Brief regering : Stand van zaken ontwikkelingen COVID-19

Nr. 2231
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2025

Met deze brief informeer ik u over de laatste ontwikkeling van het COVID-19 (SARS-CoV-2)-virus.

Internationale ontwikkelingen

In het EU-gezondheidsbeveiligingscomité is op woensdag 11 juni jl. de mondiale stand
van zaken rondom het SARS-CoV-2 virus besproken. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
en het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -Bestrijding (ECDC) gaven een beeld
van de recente ontwikkeling van besmettingen wereldwijd. In sommige regio’s, met name
in Zuidoost Azië, is sprake van een toename van het aantal besmettingen met een nieuwe
sub-variant van de in Nederland en Europa dominante Omikron JN.1-variant van het coronavirus.
Deze nieuwe sub-variant, NB.1.8.1, lijkt toe te nemen door een combinatie van factoren,
zoals afnemende immuniteit in de bevolking na een periode van lage SARS-CoV-2 circulatie
afgelopen winter en bepaalde immunologische eigenschappen van NB.1.8.1. In Europa
rapporteren veel landen een lichte toename in de circulatie van SARS-CoV-2 welke een
trend laat zien die vergelijkbaar is met die van afgelopen zomer 2024. NB.1.8.1 circuleert
momenteel in lage aantallen in de EU/EER, maar zal naar verwachting de komende weken
stijgen.

Risico-inschatting

De opkomst van bovengenoemde nieuwste sub-variant van het virus leidt niet tot een
andere risico-inschatting door de WHO1, ECDC2 en het RIVM dan voor andere Omikron-subvarianten. De verwachting is dat de opkomst
van deze nieuwe sub-variant niet leidt tot verhoogde mortaliteit, ziekenhuisopnames
en ziekte-ernst. Wel wordt geadviseerd om de vaccinatie van kwetsbare groepen, zoals
mensen met een verminderd immuunsysteem en ouderen van met name 80 jaar en ouder,
op peil te houden. Deze groepen kunnen nog steeds ernstig ziek worden door een besmetting
met het virus. De bestaande vaccins bieden nog steeds goede bescherming tegen de rondgaande
varianten van het SARS-CoV-2-virus. De doelgroepen die in Nederland in aanmerking
komen voor de najaarsronde komen overeen met de door WHO en het ECDC genoemde risicogroepen.
Ik verwijs hiervoor naar de Kamerbrief betreffende «Adviezen Gezondheidsraad COVID-19-vaccinatie
2025 en RSV-vaccinatie voor ouderen».3

Ten slotte, het RIVM houdt veranderingen in het coronavirus en de gevolgen ervan goed
in de gaten.4 Zo onderzoekt het RIVM welke varianten er in Nederland aanwezig zijn en of ze toenemen
in aandeel van het aantal infecties en rapporteert hierover op zijn website.5

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
D.E.M.C. Jansen