Brief regering : Verslag informele Landbouwraad 15-17 juni 2025
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1718
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2025
Van 15–17 juni jl. vond de informele Landbouwraad (hierna: de Raad) plaats in Polen.
Middels deze brief informeer ik de Kamer over de uitkomsten van de Raad.
I. Verslag informele Landbouwraad 15–17 juni jl.
Tijdens de informele Raad wisselden de EU-landbouwministers van gedachten over «Generatievernieuwing
als basis voor innovatie en modernisering in de landbouw». De lidstaten reflecteerden
op twee door het Pools voorzitterschap gestelde vragen. De eerste vraag ging over
hoe generatievernieuwing de implementatie van innovatie kan beïnvloeden en hoe innovaties
kunnen bijdragen aan generatievernieuwing in de landbouw. De tweede vraag richtte
zich op hoe jongeren kunnen worden aangemoedigd om op het platteland te blijven of
zich daar te vestigen en in de landbouw te gaan werken, en welke maatregelen het meest
doeltreffend zijn.
De Raad onderstreepte unaniem het belang van een toekomstperspectief voor jonge boeren
en generatievernieuwing in de Europese Unie (EU) en wees daarbij op de zorgelijke
demografische ontwikkeling. Veel lidstaten benadrukten dat het overgrote deel van
de actieve boeren van hoge leeftijd is, dat zij geen bedrijfsopvolger hebben en dat
daardoor het aantal boeren afneemt, wat risico’s meebrengt voor de voedselzekerheid.
Lidstaten gaven aan dat jonge boeren, en specifiek ook vrouwelijke boeren, essentieel
zijn voor de toekomst van de landbouw, ook omdat zij vaker bereid zijn om te werken
met nieuwe technologieën en innovatieve werkwijzen. Daarbij werd ook aangegeven dat
innovatie de landbouw aantrekkelijk kan maken voor jonge boeren, wat op zijn beurt
generatievernieuwing stimuleert. Erkend werd ook dat jonge boeren over het algemeen
goed zijn opgeleid, maar dat hierin meer geïnvesteerd moet worden om innovatie breder
toegankelijk te maken. Nederland, samen met enkele andere lidstaten en de Europese
Commissie (hierna: Commissie), wees op het belang van een goed evenwicht tussen werk
en privé en vroeg in het bijzonder aandacht voor de geestelijke gesteldheid van jonge
boeren.
Veel lidstaten, inclusief Nederland, benoemden ook het belang van een gezond en vitaal
landelijk gebied en onderstreepten de noodzaak om daarin te investeren. Nederland
bracht verder in dat jonge boeren vaak moeilijkheden ondervinden bij het verkrijgen
van toegang tot landbouwgrond, voornamelijk door hoge grondprijzen. Een aantal lidstaten
benoemde ook dat jonge boeren bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw. Ook werd
door een aantal lidstaten stilgestaan bij de instrumenten die het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) biedt voor generatievernieuwing. Wederom riepen veel lidstaten
op voor specifiek toegewezen middelen voor het GLB in het nieuwe Meerjarig Financieel
Kader. Nederland stond in het bijzonder ook stil bij het verminderen van administratieve
lasten en de noodzaak voor doelgerichte Europese wet- en regelgeving. Daarbij riep
Nederland op om kritisch te kijken naar het totaal aan verplichtingen dat uit EU-regelgeving
voortvloeit.
Tot slot benoemde de Commissie nogmaals dat jonge boeren essentieel zijn voor de toekomst
van de landbouw in de EU. Daarbij gaf ze aan dat dit ook centraal staat in de Visie
voor Landbouw en Voedsel. De Commissie onderstreepte het belang van de aankomende
strategie voor generatievernieuwing. Deze verwacht de Commissie eind van dit jaar
te publiceren. Aandacht gaf de Commissie ook aan de verschillende situaties in de
lidstaten, toegang tot land, vermindering van administratieve lasten en het belang
van voedselzekerheid.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur