Brief regering : IMF rapport fiscale stelsel BES-eilanden
32 893 Fiscaal stelsel voor Caribisch Nederland
Nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2025
Op 7 maart jl. heeft de Fiscal Affairs Department van het Internationaal Monetair
Fonds (hierna: IMF) een eindrapport opgeleverd over het fiscale stelsel van de BES-eilanden:
Technical Assistance Report – Kingdom of the Netherlands: Assessment of the Tax System
of the BES-islands (hierna: het rapport). Dit rapport is op verzoek van het Ministerie van Financien
opgesteld en betreft een diepgaande fiscaaltechnische evaluatie van het bijzondere
fiscale stelsel aldaar, alsmede een aantal aanbevelingen voor de toekomst.
Hierbij stuur ik u (alsmede de voorzitter van de Eerste Kamer) een afschrift van dit
rapport, waarbij ik het IMF uitdrukkelijk dank voor de werkzaamheden. Deze brief gaat
kort in op de uitkomsten van het rapport, de keuzes die het IMF heeft gemaakt en werpt
een blik op de toekomst, rekening houdend met afspraken die bij de staatkundige ontmanteling
van het voormalige Nederlands-Antilliaanse staatsverband over het fiscale stelsel
zijn gemaakt (de zogenaamde Slotakkoorden), en rekening houdend met de conclusies
van de Commissie Sociale Zekerheid Caribisch Nederland onder voorzitterschap van de
heer mr. dr. Glenn (G.A.E.) Thodé die de armoedeproblematiek op de BES-eilanden heeft
onderzocht en voor de bestrijding ervan een aantal aanbevelingen heeft voorgesteld.1
Achtergrond fiscaal stelsel BES-eilanden
Reeds in januari 2007 (ruimschoots voor de ontmanteling van het voormalige Nederlands-Antilliaanse
staatsverband per 10 oktober 2010) is in samenspraak met vertegenwoordigers van de
eilandgebieden Bonaire, Saba en Sint Eustatius gestart met een onderzoek naar het
toekomstige fiscale stelsel voor de BES-eilanden. Naar aanleiding daarvan is vastgesteld
dat het bestaande Nederlandse fiscale stelsel vanwege haar complexiteit niet onverkort
op de BES-eilanden kan worden ingevoerd.
Een zwaarwegende factor is daarbij vooral de geografische ligging van Bonaire, Saba
en Sint Eustatius geweest en de afstand tot Nederland. Zij zijn economisch zeer nauw
verweven met dichtbij gelegen grotere eilanden die behoren tot het Koninkrijk der
Nederlanden (Curaçao en Sint Maarten). Immers, voor de aanvoer van goederen en de
afname van diensten zijn Bonaire, respectievelijk Sint Eustatius en Saba vrijwel geheel
afhankelijk van Curaçao respectievelijk Sint Maarten. De integrale invoering van het
Nederlandse fiscale stelsel zou geen recht doen aan deze onderlinge economische verwevenheid
met, en afhankelijkheid van, de BES-eilanden ten opzichte van Curaçao en Sint Maarten
en zou zonder aanpassingen een nadelig effect hebben op de lokale economieën. Daar
komt bij dat het Nederlandse fiscale stelsel qua opbouw, grondslag en tarief sterk
afwijkt van de fiscale stelsels in de regio.
In verband daarmee is indertijd besloten het bestaande Nederlands-Antilliaanse fiscale
stelsel als startpunt te nemen en vanuit dit bestaande stelsel een forse moderniserings-
en vereenvoudigingslag te maken. In dat kader zijn effectief per 2011 de Nederlands-Antilliaanse
inkomsten- en loonbelasting, en de overdrachtsbelasting behouden en zijn de winstbelasting
voor lichamen en de successiebelasting komen te vervallen. Daarentegen zijn per 2011
ook een aantal nieuwe belastingen ingevoerd: de opbrengstbelasting (een eenvoudige
dividendbelasting), de vastgoedbelasting, een kansspelbelasting en een lokale omzetbelasting
(de algemene bestedingsbelasting die ook als een invoerheffing fungeert; hierna: ABB).
Inhoud IMF-rapport
Onderzoeksvragen
Het Ministerie van Financien heeft samen met het IMF een aantal onderzoeksvragen vastgesteld:
1. Is het fiscale stelsel op de BES-eilanden nog in overstemming met het draagkrachtbeginsel?
2. Is het fiscaal stelsel vijftien jaar na de invoering ervan in 2011 toe aan modernisering?
3. Is een van Nederland afwijkend fiscaal stelsel op de BES-eilanden nog te rechtvaardigen?
Voor dit onderzoek zijn gegevens over belastingopbrengsten en andere informatie van
de Belastingdienst Caribisch Nederland en de Douane Caribisch Nederland, alsmede gegevens
over belastingopbrengsten die de openbare lichamen zelf innen afgezet tegen o.a. data
van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en andere openbare informatie. Hierdoor
heeft dit onderzoek resultaten opgeleverd die in de aanbevelingen zijn verwerkt. Daarnaast
zijn diverse experts gevraagd om een aantal praktijkervaringen te delen. Het formele
belastingrecht, alsmede het fiscale invorderingsrecht op de BES-eilanden is niet geëvalueerd
in dit rapport.
Conclusies rapport
In het rapport stelt het IMF dat veel (kleine) eilandeconomieën fundamenteel andere
wensen hebben hoe een fiscaal stelsel er zou moeten uitzien in vergelijking met andere
(grotere) (ei)landen. Kleine eilanden kenmerken zich doordat de bewonersaantallen
gering zijn, de kostprijs van collectieve voorzieningen hoog, er relatief veel goederen
moeten worden geïmporteerd en dat de schakels tussen ondernemingen en de eindgebruiker
(consument) veelal erg kort zijn. Voor de BES-eilanden is dit niet anders. Deze kenmerken
zijn derhalve als uitgangspunt genomen bij de aanbevelingen die het IMF heeft voorgesteld.
Het rapport steunt op een viertal brede aanbevelingen die nader zijn uitgewerkt in
een aantal aanbevelingen:
1. Het wijzigen van de ABB in een vereenvoudigd btw-stelsel (met het beperken van vrijstellingen,
invoeren van een kleine ondernemingsregeling, geen margeregeling etc.);
2. Het aanpassen van de invoerheffingen aldaar (meer differentiatie in tarieven op diverse
goederen, jaarlijkse indexatie, invoeren accijnzen voor alcohol en tabak op de Bovenwindse
eilanden etc.);
3. Het invoeren van de Nederlandse Wet inkomstenbelasting 2001 op de BES-eilanden, met
een aantal specifieke uitzonderingen; en
4. Het integraal herzien van de vastgoedbelasting als forfaitaire heffing.
Kabinetsappreciatie
Het kabinet heeft veel waardering over de voortvarendheid waarmee het IMF aan de slag
is gegaan met de opdracht van het Ministerie van Financien. Het acht de resultaten
van dit onderzoek een waardevolle aanvulling op de bestaande rapporten en onderzoeken
over (de gevolgen) van het fiscale stelsel op de BES-eilanden. Het kabinet heeft dan
ook een positieve grondhouding om te verkennen welke specifieke aanbevelingen van
het IMF verder zullen worden onderzocht. Dit zal het kabinet wel in nauw overleg met
vertegenwoordigers van de BES-eilanden doen. Zoals bekend, is het kabinet eind 2024
ook verzocht om in wezenlijke samenspraak met vertegenwoordigers van de eilanden koopkrachteffecten
(aan de hand van de minimumvoorbeeldbegrotingen opgesteld door de commissie Thodé
en het Nibud) in kaart te brengen, en eventuele lastenverzwaringen als gevolg van
belastingwijzigingen te ondervangen.2 Met dit overleg is reeds een begin gemaakt en ambtenaren van het Ministerie van Financien
hebben periodiek overleg met vertegenwoordigers van de BES-eilanden over aanpassingen
in het fiscale stelsel aldaar. Tegen die achtergrond zal het rapport ook worden aangeboden
aan vertegenwoordigers van Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Daarom wil ik, in gezamenlijk overleg met vertegenwoordigers van de BES-eilanden,
nader onderzoek doen naar aanpassingen van het fiscale stelsel op onder andere de
volgende onderdelen:
1. Het bijstellen en invoeren van accijnzen op een aantal goederen;
2. Het afschaffen van de vastgoedbelasting voor lichamen onder gelijktijdige invoering
van een vereenvoudigde vennootschapsbelasting; en
3. Het onder voorwaarden aanpassen van de ABB om de kostprijs van goederen bij invoer
te (kunnen) bijstellen); en
4. Invoeren van een extra schijf in de inkomstenbelasting.
Bij het aanpassen van het BES-stelsel blijven de fiscale uitgangspunten gelden die
ook bij de invoering van het fiscale stelsel als uitgangspunt golden, zoals het genereren
van voldoende opbrengsten, het bevorderen van de uitvoerbaarheid van de wetgeving,
en het behouden van eenvoud in de wetgeving zodat het draagvlak op de BES-eilanden
voor het fiscale stelsel voldoende blijft.
Het is mijn streven om dit jaar over bovengenoemde thema’s met de vertegenwoordigers
van de BES-eilanden in gesprek te gaan en uw Kamer over de resultaten van deze samenspraak
te informeren.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Indieners
-
Indiener
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën