Brief regering : Appreciatie tussentijdse evaluatie van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland
33 576 Natuurbeleid
26 407
Biodiversiteit
Nr. 461
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2025
In 2020 is het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 (NMBP)1 in het leven geroepen. Met deze brief informeer ik de Kamer over de stand van zaken
en de uitvoering van dit plan.
De biodiversiteit in Caribisch Nederland is van uitzonderlijke waarde. Er zijn maar
liefst 130 soorten specifiek voor het gebied en 143 internationaal bedreigde soorten.
Het gebied herbergt een schat aan natuurlijke hulpbronnen die de inwoners – maar ook
de regio en de rest van de wereld – tal van diensten op ecologisch, cultureel en economisch
vlak bewijst. Deze unieke kwaliteit vergt behoedzaam beheer en verdient de constante
aandacht van de Nederlandse overheid, want de biodiversiteit in Caribisch Nederland
staat onder druk. Ook uw Kamer volgt de ontwikkelingen daar nauwgezet. Op 20 april
2020 is het (NMBP)) aan uw Kamer aangeboden. Met dit plan is ingezet op de bescherming
en herstel van de biodiversiteit op land en in water, waaronder het koraal van Caribisch
Nederland en daaraan gelieerde voedselzekerheid en zelfredzaamheid. Het NMBP is onder
andere opgesteld als invulling van de motie van De Groot/Bromet over een integraal
reddingsplan voor het koraal2 in het Caribisch deel van Nederland. Het NMBP is als integraal plan voor de natuurlijke
leefomgeving en het milieu in Caribisch Nederland vastgesteld door de ministeries
van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), Infrastructuur en Waterstaat
(IenW) en Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De uitvoering is verdeeld
in twee fasen: 2020–2024 en 2025–2030. Het NMBP is daarnaast ook een National Biodiversity
Strategy and Action Plan (NBSAP) voor Caribisch Nederland, zoals afgesproken onder
het Biodiversiteitsverdrag. Vanwege de slechte staat van de instandhouding, heeft
het kabinet Rutte IV in totaal 42 miljoen Euro vrijgemaakt voor verbetering van de
biodiversiteit voor de uitvoering van de eerste fase van het NMBP.
Hierbij bied ik uw Kamer, mede namens de staatssecretarissen van IenW en Digitalisering
en Koninkrijksrelaties, de tussentijdse evaluatie van het NMBP aan. Tevens stuur ik
u hierbij de «Staat van de natuur Caribisch Nederland 2024». Beide rapporten zijn
ter lering en ondersteuning voor de uitvoering van fase 2 van het NMBP. Voor deze
tweede fase en de periode na 2030 zijn vanuit het Rijk geen aanvullende financiële
middelen beschikbaar.
Waarde voor de samenleving
De biodiversiteit boven en onder water vormt een essentiële randvoorwaarde voor de
voedselzekerheid, zelfredzaamheid, welzijn en de welvaart van Caribisch Nederland.
Daarnaast is ecotoerisme een drijvende kracht voor de economieën. De in het NMBP geformuleerde
natuur- en milieudoelen hebben daarom niet alleen direct betrekking op de natuur (zoals
herstel en behoud van habitats en soorten waaronder koraal, aanpak van erosie en de
bestrijding van invasieve soorten) maar ook op de welvaart en het welzijn en de mate
waarin de eilanden afhankelijk zijn van buitenaf van bijvoorbeeld de import van voedsel.
Dit komt onder andere tot uiting in de ontwikkeling van duurzame lokale voedselproductie
en duurzame visserij. Daarom is ook een goede milieukwaliteit essentieel om de natuur
en het unieke koraalrif te beschermen. Voor het behalen en borgen van een goede milieukwaliteit
zijn duurzaam afvalbeheer, effectieve afvalwaterbehandeling, milieunormen voor bedrijfsmatige
activiteiten (industrieën), duurzame kustontwikkeling en een goed functionerend stelsel
van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-stelsel) noodzakelijk.
De tussentijdse evaluatie
Uit de tussentijdse evaluatie blijkt dat met de komst van het NMBP:
• Een (hernieuwd) formeel, beleidskader is gekomen waarin het rijk, de openbare lichamen
maar ook uitvoeringsorganisaties en kennisinstituten samenwerken.
• Een goede basis is gevormd voor de aanpak van het herstel van de natuur en het milieu
in Caribisch Nederland.
• Een verbetering is ten opzichte van de periode daarvoor, die werd gekenmerkt door
losse en sectorale activiteiten, waar nationale of lokale kaders grotendeels ontbraken
en wetgeving onvoldoende werd nageleefd.
• Het succes van de noodzakelijke natuurontwikkeling en het tegengaan van verlies en
herstel af hangt van een goede organisatie.
• Meetprogramma’s voor de grootste drukfactoren (o.a. voor de kwaliteit van het zeewater)
opgezet moeten worden om beleid te evalueren.
Staat van de natuur
In het vorige rapport over de staat van de natuur uit 2017 werd de staat van instandhouding
als ongunstig beoordeeld3. In de meest recente staat van de natuur die gaat over de periode 2018 – 2024 luiden
de conclusiesdat ook de huidige staat van de instandhouding ongunstig is. De oorzaken
die zorgen voor de slechte staat van instandhouding worden door middel van de maatregelen
uit het NMBP aangepakt. Vanwege een relatief kort tijdsbestek waarin het NMBP nu actief
is en een beperkte structurele dataverzameling, kunnen nog geen kwantitatieve conclusies
worden getrokken over de effecten van de maatregelen die voortkomen uit het beleidskader
en daarbij behorende uitvoeringsplannen per eiland. Uit gesprekken met de openbare
lichamen blijkt echter dat kwalitatief positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn, waaronder
herstel van de vegetatie waar grazers uit het gebied zijn verwijderd. Grazers hebben
een aanzienlijke impact op erosie en daarmee op de achteruitgang van koraal en de
terrestrische biodiversiteit. Ze vormen daarmee een directe bedreiging voor de voedselzekerheid.
Met de implementatie van het NMBP is er veel aandacht gekomen voor het verwijderen
van loslopende grazers op de eilanden. Ondanks de sociaalmaatschappelijke druk en
gevoeligheden rondom loslopend vee op de eilanden, is het goed te melden dat deze
projecten worden aangepakt. Op Saba zijn er vrijwel geen loslopende geiten meer en
het Washington Slagbaai Park op Bonaire wordt stap voor stap geitenvrij gemaakt. Bovendien
zijn onder het NMBP afvalwatervisies opgesteld, wordt er op Sint Eustatius al een
afvalwaterzuivering gebouwd en zijn er doelen gesteld voor beter afvalbeheer.
Milieukwaliteit
Het NMBP is het eerste beleidskader waarin naast doelstellingen voor biodiversiteit
en natuur ook doelstellingen voor milieukwaliteit zijn opgenomen. Deze doelstellingen
betreffen onder meer doelmatig afvalbeheer en effectieve afvalwaterzuivering. Met
de inwerkingtreding van het Inrichtingen- en activiteitenbesluit BES (IAB BES) op
1 april 2024 wordt deels invulling en uitvoering gegeven aan deze doelstellingen.
Met dit besluit is er een juridisch kader als het gaat om bedrijfsmatige activiteiten.
Op grond van het besluit zijn onder meer regels opgenomen voor het scheiden van afvalstoffen
en het (op termijn) vervangen van bestaande beerputten door een adequate zuiveringsvoorzieningvoor
afvalwater. Met het NMBP zijn ook strategische lange termijndoelen voor het afvalbeheer
afgesproken. Echter is begin 2023 het afvalbeheerprogramma op Bonaire stilgevallen4. Recent onderzoek in 2024 van Wageningen University & Research beschrijft dat op
een aantal locaties, waaronder rondom de stortplaats Lagun, op Bonaire in sediment
en watermonsters «alarmerende niveaus» van chemische verontreiniging is aangetroffen.
In de inspectierapporten van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) staat als
aanbeveling dat de VTH-taken voor milieu, bouwen en natuur bij een omgevingsdienst
zouden moeten worden ondergebracht. Naar aanleiding van de ILT rapportage zijn vervolgstappen
genomen waaronder de start van een programma waarin de eilanden en de betrokken ministeries
op de terreinen milieu, bouw en natuur samenwerken aan de versterking van VTH-taken5.
Appreciatie
Uit de evaluatie herken ik dat er door de uitvoering van het NMBP verbeteringen zijn
bereikt in zowel de uitvoering van maatregelen als in de organisatie met bijbehorende
governance structuur op de eilanden. Deze verbeteringen zullen ook in de tweede fase
van het NMBP een plek moeten krijgen om de natuur van Caribisch Nederland te verbeteren.
Het NMBP vormt een interdepartementaal kader waarin voorzien wordt in een goed gedijende
natuur van Caribisch Nederland waardoor huidige en toekomstige generaties deze op
duurzame wijze kunnen benutten. Een integrale aanpak van natuur-en milieubeheer vormt
ook de basis voor een duurzame voedselproductie. Een wijze waarbij een gezonde bodem
en een duurzaam watersysteem weerbaar zijn tegen milieudruk en klimaatverandering.
Waarmee óók inwoners beschermd worden tegen extremer wordende natuurverschijnselen
zoals golven, hitte en erosie. Op deze manier draagt een goed ontwikkelde natuur met
een rijke biodiversiteit blijvend bij aan de lange termijn welvaart en zelfredzaamheid
van de eilanden en de inwoners. De ondersteuning van de lokale overheidsdienst LVV
(de Landbouw-Veeteelt en Visserij) laat al positieve resultaten zien met deze vorm
van landbouwontwikkeling. Daarnaast is op Bonaire een nieuw slachthuis gebouwd en
op Sint Eustatius een start gemaakt met de renovatie van het bestaande slachthuis.
Deze ontwikkelingen dragen bij aan de duurzame voedselproductie omdat onder andere
geschoten geiten hier worden geslacht. Daarbij trekt ook natuur blijvend toerisme
aan waar de economie voor een groot deel van afhankelijk is.
Inzet vanuit het Rijk
De succesvolle inzet op Saba, ten aanzien van de verwijderde geiten is een mooi voorbeeld.
Sint Eustatius werkt aan een plan waarbij uiterlijk in 2027 de loslopende grazers
verdwenen moeten zijn. Bonaire zal ook deze tijd nodig hebben om het aantal loslopende
grazers naar nul te krijgen. Ik zal er met mijn collega staatsecretaris van Digitalisering
en Koninkrijksrelaties op sturen dat dit nu gebeurt binnen de afgesproken termijn.
Op alle drie de BES-eilanden worden samen met de ministeries van BZK, KGG en IenW
ook klimaatplannen ontwikkeld om maatregelen te formuleren voor de weerbaarheid tegen
klimaatverandering. De maatregelen uit het NMBP dragen bij aan de weerbaarheid van
het natuursysteem waardoor inwoners beter beschermd worden.
Het kabinet heeft de gezamenlijke wens om te komen tot een integrale aanpak fysiek
domein voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Daarin worden prioriteiten gesteld ten
aanzien van opgaven in het fysieke domein, de lokale uitvoeringskracht en het onderhoud
van de infrastructuur op de eilanden. Bij de integrale aanpak hoort ook een stevigere
coördinatie van het Rijksbeleid ten aanzien van het fysiek domein.
Voor de personele capaciteit van de openbare lichamen geldt dat deze nog onvoldoende
beschikbaar en/of gekwalificeerd is.
De staatsecretaris van Digitalisering en Koninkrijksrelaties besteedt blijvend aandacht
aan de uitvoeringscapaciteit door middel van specifieke maatregelen en ondersteuningsprogramma’s.
In de bestuursakkoorden met de bestuurscolleges van de openbare lichamen zijn hier
afspraken over gemaakt. Beleidsvoornemens vanuit het Rijk zullen altijd vergezeld
moeten zijn van een plan voor de uitvoeringskracht. Het Rijk kan daarnaast ondersteuning
bieden bij concrete hulpverzoeken. De governance structuur zal per eiland met de benodigde
eiland specifieke wensen worden aangepast, waarmee besluitvorming en sturing efficiënter
plaats zal vinden. Waarbij minder beslag wordt gelegd op de agenda’s van de lokale
bestuurders en meer ambtelijke denkkracht wordt ingezet.
Voor de eerste fase is een financiële impuls gegeven aan het NMBP, hierover is tussentijdse
evaluatie gedaan. Ik zal eind dit jaar concreet aan te geven wat nodig is om de benoemde
doelen voor 2030 te behalen. Op deze manier wordt ook invulling gegeven aan de aangenomen
motie met Kamerstuk 22 343, nr. 425 «Handhaving milieuwetgeving» van de leden White, Bamenga en Ceder uit het op 15 mei
2025 gevoerde twee minutendebat over de vuilstort Selibon op Bonaire6. Het National Biodiversity Finance Plan (NBFP) zal deel uitmaken van dit voorstel.
Het NBFP bevat een voorstel om publieke en private financiële middelen te mobiliseren,
binnen de beschikbare middelen.
Zoals ik al eerder betoogde is de biodiversiteit in Caribisch Nederland van uitzonderlijke
waarde, die veel aandacht en behoedzaam beheer en herstel verdient. Dit geldt ook
voor het behoud van een goede milieukwaliteit in Caribisch Nederland. Met de maatregelen
en initiatieven die voortkomen uit het natuur- en milieubeleidsplan is daar een goede
start mee gemaakt. De rapporten over de evaluatie en de staat van de natuur laten
zien dat er goede vorderingen zijn gemaakt, maar ook dat we er nog niet zijn. Wat
dit betekent voor de tweede fase van het NMBP wordt momenteel onderzocht zal de Kamer
daarover informeren.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur