Brief regering : Voortgang Actieplan passende langdurige zorg voor dakloze mensen
29 325 Maatschappelijke Opvang
Nr. 191
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
In het voorjaar van 2025 hebben de toenmalig Staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke
Zorg (LMZ) en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport (JPS) u geïnformeerd over
de werkagenda «Een betekenisvol leven met een langdurige psychische aandoening».1 Als onderdeel daarvan is het actieplan «Passende zorg voor dakloze mensen met een
Wlz-indicatie»2 aan uw Kamer aangeboden. Dit plan is samen met Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse ggz, Valente en MIND opgesteld.
Dit voorjaar is er gestart met de uitvoering van het plan. Met het actieplan wordt
invulling gegeven aan de motie van het lid Westerveld om tot een noodplan voor deze
situatie te komen.3
In deze brief wordt de voortgang van dit actieplan geschetst, zoals de voormalig Staatssecretaris
LMZ aan uw Kamer heeft toegezegd tijdens het Tweeminutendebat GGZ/Suïcidepreventie
van 24 april jl. Ik ga kort in op de stand van zaken van de eerste actie waarmee is
gestart, namelijk de ondersteuning in pilotregio’s waar de problematiek rondom dakloze
mensen met een Wlz-indicatie groot is.
Ondersteuning pilotregio’s
Het actieplan bevat korte- en langetermijnacties langs drie actielijnen:
1. Zorgen dat dakloze mensen met een Wlz-ggz indicatie sneller passende zorg krijgen.
2. Voorkomen dat mensen met een Wlz-ggz indicatie dakloos raken.
3. Inzicht krijgen in het aantal dakloze mensen met een Wlz-ggz indicatie.
De eerste actielijn is gericht op het organiseren dat dakloze mensen met een Wlz-indicatie
sneller op een passende plek terecht komen. Zorgkantoren, gemeenten en zorgaanbieders
gaan hiervoor betere samenwerkingsafspraken maken, zodat deze mensen niet tussen wal
en schip vallen. Als eerste actie worden regio’s waar de knelpunten groot zijn ondersteund
in hun aanpak. VNG, ZN, Valente en de Nederlandse ggz hebben de afgelopen periode
bij hun achterban geïnventariseerd in welke regio’s urgente bemiddelingsvragen spelen
en de samenwerking rond dit onderwerp nog niet goed verloopt. Als er draagvlak is
van alle betrokken partijen in de (zorgkantoor)regio dan kan een regio zich aanmelden
als pilotregio. Dat heeft geleid tot de volgende 9 zorgkantoorregio’s die de komende
periode (juli 2025 tot en met mei 2026) gaan deelnemen aan de pilots:
Zorgkantoorregio Amsterdam
Zorgkantoorregio Zaanstreek-Waterland
Zorgkantoorregio Noord-Holland-Noord
Zorgkantoorregio Utrecht
Zorgkantoorregio Zwolle
Zorgkantoorregio Midden IJssel
Zorgkantoorregio West-Brabant
Zorgkantoorregio Haaglanden
Zorgkantoorregio Zeeland
De partijen gaan regionaal aan de slag met het maken van een overzichtelijk plan van
aanpak voor het verbeteren van de samenwerking. Het doel is dat cliënten hierdoor
sneller een passende (woon)zorgplek krijgen. Soms gaat dit om cliënten die in de Maatschappelijke
Opvang verblijven terwijl zij Wlz zorg nodig hebben. Soms gaat dit om cliënten die
dak- of thuisloos zijn en geen zorg of ondersteuning (meer) ontvangen. Bij het maken
van een plan van aanpak worden de regio’s ondersteund door regioadviseurs van Platform
Sociaal Domein (PSD). Zij ondersteunen bij het bij elkaar brengen van benodigde partijen
in de regio en het proces van vraagverheldering, ontwerpen en borgen van oplossingen.
Daarnaast worden regionale geleerde lessen vertaald naar landelijke lessen. Deze informatie
gaat leiden tot een handreiking voor het maken van samenwerkingsafspraken en aanscherping
van de andere acties uit het actieplan. Zo kunnen ook regio’s die nu niet als pilotregio
deelnemen aan de slag met de geleerde lessen.
De ondersteuning in de pilotregio’s sluit aan bij de problematiek en situatie die
speelt in een regio. Zo is de ene regio al verder gevorderd op dit thema dan de andere.
Ook kan er een verschil zijn in inhoud. Zo kan de focus met name liggen op de verschillende
rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen bij een urgente bemiddelingsvraag.
Of moeten afspraken worden gemaakt over gegevensdeling tussen het Wmo (gemeenten)
en Wlz (zorgkantoren) domein. Ook kunnen afspraken nodig zijn met andere betrokkenen
zoals aanbieders van gehandicaptenzorg of verslavingszorg, als dat past bij de zorgvraag
van cliënten in de regio. Het uitgangspunt van de pilots is dat de regio’s zoveel
mogelijk zelf doen, met ondersteuning van de PSD regioadviseurs. Er wordt toegewerkt
naar het structureel voortzetten van de gemaakte afspraken, ook na afloop van de pilots.
De tussenresultaten van de pilots en de stand van zaken van de overige acties uit
het actieplan worden toegelicht in de voortgangsrapportage over de werkagenda «Een
betekenisvol leven met een langdurige psychische aandoening» die ik eind dit jaar
naar de Tweede Kamer zal sturen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
N.J.F. Pouw-Verweij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport