Brief regering : F16 videobeelden Hawija en missiearchivering
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 1011 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2025
Op 27 maart jl. informeerde ik uw Kamer over de vondst van videobeelden gemaakt door
een Nederlandse F-16, de ochtend na de wapeninzet tegen een ISIS-autobommenfabriek
in Hawija in de nacht van 2 op 3 juni 2025 (Kamerstuk 27 925, nr. 986). Naar aanleiding daarvan kondigde ik verschillende onderzoeken aan. Ik heb uw Kamer
toegezegd u voor het zomerreces te informeren over de stand van zaken. Met deze brief
geef ik hier invulling aan.
Uw Kamer is reeds schriftelijk geïnformeerd over de invulling van de onderzoeken (Kamerstuk
27 925, nr. 989, nr. 990, nr. 991). Daarnaast heb ik hier op 15 mei jl. met uw Kamer over gesproken in het debat over
de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie van onderzoek wapeninzet Hawija.
Ik beperk mij in deze brief tot een korte stand van zaken per onderzoek.
1) Feitenrelaas naar vondst videobeelden
Dit interne onderzoek is beperkt tot het opstellen van een feitenrelaas, om te kunnen
gebruiken voor het externe onderzoek naar de teruggevonden videobeelden. Dit feitenrelaas
is daartoe inmiddels overgedragen aan de onderzoekscommissie onder leiding van dhr.
Harm Brouwer, en is hiermee afgerond.
2) Onderzoek naar wat er met de videobeelden is gebeurd na het maken ervan, de feiten
te reconstrueren en op basis daarvan een oordeel te vellen en conclusies te trekken.
Dit onderzoek gebeurt door de externe en onafhankelijke «Commissie van onderzoek teruggevonden
F-16 videobeelden Hawija (Irak)», oftewel de commissie Brouwer. Het instellingsbesluit
met daarin de onderzoekstaak is op 14 mei jl. gedeeld (27 925, nr. 992). De commissie verwacht mij uiterlijk 31 december 2025 of zoveel eerder als mogelijk
haar eindrapport aan te bieden.
3) Onderzoek naar missie-gerelateerde archivering
Dit onderzoek naar de huidige praktijk van missie-gerelateerde archivering wordt uitgevoerd
door de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed (IO&E) en verloopt over twee parallelle
sporen. Allereerst het verkrijgen van overzicht in de missiearchieven, waar deze zich
bevinden en in hoeverre deze in goede, geordende en toegankelijke staat verkeren.
Daarnaast worden bestaande richtlijnen voor archivering van missiearchieven in kaart
gebracht. De inspectie zal beoordelen in hoeverre deze voldoen aan de archiefwet,
in hoeverre deze richtlijnen daadwerkelijk worden opgevolgd en daar waar nodig adviezen
ter verbetering formuleren. De IO&E heeft de intentie om het onderzoek eind 2025 af
te ronden.
4) Intern onderzoek naar het handelen van de toenmalige detachementscommandant
Onderzocht wordt of het After Action Report in de gegeven omstandigheden zorgvuldig, volledig en naar waarheid is opgemaakt conform
de toen geldende regels. Dit betreft een intern voorvalonderzoek conform Aanwijzing
SG-989 «Interne voorvalonderzoeken Defensie». De verwachting is dat dit onderzoek
in de zomer afgerond wordt. Zoals ik in het debat op 15 mei jl. heb aangegeven, wordt
de uitkomst van dit onderzoek niet openbaar gemaakt omdat het gaat om een intern onderzoek
naar een individu.
5) Addendum op rapport Commissie van Onderzoek Wapeninzet Hawija
Naast de door mij ingestelde onderzoeken, heeft de commissie Sorgdrager aangekondigd
te werken aan een aanvulling op haar rapport, in de vorm van een addendum over onder
meer de aangescherpte conclusies. De commissie heeft hiertoe haar onderzoek heropend,
hierover heb ik uw kamer bij brief van 23 mei jl. geïnformeerd (Kamerstuk 27 925, nr. 1010). Uw Kamer wordt geïnformeerd zodra de commissie het addendum op haar rapport aan
mij heeft aangeboden.
Ik informeer uw Kamer over het verloop van deze onderzoeken zodra daar aanleiding
toe is.
De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans
Indieners
-
Indiener
R.P. Brekelmans, minister van Defensie