Brief regering : Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen
29 389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid
Nr. 156
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2025
Het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO)1 is in juli van 2022 gepresenteerd door de toenmalige Minister. WOZO is een vertaling
van een al eerder ingezette beweging in het veld om de zorg voor ouderen toekomstbestendig
te maken. WOZO geeft aan de beweging woorden en ondersteunt deze. Inmiddels is de
beweging zo ver gevorderd dat deze een vertaling en vervolg kan krijgen in beleidsprogramma’s
en in het hoofdlijnenakkoord ouderenzorg (HLO)2. Daarmee wordt de beweging die met WOZO is ingezet met kracht doorgezet en vervalt
de noodzaak om WOZO als afzonderlijk programma uit te voeren. Het programma WOZO wordt
daarom met deze brief afgesloten.
Dit Kabinet streeft naar goede ondersteuning en zorg voor (kwetsbare) ouderen, zoals
past bij het leven van ouderen en zij zelf in regie over hun leven blijven. In het
recent aan de Tweede Kamer gezonden Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO)3 wordt voor de periode 2025–2028 daartoe gefocust op de Wlz-verzekerde zorg, zijn
afspraken gemaakt bredere toepassing van reablement en het versterken mantelzorgondersteuning.
Ook zijn er rode draden voor de toekomst benoemd en zijn er concrete afspraken gemaakt
voor aanpassingen in de Wlz met betrekking tot gelijkwaardige toegang tot het verpleeghuis
en de aanpassing van de leveringsvormen bij zorg zonder verblijf. Verder vindt onderzoek
plaats naar de wenselijkheid / behoefte aan een tussenvorm tussen thuis en het verpleeghuis
waar ik u later dit jaar over ga informeren.
Hierna blik ik kort terug op WOZO, ga ik in op de bereikte resultaten en op het vervolg.
Naast de resultaten van WOZO meld ik u ook de stand van zaken met betrekking tot de
Medisch generalistische zorg (MGZ), de domeinoverstijgende activiteiten in van de
langdurige zorg en Zorgbuurthuis ’t Hageltje.
WOZO
Het veld van de ouderenzorg is zich er al langer van bewust dat er nieuwe wegen gevonden
moeten worden om de kwaliteit en de toegankelijkheid van ondersteuning en zorg te
borgen. Het aantal zorgverleners neemt niet of nauwelijks meer toe, terwijl de vergrijzing
pas over enkele decennia zijn hoogtepunt bereikt. Met name aanbieders van ondersteuning
en zorg (vaak bijgestaan door inkopende partijen) hebben daarom al tal van initiatieven
genomen om nieuwe wegen te verkennen. Doorsnijdend in deze initiatieven is dat zij
allen streven naar meer zelfstandigheid van ouderen, ook als deze ouderen kwetsbaar
worden. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen in de vertrouwde omgeving past bij de voorkeuren
van ouderen. Het vergt bovendien minder uren ondersteuning en zorg. WOZO geeft woorden
aan deze beweging door het formuleren van een drieslag:
− We willen anders, om aan te blijven sluiten op de veranderende voorkeuren van ouderen.
− We moeten anders, omdat de groei in aantal zorgverleners geen gelijke tred houdt met
de groei van de vraag en de oplopende kosten.
− We kunnen ook anders, omdat de vele initiatieven in het veld de weg wijzen.
Mede gebaseerd op deze vele initiatieven zijn uitgangspunten voor de toekomst van
ondersteuning en zorg benoemd:
− Zelf als het kan, want ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven.
− Thuis als het kan, omdat ouderen liefst zo lang mogelijk in hun eigen omgeving willen
blijven wonen.
− Digitaal als het kan, omdat digitale middelen helpen om de zorg van goede kwaliteit
en toegankelijk te houden.
Deze analyse en uitgangspunten voor de toekomst vinden breed weerklank in het veld;
in totaal hebben 37 partijen zich bij WOZO aangesloten.
Resultaten
Sinds 2022 is er veel bereikt in WOZO. Enkele voorbeelden zijn:
− De campagne Praat vandaag over morgen (PVOM) heeft vele senioren bereikt en aan het
denken gezet over hoe zij naar de toekomst kijken. Naast de campagne met de TV-spots,
zijn er door onder andere de Seniorencoalitie, het Senioren Netwerk en BeBright tal
van bijeenkomsten georganiseerd om te spreken met ouderen. Vanaf dit jaar organiseert
ook MantelzorgNL bijeenkomsten.4
− Op 26 januari 2024 is de visie eerstelijnszorg 2030 vastgesteld.5 Deze visie komt voort uit het Integraal Zorg Akkoord. Deze visie houdt in dat de
eerstelijnszorg in 2030 toegankelijk is voor alle burgers die zorg nodig hebben, en
draagt bij aan gelijke kansen op goede gezondheid voor iedereen (incl. de aansluiting
op het sociaal domein). De implementatie is regionaal en lokaal gaande.
− Scheiden van wonen en zorg: er is ingezet op meer verpleegzorg thuis; een trend die
al gaande was in de samenleving. Vanwege de sterke toename van verpleegzorg thuis,
kon het aantal verpleeghuisplekken gemaximeerd worden.
− Door het veld is het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg vervangen door het Generieke
kompas «Samen werken aan kwaliteit van bestaan», dat de vraag van de oudere volgt,
ongeacht uit welke wet de zorg wordt gefinancierd. Het kompas geldt zowel voor de
wijkverpleging als voor de langdurige zorg.
− Ruim 140 zorgaanbieders hebben een beroep gedaan op het programma «Waardigheid en
Trots». Zij willen bijvoorbeeld ondersteuning om in de samenwerking met de informele
zorg deze zorg meer ruimte te geven, aanpassingen in de bedrijfsvoering te realiseren
en inzet van technologie te vergroten. Dit geeft aan dat de beoogde vernieuwing volop
gaande is.
− In alle woondealregio’s zijn afspraken gemaakt over in totaal ca. 290.000 woningen
voor ouderen. Daarnaast is voor € 96,7 miljoen subsidie aangevraagd voor 6.482 zorggeschikte
woningen.6
− De Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg (STOZ) heeft tientallen
projecten mogelijk gemaakt om technologie in te zetten, bijvoorbeeld met betrekking
tot beeldschermzorg, telemonitoring en medicatiegebruik7.
− Er worden diverse initiatieven rondom reablement geïnitieerd door zorgaanbieders,
hierbij worden vaardigheden bij ouderen opnieuw aangeleerd. Ook is er door het Nivel
een vragenlijstonderzoek uitgevoerd naar reablement onder ergotherapeuten (bijlage
1a) en fysiotherapeuten (bijlage 1b).
In 2023 is met de partijen die vanwege hun positie een voorname rol spelen de regiegroep
WOZO gevormd. Het gaat om de Seniorencoalitie, Sociaal Werk Nederland, V&VN, LHV samen
met Verenso, VNG, ActiZ en ZN. Gezamenlijk met VWS hebben zij een werkorganisatie
vormgegeven, die aanvullende vraagstukken hebben uitgewerkt. Bijvoorbeeld: de samenwerking
tussen formele en informele zorg, opschaling van goede voorbeelden en oplossen van
bekostigingsproblemen bij de inzet van technologie.
Bij deze brief treft u een monitor aan, waarin meer in detail is ingegaan op de bereikte
resultaten (bijlage 2 en 3). Een overzicht van de gezette stappen treft u aan in bijlage
4 in een infographic. Mede door de manier waarop de overheid en betrokken organisaties
hebben samengewerkt in de regiegroep en de werkorganisatie, zijn er goede resultaten
bereikt. Ook zijn er nieuwe vormen van samenwerking ontstaan. Daarop wil ik voortbouwen.
Graag wil ik mijn waardering en respect uitspreken voor deze en de vele andere initiatieven.
Het is heel inspirerend om te zien met welke energie, passie en vakbekwaamheid zorgverleners
zich inzetten om het leven van (kwetsbare) ouderen kwaliteit van bestaan te geven.
Vervolg
Zoals aangegeven sluit WOZO aan op de energie en initiatieven van betrokken organisaties
in het veld. Bij de WOZO-conferentie in 2024 hebben diverse zorgaanbieders voorbeelden
gepresenteerd aan de partijen die zich bij WOZO hebben aangesloten. Een overzicht
van deze voorbeelden en de geleerde lessen treft u aan in de voortgangsbrief van mei
20248. In de presentaties op het congres werd aangegeven dat door goed te luisteren naar
ouderen, er altijd mogelijkheden zijn om op hun wensen aan te sluiten. Dat wil niet
zeggen dat het altijd makkelijk is om aan te sluiten op de wensen van ouderen. Daarom
werd in de presentaties gevraagd om beleidsmatige ondersteuning.
De door het veld gewenste beleidsmatige ondersteuning bestaat veelal uit de vertaling
naar wet- en regelgeving en financiering voor opschaling en bestendiging. Daartoe
zijn of worden nu concrete afspraken gemaakt in:
− het Integraal Zorgakkoord (IZA) (2022) bijvoorbeeld over de eerstelijnszorg en samenwerking in de wijk;
− de realisatie van 290.000 woningen voor ouderen in het programma Wonen en Zorg voor Ouderen (dit is een gezamenlijk programma van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening);
− het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO)9 dat zich voor de periode 2025–2028 focust op de Wlz-verzekerde zorg, alsook afspraken
bevat over bredere inzet van reablement en het versterken mantelzorgondersteuning.
In het akkoord zijn gezamenlijk vastgestelde rode draden benoemd over de ondersteuning
en zorg voor ouderen in de toekomst. Ook zijn er concrete afspraken gemaakt voor aanpassingen
in de Wlz met betrekking tot gelijkwaardige toegang tot het verpleeghuis en de aanpassing
van de leveringsvormen bij zorg zonder verblijf.
− daarnaast is het voornemen om in het Aanvullend Zorg en Welzijn Akkoord afspraken te maken over onder meer de voortgang van de uitvoering «Visie eerstelijnszorg
2030» en de samenwerking in de wijk.
WOZO heeft een belangrijke aanjagende functie in de beweging naar meer toekomstbestendigheid
van de ouderenzorg. Tegelijkertijd is deze beweging nu dusdanig ver dat er een zakelijke
vertaling nodig is naar meer concrete afspraken die in bovengenoemde akkoorden staan.
Daarmee sluit ik WOZO als zelfstandig programma af.
Monitoring
WOZO wordt gemonitord op drie niveaus. Als eerste wordt gekeken of de voorgenomen
beleidsmaatregelen zijn uitgevoerd (bijlage 2). Uit deze bijlage blijkt dat de in
2022 voorgenomen beleidsmaatregelen voor het leeuwendeel zijn uitgevoerd.
Als tweede wordt gekeken naar de resultaten van de beleidsmaatregelen (bijlage 3),
zowel kwantitatief als de kwalitatief. Met het aanbieden van deze monitor wordt uitvoering
gegeven aan de Motie van het lid Mohandis (GroenLinks-PvdA)10.
Als derde wordt door het RIVM naar de effecten in de samenleving gekeken. Deze monitor
wordt eind van 2025 verwacht en zal ik u dan doen toekomen.
Bijlagen
«Waardigheid en Trots» is een reeds langer bestaand programma waarmee zorgaanbieders
worden ondersteund in de veranderbeweging. Uit bijgevoegde voortgangsrapportage blijkt
dat inmiddels ruim 140 zorgaanbieders worden ondersteund via dit het programma. Belangrijke
onderwerpen voor deze zorgaanbieders zijn: samenwerking met de informele zorg, arbeidsmarkt,
kwaliteit van zorg en gebruik van technologie (bijlage 5).
Ook treft u een tweetal adviezen van de Raad voor Ouderen en mijn reactie daarop aan,
te weten: «Ouderen aan de beleidstafel De afvinkparticipatie voorbij» (bijlagen 6a
en 6b) en «Sociale participatie: smeerolie voor de samenleving» (bijlagen 7a en 7b).
Het programma RegioKracht in de zorg werkt aan het versnellen van de transitie die
nodig is om de ondersteuning en zorg voor onder neer ouderen toegankelijk te houden.
Dit doet het programma door ondersteuning te bieden aan regionale samenwerkingsverbanden
en de opgedane kennis te verspreiden. In bijlage 8 treft u de voortgang aan.
Overig onderwerpen
Medisch generalistische zorg (MGZ)
Bij MGZ gaat het om zorg zoals huisartsen, artsen verstandelijk gehandicapten en specialisten
ouderengeneeskunde (SO) deze bieden. Om de beschikbaarheid, toegankelijkheid en organiseerbaarheid
van de MGZ te bevorderen, ondersteun ik het Vilans programma «MGZ in de regio». Daarnaast
speelt het convenant MGZ dat door veldpartijen11 zelf is opgesteld een belangrijke rol in de bevordering van MGZ.
Het programma «MGZ in de regio» bevordert (domeinoverstijgende) samenwerking van medisch
generalistische zorg in de regio. Het werken aan regionale oplossingen voor de toegang
van MGZ wordt steeds meer gemeengoed. Oplossingen zoals taakherschikking, gemeenschappelijke
triage en inzet van de Specialist Ouderengeneeskunde in eerste lijn worden steeds
meer gangbaar in de praktijk. Verder zien we dat waar MGZ aanvankelijk alleen prioriteit
kreeg in de ouderenzorg, de gehandicaptensector nu ook volop aan de slag is met dit
thema. Ook hier komt regionale samenwerking van de grond. Voorbeelden daarvan zijn
de regiopoli’s voor arts Verstandelijk Gehandicapten en de inzet van de Verpleegkundig
Specialist in de MGZ. De borging van nieuwe manieren van (samen)werken blijft een
uitdaging doordat structurele bekostiging niet altijd van de grond komt. Vilans zet
hier de komende tijd op in. In bijlage 9 treft u een rapportage van het programma
MGZ in de regio aan.
Het MGZ convenant dat in september 2024 is gesloten, wordt door veldpartijen geëvalueerd
in verschillende sessies, waarvan de eerstvolgende deze zomer plaatsvindt. De betrokkenheid
van niet gecontracteerde instellingen en pgb-instellingen is daarbij onderwerp van
gesprek. De intentie bij convenantspartijen is om dit onderwerp op te pakken. Ook
de motie van Kamerlid De Korte12, waarin de regering verzocht wordt om te regelen dat alle niet gecontracteerde instellingen
en pgb-instellingen voor 24 uurs-Wlz-zorg zich eveneens verbinden aan het convenant
samenwerking medisch generalistische zorg, en de Kamer hierover binnen vier maanden
te informeren, haakt hierop in. Het is niet aan VWS maar aan de convenantspartijen
om te beslissen over het convenant en de toepasbaarheid daarvan. Ik ben blij dat BVKZ
en SPOT hebben aangegeven constructieve gesprekken met de convenantspartijen te willen
voeren over hoe de niet gecontracteerde en pgb-instellingen bij de uitwerking van
het convenant betrokken kunnen worden. Ik informeer u over de voortgang in de brief
over het pgb die ik in het najaar naar de Tweede Kamer stuur. Daarmee geef ik uitvoering
aan de motie.
Domeinoverstijgende activiteiten langdurige zorg
Met de specifieke uitkering Domeinoverstijgende samenwerking (SPUK DOS) zijn er in
2023 en 2024 diverse experimenten uitgevoerd waarvan een groot deel in 2025 een vervolg
heeft gekregen. Deze experimenten zijn erop gericht om zorg op grond van de Wlz te
voorkomen, te verminderen dan wel uit te stellen. Voorafgaand aan de aanvraagrondes
zijn er online en fysiek bijeenkomsten en webinars georganiseerd voor gemeenten, zorgkantoren
en zorgaanbieders. Daarnaast is er ondersteuning aangeboden door een implementatieadviseur
om partijen te helpen tot een complete aanvraag te komen. In de eerste ronde van 2025
zijn er 34 aanvragen ingediend.
Sinds 2024 worden de DOS-projecten door de Vrije Universiteit van Amsterdam gemonitord.
Er wordt gekeken naar uitstel van beroep op de Wlz en onderwerpen zoals mantelzorgbelasting
en kwaliteit van leven. In bijlage 10 vindt u de publieksversie experimenten SPUK
DOS 2025. Dit is een overzicht van de tot nu toe toegekende experimenten in 2025 met
een inhoudelijke beschrijving om een beeld te krijgen van de experimenten die plaatsvinden
onder de SPUK DOS.
Zorgbuurthuis ‘t Hageltje
De afgelopen drie maanden zijn gesprekken gevoerd met het zorgbuurthuis, de zorgaanbieder,
de gemeente en het zorgkantoor, waarbij mijn ambtsvoorganger ook zelf betrokken is
geweest. Daarbij zijn verschillende oplossingsrichtingen verkend. Inmiddels hebben
de gemeente en het betrokken zorgkantoor de handen in één geslagen om gezamenlijk
een SPUK DOS aanvraag te doen. Met de wet DOS (Domein overstijgende samenwerking)
krijgen initiatieven zoals zorgbuurthuizen meer ruimte om zich te ontwikkelen. Hiermee
zie ik deze opgave als vervult en doe ik de motie het lid Dobbe over het wegnemen
van belemmeringen bij het opzetten van zorgbuurthuizen af.13
Tot slot
WOZO heeft een belangrijke rol gespeeld in de beweging naar meer zelfstandigheid van
ouderen, ook als zij meer ondersteuning en zorg nodig hebben. Er zijn vele initiatieven
genomen door cliëntenorganisaties, zorgvragers, zorgaanbieders en inkopende partijen
om ouderen te ondersteunen. De beleidsmatige ondersteuning daarvan, zoals hiervoor
geschetst, moet hen helpen om hun initiatieven te borgen en uit te dragen. Daarnaast
wil ik alle organisatie betrokken bij WOZO, waaronder die in de regiegroep, bedanken
voor de hechte samenwerking. Ik reken erop dat wij in de verschillende akkoorden nauw
kunnen blijven samenwerken.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
N.J.F. Pouw-Verweij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport