimaatbeleid
zijn daar voorbeelden van. Ook kan het toepassen van gepaste zorgvuldigheid in waardeketens
van bedrijven bijdragen aan de verkleining van de consumptievoetafdruk.
De relatie tussen economie en de natuur
Het kabinet onderkent dat het welzijn van mensen en de economie belang hebben bij
de diensten die een robuuste natuur levert, bijvoorbeeld aan basisbehoeften zoals
lucht, water en voedsel. Bovendien spelen ecosysteemdiensten ook een belangrijke rol
in de beschikbaarheid van bouwmaterialen, medicijnen, industriële grondstoffen en
dragen deze bij aan recreatie, toerisme en een gezonde leefomgeving. Echter is Nederland
een van de dichtstbevolkte landen van Europa, waardoor de beschikbare ruimte onder
druk staat. Uitdagingen zoals woningbouw, energietransitie, mobiliteit, landbouw,
waterbeheer, natuurbehoud, economie en defensie vragen om een doordachte en integrale
aanpak. Het kabinet zet in op het realiseren van natuurdoelen via verdere integratie
van natuur in onze woon-, werk- en leefomgeving, waarbij gezocht wordt naar koppelkansen
met andere opgaven. Hierbij stimuleren we actieve betrokkenheid van sectoren, inclusief
private financiering, bijvoorbeeld via de Agenda Natuurinclusief.
Zoals in het Nationaal Biodiversiteitsplan beschreven, onderzoeken we vanuit verschillende
departementen de effecten van onze financiële geldstromen op de biodiversiteit (actiedoel 18).
De uitkomsten van dit onderzoek worden na oplevering openbaar gemaakt. Daarnaast wordt
gewerkt aan een Rijksbrede aanpak om met de resultaten van het onderzoek verder te
gaan. Hierbij leren we ook van het buitenland. De aanpak dient de departementen in
de ondersteuning om keuzes te maken met de daarbij behorende vervolgstappen. Verschillende
factoren worden daarin meegewogen.
Het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland
De biodiversiteit in Caribisch Nederland is van uitzonderlijke waarde, die veel aandacht
en behoedzaam beheer en herstel verdient. Dit geldt ook voor het behoud van een goede
milieukwaliteit in Caribisch Nederland. Met het natuur en milieubeleidsplan (NMBP)
is daar een goede start mee gemaakt. Voor de eerste fase is een financiële impuls
gegeven voor de uitvoering van het NMBP. Er is een evaluatie gedaan over de uitvoering
van fase 1 van het NMBP. In deze evaluatie zijn aanbevelingen genoemd voor verbetering
van de uitvoering van fase 2. De evaluatie wordt naar verwachting voor de zomer met
de Tweede Kamer gedeeld.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur