Brief regering : Update verminderen administratieve lastendruk, versnellen inkoopproces
36 600 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025
Nr. 84 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2025
De versnelde opbouw van de krijgsmacht is, gegeven de verslechterende veiligheidssituatie
wereldwijd en de aanhoudende Russische agressie, zoals het meest zichtbaar in Oekraïne,
van cruciaal belang. Onderdeel van deze versnelde opbouw is dat Defensie tijdig beschikt
over voldoende materieel, zodat de krijgsmacht bijdraagt aan afschrikking, door te
laten zien dat we kunnen vechten tegen een sterk vijandelijk leger en dat langere
tijd kunnen volhouden.
Ter ondersteuning van deze versnelde opbouw, besteedt Defensie continu aandacht aan
versnelling van processen. De ambitie van Defensie is om het gehele voorzien-in proces,
van behoeftestelling tot levering, fors te versnellen. Hiertoe onderwerpt een onlangs
ingerichte Taskforce Inkoop de gehele voorzien-in keten aan een kritische blik op
zoek naar structurele knelpunten, kansen en oplossingsrichtingen. De Taskforce heeft
voor ogen dat samen met het Defensiepersoneel versnellingsmogelijkheden worden geïdentificeerd,
besluitvorming plaatsvindt en vervolgens wordt geïmplementeerd. De Taskforce werkt
in korte iteraties aan concrete resultaten met inzet van de Defensieonderdelen en
wordt bijgestaan door een klein team van externe deskundigen. De werkwijze van de
Taskforce Inkoop is een voorbeeld van de cultuurverandering die bij Defensie plaatsvindt
die bijdraagt aan het vergroten van ons realisatievermogen.
Onderdeel van het gehele voorzien-in proces is het inkoopproces. Defensie hanteert
de strategie om zoveel mogelijk ruimte te zoeken binnen de aanbestedingswetgeving
om het inkoopproces te versnellen; een strategie die ook door andere EU-lidstaten
wordt gehanteerd. In het overgrote deel van de inkooptrajecten maakt Defensie gebruik
van uitzonderingsbepalingen die de wet biedt waardoor we versneld kunnen verwerven,
bijvoorbeeld door direct te gunnen. Ik blijf echter zoeken naar mogelijkheden om te
versnellen. Zo informeerde ik uw Kamer in september 2024 over de maatregel om het
meer en sneller gebruikmaken van de uitzonderingsbepalingen van de Aanbestedingswet
2012 en de Aanbestedingswet op Defensie- en Veiligheidsgebied voor inkoopbehoeftes
ten behoeve van het NATO Force Model.1 Sindsdien is deze maatregel onder andere ingezet voor de aanschaf van bepaalde personele
uitrustingsstukken, medische artikelen en logistieke ondersteuningsproducten. Uit
interne evaluaties blijkt dat de maatregel uitvoerbaar is en het proces naar tevredenheid
verloopt.
In diezelfde brief informeerde ik uw Kamer over een mogelijke verbreding van inkoopbehoeftes
ten behoeve van het NATO Force Model naar alle inkoopbehoeftes die nodig zijn voor
de gereedstelling voor hoofdtaak 1. Gegeven de ervaringen met de huidige maatregel
en de noodzaak verder te versnellen heb ik tot deze verbreding van de maatregel besloten.
Het zorgt ervoor dat Defensie een nog groter gedeelte van de behoefte aan bijvoorbeeld
nieuw of extra materieel of vastgoed dat nodig is voor de gereedstelling voor hoofdtaak 1
versneld kan inkopen. De maatregel is geen wondermiddel, maar zorgt ervoor dat Defensie
in nog meer gevallen gebruik kan maken van een uitzonderingsbepaling uit de wet en
dus van versnelde verwerving.
Defensie blijft zich breder inzetten op het versnellen van de processen, ook op Europees
niveau. Zo heeft het kabinet een non-paper aan de Europese Commissie aangeboden met
de Nederlandse inzet voor het Defence Readiness Omnibus voorstel, waarin het kabinet
onder andere heeft aangegeven dat de Richtlijn aanbestedingen op Defensie- en Veiligheidsgebied
(2009/81/EG) enkele aanpassingen vereist om beter in dienst te staan van Defensie
en de strijdkrachten van de EU.2 De Europese Commissie heeft de roep om meer flexibiliteit omarmd in het gepresenteerde
voorstel voor de Defence Readiness Omnibus, waarin onder andere een voorstel voor
verhoging van de Europese aanbestedingsdrempels in de Richtlijn aanbestedingen op
Defensie- en Veiligheidsgebied is opgenomen. Het voorstel van de Europese Commissie
is deze voor militaire inkooptrajecten van leveringen en diensten van 443.000 Euro
naar 900.000 Euro te verhogen. Het BNC fiche over het Defence Readiness Omnibus voorstel
van de Europese Commissie volgt spoedig.
In Nederland is inmiddels de aangepaste Circulaire Grensbedragen in werking getreden.
Deze aangepaste Circulaire Grensbedragen vereenvoudigt en versnelt het gunnen van
contracten onder de Europese aanbestedingsdrempelwaarde van de Aanbestedingswet 2012
ten opzichte van de voorgaande versie door een verhoging van de financiële grens voor
het direct gunnen van opdrachten.3
Andere initiatieven die rondom inkoop worden genomen zijn bijvoorbeeld de vraagbundeling
van behoeftes voor de eigen organisatie bij de aanschaf van producten die bestemd
zijn voor steun aan Oekraïne. Als het opportuun is om deze behoeftes te bundelen,
dan maken we daar gebruik van. Daardoor werkt Defensie efficiënter: we doorlopen diverse
inkoopprocessen eenmaal in plaats van tweemaal. Een ander voorbeeld is het Strategic
Defensie Innovation Research (SDIR). SDIR biedt een flexibel en toegankelijk kader
voor projecten waar bij aanvang nog niet duidelijk is welke innovatiegerichte aanpak
het meest geschikt is en of men na het experimenteren daadwerkelijk wil overgaan tot
opschaling. Door de fasering van experiment en opschaling in één aanpak te integreren,
biedt SDIR ruimte voor inkoop om al in een vroeg stadium de dialoog aan te gaan met
het project en marktpartijen. Met SDIR ondersteunt Defensie het midden- en kleinbedrijf
en jonge bedrijven zoals startups en scale-ups met de ontwikkeling van nieuwe technologieën.
Bovendien zet Defensie stappen in het verminderen van financiële verantwoordingsdruk
door bijvoorbeeld steekproefsgewijze controle achteraf bij het afroepen op raamovereenkomsten,
het verhogen van de financiële grens bij factuurcontrole van kleine opdrachten en
het gebruikmaken van alternatieven voor de bankgarantie.
Daarnaast heb ik uw Kamer tijdens het Commissiedebat Defensie Industrie van 11 juni
j.l. informatie toegezegd over het budgettaire aandeel langetermijnorders binnen het
Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF).4 Op dit moment is omstreeks 40% van het totale verplichtingenbudget binnen het DMF
vastgelegd in langlopende contracten, dit vertegenwoordigt een waarde van 12 miljard Euro.
Hierbij is uitgegaan van orders met een looptijd van zeven jaren of langer, omdat
zeven jaren de standaard is voor raamovereenkomsten voor militaire goederen en diensten.
Tot slot, Defensie blijft zich inzetten voor het versnellen van processen en het verlagen
van de administratieve lastendruk. Deze en andere initiatieven tezamen maken Defensie
efficiënter, zodat we zoveel mogelijk tijd en aandacht kunnen besteden aan de benodigde
versterking van de krijgsmacht.
De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie