Brief regering : Reactie op verzoek commissie over wetgevingsplanning Defensie 2025 en planning van de Wet op de defensiegereedheid
36 600 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025
Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
De vaste commissie voor Defensie heeft mij verzocht uw Kamer schriftelijk te informeren
                  over de wetsvoorstellen die naar verwachting vanuit Defensie in 2025 aan uw Kamer
                  zullen worden aangeboden.1 Eveneens heeft deze commissie mij verzocht uw Kamer te informeren over de planning
                  van de Wet op de defensiegereedheid.2 In deze brief geef ik, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, gevolg aan beide
                  verzoeken.
               
Het wetsvoorstel op de defensiegereedheid is naar verwachting het enige wetsvoorstel
                  dat ik dit jaar aan uw Kamer zal aanbieden. Tegelijk is het een urgent en noodzakelijk
                  wetsvoorstel.
               
Het wetsvoorstel op de defensiegereedheid bevat bepalingen die erop gericht zijn juridische
                  knelpunten weg te nemen die er op dit moment in behoorlijke omvang zijn voor de krijgsmacht
                  om de noodzakelijke gereedheidsactiviteiten te kunnen uitvoeren. Voor het ontwikkelen
                  en in stand houden van het militair vermogen wordt met het wetsvoorstel beoogd op
                  verschillende terreinen een toereikend stelsel van bevoegdheden en grondslagen te
                  creëren om de operationele gereedheid op orde te brengen, te houden en te borgen waar
                  bestaande wetgeving daarvoor geen ruimte biedt. Dit is noodzakelijk gezien de sterk
                  verslechterde veiligheidssituatie, de toegenomen militaire dreiging in de wereld en
                  daarmee het toenemende belang van afschrikking door zichtbaarheid van gereed gestelde
                  eenheden die goed opgeleid en getraind zijn. De Nederlandse krijgsmacht zal zich moeten
                  voorbereiden op mogelijke inzet voor hoofdtaak 1: Bescherming van eigen grondgebied
                  en dat van bondgenoten. Het is onze opdracht de optimale voorbereiding op deze taak
                  mogelijk te maken. Als deze voorbereiding in het geding komt vormt dat, gezien het
                  huidige veiligheidsbeeld, een ernstige bedreiging voor de belangen en inwoners van
                  Nederland. Deze dreiging het hoofd bieden door ervoor te zorgen dat de krijgsmacht
                  daadwerkelijk en stelselmatig gereed is om haar militaire vermogen in te zetten, is
                  enkel mogelijk als we daarvoor de juiste wettelijke randvoorwaarden scheppen.
               
Wat betreft de planning kan ik uw Kamer het volgende mededelen. Het wetsvoorstel op
                  de defensiegereedheid staat sinds 6 juni jongstleden open ter consultatie. Het is
                  mijn streven het wetsvoorstel aan uw Kamer aan te bieden in het vierde kwartaal van
                  dit jaar. Vanzelfsprekend is dit mede afhankelijk van de voortgang van de advisering
                  door de Raad van State en de verwerking van dit advies. Ik streef eveneens naar zo
                  spoedig mogelijke inwerkingtreding van de wet na behandeling door de Staten-Generaal.
               
Graag benadruk ik de urgentie en noodzakelijkheid van dit wetsvoorstel dat, zoals
                  gezegd, juridische belemmeringen wegneemt die een goede voorbereiding van de krijgsmacht
                  op mogelijke inzet in het kader van hoofdtaak 1 in de weg kunnen staan. Ik sluit dan
                  ook graag af met de opmerking dat alles in werking wordt gesteld om dit wetsvoorstel
                  zo spoedig als mogelijk aan uw Kamer aan te bieden.
               
Daarnaast grijp ik graag deze mogelijkheid aan om een aantal belangrijke wetstrajecten
                  toe te lichten die door of mede namens mij worden voorbereid of binnenkort worden
                  ingediend bij uw Kamer.
               
Ten eerste kan worden gewezen op de voorbereiding van de Wet weerbaarheid defensie
                  en veiligheid gerelateerde industrie. Dit wetsvoorstel beoogt een versterking van
                  de Nederlandse defensie-industrie te bewerkstelligen en de strategische onafhankelijkheid
                  te vergroten. Daarvoor zal gebruik worden gemaakt van monitoring en regulering van
                  Nederlandse defensie-industrie, een veiligheidstoets voor investeringen op defensiegebied
                  en een grondslag voor de afgifte van geschiktheidsverklaringen door de overheid aan
                  betrouwbare ondernemingen en rechtspersonen op defensiegebied. Het streven is het
                  wetsvoorstel in het eerste kwartaal van volgend jaar aan uw Kamer aan te bieden.
               
Ik wijs eveneens op de herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
                  2017 (hierna: Wiv 2017). Uw Kamer is recent geïnformeerd over de stand van zaken van
                  de herziening van deze wet.3 In deze brief zou ik daarom willen volstaan met het (nogmaals) onderschrijven van
                  het grote belang van dit herzieningstraject voor het slagvaardig en wendbaar kunnen
                  optreden van de AIVD en MIVD. Het streven bestaat het wetsvoorstel begin 2026 aan
                  te bieden ter consultatie.
               
Ten slotte wijs ik graag op de herziening van de Oorlogswet voor Nederland. In het
                  kader van de rijksbrede herziening van het staatsnoodrecht wordt ook deze wet herzien.
                  Het is van groot belang dat, mocht dit in het uiterste geval nodig blijken, de inzet
                  van noodbevoegdheden uit het staatsnoodrecht op orde is. Dit traject hangt in grote
                  mate samen met de herziening van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
                  door de Minister van Justitie en Veiligheid en de reeds benoemde herziening van de
                  Wiv 2017. Zoals reeds eerder vermeld, is het streven erop gericht eind 2025 een consultatieversie
                  van dit voorstel gereed te hebben.4
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans
De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
