Brief regering : Inzet op het nieuwe GLB post 2027 en appreciatie 'single plan'
28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Nr. 375 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2025
Uw Kamer heeft mij gevraagd mijn inzet richting de aankomende voorstellen voor het
nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) post 2027 te beschrijven en daarbij
specifiek in te gaan op de ideeën voor een «single fund» (kenmerk: 2025Z11104/2025D30165). Ik voldoe hier graag aan met deze brief. Daarbij wil ik aangeven dat er nog geen
concrete voorstellen beschikbaar zijn en dat ik daarmee werk op basis van de huidige
aannames over de voorstellen.
Single Plan
Op 12 februari jl. heeft de Europese Commissie de mededeling «De weg naar het volgende
Meerjarig Financieel Kader» gepresenteerd. Hierin heeft de Commissie aangegeven te
willen gaan werken met een «single plan», oftewel een plan voor iedere lidstaat met
hervormingen en investeringen, dat is opgesteld in samenwerking met nationale, regionale
en lokale autoriteiten. Dit «single plan» wordt het National and Regional Partnerships
for investment and reform (NRP) genoemd. Het weerspiegelt het voornemen van de Commissie
om verschillende EU-programma’s – waaronder het GLB, het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
(GVB) en het cohesiebeleid – samen te voegen tot een enkel financieringsinstrument
en nationale plannen van lidstaten als uitgangspunt te nemen voor de uitgaven van
de lidstaten.
In aanloop naar de publicatie van de MFK-voorstellen door de Europese Commissie op
16 juli a.s., worden door zowel het Europees Parlement als de Landbouw- en Visserijraad
al posities ingenomen. Op 7 mei 2025 nam het Europees Parlement een resolutie aan
waarin het idee van een «single plan» werd afgewezen. Op 26 mei 2025 werd op de Landbouw-
en Visserijraad door een groot aantal lidstaten een duidelijk signaal afgegeven richting
de Commissie dat stelt dat ook na 2027 de huidige structuur van het GLB met twee pijlers
behouden moet blijven en er voldoende geld beschikbaar moet zijn voor het GLB en GVB.
De Nederlandse regering heeft nog geen positie ingenomen. Het kabinet wacht de Commissievoorstellen
af. Uw Kamer zal zo spoedig mogelijk na het zomerreces een kabinetsappreciatie van
de voorstellen ontvangen.
Een marktgericht GLB voor een weerbare sector
Voor het GLB zet ik in op voedselzekerheid. Daarvoor is het nodig dat boeren ook op
langere termijn voedsel kunnen produceren en hierdoor een inkomen kunnen verwerven.
Het GLB moet daaraan ondersteunend zijn. Dit kan door het versterken van de economische
weerbaarheid door naast een zekere basisbetaling in te zetten op onder andere innovatie
en kennisdeling, stimulering voor de inzet voor ecosysteemdiensten via de ecoregeling
en het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) en door het versterken van de
positie in de keten door steun aan operationele programma’s van producentenorganisaties.
De stimulering is daarbij gericht op de actieve boerenondernemers die individueel
en samen bewust met hun vak bezig zijn en zich aanpassen aan veranderende omstandigheden.
Daarmee richt het GLB zich primair op boeren die hun inkomen uit de markt halen, waarbij
het GLB ondersteuning biedt voor verdere ontwikkeling of beloning van diensten die
niet goed via de markt worden vergoed. Ik zet daarbij in op goed op elkaar afgestemde
regelingen voor de basisbetaling, ecoregeling en de Agromilieuklimaatverbintenissen,
deze laatste verbintenissen zijn in Nederland de basis voor het ANLb.
Afhankelijk van de beschikbare systematiek en mogelijke regelingen zal ik streven
naar een evenwichtige inzet op alle GLB-doelen met behoud van het gelijke Europees
speelveld. Daarbij zal ik mij in het bijzonder inzetten voor de inkomenspositie van
boeren door onder meer een goede beloning voor het leveren van ecosysteemdiensten
en inzet op een goed concurrentievermogen. Het GLB kan daarbij helpen bij het behalen
van (inter)nationale verplichtingen rond bijvoorbeeld klimaat, water en natuur. Ook
het stimuleren van de aanpassing aan de verandering in het klimaat zal in het GLB
weer aandacht krijgen. Daarnaast verwacht ik vanuit de Europese Commissie voorstellen
om generatievernieuwing te stimuleren; een onderwerp dat ik ook nationaal veel aandacht
geef. Ook zal ik me onder meer richten op kennis en innovatie en een vitaal platteland,
waarover ik eerder Europees heb aangegeven dat het beleid hiervoor moet aansluiten
bij de Nederlandse situatie. In de Landbouw- en Visserijraad heb ik daarnaast herhaaldelijk
aandacht gevraagd voor de mogelijkheden van en voor doelsturing in het GLB en ik zal
me daarvoor blijven inzetten.
Inzet op behoud en doorontwikkeling
Omdat de voorstellen van de Commissie nog niet zijn gepubliceerd is het onduidelijk
welke mogelijkheden geboden gaan worden. In de Landbouw- en Visserijraad heb ik eerder
aangegeven dat ik voorstander ben van een doorontwikkeling van het huidige prestatiemodel
voor de strategische GLB-plannen. Geen revolutie maar evolutie zodat het GLB nog meer
prestatiegericht wordt. Daarbij geven de huidige in het GLB beschikbare regelingen
al ruime mogelijkheden om het GLB op de Nederlandse behoeften in te richten. Het in
stand houden van dit instrumentarium heeft dan ook mijn voorkeur, waarbij verbeteringen
in regelgeving uiteraard mogelijk zijn.
In de visie op Landbouw en Voedsel van Commissaris Hansen en het onlangs uitgekomen
vereenvoudigingsvoorstel voor het huidige GLB wordt voorgesorteerd op een verandering
van de werkwijze met conditionaliteiten voor areaalgebonden regelingen. Ik verwacht
dat deze nieuwe werkwijze wordt voortgezet in het nieuwe voorstel voor het GLB na
2027. Dit zou betekenen dat de hierbij beoogde doelen worden gerealiseerd via stimulering
in plaats van via een verplichting. Ik wacht de voorstellen daarover af, maar deze
richting klinkt sympathiek.
Daarnaast zet ik in op meer subsidiariteit voor de lidstaten waardoor het GLB gericht
kan worden op de nationale situatie en behoeften. Daarbij is vereenvoudiging een belangrijk
uitgangspunt. Om dat te realiseren zullen besluiten nodig zijn om de complexiteit
te verminderen. Dit kan door bepaalde onderdelen of stimulering in een nieuwe GLB
niet meer aan te bieden, wat gerichte keuzen vraagt.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur