Brief regering : Verslag Landbouw- en Visserijraad 23 en 24 juni 2025
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1720
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID
EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2025
Op 23 en 24 juni jl. vond de Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats in Luxemburg.
Met deze brief informeren wij de Kamer over de uitkomsten van de Raad.
1. Verslag Landbouw- en Visserijraad 23 en 24 juni 2025
Handelsgerelateerde landbouwvraagstukken
De Europese Commissie (hierna: Commissie) informeerde de Raad over de stand van zaken
op het gebied van de internationale handel in landbouwgoederen en over lopende multilaterale
onderhandelingen. Daarnaast gaf de Commissie een actuele stand van zaken van lopende
en afgeronde bilaterale onderhandelingen over handelsakkoorden en gaf ze een update
over de onderhandelingen met de Verenigde Staten en Oekraïne.
Veel lidstaten spraken steun uit voor de lopende onderhandelingen over handelsakkoorden
met derde landen. Voor wat betreft een akkoord met de Mercosur-landen gaf een aantal
lidstaten aan voorstander te zijn van een akkoord en een aantal lidstaten uitte zorgen
over een akkoord. De Raad sprak daarnaast in algemene zin over uitgangspunten voor
de Europese handelsbetrekkingen met derde landen op het gebied op landbouw. Daarbij
werden door onder andere Nederland verschillende aspecten benadrukt, zoals de bijdrage
die handelsakkoorden kunnen leveren aan het concurrentievermogen, exportkansen, diversificatie
van handelsstromen en voedselzekerheid. Ook werd door Nederland en andere lidstaten
het belang van hoge productiestandaarden genoemd, waarbij Nederland de inzet van de
Commissie in de Visie voor Landbouw en Voedsel op sterkere afstemming van productiestandaarden
(met name op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen en dierenwelzijn) die van toepassing
zijn op geïmporteerde producten, steunde. Dit moet volgens Nederland wel gebeuren
met inachtneming van de WTO-regels. Nederland gaf aan uit te kijken naar de nadere
voorstellen van de Commissie.
Nederland uitte zorgen over de Amerikaanse importheffingen en steunde, met het merendeel
van de lidstaten, de aanpak van de Commissie om de dialoog met de Verenigde Staten
te blijven zoeken en tegelijkertijd voorbereidingen te treffen voor een adequate tegenreactie
als de gesprekken niets opleveren. Hierbij zijn de Europese standaarden voor voedselveiligheid
niet onderhandelbaar.
Nederland sprak, samen met veel lidstaten, ook opnieuw steun uit voor Oekraïne en
riep op om voortgang te maken met de onderhandelingen met Oekraïne voor verbetering
van het wederzijds marktaanbod onder het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement
van het Associatieakkoord. Tegelijkertijd vindt Nederland het belangrijk dat rekening
wordt gehouden met mogelijke marktverstoringen op het gebied van landbouw. Ook benadrukte
Nederland het belang dat ingezet wordt op het verder overnemen en implementeren van
EU-productiestandaarden door Oekraïne, zoals is afgesproken onder het Associatieakkoord
voor de Europese sanitaire-, fytosanitaire- en dierenwelzijnswetgeving.
Omnibus voor landbouw
De Commissie gaf een toelichting op de Omnibus voor landbouw die op 14 mei jl. is
gepubliceerd, waarbij de Commissie voorstelt het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB) te vereenvoudigen en het concurrentievermogen van de landbouwers te vergroten.
Het pakket maatregelen is gericht op het verminderen van administratieve lasten, op
controles, uitvoering en crisisrespons en op investeringsbehoeften van de landbouwsector.
Veel lidstaten onderstreepten het belang van vereenvoudiging in de landbouw en waren
positief over de voorstellen die zijn gedaan in de Omnibus voor landbouw. Nederland
gaf aan tevreden te zijn met de aanpassing van de brede weersverzekering, het schrappen
van de jaarlijkse prestatiegoedkeuring en meer flexibiliteit in het beheer van de
GLB Nationaal strategische plannen. Daarnaast uitte Nederland zich kritisch over het
voornemen om kleine landbouwbedrijven uit te zonderen van de conditionaliteitseisen.
Nederland vroeg de Commissie ook om onderbouwing van het effect op de waterkwaliteit
als biologische bedrijven automatisch voldoen aan de conditionaliteitsregels over
bufferstroken (GLMC 4).
Lidstaten waren voornamelijk verdeeld over het voorstel om de landbouwreserve niet
meer te kunnen benutten voor steun voor schade geleden door natuurrampen, ongunstige
klimaatgebeurtenissen of rampzalige gebeurtenissen. Enkele lidstaten die te maken
hebben gehad met extreme weersomstandigheden, pleitten voor een brede toepassing van
de landbouwreserve, waaronder ook op schade ontstaan door deze extreme weersomstandigheden.
Nederland bracht hierop in dat de landbouwreserve gebruikt moet worden waarvoor deze
bedoeld is, namelijk marktverstoringen. Daarnaast gaf Nederland met enkele lidstaten
aan dat het betreurenswaardig is dat er geen adequate effectbeoordeling is gedaan
door de Commissie.
In de Raad riepen veel lidstaten ook op tot een sterk GLB na 2027 met geëigende middelen.
Mededeling over duurzame visserij in de Europese Unie: stand van zaken en oriëntaties
voor 2026
Eurocommissaris Kadis presenteerde de jaarlijkse Commissiemededeling over de stand
van zaken van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Steeds meer Europese visbestanden
worden op een duurzaam niveau beheerd of zitten in een stijgende lijn richting het
niveau van Maximum Sustainable Yield (hierna: MSY). Tegelijkertijd blijft de toestand
van veel visbestanden in de Middellandse Zee en de Oostzee zorgelijk. Verschillende
lidstaten gaven erkenning aan de vissers die offers hebben gebracht om de verbetering
van de visstand mogelijk te maken. Tegelijkertijd uitten veel lidstaten zorgen over
een dalende trend van verschillende visbestanden als gevolg van klimaatverandering,
milieuvervuiling en het uitblijven van robuuste verdeelafspraken over visquota met
de Noord-Atlantische partners. Verschillende landen rondom de Oostzee uitten ook zorgen
over de impact van toegenomen predatorenpopulaties, met name zeehonden en aalscholvers,
op de visbestanden. De Eurocommissaris noemde stabiliteit en voorspelbaarheid voor
de visserijsector belangrijk en wil daarom inzetten op meerjarenquota waar dat kan.
Hoge brandstofkosten blijven de grootste uitdaging voor de rentabiliteit van de visserijvloot.
De Commissaris verwees hierbij naar de roadmap voor de energietransitie die de Commissie
naar verwachting begin 2026 zal publiceren. Eveneens erkende de Commissaris de zorgen
van lidstaten over de implementatie van de aanlandplicht. Een studie hiernaar is onlangs
gepubliceerd door de Commissie.
Een brede groep lidstaten riep op tot een gebalanceerde benadering bij het vaststellen
van de vangstmogelijkheden. Veel visbestanden staan onder druk door andere factoren
dan visserij. Tegelijkertijd gaven deze lidstaten aan dat alleen de visserijsector
met steeds strengere maatregelen wordt geconfronteerd. Verschillende lidstaten, waaronder
Nederland, benadrukten dat bij het vaststellen van de vangstmogelijkheden naast de
lange termijn duurzaamheid van de visbestanden ook de sociaal-economische impact op
de vissers meegewogen moet worden. In dit kader vroegen deze lidstaten concreet om
een wijziging van de Verordeningen die zien op meerjarenplannen. Hierbij werd vooral
benadrukt dat het belangrijk is de huidige juridische onduidelijkheid over de toepassing
van de 5%-regel weg te nemen. Samen met andere lidstaten, bracht Nederland ook de
onwerkbaarheid van de aanlandplicht naar voren met een dringend verzoek tot een herziening
van deze maatregel. Eveneens benoemden verschillende lidstaten, waaronder Nederland,
de uitdagingen met de implementatie van een energietransitie in de visserijvloot,
zoals het ontbreken van realistische alternatieven en de belemmeringen in het steunkader.
Het ontbreken van voldoende financiële middelen werd hierbij door verschillende lidstaten
ook genoemd.
Na de zomer wordt de discussie over de vangstmogelijkheden voor 2026 voortgezet op
basis van wetenschappelijke vangstadviezen die in de loop van de zomer en in het najaar
zullen verschijnen. Besluitvorming hierover vindt plaats in de Landbouw- en Visserijraad
van december 2025. Beleidsmatige discussies over bijvoorbeeld de aanlandplicht, de
energietransitie en de meerjarenplannen zal waarschijnlijk pas plaatsvinden nadat
de Commissie begin 2026 de evaluatie van het GVB heeft gepubliceerd.
Voortgangsrapportage Verordening over de bescherming van dieren tijdens het vervoer
en daarmee samenhangende activiteiten
Het Pools voorzitterschap presenteerde een voortgangsrapportage over de behandeling
van het voorstel voor de herziening van de Transportverordening. In de Raadswerkgroepen
zijn veel technische onderdelen aan bod gekomen, waaronder vergunningverlening, maximum
transporttijden en de temperatuurgrenzen tijdens transport. Veel lidstaten vinden
dat het voorstel van de Commissie te ver gaat. Een aantal lidstaten wees op de gevolgen
voor perifere gebieden, waarbij enkele lidstaten pleitten voor het verlengen van de
transporttijden ten opzichte van het Commissievoorstel. Nederland pleitte conform
de met uw Kamer gedeelde inzet voor onder andere het beperken van de transportduur
en het verbeteren van de transportomstandigheden.
Voortgangsrapportage Verordening inzake teeltmateriaal van gewassen (PRM-verordening)
Het Pools voorzitterschap gaf een toelichting op de voortgang rondom de PRM-verordening.
De Commissie reageerde dat plantaardig teeltmateriaal en zaden de basis vormen voor
de landbouw en de kwaliteit dus gegarandeerd moet worden. Daarom riep zij de Raad
op om snel tot een algemene oriëntatie te komen.
Tijdens de Raad bleek dat lidstaten nog verdeeld zijn over het voorstel van de Commissie.
Door Nederland werd benoemd dat het complex is om tien richtlijnen in één verordening
te harmoniseren. Veel lidstaten benadrukten nogmaals dat het voorstel niet mag leiden
tot aanvullende administratieve lasten en bureaucratie. Nederland riep in dit kader,
met steun van andere lidstaten, op om aandacht te besteden aan de koppeling met de
Officiële Controle Verordening en wees op de gevolgen daarvan voor zowel bedrijven
als bevoegde autoriteiten in lidstaten. Ook gingen lidstaten, waaronder Nederland,
in op de uitvoerbaarheid en proportionaliteit van het voorstel. Verder werd nog door
lidstaten gewezen op de grote verschillen tussen de lidstaten. Nederland wees in dit
kader op de verschillende landbouwstructuren, klimaatomstandigheden en teeltpraktijken
in lidstaten.
Algemene Oriëntatie Monitoringkader voor veerkrachtige Europese bossen
Tijdens de Raad is een algemene oriëntatie bereikt voor de Verordening bosmonitoring.
Veel lidstaten onderstreepten het nut van geharmoniseerde monitoring ten behoeve van
vergelijkbare data en waren blij met de bottom-up benadering waarbij nationale bosinventarisaties
leidend zijn. Nederland bracht in zich zorgen te maken over het feit dat het hoofddoel
van het oorspronkelijke voorstel mogelijk niet behaald wordt met de huidige tekst,
namelijk het effectiever en efficiënter monitoren van bossen, door velddata te combineren
met satellietgegevens. Dit zou ook kunnen leiden tot een grotere administratieve last.
Desalniettemin heeft Nederland aangegeven zich constructief te blijven opstellen in
de verdere onderhandelingen. De Commissie maakte duidelijk grote zorgen te hebben
over de Raadspositie, omdat de compromistekst flink is afgezwakt en ver verwijderd
is geraakt van het oorspronkelijke doel. De Commissie benadrukte dat ze overweegt
om het voorstel in te trekken, indien het Europees Parlement meegaat in de afgezwakte
lijn van de Raad.
Diversenpunt Nederland: Speciaal verslag van de Europese Rekenkamer «Etikettering
van levensmiddelen in de Europese Unie»
Nederland heeft tijdens de Raad een diversenpunt geagendeerd over het speciale verslag
van de Europese Rekenkamer «Voedseletikettering in de EU – Consumenten kunnen verdwalen
in het labyrint van etiketten». Uit het rapport van de Europese Rekenkamer blijkt
dat er lacunes zijn in het Europese rechtskader met betrekking tot voedseletikettering,
monitoring, rapportage, controlesystemen en sancties. Nederland bracht in dat consumenten
op dit moment nog steeds worden geconfronteerd met etiketten die verwarrend of misleidend
kunnen zijn. Daarom riep Nederland de Commissie op tot het evalueren van «on hold»
botanische gezondheidsclaims, het ontwikkelen van voedingsprofielen voor voedings-
en gezondheidsclaims om te voorkomen dat claims worden toegepast op producten die
te veel vet, suiker en/of zout bevatten, en het implementeren van geharmoniseerde
Europese wetgeving over allergenenetikettering uit voorzorg (dit is de regelgeving
rondom de zin «kan sporen bevatten van ...»). Meerdere lidstaten steunden het voorstel
van Nederland en riepen de Commissie op om zo snel mogelijk met een planning te komen
om vervolg te geven aan het rapport van de Europese Rekenkamer.
De Commissie onderschreef de uitkomsten van het rapport van de Europese Rekenkamer
en gaf aan dat de informatie op etiketten duidelijk en accuraat moet zijn. Daarbij
gaf de Commissie aan dat er al veel regelgeving is rondom etikettering, dat het aan
de nationale controleautoriteiten is om beter te handhaven en dat bedrijven de etiketteringsregels
moeten uitvoeren. Specifiek benoemde de Commissie dat een gepaste oplossing gevonden
moet worden voor botanische claims. De Commissie zal in gesprek blijven met de lidstaten
en actief samenwerken om de situatie te verbeteren.
Diversenpunt: Verordening tot wijziging van de Gemeenschappelijke Marktordening –
stand van zaken en Verordening grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken
(OHP).
Het Pools voorzitterschap gaf een stand van zaken van de wijzigingsvoorstellen van
de Verordening Gemeenschappelijke Marktordening (hierna: GMO-verordening) en van de
Verordening voor grensoverschrijdend toezicht op oneerlijke handelspraktijken (hierna:
OHP-verordening) beide ter versterking van de positie van de boer in de keten.
Lidstaten spraken hun steun uit voor de herziening van de GMO-verordening en gaven
aan dat een sterke positie van de boer in de keten, vereenvoudiging en het verminderen
van administratieve lasten een belangrijk doel is van de herziening. Ook werd er over
het algemeen positief gereageerd op de flexibiliteit om af te wijken van de verplichting
tot schriftelijke contracten. Enkele lidstaten zagen nog ruimte voor verbetering of
spraken hun ongenoegen uit over het ontbreken van een effectbeoordeling. Nederland
steunde de Raadspositie niet, met als reden dat de tekst in het Raadsmandaat flink
afgezwakt is ten opzichte van het oorspronkelijke doel om de positie van de boer te
versterken. Veel lidstaten spraken steun uit voor de OHP-verordening, met de beredenering
dat de OHP-verordening boeren en consumenten beter beschermd tegen oneerlijke praktijken.
Enkele lidstaten waren van mening dat de verordening simpeler had gekund of dat er
nog ruimte was voor verbetering. De Commissie was tevreden met het ambitieuze resultaat
en riep op snel te beginnen met de onderhandelingen met het Europees Parlement.
Diversenpunt: Stand van zaken herziening Verordeningen Gemeenschappelijke Marktordening
Wijn
Onder het Pools voorzitterschap is een Raadspositie bereikt op het Commissievoorstel
over de herziening van de Verordeningen Gemeenschappelijke Marktordening Wijn. Het
wijnpakket is een reeks maatregelen die bedoeld zijn om de wijnsector in de EU te
ondersteunen, rekening houdend met factoren als klimaatverandering, dalende consumptie
en onstabiele handel. Hiervoor heeft de Commissie de inbreng gebruikt van de Groep
op hoog niveau inzake wijnbeleid. Veel lidstaten waren blij met het bereikte resultaat
en benoemden dat dit een goede stap is om de wijnsector te versterken en toekomstperspectief
te geven.
Nederland gaf aan zich te kunnen vinden in het merendeel van de voorstellen, maar
moeite te hebben met de term «alcoholarm» voor wijnen die slechts 30% minder alcohol
bevatten. Nederland onderstreepte dat de claim misleidend en verwarrend kan zijn voor
de consument en het niet in lijn is met de huidige Nederlandse wetgeving voor bier.
Nederland heeft daarom de hoop uitgesproken dat er alsnog een passendere benaming
voor wijnen met minder alcohol kan worden gevonden.
Diversenpunt: Verordening nieuwe genomische technieken
Het Pools voorzitterschap presenteerde een voortgangsrapportage over wat er onder
het voorzitterschap is bereikt rondom het voorstel van de Commissie voor een nieuwe
verordening voor het gebruik van Nieuwe Genomische Technieken (NGTs) in de plantveredeling.
Tijdens het Pools voorzitterschap is een algemene oriëntatie bereikt in de Raad. Meerdere
lidstaten hebben hun steun uitgesproken, met als reden dat dit voorstel de concurrentiepositie
versterkt, boeren helpt met het aanpassen aan klimaatverandering en de voedselzekerheid
versterkt. Nederland heeft aangegeven blij te zijn met de voortgang en heeft het voorzitterschap
bedankt voor zijn inzet.
Diversenpunt: Maximum residue limits gewasbeschermingsmiddelen
Tijdens dit diversenpunt riep Frankrijk de Commissie op te komen met de beloofde effectenbeoordeling
genoemd in de Visie voor Landbouw en Voedsel over gewasbeschermingsmiddelen en import.
In de Visie staat dat de Commissie, in overeenstemming met de internationale regels,
ernaar zal streven om de productienormen die worden toegepast op ingevoerde producten,
met name wat betreft pesticiden en dierenwelzijn, meer op één lijn te brengen. In
dat verband zal de Commissie het beginsel vaststellen dat de gevaarlijkste pesticiden
die om gezondheids- en milieuredenen in de EU verboden zijn, niet via ingevoerde producten
naar de EU mogen terugkeren. Om hierin vooruitgang te boeken, zal de Commissie in
2025 een effectbeoordeling starten om de gevolgen voor de concurrentiepositie van
de EU en de internationale implicaties te onderzoeken en, indien nodig, wijzigingen
van het toepasselijke rechtskader voor te stellen. Frankrijk gaf aan dat het wetgevend
kader (Verordening 396/2005) gewijzigd moet worden.
Veel lidstaten, inclusief Nederland, ondersteunden de oproep van Frankrijk aan de
Commissie om snel met de uitvoering van de effectbeoordeling te starten. Nederland
benadrukte daarbij het belang van hoge standaarden. Nederland steunt het streven naar
een gelijker speelveld, maar vindt het prematuur om zonder een gedegen effectenbeoordeling
al te spreken van herziening.
De Commissie gaf aan de wens van de lidstaten te delen en benoemde dat de EU hoge
normen heeft op het gebied van voedselveiligheid.
Diversenpunt: Gewasbeschermingsmiddelen
Oostenrijk lichtte toe dat de landbouwers in de EU staan voor hoge productie-eisen,
zoals duurzaamheid, goede zorg voor hulpbronnen en bescherming van mens, dier en natuur.
Daarbij benoemde Oostenrijk dat de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen essentieel
is om de teelten te kunnen beschermen en voedselzekerheid te kunnen garanderen. Daarbij
stelde Oostenrijk voor om de landbouwkundige noodzaak (voedselzekerheid) van middelen
meer mee te laten wegen bij de (her)beoordeling van een werkzame stof. Ook riep Oostenrijk
de Commissie op om iets te doen aan de afnemende beschikbaarheid van deze middelen.
Nederland bracht in dat gewasbeschermingsmiddelen noodzakelijk zijn om ziekten en
plagen afdoende te kunnen bestrijden en dat meer alternatieve middelen en maatregelen
beschikbaar moeten komen op de Europese markt. Daarbij gaf Nederland aan verschillende
suggesties te hebben gedaan aan de Commissie om de beschikbaarheid van biocontrol-producten
te verbeteren, en de desbetreffende verordening hierop aan te passen. De Commissie
reageerde hierop dat ze gaat kijken naar de definitie van biocontrol en of de toegang
kan worden versneld. Veel lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten ook dat het
goedkeuren van werkzame stoffen geen impact mag hebben op de veiligheid voor mens,
dier en milieu.
De Commissie reageerde dat er niet altijd doeltreffende alternatieven beschikbaar
zijn en dat de verordening het in de handel brengen van gewasbeschermingsmiddelen
regelt. Hierbij wees de Commissie erop dat een zeer strenge risicobeoordeling door
de lidstaten wordt gedaan en door de European Food Safety Authority (EFSA), waarbij
wordt gekeken naar de effecten op volksgezondheid en milieu. De Commissie heeft in
haar Visie voor Landbouw en Voedsel aangegeven te kijken naar alternatieve gewasbeschermingsmiddelen
en de beschikbaarheid daarvan te verbeteren.
Diversenpunt: Bescherming van voedselnamen van dierlijke oorsprong
Tsjechië bracht een diversenpunt in tijdens de Raad over de benaming van traditionele
dierlijke producten. Benoemd werd dat er steeds meer producten op de Europese markt
komen met een naam gerelateerd aan vlees, die echter plantaardig zijn. Tsjechië riep
met veel andere lidstaten de Commissie op om een wetsvoorstel uit te werken om vlees,
ei, honing, vis en daarvan afgeleide producten te beschermen. Veel lidstaten gaven
aan dat consumenten misleid worden door een verkeerde benaming voor plantaardige producten
en onderstreepten dat een geharmoniseerd rechtskader nodig is om duidelijkheid te
scheppen. De Commissie gaf aan begrip te hebben voor het voorstel en het belangrijk
te vinden dat er duidelijke informatie is voor de consument. De Commissie benoemde
echter ook dat er op EU-niveau al voldoende wetgeving is om daaraan te kunnen voldoen.
Diversenpunt: Invoering digitaal vangstcertificaat (IT CATCH) en Implementatie visserij
controleverordening
Commissaris Kadis informeerde de lidstaten over de stand van zaken van de implementatie
van de controleverordening voor visserij en invoering van de elektronische vangstdocumenten
(CATCH). Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, uitten hun waardering voor
de inzet van de Commissie, maar waren ook kritisch op de voorziene toename van regeldruk
en administratieve lasten. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, vroegen ook
expliciet aandacht voor het tijdspad voor implementatie. Door verschillende lidstaten
werd de discussie over toegestane foutmarges tussen schattingen van vangsthoeveelheden
aan boord en daadwerkelijke aanlandingen (Margins of Tolerance) aangehaald. Hierover
hadden twee lidstaten in maart 2025 een diversenpunt aangevraagd, dat destijds door
Nederland is gesteund. Hier is door de Commissie nog geen opvolging aan gegeven. De
Commissaris nam nota van de zorgen van de lidstaten en zegde toe terdege rekening
te houden met de wens om administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken.
Diversenpunt: EU Oceans Pact
Commissaris Kadis informeerde de Raad over de recent gepubliceerde Commissiemededeling
over het Oceanen Pact (hierna: het Pact). Met het Pact kiest de Commissie voor een
holistische aanpak voor het oceanenbeleid. Het richt zich op alle aspecten van het
oceanenbeleid, te weten: gezondheid van oceanen en het herstel en beschermen van ecosystemen,
competitieve blauwe economie en nieuwe bedrijfsmodellen, grondige evaluatie van het
Gemeenschappelijk Visserijbeleid en eventueel een herziening, Visie op de visserij-
en aquacultuursector 2040 en een roadmap voor de energietransitie en modernisering
van de vloot, de veerkracht van kustgemeenschappen versterken, ook in ultraperifere
gebieden, en het versterken van oceanenonderzoek en oceanenobservatie. De Commissaris
ontwikkelt een strategie op onderzoek en innovatie en een digital twin van de oceaan.
Ook heeft de Commissaris de ambitie om meer jonge mensen aan te trekken tot het oceanenonderzoek.
Verder richt het Pact zich op het feit dat de oceaan cruciaal is voor de veiligheid
van de EU en daarom heeft defensie een centrale plaats in het pact. Daarnaast zet
de Commissaris in op de versterking van de oceaandiplomatie door snelle ratificatie
van het BBNJ-verdrag, versterking van de strijd tegen illegale visserij en evaluatie
van het externe beleid op het gebied van oceanen en visserij, en de ontwikkeling van
een effectief bestuurskader met een nieuwe Oceaanwet, die voortbouwt op de huidige
Richtlijn Mariene Ruimtelijke Planning (Marine Spatial Planning – MSP).
De lidstaten hebben de holistische benadering die de Commissaris heeft gekozen, verwelkomd.
Ook gaven verschillende lidstaten aan dat visserij en aquacultuur essentieel zijn
voor de voedselzekerheid en voedselautonomie van de EU. Veel van de voorstellen behoeven
nog verdere uitwerking. Als aandachtspunt benoemden verschillende lidstaten dat voldoende
middelen beschikbaar moeten worden gesteld voor de uitwerking van het Pact. Nederland
heeft aangegeven het Oceanen Pact momenteel nog te bestuderen. Naar verwachting zal
het BNC-fiche in juli met de Kamer gedeeld worden. Nederland heeft aangegeven positief
te zijn over de integrale benadering van het Oceanen Pact en uit te zien naar verdere
besprekingen.
Diversenpunt: Herstel visbestanden in de Baltische Zee
Zweden vroeg aandacht voor de slechte staat van vrijwel alle visbestanden in de Oostzee
als gevolg van klimaatverandering, milieuvervuiling en toegenomen predatorenpopulaties
(zeehonden en aalscholvers). Zweden vroeg hierbij om een holistische aanpak, die verder
reikt dan het beperken van vangstmogelijkheden. Tevens vroeg Zweden om kleinschalige
kustvissers uit te zonderen van zeer strenge maatregelen, die verder gaan dan het
wetenschappelijk advies. Zweden benadrukte het belang van verbetering van de milieusituatie
en van het mogelijk maken van populatiebeheer van predatoren. Veel Oostzeelidstaten
steunden de oproep van Zweden. Sommige andere lidstaten sloten aan bij de oproep tot
meer mogelijkheden voor predatorenbeheer en aanpassingen van de meerjarenplannen.
De Commissaris deelde de zorgen over de visstand in de Oostzee, en verwees naar overbevissing
in het verleden als oorzaak. Hij gaf daarbij aan dat voorkomen moet worden dat vangstmogelijkheden
hoger dan de vangstadviezen worden vastgesteld. Ten aanzien van predatorenbeheer gaf
de Commissaris aan dat de regelgeving nu al de mogelijkheid tot populatiebeheer geeft,
wanneer preventieve maatregelen niet werken.
Diversenpunt: Atlanto-Scandian Haring/EU-NOO
Nederland heeft samen met Ierland en Zweden aangegeven dat Noorwegen een belangrijke
partner is van de EU op veel vlakken, maar dat op visserij de samenwerking moeizaam
verloopt. Genoemde lidstaten spraken specifiek hun zorg uit over de vastgelopen onderhandelingen
over Atlanto Scandische haring (ASH). De unilaterale ophoging van het eigen quotum
door Noorwegen leidt al enige jaren tot overbevissing van deze soort. Tevens wil Noorwegen,
ondanks wetenschappelijk bewijs dat deze soort ook in Europese wateren voorkomt, niet
erkennen dat de EU een kuststaat is en daarom zou de EU alleen als waarnemer aanwezig
kunnen zijn bij de onderhandelingen over deze soort. Noorwegen heeft inmiddels ook
de toegang voor Europese vissers tot de Noorse zone voor visserij op ASH ontzegd.
Dit terwijl de EU sinds 2007 2% quotum heeft afgedragen aan Noorwegen, voor deze toegang.
Europese vissers zijn nu aangewezen op de internationale wateren, hetgeen tot hogere
kosten leidt. Tegelijkertijd heeft Noorwegen tariefvrije toegang tot de Europese markt
voor deze vissoort, en concurreert daarmee rechtstreeks met Europese visserijbedrijven.
Genoemde lidstaten riepen de Commissie op de High Level Dialogue met Noorwegen voort
te zetten, en als dat niet tot oplossingen leidt, maatregelen te overwegen in lijn
met Verordening 1026/2012 voor de instandhouding van visbestanden in landen die niet-duurzame
visserij toelaten. Twee andere lidstaten hebben het punt gesteund door het uiten van
hun zorgen over de samenwerking met Noorwegen op het gebied van visserij. Ook is door
een lidstaat verwezen naar vergelijkbare situaties met derde landen grenzend aan de
Middellandse Zee. De Commissaris gaf aan dat Noorwegen een zeer belangrijke partner
is van de EU, maar nam stelling tegen de niet-duurzame werkwijze van Noorwegen op
het gebied van visserij. Door de eenzijdige ophoging van quota worden veel bestanden
overbevist. Dit terwijl de EU haar quota al jarenlang stabiel houdt. De Commissaris
blijft inzetten op een constructieve dialoog met Noorwegen, maar als dit niet tot
oplossingen leidt, zal hij als laatste redmiddel de nodige instrumenten inzetten.
Diversenpunt: Congres over plattelandsvernieuwing en ontwikkeling (Poznań, 8–10 mei
2025)
Het Pools voorzitterschap gaf een terugkoppeling van het congres over plattelandsvernieuwing
en -ontwikkeling dat het van 8–10 mei jl. heeft georganiseerd in Poznań. Tijdens het
congres stond de vitaliteit van dorpen, het benutten van grassroots initiatieven (initiatieven
die vanuit de basis van een gemeenschap worden opgezet en uitgevoerd, zoals LEADER)
en de rol die gemeenschappen hebben in tijden van onzekerheden en mondiale dreigingen
centraal.
Diversenpunt: Conferentie directeuren van EU-betaalorganen (Warschau, 6–7 mei 2025)
Het voorzitterschap gaf een toelichting op de resultaten behaald tijdens de conferentie
van directeuren van EU-betaalorganen in Warschau van 6–7 mei 2025. Tijdens de conferentie
in Warschau bleek dat verdere vereenvoudiging van het GLB en meer veerkracht voor
EU-boeren noodzakelijk is. Daarbij werd wederom onderstreept dat er voldoende financiële
middelen beschikbaar moeten zijn voor het nieuwe GLB na 2027. Het voorzitterschap
onderstreepte ook dat de betaalorganen veel contact hebben met de boeren en dus weten
wat er veranderd moet worden in het GLB en dat daarom deze conferentie zeer nuttig
was.
Diversenpunt: High-level conferentie BIOEAST / SCAR High-level conferentie over onderzoek
en innovatie (Warschau, 11–12 juni 2025)
Het Pools voorzitterschap gaf een terugkoppeling van een conferentie van het permanent
comité voor landbouwkundig onderzoek (hierna: SCAR) van 10 juni jl. waar aandacht
was voor de Visie voor Landbouw en Voedsel en wat dit betekent voor de prioriteiten
van het SCAR. Verder stond de opvolging van de BIOEAST-conferentie in Hongarije op
de agenda, met aandacht voor de kennishiaten, de noden en het potentieel van Midden-
en Oost-Europa.
Diversenpunt: Congres over wetenschap en innovatie voor weerbare bossen (Sękocin Stary
en Rogów, 28–29 May 2025)
Het Pools voorzitterschap gaf een terugkoppeling van het congres over wetenschap en
innovatie voor weerbare bossen die het van 28–29 mei jl. heeft georganiseerd in Sekocin
Stary en Rogów.
Diversenpunt: Conferentie over duurzaam beheer van de populatie van beschermde dieren
die verliezen veroorzaken in de landbouw (Brussel, 15 mei 2025)
Het voorzitterschap gaf een toelichting op de resultaten van de conferentie over duurzaam
beheer van populaties. Daarbij onderstreepte het voorzitterschap dat er steeds grotere
populaties zijn van grote carnivoren, voornamelijk de wolf. Tijdens de conferentie
is bekeken of het GLB financiële mogelijkheden kan bieden om de co-existentie te verbeteren
en de boeren te ondersteunen. De deelnemers ondersteunden dit en gaven aan dat er
geen gemakkelijke oplossingen zijn, maar dat het verlagen van de beschermde status
in de Habitatrichtlijn de lidstaten manoeuvreerruimte biedt. Enkele lidstaten, waaronder
Nederland, bevestigden de impact van grote carnivoren en de verliezen voor boeren.
Nederland benadrukte daarbij specifiek de grote uitdagingen die de wolf met zich brengt
in dichtbevolkte gebieden zoals Nederland.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummerie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur