Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad juli 2025
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2124
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2025
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de vergaderingen van de Eurogroep en
Ecofinraad van 7 en 8 juli 2025.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 7–8 juli 2025
Eurogroep
Agendaonderwerp: Macro-economische ontwikkelingen en begrotingsbeleid in de eurozone
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling en (mogelijk) aanname verklaring
Besluitvormingsprocedure: Indien een verklaring wordt aangenomen zal dit met consensus zijn
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de macro-economische ontwikkelingen en het geaggregeerde
begrotingsbeleid, de zogenaamde fiscal stance, in de eurozone. De gedachtewisseling zal naar verwachting o.a. gebaseerd zijn op
het jaarlijkse rapport van de European Fiscal Board (EFB) over het geaggregeerde begrotingsbeleid in de eurozone.1 In 2024 voerde veel eurolanden restrictief begrotingsbeleid. Voor 2025 verwacht de
EFB dat dit gecompenseerd zal worden door de extra defensie-uitgaven. De EFB verwacht
voor de eurozone in 2026 een bescheiden bbp-groei en veerkrachtige arbeidsmarkten.
Daarbij benadrukt de EFB het belang van prudent begrotingsbeleid en geeft het aan
dat risico’s voor de houdbaarheid van schulden in de gaten moeten worden gehouden,
zeker in de context van uitzonderlijke geopolitieke onzekerheid. Daarbij benadrukt
de EFB wel het belang van defensie-uitgaven.
Nederland is van mening dat de fiscal stance voor de eurozone een nuttig concept is om zicht te houden op de budgettaire en economische
ontwikkelingen in de eurozone als geheel. Nederland is vooralsnog echter niet overtuigd
van het nut om dit concept ook te gebruiken om sturing te geven aan het nationale
begrotingsbeleid van de eurozonelidstaten. Dit zou kunnen leiden tot procyclisch begrotingsbeleid
in landen met lage en middelhoge schulden, waarbij deze hun economie in goede tijden
onnodig stimuleren en bijdragen aan oververhitting van hun economie.
Mogelijk zal de Eurogroep, net als vorig jaar, een gezamenlijke verklaring aannemen
over de oriëntatie van het begrotingsbeleid voor het komende jaar. Voor Nederland
is het van belang dat deze verklaring consistent is met de herziene Europese begrotingsregels
en de tijdelijkheid van de nationale ontsnappingsclausules. Daarnaast zal Nederland
indien opportuun het belang van prudent begrotingsbeleid en financiële buffers benadrukken
om economische schokken te mitigeren.
Agendaonderwerp: Stand van zaken internationale rol van de euro
Document:
https://www.ecb.europa.eu/press/other-publications/ire/html/index.en.ht…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal de internationale rol van de euro bespreken. In het werkprogramma
van de Eurogroep is het versterken van de internationale rol van de euro als een van
de prioriteiten aangeduid.2 De ECB publiceert jaarlijks een rapport over de internationale rol van de euro. Het
rapport over 2024 is op 11 juni jongsleden gepubliceerd. In het rapport beschrijft
de ECB dat de internationale rol in 2024 grotendeels stabiel is in een wereld met
toegenomen gepolitieke spanningen.
Vergroting van de internationale rol van de euro kan voordelen opleveren in termen
van grotere monetaire autonomie, lagere transactie-, risicomanagement- en financieringskosten
en een lagere gevoeligheid voor buitenlandse wisselkoersschokken. Recente volatiliteit
op de financiële marketen heeft onderstreept dat een grote afhankelijkheid van buitenlandse
valuta gepaard kan gaan met mogelijke risico’s. Een grotere internationale rol van
de euro reduceert deze afhankelijkheid.
Het kabinet is van mening dat een grotere internationale rol van de euro het best
kan worden bevorderd door middel van langdurig gezond economisch en begrotingsbeleid
in de individuele lidstaten. In aanvulling daarop kunnen maatregelen die de institutionele
fundamenten van de euro versterken en zo de geloofwaardigheid en duurzaamheid van
de munt bestendigen bijdragen aan het vergroten van de internationale rol van de euro.
Ook kunnen aanvullende maatregelen bijdragen aan het vergroten van de internationale
rol van de euro. Daarbij kan gedacht worden aan het bevorderen van het gebruik van
de euro in internationale grondstoffenmarkten en financiële markten en met name het
verder versterken van de kapitaalmarkunie. Indien opportuun zal Nederland op basis
van bovenstaande deelnemen aan de gedachtewisseling.
Agendaonderwerp: Eurotoetreding Bulgarije
Documenten:
• Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de aanneming van de euro door Bulgarije
op 1 januari 2026; zal voorafgaand aan de vergadering beschikbaar zijn op Delegates Portal.
• Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98
betreffende de invoering van de euro in Bulgarije; zal voorafgaand aan de vergadering
beschikbaar zijn op Delegates Portal.
• Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98
betreffende de omrekenkoers tot de euro voor Bulgarije; wordt beschikbaar na de Ecofinraad
van 8 juli.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting
Dit onderwerp staat op de agenda van de Eurogroep, maar besluitvorming vindt plaats
in de Ecofinraad. Zie voor verdere toelichting onder hetzelfde agenda-onderwerp bij
de Ecofinraad.
Agendaonderwerp: Verkiezing voorzitter van de Eurogroep
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Besluitvorming
Besluitvormingsprocedure: Gewone meerderheid
Toelichting:
Paschal Donohoe (Minister van Financiën van Ierland) is op 9 juli 2020 gekozen tot
voorzitter van de Eurogroep voor een periode van 2,5 jaar. Tijdens de Eurogroep op
5 december 2022 werd Donohoe opnieuw verkozen voor een tweede termijn van 2,5 jaar,
per 13 januari 2023. Deze termijn loopt 12 juli 2025 af. Donohoe heeft aangegeven
een derde termijn als voorzitter van de Eurogroep te ambiëren.
Tijdens de Eurogroep zal de verkiezing plaatsvinden voor voorzitter van de Eurogroep.
Protocol (Nr. 14) betreffende de Eurogroep van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie schrijft voor dat de Ministers van de lidstaten die de euro als
munt hebben, met een meerderheid van die lidstaten een voorzitter kiezen. Ministers
die zich willen kandideren voor het voorzitterschap van de Eurogroep kunnen hun kandidatuur
tot uiterlijk vrijdag 27 juni bekend maken.
Tijdens de Eurogroep van 7 juli zal gestemd worden, eventueel in meerdere rondes.
De kandidaat die als eerste een gewone meerderheid behaalt, dat wil zeggen minimaal
11 van de 20 stemmen, wordt verkozen tot voorzitter van de Eurogroep per 13 juli 2025.
Eurogroep in inclusieve samenstelling
Agendaonderwerp: Spaar- en investeringsunie: opvolging van de Eurogroep-verklaring over de toekomst
van de kapitaalmarktunie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de opvolging van de verklaring van de
Eurogroep over de toekomst van de kapitaalmarktunie. In deze verklaring, die is gepubliceerd
na afloop van de Eurogroep van 11 maart 2024, verbindt de Eurogroep in inclusieve
samenstelling zich ertoe om regelmatig de prestaties van de Europese kapitaalmarkten
te evalueren en de voortgang op nationaal en EU-niveau regelmatig te monitoren.3 In het najaar zal de Eurogroep het eerste jaarlijkse monitoringsrapport publiceren.
Het format en de frequentie hiervoor zijn in november 2024 overeengekomen.4
Het kabinet ziet de urgentie om voortgang te boeken met de kapitaalmarktunie en heeft hiertoe een ambitieuze inzet opgesteld.5 Daarvoor moeten acties op zowel Europees als nationaal niveau worden genomen. De
kabinetsinzet bestaat uit drie pijlers: sterker toezicht, een breder en diverser kapitaalaanbod
en eenduidigere regels. Het kabinet zet erop in dat op alle deelgebieden voortgang
wordt geboekt, vanwege de onderlinge verbondenheid van deze bouwstenen. Het kabinet
zal dan ook pleiten voor een grondige monitoring op bovenstaande punten, zowel op
nationaal als op EU-niveau.
De Eurogroep heeft eerder opgeroepen tot verdere versterking van de kapitaalmarktunie
en ontwikkeling van de spaar- en investeringsunie. Tijdens recente bijeenkomsten van
de Eurogroep en Ecofinraad hebben veel lidstaten het belang van snelle voortgang bij
de verdieping en integratie van de EU-kapitaalmarkten benadrukt, ook in het licht
van de huidige geopolitieke situatie. Ontwikkeling van de kapitaalmarktunie is een
cruciale component van versterking van de interne markt. Een sterke interne markt
maakt de EU concurrerender, veerkrachtiger en autonomer. Ondanks deze ambities blijft
het krachtenveld op deelonderwerpen divers en zal significante voortgang een lange
adem vereisen en toenadering van posities van lidstaten onderling en met andere belanghebbenden.
Agendaonderwerp: Digitale euro
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal naar verwachting stilstaan bij de onderhandelingen die worden gevoerd
over de wetsvoorstellen voor de digitale euro die de juridische basis moeten vormen
voor de mogelijke introductie van de digitale euro. De Eurogroep zal daarnaast mogelijk
aandacht besteden aan het voorbereidend werk van het Eurosysteem. Ook in de Ecofinraad
een dag later zal gesproken worden over de digitale euro.
Het kabinet is van mening dat de digitale euro bij een mogelijke invoering toegevoegde
waarde kan hebben voor Nederlandse burgers en bedrijven. Deze toegevoegde waarde ziet
het kabinet met name wanneer de digitale euro een pan-Europees digitaal betaalmiddel
wordt, gestoeld op Europese infrastructuur. De digitale euro kan dan bijdragen aan
de strategische autonomie van de Europese Unie. Daarnaast ziet het kabinet meerwaarde
in de offline variant van de digitale euro. De offline functionaliteit zou een terugvaloptie
kunnen zijn voor digitale betalingen in het geval dat andere digitale betaaloplossingen
tijdelijk verstoord of onderbroken zijn. Het kabinet zet zich er daarom voor in dat
de offline functionaliteiten vanaf de introductie van de digitale euro beschikbaar
zijn, als er een digitale euro komt.
Daarnaast zet het kabinet zich bij de mogelijke invoering van de digitale euro in
voor waarborgen omtrent privacy, niet-programmeerbaarheid en het kostenmodel. Zo is
het kabinet van mening dat de digitale euro aan de hoogste standaarden moet voldoen
op het gebied van privacy en daarmee zoveel mogelijk moet aansluiten bij de eigenschappen
van contant geld. Ook is het kabinet van mening dat de kosten voor de digitale euro
proportioneel verdeeld moeten worden over winkeliers, betaaldienstverleners en burgers.
Het kabinet vindt het goed dat de onderhandelingen over het wetsvoorstel zijn voortgezet
onder het Poolse voorzitterschap en kijkt uit naar de verdere voortzetting onder het
Deense voorzitterschap. Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van
de ambitie van het Deense voorzitterschap om voor het einde van dit jaar tot een raadsakkoord
te komen op de wetsvoorstellen. Daarbij behoeven verschillende onderwerpen, zoals
aanhoudingslimieten en het compensatiemodel, nog aandacht. Het is nog onduidelijk
wat de tijdlijn is voor de behandeling van de wetsvoorstellen voor de digitale euro
in het Europees Parlement. De huidige rapporteur moet zijn conceptrapport nog publiceren.
Gelijktijdig met de gesprekken in de Raad, is het Eurosysteem voorbereidend werk aan
het doen voor de mogelijke invoering van de digitale euro. Het kabinet vindt het passend
dat het Eurosysteem bezig is met deze voorbereiding. Uiteraard moet het Eurosysteem
geen onomkeerbare stappen zetten en moeten partijen die een rol spelen bij de mogelijke
invoering van de digitale euro, zoals winkeliers, banken en betaaldienstverleners,
goed betrokken worden.
Ecofinraad
Agendaonderwerp: Spaar- en investeringsunie: review securitisatie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de voorstellen die de Europese Commissie
op 17 juni jl. heeft gepubliceerd voor herziening van de regelgeving voor securitisaties.
Een securitisatie is een financieel instrument, waarbij leningen van met name banken
aan huishoudens en bedrijven worden gebundeld en worden verkocht aan investeerders
als verhandelbare effecten. De voorstellen zijn in lijn met wat de Commissie eerder
heeft aangekondigd in haar mededeling over de spaar- en investeringsunie. Met deze
herziening wordt beoogd bij te dragen aan de financieringsbehoeften van de reële economie,
het bevorderen van de concurrentiekracht van de EU en het versterken van de spaar-
en investeringsunie. De voorstellen strekken tot het versimpelen van zorgvuldigheids-
en transparantievereisten voor instellingen die securitisaties uitgeven of erin investeren,
het verbeteren van toezicht en gerichte aanpassingen aan prudentiële vereisten voor
banken.
Tijdens de Eurogroep van 19 juni jl. is ook gesproken over het regelgevend kader over
securitisaties. Daarin gaven veel lidstaten aan open te staan voor een herziening
van dit raamwerk. Daarmee kunnen volgens verschillende lidstaten belemmeringen voor
potentiële investeerders worden weggenomen. Tegelijkertijd werd ook het belang van
een gebalanceerd voorstel benadrukt, waarin de financiële stabiliteit wordt geborgd.
Het kabinet ziet ook ruimte voor specifieke hervormingen van het regelgevend raamwerk
voor securitisaties, met name op het gebied van transparantie- en zorgvuldigheidsvereisten
Het kabinet verwelkomt de recente voorstellen, zoals gedaan door de Commissie, en
ziet uit naar de onderhandelingen in de Raad onder het Deense Voorzitterschap. Een
BNC-fiche met een nadere beoordeling van de Commissie voorstellen wordt zo spoedig
mogelijk met de Tweede Kamer gedeeld.
Agendaonderwerp Digitale euro
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Graag verwijs ik naar bovenstaande bijdrage over de Digitale Euro.
Agendaonderwerp: Werkprogramma Deens voorzitterschap
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Presentatie en gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Denemarken is in de tweede helft 2025 de voorzitter van de Raad van de Europese Unie.
In het werkprogramma zet Denemarken de prioriteiten uit een en die zien onder andere
op Europese veiligheid en een concurrerende en groene EU.6 Op specifiek het economische en financiële beleidsterrein zal het Deens voorzitterschap
zich onder andere richten op de versterking van het Europese concurrentievermogen,
Europese defensie, gezonde overheidsfinanciën en diverse initiatieven in relatie tot
de Europese Spaar- en Investeringsunie. Het Deense voorzitterschap zal ook aandacht
blijven besteden aan Oekraïne, de vereenvoudigingsagenda, dossiers op het gebied van
directe en indirecte belastingen, hervorming van de Douane-unie, de EU-begroting voor
2026 en globale economische samenwerking.
In deze Ecofinraad vergadering zal Denemarken het werkprogramma voor de periode 1 juli
t/m 31 december 2025 presenteren. Nederland zal de presentatie aanhoren.
Agendaonderwerp Economische en financiële impact Russische agressie tegen Oekraïne
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de economische en financiële impact
van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Dit is
een terugkerend punt op de Ecofinagenda. Oekraïne is afhankelijk van externe steun om de Russische agressie te blijven
weren en tegelijkertijd het land overeind te houden. Op 29 mei jl. is een Staff Level Agreement bereikt voor de achtste review van het Extended Fund Facility (EFF) programma. Na
goedkeuring van dit akkoord door de raad van bewind kan het IMF een volgende uitbetaling
doen aan Oekraïne.
De uitbetalingen van het IMF-programma zijn afhankelijk van het behalen van diverse
doelstellingen die beoordeeld worden tijdens de review. De Oekraïense autoriteiten
slagen er tot nu toe nog steeds in om tegen een complexe achtergrond de nodige hervormingen
door te voeren. Tot nu toe komen de totale uitbetalingen neer op USD 10,1 mld. exclusief
de betaling van USD 0,5 mld. die plaats zal vinden na goedkeuring door de raad van
bewind van het IMF van de 8e review. De resterende omvang van het programma bedraagt USD 5,2 mld. In aanloop naar
de negende review van het programma, die rond september /oktober verwacht wordt, zullen
de ramingen van het IMF voor o.a. het totale externe financieringstekort worden geactualiseerd.
Door het voortduren van de oorlog neemt de financieringsbehoefte van Oekraïne naar
verwachting toe voor 2026 en 2027. Naar verwachting zal ook hierover worden gesproken
in de Ecofinraad. Het kabinet roept op om vooruit te blijven kijken naar de financiële
noden van Oekraïne in 2026 en voorspelbare financiële steun voor Oekraïne te blijven
garanderen.
De Europese Commissie zal een update geven over de implementatie van bestaande EU-initiatieven.
De Europese Oekraïne-faciliteit van 50 mld. euro voor de periode 2024–2027, de G7
Extraordinary Revenue Acceleration (ERA) leningen van ca. 45 mld. euro en het bovengenoemde IMF-programma zijn belangrijke
onderdelen van de internationale inzet om de begrotingstekorten (deels) te dekken
en om Oekraïne in staat te stellen de strijd tegen Russische agressie voort te zetten.
De Commissie heeft tot nu toe 19,6 mld. euro aan macro-financiële steun onder de EU
Oekraïne-faciliteit uitbetaald. Op 13 juni jl. heeft de Commissie de vijfde tranche
van het EU-aandeel in de ERA-leningen van 1 mld. euro verstrekt aan Oekraïne. Er is
tot op heden 7 mld. euro van het EU-aandeel uitbetaald. De overige 11,1 mld. euro
zal voor eind 2025 uitbetaald worden.
Het kabinet roept op tot snelle opvolging van een ambitieus 18e sanctiepakket. Dit pakket zal zich focussen op de Russische energie- en bankensector.
In lijn met de motie Boswijk c.s. blijft het kabinet serieus kijken naar de mogelijkheden
om aanvullende maatregelen t.a.v. de bevroren Russische Centrale-banktegoeden te nemen.
Eventuele aanvullende maatregelen moeten in EU- en G7-verband worden genomen. Gedegen
onderzoek naar de juridische, en financieel-economische mogelijkheden en risico’s
is hierbij van belang. Kabinetsbeleid is dat Nederland Oekraïne politiek, militair,
financieel en moreel actief en onverminderd blijft steunen in tijd van oorlog, herstel
en wederopbouw, zolang als dat nodig is. Dit is onlosmakelijk verbonden met de afschrikking
van verdere Russische agressie.
Uitvoeringsbesluiten van de Raad onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) Document: De Commissievoorstellen voor aanpassing van uitvoeringsbesluiten van de Raad ter
goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen zijn te vinden op eur-lex.Europa.eu7.
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluiten van de Raad
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van
de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). Nederland kan deze update aanhoren.
Tijdens de Ecofinraad zullen daarnaast de aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten
ter goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Duitsland, Oostenrijk,
Ierland, België, Denemarken en Tsjechië ter besluitvorming voorliggen. Al deze lidstaten
maken gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve
omstandigheden, op basis van artikel 21 van de HVF-verordening. Voor een uitgebreide
toelichting op deze grondslag voor wijziging verwijs ik u naar het verslag van de
Eurogroep- en Ecofinraad van juni 20248. De Europese Commissie oordeelt dat de redenen die de lidstaten aandragen, aanpassingen
van de plannen rechtvaardigen en dat de herstelplannen ook na deze aanpassingen voldoen
aan de eisen van de HVF-verordening. Nederland kan zich vinden in het oordeel van
de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met de voorstellen tot
aanpassing van de uitvoeringsbesluiten van de Raad. Er wordt geen discussie verwachting
in de Ecofinraad.
Duitsland
De aanpassing van Duitsland heeft betrekking op veertien maatregelen. Duitsland geeft
aan dat een deel van deze maatregelen, op het gebied van de groene transitie, digitalisering
en infrastructuur, gedeeltelijk niet langer haalbaar zijn. De redenen hiervoor zijn
o.a. onzekerheid in ontwikkelingen op de markt, een gebrek aan vraag, verstoringen
in toeleveringsketens, en toegenomen kosten. Daarnaast heeft Duitsland aangegeven
dat twee maatregelen worden aangepast, omdat er betere alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd
blijft. Deze maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg en investeringen in vervoer.
Ook heeft Duitsland aangegeven dat vier maatregelen worden aangepast, omdat er alternatieven
geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze
maatregelen zien o.a. op de groene transitie, digitalisering en het versterken van
sociale inclusie. Duitsland heeft verzocht om de middelen die door deze aanpassingen
beschikbaar komen in te zetten om het vereiste implementatieniveau van één maatregel,
op het gebied van REPowerEU, te verhogen.
Oostenrijk
De aanpassing van Oostenrijk heeft betrekking op achttien maatregelen. Drie van deze
maatregelen worden aangepast omdat er betere alternatieven geïmplementeerd kunnen
worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft.
Deze maatregelen zien o.a. op duurzaamheid en pensioenen. Oostenrijk heeft aangegeven
dat vijftien maatregelen worden aangepast, omdat er alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien
o.a. op infrastructuur en vervoer, digitalisering, onderwijs, de groene transitie,
en het bedrijfsleven.
Ierland
De aanpassing van Ierland heeft betrekking op vijf maatregelen. Ierland heeft aangegeven
dat voor al deze maatregelen alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij de
administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op de groene transitie,
watermanagement, digitalisering, en gezondheidszorg.
België
De aanpassing van België heeft betrekking op dertien maatregelen. België heeft aangegeven
dat voor al deze maatregelen alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij de
administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op de groene transitie,
digitalisering, infrastructuur, arbeidsmarkt, en hernieuwbare energie.
Denemarken
De aanpassing van Denemarken heeft betrekking op vijftien maatregelen. Denemarken
heeft aangegeven dat dertien van deze maatregelen worden aangepast, omdat er alternatieven
geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze
maatregelen zien o.a. op duurzame landbouw, infrastructuur, energie efficiëntie, en
REPowerEU. Daarnaast heeft Denemarken aangegeven dat één maatregel, die ziet op duurzame
landbouw, gedeeltelijk niet langer haalbaar is door onvoorziene vertragingen. Denemarken
heeft verzocht om de middelen die door deze aanpassing beschikbaar komen in te zetten
om het vereiste implementatieniveau van één maatregel, op het gebied van duurzaam
vervoer, te verhogen.
Tsjechië
De aanpassing van Tsjechië heeft betrekking op 83 maatregelen. Tsjechië heeft aangegeven
dat een aantal maatregelen (gedeeltelijk) niet langer haalbaar zijn, o.a. een gebrek
aan vraag op de markt, onvoorziene archeologische vondsten, en onverwachte technologische
knelpunten. Deze maatregelen zien o.a. op strategische technologieën, digitalisering,
circulaire economie, onderwijs, en REPowerEU. Ook heeft Tsjechië aangegeven dat 16 maatregelen
worden aangepast, omdat er betere alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij
het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft. Deze maatregelen
zien op digitalisering, innovatie, duurzaam vervoer, watermanagement, gezondheidszorg,
en REPowerEU. Daarnaast heeft Tsjechië aangegeven dat 45 maatregelen worden aangepast,
omdat er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve lasten
lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg, digitalisering, cybersecurity,
het bedrijfsleven, innovatie, groene transitie, arbeidsmarkt, en REPowerEU. Tsjechië
heeft verzocht om de middelen die door deze aanpassingen beschikbaar komen in te zetten
om één maatregel, op het gebied van digitalisering, toe te voegen, en het vereiste
implementatieniveau van een aantal maatregelen, o.a. op het gebied van digitalisering,
openbaar bestuur, en REPowerEU, te verhogen.
Agendaonderwerp: Europees Semester 2025
Document: De voorliggende Raadsconclusies en (gewijzigde) landspecifieke aanbevelingen komen
voorafgaand aan de vergadering beschikbaar op Delegates Portal. De voorstellen van de Europese Commissie voor de landspecifieke aanbevelingen van
de Raad aan de lidstaten, landenrapporten en diepteonderzoeken in het kader van de
macro-economische onevenwichtigheden procedure zijn publiek beschikbaar: https://commission.europa.eu/publications/2025-european-semester-spring…
Aard bespreking: Goedkeuring Raadsconclusies macro-economische onevenwichtigheden procedure en aanname
landspecifieke aanbevelingen van de Raad.
Besluitvormingsprocedure: Consensus voor Raadsconclusies en gekwalificeerde meerderheid voor landspecifieke
aanbevelingen.
Toelichting:
Op 4 juni jl. heeft de Europese Commissie (de Commissie) het lentepakket in het kader
van het Europees Semester gepubliceerd.9 Onderdeel van dit pakket zijn de resultaten van de diepte-onderzoeken in het kader
van de macro-economische onevenwichtigheden procedure (MEOP) en de landspecifieke
aanbevelingen van de Raad aan de lidstaten. U bent middels de nazending op de geannoteerde
agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van juni10 geïnformeerd over deze onderdelen van het lentepakket.
Raadsconclusies macro-economische onevenwichtighedenprocedure
Tijdens de Ecofinraad liggen er Raadsconclusies ter besluitvorming voor over de resultaten
van de diepteonderzoeken in het kader van de MEOP. In het Alert Mechanism Report (AMR) 202511 stelde de Commissie vast dat ze voor Nederland, Griekenland, Slowakije, Hongarije,
Zweden, Duitsland, Cyprus, Italië, Roemenië en Estland diepteonderzoeken zou gaan
uitvoeren naar mogelijke macro-economische onevenwichtigheden. Hierover is uw Kamer
op 10 januari jl. geïnformeerd12.
In het lentepakket heeft de Commissie, op basis van deze diepteonderzoeken, voor zes
lidstaten (Nederland, Italië, Griekenland, Slowakije, Hongarije en Zweden) macro-economische
onevenwichtigheden vastgesteld. Roemenië ondervindt buitensporige macro-economische
onevenwichtigheden, waar de Commissie vorig jaar nog enkel een onevenwichtigheid had
vastgesteld. Voor Duitsland, Cyprus en Estland zijn naar aanleiding van de diepteonderzoeken
geen macro-economische onevenwichtigheden vastgesteld. Voor Nederland concludeert
de Commissie op basis van het diepteonderzoek, net als in voorgaande jaren, dat er
macro-economische onevenwichtigheden zijn die verband houden met de hoge private schulden
en het overschot op de lopende rekening.
Ten tijde van dit schrijven worden de Raadsconclusies nog behandeld in de voorbereidende
comités van de Ecofinraad. In de Raadsconclusies wordt doorgaans bevestigd dat de
macro-economische onevenwichtigheidsprocedure een belangrijk onderdeel is van het
Europees Semester en de Europese economische beleidscoördinatie om eventuele nieuwe
macro-economische risico’s te signaleren, voorkomen en corrigeren. Er wordt naar verwachting
in de Raadsconclusies kennisgenomen van het voortbestaan van onevenwichtigheden in
voornoemde lidstaten, waaronder Nederland. Daarnaast wordt kennisgenomen van het bestaan
van buitensporige onevenwichtigheden in Roemenië. Nederland kan zich naar verwachting
vinden in de Raadsconclusies en is in dat geval voornemens ermee in te stemmen in
de Ecofinraad.
Landspecifieke aanbevelingen van de Raad aan de lidstaten
Ook ligt in de Ecofinraad de aanname van de landspecifieke aanbevelingen van de Raad
aan de lidstaten voor. Uw Kamer is middels de nazending van de geannoteerde agenda
voor de Eurogroep en Ecofinraad van juni geïnformeerd over de Commissievoorstellen
voor landspecifieke aanbevelingen van de Raad, inclusief de voorgestelde landspecifieke
aanbevelingen voor Nederland.13 De aanname van de landspecifieke aanbevelingen van de Raad aan de lidstaten volgt
op de goedkeuring van een horizontale notitie over deze landspecifieke aanbevelingen
tijdens de Ecofinraad van 20 juni en de behandeling van deze notitie tijdens de Europese
Raad van 26 en 27 juni.
Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda worden deze voorstellen van de Commissie
nog besproken in de voorbereidende comités van de Raad. Op basis hiervan zouden nog
wijzigingen kunnen optreden. Doorgaans verandert de kern van de aanbevelingen daarbij
niet. Nederland verwacht daarom in te kunnen stemmen met de aanname van de aanbevelingen
van de Raad aan de lidstaten. Met de aanname van de landspecifieke aanbevelingen wordt
de Semestercyclus van 2025 afgerond.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele
plan Litouwen
Document: Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op Delegates Portal geplaatst onder de titel «MTFSPs recommendations».
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbeveling
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
In het kader van het herziene Europese begrotingsraamwerk hebben lidstaten budgettair-structurele
plannen (hierna: plannen) voor de middellange termijn ingediend. Daarin staan hun
voorgenomen begrotingsbeleid, hervormingen en investeringen. Tot op heden hebben 26 lidstaten
een plan ingediend. Voor 24 daarvan heeft de Raad van de Europese Unie (Raad) inmiddels
aanbevelingen aangenomen. Uw Kamer is op 20 december 2024 geïnformeerd over 22 plannen
via een Kamerbrief over de implementatie van het Europees begrotingsraamwerk.14 Daarnaast is in de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 19–20 juni
jl. aandacht besteed aan het Bulgaarse en Belgische plan, welke zijn aangenomen tijdens
de Ecofinraad van 20 juni. De aanbevelingen zagen toe op i) het vaststellen van het
meerjarig uitgavenpad, ii) het goedkeuren van hervormingen en investeringen die ten
grondslag liggen aan een verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode voor vijf
lidstaten en iii) de correctie van buitensporige tekorten voor acht lidstaten.
De Commissie heeft recent het plan van Litouwen beoordeeld en een aanbeveling gedaan
aan de Raad voor het vaststellen van het meerjarig uitgavenpad. De Ecofinraad op 8 juli
2025 zal over deze Raadsaanbeveling voor Litouwen besluiten. Nederland kan zich vinden
in de beoordeling van de Commissie en is voornemens in te stemmen met de Raadsaanbeveling.
Oostenrijk heeft zijn plan al ingediend en een aanbeveling van de Commissie wordt
op korte termijn verwacht. Alleen Duitsland moet zijn plan nog indienen.
Litouwen
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Litouwen voldoet
aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
6.1%
5.2%
4.8%
4.5%
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
6,1%
5,2%
4,8%
4,5%
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 1,3%
– 1,3%
– 1,3%
– 1,2%
– 3%
Schuldratio in plan (in % bbp)
41%
42,5%
43,5%
43,7%
48,5%
* Voor lidstaten met een tekort en schuld onder de referentiewaarden is technische
informatie verstrekt. Deze technische informatie bevat geen jaarlijkse verandering
van het structureel primair saldo. Deze is dan ook niet weergegeven in de tabellen
van deze lidstaten.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Litouwen in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor het structureel primair
saldo bij aanvang, de potentiële groei, de economische groei, de inflatie en de rente.
Hierbij stelt de Commissie dat het hoger dan verwachte structureel primair saldo wordt
gecompenseerd door andere prudentere aannames. De Commissie concludeert dat de afwijkingen
in de aannames leiden tot een uitgavengroei die grotendeels in lijn is met het referentiepad
van de Commissie.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbeveling over de nationale ontsnappingsclausule
Document: Commissies aanbevelingen Raadsbesluiten activatie nationale ontsnappingsclausule15
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Zoals toegelicht in de nazending van de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad
van juni jl.16 heeft de Europese Commissie (de Commissie) op 19 maart 2025 voorgesteld om de nationale
ontsnappingsclausule binnen de Europese begrotingsregels tijdelijk en gericht te activeren,
met als doel om nationale defensie-uitgaven op korte termijn te verhogen. De clausule
kan op verzoek van een lidstaat worden ingezet onder drie voorwaarden: (i) uitzonderlijke
omstandigheden buiten de controle van de lidstaat, (ii) substantiële impact op overheidsfinanciën,
en (iii) behoud van schuldhoudbaarheid op de middellange termijn. De Commissie stelt
voor de clausule voor vier jaar te activeren. Lidstaten mogen in die periode afwijken
van het door de Raad (correctieve) vastgestelde uitgavenpad wanneer dit het gevolg
is van een toename van defensie-uitgaven tot een maximum van 1,5% bbp. t.o.v. 2021.
Zie voor een nadere toelichting de Kamerbrief van 28 maart 2025.17
Zestien lidstaten (België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Griekenland,
Kroatië, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije en Tsjechië)
hebben een aanvraag ingediend. De Commissie heeft de aanvragen beoordeeld op basis
van de bovengenoemde voorwaarden en geconcludeerd dat alle 16 lidstaten voldoen aan
bovengenoemde criteria. De oorlog in Oekraïne wordt aangemerkt als uitzonderlijke
omstandigheid buiten de controle van lidstaten, met een grote impact op de overheidsfinanciën.
Daarnaast stelt de Commissie dat een tijdelijke en gerichte activatie van de ontsnappingsclausule
waarborgen biedt voor de schuldhoudbaarheid. De Commissie doet voor deze lidstaten
aanbevelingen aan de Raad. Deze aanbevelingen stellen dat lidstaten mogen afwijken
van het door de Raad aanbevolen uitgavenpad, onder de voorwaarde dat de afwijking
niet groter is dan de toename in defensie-uitgaven ten opzichte van 2021 tot een maximum
van 1,5% bbp.
Met de activatie van de nationale ontsnappingsclausule wordt de bestaande flexibiliteit
binnen de Europese begrotingsregels tijdelijk en gericht benut en blijven de Europese
begrotingsregels ongewijzigd en van toepassing. Dit past binnen de voorwaarden van
de Nederlandse inzet dat activatie van de nationale ontsnappingsclausule alleen kan
op voorwaarden van tijdelijkheid, gerichtheid, schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit,
zoals ook beschreven in de Kamerbrief in reactie op motie Eerdmans.18 Nederland ondersteunt de oproep van de Commissie dat lidstaten, met oog op het aflopen
van de ontsnappingsclausule, hun nationale begrotingen moeten herprioriteren om een
structurele toename van defensie-uitgaven te dekken. Schulden bieden daarvoor geen
structurele oplossing, dit vergt keuzes op nationale begrotingen
Defensie-uitgaven blijven meegerekend in het nationale begrotingstekort en de overheidsschuld
van lidstaten. Dit tekort en deze schuld vormen het vertrekpunt van de budgettair-structurele
plannen voor de middellange termijn die lidstaten over vier jaar opnieuw moeten opstellen.
Die plannen moeten, op grond van de Europese begrotingsregels, dan opnieuw voorzien
in een uitgavenpad dat leidt tot een geloofwaardige schuldafbouw.
Nederland volgt de beoordeling van de Commissie en is voornemens om in te stemmen
met de Raadsaanbevelingen over de nationale ontsnappingsclausule die voorliggen in
de Ecofinraad van 8 juli. Bij de jaarlijkse monitoring van de toepassing van de clausule
zal Nederland aandacht blijven vragen voor schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit,
inclusief het belang van herprioritering van uitgaven ten behoeve van structureel
hogere defensie-uitgaven.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsbesluit en aanbeveling voor een buitensporigtekortprocedure
Document: het 126.3-rapport van de Commissie19 en het voorstel voor het Raadsbesluit om vast te stellen dat Roemenië geen effectief
gevolg heeft gegeven aan de Raadsaanbeveling om een buitensporig tekort te corrigeren20 zijn publiekelijk beschikbaar.
Aard bespreking: Presentatie (126.3-rapport) en besluitvorming (Raadsbesluit geen effectief gevolg)
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Zoals toegelicht in de nazending van de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad
van 19–20 juni jl. beoordeelt de Commissie jaarlijks de aanwezigheid van buitensporige
tekorten in lidstaten in het kader van artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie (VWEU). Zij doet dit wanneer het begrotingstekort
de referentiewaarde van 3% overschrijdt of wanneer de schuld de referentiewaarde van
60% overschrijdt én onvoldoende snel daalt. In het herziene raamwerk betekent dit
laatste concreet dat de Commissie een onderzoek start wanneer de lidstaat drempelwaarden
overschrijdt voor de afwijking van het uitgavenpad dat de Raad aan de lidstaat heeft
aanbevolen. Omdat dit uitgavenpad pas in januari 2025 is aanbevolen, is 2025 een transitiejaar.
De Commissie beoordeelt dit voorjaar daarom alleen overschrijdingen van de tekortnorm,
maar nog niet een overschrijding van het uitgavenpad. De Commissie baseert zich daarbij
op de gerealiseerde cijfers voor het begrotingstekort in 2024 en de verwachte cijfers
voor het begrotingstekort in 2025.
Deze cijfers waren voor de Commissie aanleiding om onderzoek te doen naar het bestaan
van een buitensporig tekort in Finland, Letland, Oostenrijk en Spanje. Daarbij gaat
het om een overschrijding in 2024 voor Spanje, een verwachte overschrijding in 2025
voor Letland, en een overschrijding in beide jaren voor Finland en Oostenrijk. De
Commissie zet uiteen dat Spanje en Letland voldoen aan de voorwaarden om (verzachtende)
relevante factoren mee te wegen bij de beoordeling. Bij Spanje gaat het daarbij om
een overstroming in 2024, waardoor extra kosten moesten worden gemaakt. Bij Letland
is het verwachte hogere overheidstekort te wijten aan hogere defensie-uitgaven. De
Commissie concludeert dat er na meewegen van deze factoren geen reden is om een buitensporig
tekort vast te stellen voor Spanje en Letland. Ook voor Finland concludeert de Commissie
dat er geen sprake is van een buitensporig tekort. Finland kan weliswaar geen beroep
doen op relevante factoren, maar het tekort is wel het gevolg van een stijging van
de defensie-uitgaven. Die was ook aanleiding voor een verzoek tot activatie van de
nationale ontsnappingsclausule (voor aanvullende toelichting: zie de separate bijdrage
over de nationale ontsnappingsclausule in deze geannoteerde agenda). De Commissie
stelt dat er wel aanleiding is voor het vaststellen van een buitensporig tekort in
Oostenrijk. Het land voldoet niet aan de voorwaarden om een beroep te doen op relevante
factoren, er is geen activatie van de nationale ontsnappingsclausule aangevraagd en
de defensie-uitgaven zijn stabiel. De Commissie heeft in de Ecofinraad van 20 juni
jl. het onderzoek naar het bestaan van buitensporige tekorten toegelicht. Daarna wordt
eerst nog advies ingewonnen bij het Economisch en Financieel Comité. Vervolgens zal
de Commissie een aanbeveling aan de Raad doen om buitensporig tekort vast te stellen
voor Oostenrijk. Besluitvorming hierover volgt in de Ecofinraad van 8 juli.
Daarnaast heeft de Commissie onderzocht of lidstaten voor wie eerder al door de Raad
een buitensporig tekort was vastgesteld effectief gevolg hebben gegeven aan de aanbevelingen
om aan deze tekorten een einde te maken. Dit betreft België, Frankrijk, Italië, Hongarije,
Malta, Polen, Roemenië en Slowakije. Deze aanbevelingen werden in januari 2025 door
de Raad vastgesteld en bevatten een correctief uitgavenpad. De Commissie concludeert
dat dit niet het geval is voor Roemenië aangezien de gecumuleerde groei van de netto-overheidsuitgaven
in 2024 en 2025 (26,4%) ruim boven het door de Raad aanbevolen maximum van 20,2% ligt.
Daarnaast is de daling van het overheidstekort in 2025 voornamelijk toe te schrijven
aan tijdelijke maatregelen, terwijl structurele hervormingen, zoals de herziening
van het belastingstelsel, niet tijdig zijn ingevoerd. Daarom stelt de Commissie aan
de Raad voor om een gebrek aan effectieve opvolging vast te stellen. Nederland kan
zich vinden het oordeel over het ontbreken van effectieve opvolging door Roemenië
en is voornemens in te stemmen met het Raadsbesluit hierover in de Ecofinraad.
Aangezien Roemenië de euro niet als munt heeft zijn binnen de buitensporigtekortprocedure
geen verdere stappen voorzien. Wel kan de Commissie voorstellen om middelen uit de
Herstel- en Veerkrachtfaciliteit en andere Europese fondsen op te schorten.
Agendaonderwerp: Eurotoetreding Bulgarije
Document:
• Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de aanneming van de euro door Bulgarije
op 1 januari 2026; zal voorafgaand aan de vergadering beschikbaar zijn op Delegates Portal.
• Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98
betreffende de invoering van de euro in Bulgarije; zal voorafgaand aan de vergadering
beschikbaar zijn op Delegates Portal.
• Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98
betreffende de omrekenkoers tot de euro voor Bulgarije; wordt beschikbaar na de Ecofinraad
van 8 juli.
Aard bespreking: Aanname van een besluit en twee verordeningen van de Raad ten aanzien van de eurotoetreding
van Bulgaarse per 1 januari 2026 en de omrekenkoers van de Bulgaarse lev naar de euro.
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid (toetreding tot de euro), unanimiteit van alle Eurolanden
en de betreffende lidstaat (vaststellen omrekenkoers)
Toelichting:
De Ecofinraad zal met gekwalificeerde meerderheid besluiten over eurotoetreding van
Bulgarije per 1 januari 2026. De Ecofinraad van 20 juni jl. heeft hierover een positieve
aanbeveling aan de Raad aangenomen. Een uitgebreide toelichting over de eurotoetreding
van Bulgarije is opgenomen in de nazending van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep
en Ecofinraad van 19 en 20 juni.21
Voorafgaand aan de Ecofinraad van 8 juli zal de Europese Raad van 26 juni naar verwachting
de eurotoetreding van Bulgarije per 1 januari 2026 steunen. Ook zullen de ECB (begin
juli) en het Europees Parlement (plenaire vergadering van 8 juli) nog opinies aannemen
over de eurotoetreding van Bulgarije.
Naast het besluit over eurotoetreding zullen de eurolanden in de Ecofinraad samen
met Bulgarije ook een beslissing nemen over de wisselkoers waartegen de Bulgaarse
lev wordt omgerekend in de euro. Hierover zal ook in de Eurogroep van 7 juli worden
gesproken. Omdat de precieze wisselkoers waartegen de Bulgaarse lev wordt omgezet
koersgevoelige informatie is, zal dit pas na afloop van de Ecofinraad openbaar worden
gemaakt.
Nederland is voornemens om in te stemmen met het besluit en de verordening voor de
eurotoetreding van Bulgarije per 1 januari 2026, en met de omrekenkoers van de Bulgaarse
lev naar de euro op voorwaarde dat deze goed past bij de financieel-economische fundamenten
van het land bij de intrede in het eurogebied.
Agendaonderwerp: Voorbereiding van de bijeenkomst van de Ministers van Financiën en gouverneurs van
de centrale banken van de G20 op 17–18 juli 2025: EU-mandaat
Document: EU terms of reference
Aard bespreking: Aanname «EU terms of reference»
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Op 17 en 18 juli vindt in Durban, Zuid-Afrika, de derde G20-bijeenkomst voor Ministers
van Financiën en centrale bankgouverneurs (FMCBG) plaats onder het Zuid-Afrikaans
voorzitterschap. De Raad zal de EU-inzet voor deze bijeenkomst bespreken, die wordt
vastgesteld in de «EU terms of reference». Nederland is aanwezig bij de G20-bijeenkomsten
op uitnodiging van voorzitter Zuid-Afrika.
Naar verwachting zal de G20 tijdens de FMCBG-bijeenkomst de actuele mondiale economische
situatie bespreken en daarbij o.a. stilstaan bij handelsspanningen, afnemende economische
groei en hoge publieke schuldenlasten. Daarnaast zal de G20 naar verwachting spreken
over uitdagingen m.b.t. de mondiale economie, zoals schuldhoudbaarheidsrisico’s in
lage-inkomenslanden, het stimuleren van duurzame economische ontwikkeling en het bevorderen
van financiële stabiliteit.
Nederland steunt de prioriteiten van het Zuid-Afrikaans voorzitterschap. Zo benadrukt
Nederland het belang van het wegnemen van handelsbarrières en houdbare overheidsfinanciën
voor de mondiale economie. Verder maakt Nederland zich zorgen over de schuldhoudbaarheidsrisico’s
voor lage inkomenslanden. Om deze risico’s te mitigeren zet Nederland zich in voor
het bevorderen van schuldentransparantie en het verbeteren van het G20-raamwerk voor
schuldherstructureringen. Om duurzame economische ontwikkeling te bevorderen, zet
Nederland zich o.a. in voor het aantrekken van privaat kapitaal voor de financiering
van ontwikkelingsdoelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.