Brief regering : Implementatie Asiel- en Migratiepact
32 317 JBZ-Raad
Nr. 965
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2025
In deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van de implementatie van
het Europese asiel- en migratiepact (hierna: Migratiepact), grofweg een jaar voordat
het Migratiepact op 12 juni 2026 in het Nederlandse asiel- en opvangstelsel in werking
treedt. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van leden Podt (D66) en Rajkowski
(VVD) over het periodiek informeren van de Kamer over de voortgang van de implementatie
van het Migratiepact(Kamerstuk 32 317, nr. 913).
Nationale strategie
De op 24 juni jl. aan de Europese Commissie gestuurde nationale strategie is als bijlage
bij deze brief gevoegd.
Op grond van artikel 7 lid 1, van Verordening (EU) 2024/1351 moeten lidstaten een
nationale strategie opstellen betreffende hun asiel- en migratiebeheersysteem. De
strategie is opgesteld op basis van een format van de Europese Commissie.1 Deze nationale strategie bevat informatie over de inzet die de komende jaren gepleegd
wordt om het asielsysteem beheersbaar te houden en bevat daarom een samenvatting van
het Nederlandse beleid. In het document wordt allereerst een schets gegeven van de
huidige situatie in Nederland waarna voor de verschillende doelstellingen nader wordt
aangegeven wat de inzet van Nederland is. Tevens wordt daarbij uitgelegd hoe er samengewerkt
wordt tussen de verschillende ketenpartners. Het betreft een niet juridisch bindend
document. De Europese Commissie zal, op basis van de nationale strategieën van de
lidstaten, een vijfjarige Europese strategie voor asiel- en migratiebeheer opstellen
waarin de strategische en lange termijnaanpak van migratie- en asielbeheer op het
niveau van de Unie wordt uiteengezet.
Een beter functionerend Europees asielsysteem is essentieel voor meer grip op migratie
aan de Europese buitengrenzen en meer grip op secundaire migratie tussen de lidstaten.
Het Migratiepact biedt daartoe belangrijke kansen, waaronder de invoering van een
versnelde asielgrensprocedure voor asielzoekers uit landen met een laag inwilligingspercentage,
meer harmonisatie van regels, een effectievere Dublin-procedure die gepaard gaat met
onderlinge solidariteit en verplichte registratie van iedereen die zich aan de buitengrenzen
meldt.
Ook voor het Nederlandse asielsysteem biedt de implementatie van het Migratiepact
kansen om de asielprocedure te optimaliseren, van opvang tot terugkeer, en het in
lijn brengen van de asielprocedure met de inzet van dit kabinet op een sneller, strenger
en soberder asielbeleid.
In december 2024 informeerde mijn ambtsvoorganger uw Kamer over de hoofdlijnen van
het Migratiepact middels verzending van het nationale implementatieplan (NIP) (Kamerstuk
32 317, nr. 908). Tot dat moment lag de nadruk vooral op het inbedden van het Migratiepact in Nederlands
beleid- en regelgeving. Sinds januari 2025 richt mijn aandacht zich ook op de operationele
implementatie en parallel daaraan het vormgeven van resterend beleid en lagere wetgeving.
Grensprocedure en screening
Op dit moment bestaat in Nederland al een grensprocedure voor vreemdelingen die aan
de Nederlandse buitengrens een asielverzoek indienen. De KMar verricht de identificatie
en registratie (I&R), waaronder de registratie in Eurodac, en draagt daarnaast zorg
voor de uitgestelde toegangsweigering en het opleggen van grensdetentie. Tegelijkertijd
worden de rechten van de vreemdeling gewaarborgd en verricht de KMar een grondige
controle. In grote lijnen blijft het huidige proces van de KMar gelijk met de screeningsprocedure,
na inwerkingtreding van het Migratiepact en daarmee de screeningsverordening. Handelingen
in het kader van de screeningsverordening, meer specifiek biometrie afnemen en registratie
van iemands identiteit, mogen niet worden herhaald. In het wetsvoorstel Uitvoerings-
en implementatiewet Asiel- en migratiepact is de KMar om deze redenen aangewezen als
screeningsautoriteit voor de buitengrens.
Na screening door de KMar aan de buitengrens zal de verzoeker worden overgedragen
aan de IND, die op het Aanmeldcentrum Schiphol de versnelde asielgrensprocedure uitvoert.
Indien vervolgens binnen de maximale termijn van 12 weken het asielverzoek kan worden
afgewikkeld, kan direct de terugkeergrensprocedure worden opgestart.
Met de inwerkingtreding van het Migratiepact wordt de verplichting geïntroduceerd
om asielverzoeken van bepaalde groepen in de versnelde procedure af te handelen. Het
betreft o.a. personen die de autoriteiten misleiden, een gevaar vormen voor de openbare
orde of nationale veiligheid en/of afkomstig zijn uit een land met een Europees breed
inwilligingspercentage van 20% of lager. Wanneer mensen aan de Nederlandse buitengrens
melden met een asielwens wordt die versnelde procedure de asielgrensprocedure. Deze
verplichting geldt ook voor gezinnen met minderjarige kinderen. Bij alleenstaande
minderjarigen (AMV) geldt de verplichting alleen wanneer zij een gevaar vormen voor
de openbare orde of nationale veiligheid. Als de asielgrensprocedure wordt toegepast
voor gezinnen met minderjarige kinderen of AMV’s, vindt dit plaats in een gesloten
gezinsvoorziening in Zeist.
Het grootste deel van de personen die gescreend moeten worden zullen zich reeds op
Nederlands grondgebied bevinden. Na inwerkingtreding van het Migratiepact zal deze
groep in Ter Apel het screeningsproces doorlopen uitgevoerd door de IND, die eveneens
is aangewezen als screeningsautoriteit.
De kwetsbaarheidstoets en een voorlopige medische check zijn eveneens verplichte onderdelen
van het screeningsproces. In de keten worden gesprekken gevoerd om te borgen dat deze
goed worden uitgevoerd en, voor wat betreft de voorlopige medische check, door medisch
geschoold personeel.
Opvang
Het COA is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers, het beheer van opvanglocaties,
het handhaven van de veiligheid en leefbaarheid in opvanglocaties en het verstrekken
van noodzakelijke middelen aan asielzoekers. Op hoofdlijnen voldoet het Nederlandse
opvangsysteem aan de relevante bepalingen van de nieuwe Opvangrichtlijn van het Migratiepact.
Het COA zet in op volledige implementatie van het Migratiepact en werkt op dit moment
aan de operationele implementatie door invulling te geven aan de beleidskeuzes en
het verrichten van activiteiten om de procedures, infrastructuur, werkinstructies
en protocollen en IV-systemen per 12 juni 2026 in overeenstemming te brengen met het
Migratiepact.
De laatste wijzigingen aan het opvangsysteem die het Migratiepact voorschrijven worden
op dit moment uitgewerkt door het COA. Deze wijzigingen betreffen, ten eerste, het
van rechtswege vervallen van het recht op opvang van Dublinclaimanten na ontvangst
van het overdrachtsbesluit. Na het vervallen van het recht op opvang moet wel nog
in een minimale levenstandaard worden voorzien. Op dit moment wordt gezamenlijk bekeken
op welke wijze onderdak geboden kan worden aan deze groep, mede gericht op het eenvoudig
en snel overdragen van de persoon aan de verantwoordelijke lidstaat.
Een tweede wijziging is dat de Opvangrichtlijn voorschrijft dat als een verzoek om
internationale bescherming is gedaan, zo snel mogelijk (binnen 30 dagen) een individuele
beoordeling moet worden gedaan van de bijzondere opvangbehoeften. Het COA gaat deze
zogenaamde kwetsbaarheidstoets uitvoeren. Dit betekent een uitbreiding van de werkzaamheden
op de centrale opvanglocatie of op een eventuele vervolglocatie. Deze kwetsbaarheidstoets
wordt op dit moment vormgegeven, waarbij rekening wordt gehouden met kwetsbaarheidsbeoordelingen
die eerder in het proces ook al plaatsvinden. Tot slot werkt het COA aan aanpassingen
in de vereiste materiële voorzieningen en informatieverstrekking naar Europese standaarden.
Asielprocedure
Tezamen met het regeerprogramma van dit kabinet, biedt het Migratiepact de mogelijkheid
de asielprocedure flexibeler in te richten. Zoals reeds in het NIP is aangekondigd,
wordt de nieuwe asielprocedure ontdaan van huidige verplichte elementen zoals het
aanmeldgehoor, de rust- en voorbereidingstijd, de voornemenprocedure en de afschaffing
van de huidige algemene- en verlengde asielprocedure. Het streven van de IND is om
met deze nieuwe procedure een versnelling per aanvraag te realiseren door middel van
een optimalisatie in de sturing op doorlooptijden.
De IND heeft de operationele opdracht om de nieuwe asielprocedure in te richten en
deze in lijn te brengen met de voorschriften van het Migratiepact in één programma
ondergebracht. Dit programma is ingericht langs drie zogenaamde «bouwplaatsen» namelijk
ontvangen en voorbereiden asielaanvraag (OVA), horen en beslissen (H&B) en de bouwplaats
juridisch die elk een specifiek maar tegelijk samenhangend werkproces gaan ontwerpen.
Binnen het programma Migratiepact implementeert de IND ook het nieuwe identificatie-
en registratieproces dat voldoet aan de Screeningsverordening.
Gelijktijdig wordt een nieuw IV-systeem gebouwd om meer informatiegericht te kunnen
sturen en meer toepasselijke ondersteuning te bieden aan de IND-medewerker tijdens
het horen- en beslissen. De implementatietermijn voor het Migratiepact is erg kort.
De IND richt zich daarom op invoering per 12 juni 2026, maar blijft de processen en
IV-systemen daarna doorontwikkelen.
Naast de implementatie van de nieuwe procedure bereidt de IND zich voor op de overgang
van de oude naar de nieuwe asielprocedure. Het Migratiepact schrijft voor dat aanvragen
die vóór de implementatie (12 juni 2026) zijn ingediend, nog de oude Europese asielrichtlijnen
gelden, terwijl op nieuwe aanvragen die verordeningen van het Migratiepact van toepassing
zijn. Aldus moeten er tegelijkertijd twee verschillende werkstromen en IV-systemen
gehanteerd moeten worden totdat de aanvragen van voor 12 juni 2026 door de IND zijn
afgedaan.
Terugkeer
Verbetering van terugkeer naar derde landen is essentieel om de overige onderdelen
van het Migratiepact goed te laten functioneren. De onderdelen van het Migratiepact
die zien op terugkeer zijn beperkt. Zoals in het NIP aangegeven voldoet Nederland
reeds aan de in deze bouwsteen gestelde vereisten, zoals een meeromvattende beschikking.
Andere bouwstenen raken echter ook aan terugkeer, zoals de verplichte asielgrensprocedure,
Dublinoverdrachten en herziening van Eurodac. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV)
werkt gezamenlijk met andere ketenpartners aan de implementatie van die onderdelen
van het Migratiepact die zien op terugkeer en ligt hiervoor op schema.
Solidariteitsmechanisme
Deze zomer zal de Europese Commissie het eerste Europese jaarverslag publiceren, waarin
de migratiesituatie in de EU en de lidstaten wordt geschetst op basis van informatie
uit verschillende bronnen, waaronder Eurostat, het Europees Asielagentschap en Frontex.
In oktober zal de Commissie op basis van het jaarverslag een besluit nemen over welke
lidstaten onder migratiedruk staan en een voorstel doen voor de omvang van de benodigde
solidariteitsmaatregelen om deze lidstaten te ondersteunen (solidariteitspool).2 In het regeerakkoord is opgenomen dat Nederland een financiële bijdrage zal leveren.
De administratieve en financiële consequenties van deze optie worden de komende periode
nader uitgewerkt. Parallel worden de werkprocessen rondom solidariteit bij de uitvoeringsorganisaties
aangepast. Recentelijk is tevens de Europese solidariteitscoördinator aangesteld en
zijn de eerste stappen gezet om het EU-solidariteitsforum op technische niveau vorm
te geven.
Noodplan
In de nationale strategie is meer informatie opgenomen over het noodplan dat de afgelopen
periode is vormgegeven. Het noodplan vormt een strategische aanvulling op bestaande
paraatheidsplannen en is specifiek afgestemd op samenwerking binnen de vreemdelingenketen.
De uitvoering van het noodplan wordt gekoppeld aan een vooraf bepaalde activeringsdrempel:
het treedt pas in werking wanneer ketenprocessen door een crisis niet meer naar behoren
kunnen plaatsvinden. Deze opschaling is gefaseerd en houdt nadrukkelijk rekening met
proportionaliteit, grondrechten en regionale verschillen in opvangcapaciteit. De processen
zijn zo ingericht dat ze flexibel en schaalbaar zijn, afhankelijk van de aard en omvang
van de crisis. Daarnaast is bezien in hoeverre de bestaande crisissystemen aan vernieuwing
toe zijn.
Horizontaal, juridische waarborgen, Eurodac
Op basis van de huidige Eurodac-verordening bestaat er al een Eurodacsysteem waarin
onder andere de gegevens van personen van 14 jaar en ouder die een verzoek om internationale
bescherming hebben ingediend worden ingevoerd. De huidige Eurodac procedure voldoet
grosso modo aan de relevante bepalingen van de herziene verordening met dien verstande
dat er een uitbreiding is van doelgroepen en gegevens die in Eurodac ingevoerd moeten
worden. In de afgelopen periode zijn de benodigde aanpassingen van de werkprocessen
verder uitgewerkt. Daarnaast wordt op dit moment bepaald welke organisatie(s) de gegevens
van de verschillende categorieën in Eurodac gaan invoeren. Verder wordt een actieve
bijdrage geleverd aan de uitwerking van de Europese Interface Control Document (ICD).
Het implementatieproces van Eurodac ligt vooralsnog op schema.
Ten behoeve van de screening en de asielgrensprocedure is Nederland bezig een verplicht
toezichtmechanisme in te richten. Er worden gesprekken gevoerd met diverse partijen
die hierin logischerwijs een rol zouden kunnen vervullen, zoals de Inspectie Justitie
en Veiligheid vanuit hun toezicht op de taakuitvoering van alle partijen werkzaam
in de migratieketen. In de screeningsverordening staat dat nationale ombudspersonen
en nationale mensenrechteninstellingen, met inbegrip van nationale preventiemechanismen
opgericht uit hoofde van het facultatief protocol bij het VN-Verdrag van 1984 tegen
foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (het
«OPCAT») deel kunnen nemen aan de werking van het onafhankelijk toezichtmechanisme.
Deze organisaties kunnen worden aangesteld om een deel van de taken van het onafhankelijke
toezichtmechanisme uit te voeren en tezamen toe te zien op naleving van het Unierecht
en het internationaal recht, met inbegrip van het Handvest. Het toezichtmechanisme
garandeert tevens dat onderbouwde beschuldigingen van niet-eerbiediging van grondrechten
bij alle relevante activiteiten in verband met de screening doeltreffend en zonder
onnodige vertraging worden behandeld.
Wet- en uitvoeringsprocessen
Ondertussen vergt de implementatie van het Migratiepact veel van de migratieketen
en is de implementatietermijn zeer kort.
Met name voor de IND zijn wijzigingen in de werkprocessen ingrijpend en bij het COA
ligt er een grote veranderopgave die de voorschriften van het Migratiepact in lijn
moeten brengen met de reeds bestuurlijk afgesproken uitvoeringsagenda flexibilisering
asielketen.
Het is daarmee van belang op te merken dat de uitvoeringsorganisaties hun respectievelijke
werkprocessen inrichten parallel aan de wetsbehandeling. Dat doen zij op basis van
de concept Uitvoerings- en Implementatiewet Asiel- en Migratiepact. Bij wijziging
van de wet gedurende de behandeling kan dit gevolgen hebben voor de uitvoering. Per
voorstel zal dan bezien moeten worden wat de impact precies is en of dit consequenties
heeft voor het doorvoeren van een wijziging in bijvoorbeeld de werkprocessen en/of
de ICT-systemen van een ketenpartner.
De consultatie van de concept Uitvoerings- en Implementatiewet vond reeds plaats tussen
december 2024 en 17 februari 2025. Indiening van dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer
na advisering door de Raad van State is voorzien zo spoedig mogelijk na de zomer van
2025.
De Minister voor Asiel en Migratie, Y.J. van Hijum
Indieners
-
Indiener
Y.J. van Hijum, minister voor Asiel en Migratie