Brief regering : Verkenning Afhandeling Complexe Casuïstiek
35 561 Parlementaire enquête aardgaswinning in Groningen
Nr. 73
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2025
Het kabinet heeft extra aandacht voor de doelgroepen die vaker vastlopen vanwege de
complexiteit van de dossiers. Het gaat om gedupeerde bewoners, mkb-ondernemers en
agrariërs in de meest complexe situaties bij schadeherstel en de versterkingsoperatie.
De afgelopen jaren zijn verschillende regelingen en vangnetten ingericht om deze groepen
te helpen met maatwerk, daar waar standaardprocedures en mogelijkheden binnen de reguliere
uitvoering ontoereikend zijn. In de Kamerbrief van 30 mei 2024 heeft mijn ambtsvoorganger
toegezegd om te verkennen of het nodig is om de verschillende beleidsinstrumenten
en de toegang hiertoe verder te stroomlijnen en/of de informatievoorziening te verbeteren.1 Met deze brief kom ik deze toezegging na.
Het afgelopen halfjaar is in verschillende gesprekken en gezamenlijke bijeenkomsten
met 14 partijen (o.a. gemeenten, vangnetten, uitvoeringsorganisaties, provincie, maatschappelijke
organisaties) die direct bij de afhandeling betrokken zijn gesproken over de werking
van de bestaande regelingen en waar verbeteringen mogelijk zijn.2 Ik ben alle betrokkenen heel erkentelijk voor de tijd die zij hiervoor hebben vrijgemaakt
en de manier waarop samen is nagedacht en ervaringen zijn gedeeld. In deze gesprekken
en gezamenlijke bijeenkomsten zijn verschillende mogelijke verbeteringen geïdentificeerd
die ik in deze brief op hoofdlijnen toelicht.
Ik concludeer dat er op korte termijn geen noodzaak noch behoefte is voor het samenvoegen
of opheffen van vangnetten. Dit soort veranderingen hebben immers al te vaak tot vertraging
en verschillen geleid, en leiden af van waar het om moet gaan: het realiseren van
een oplossing voor de zwaarst gedupeerden en de mensen die al het langst op een oplossing
wachten. Daarbij zorgt het op korte termijn samenvoegen van vangnetten zonder bewezen
alternatief voor veel onzekerheid bij zowel gedupeerden als bij de betrokken hulpverleners.
Tegelijkertijd zie ik dat er wel degelijk aanleiding en draagvlak is om de afhandeling
op een aantal punten te stroomlijnen en dat met relatief eenvoudige aanpassingen al
veel bereikt kan worden. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de verdere uitkomsten
van deze verkenning en het vervolg.
Opzet verkenning
De verkenning heeft zich gericht op de afhandeling van de meest complexe situaties
bij bewoners, mkb-ondernemers en agrariërs en via de bestaande vangnetten. Zie bijlage 1
voor een overzicht van de taskforces en vangnetten.
In dit kader hebben de 14 deelnemende partijen gezamenlijk gesproken over de huidige
inrichting van de afhandeling, waar zij in de praktijk tegenaan lopen (knelpunten)
en waar mogelijkheden liggen om verbeteringen in aan te brengen. Deze uitkomsten zijn
vervolgens besproken met drie maatschappelijke organisaties (GBB, GGB en Ons Laand
ons Lu). De verkenning heeft – naast het elkaar beter leren kennen en begrijpen, ieder
vanuit de eigen rol – geleid tot een lijst aan concrete verbeterpunten en acties waar
alle betrokken partijen zich in kunnen vinden.
Uitkomsten Verkenning
Uit de verkenning komt onder meer dat generieke verbeteringen vanuit Nij Begun in
de reguliere uitvoering zijn vruchten begint af te werpen. Het zorgt bij de uitvoeringsorganisaties
voor snellere procedures en werkprocessen waardoor het aantal complexe situaties die
terechtkomen bij vangnetten of taskforces niet substantieel oploopt. Dat stemt hoopvol.
Tegelijkertijd geeft de verkenning ook aan dat de manier waarop de afhandeling voor
de meest complexe situaties zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld, het voor gedupeerden
en medewerkers ingewikkelder en onoverzichtelijker heeft gemaakt. Zo is bijvoorbeeld
de afgelopen jaren het aantal vangnetten/taskforces uitgebreid (zie bijlage overzicht
taskforces en vangnetten) elk met een eigen doelgroep, mandaat, voorwaarden en werkwijze
om de meest complexe casuïstiek op te kunnen lossen.
Bij complexe situaties speelt vaak meervoudige problematiek waar veel partijen bij
betrokken zijn. Het oplossen vraagt om brede expertise én samenwerking van meerdere
organisaties met diverse bevoegdheden. Het feit dat bevoegdheden verdeeld zijn, mag
voor de gedupeerden maar ook voor de ondersteuning in de uitvoering geen belemmering
vormen om een oplossing voor hun problematiek te vinden. Het is daarbij belangrijk
om duidelijk te zijn naar alle betrokken partijen wat wél kan en wat niét kan (redelijkheid
en billijkheid). Dat vereist kennis, inzicht en verstand van zaken hoe het reeds bestaande
palet aan beleidsregels en -kaders ruimte kunnen geven aan maatwerk voor gedupeerden.
Ik deel de conclusie uit de verkenning dat rigoureuze aanpassingen in, of samenvoegen
van vangnetten of taskforces, zonder bewezen alternatief op dit moment zullen leiden
tot veel onzekerheid voor zowel gedupeerden als de uitvoerders. Daarbij zie ik ook
dat er nog nadrukkelijk behoefte bestaat voor een stevig palet aan instrumenten die
de complexe problematiek van bewoners, mkb ondernemers of agrariërs kan oplossen.
Tegelijkertijd geeft de verkenning aan dat er wel degelijk aanleiding en draagvlak
is om de afhandeling te stroomlijnen en dat met relatief eenvoudige aanpassingen al veel bereikt kan worden. Hieronder schets ik op hoofdlijnen een aantal duidelijke
verbeterpunten die de verkenning heeft opgeleverd. Het is mijn intentie deze samen
met direct betrokken partijen komend jaar door te voeren.
Laagdrempelige verbeterpunten realiseerbaar op korte termijn
Uit de verkenning komen op de eerste plaats laagdrempelige verbeterpunten naar voren
die met relatief weinig inspanning duidelijk resultaat kunnen opleveren in de uitvoering.
Deze punten, die we direct kunnen oppakken, richten zich op intensievere kennisuitwisseling,
communicatie en het beter benutten van elkaars expertise onder de uitvoerders. Zo
kan de inzet van het instrumentarium en de manier waarop een casus wordt opgepakt,
de werkwijze, efficiënter en gerichter plaatsvinden wat de afhandeling ten goede komt.
Onderstaand ter illustratie enkele voorbeelden van verbeterpunten waaraan gewerkt
gaat worden of waar al mee aan de slag is gegaan.
1. Een sterkere betrokkenheid van gemeenten bij de impactvolle dossiers, taskforces of
vangnetten. Gemeenten zijn in verband met hun eigen taakuitvoering al vaak eerder
bekend met problematiek die speelt op een adres. Daarvoor is het nodig dat zij beter
of eerder in het proces van de afhandeling betrokken worden. Daarnaast zie ik graag
dat gemeenten direct casuïstiek kunnen gaan aandragen en bijdragen aan de taskforce
MKB of het Programmaoverleg Agro.
2. Het ontwikkelen van een interne spoedroute bij de uitvoeringsorganisaties voor zowel
het vroeg herkennen en het aandragen van complexe casuïstiek bij CBS, IVS of Taskforce
MKB als ook het uitvoeren van besluiten. Zo kan complexe casuïstiek versneld worden
aangedragen op de juiste plek, en ook versneld worden afgehandeld. Deze actie is deels
al opgepakt.
3. Het verbeteren van de samenwerking op «complexere casuïstiek» zowel binnen als tussen
de uitvoeringsorganisaties in het reguliere proces is nodig. NCG en IMG hebben al
stappen gezet en een centraal punt voor het intern behandelen van complexere casuïstiek
ingericht binnen de eigen organisatie. Daarbij vindt ook intensieve uitwisseling plaats
tussen NCG en IMG.
4. Kennisdeling/intervisie en kennisontwikkeling voor uitvoerders: hoe (elkaars) beleidsinstrumenten
(met hun mandaten, beleidsrichtlijnen en -kaders) maximaal in samenhang kunnen worden
ingezet bij het bieden van een oplossing van de complexe zaken.
5. Vrijdag 13 juni is het Programma overleg Agro nagenoeg ingericht waarbij alle relevante
disciplines aanwezig zijn. Dit helpt op het agro dossier de krachten te bundelen en
gezamenlijk een complexe situatie op te lossen.
Oplossingen voor de middellange termijn (6 tot 9 maanden)
De verkenning levert tevens oplossingsrichtingen op die betrekking hebben op een meer
integrale aanpak, het centraler stellen van de gedupeerde en het verbeteren van de
diverse werkwijzen/benaderingen die worden gehanteerd door de verschillende vangnetten,
taskforces en uitvoeringsorganisaties. Deze oplossingen vragen wat meer tijd en worden
met de direct betrokken partijen verder uitgewerkt. Onderstaand ter illustratie enkele
voorbeelden.
1. Er is behoefte aan één aanspreekpunt voor gedupeerden. Om versnippering en fragmentatie
in de samenwerking terug te dringen, is meer regie en coördinatie nodig zowel in de
communicatie aan de voorkant als afhandeling aan de achterkant. Dit betekent dat vanuit
alle betrokkenen één partij wordt aangewezen als eerste contactpersoon.
2. De gedupeerde kan centraler worden gesteld bij de afhandeling van een complexe casus.
Dat kan door een gedupeerde vroegtijdig te betrekken bij het in kaart brengen van
de problematiek, inrichten van het afhandelproces en het uitwerken van de oplossing.
Zodoende wordt een gedupeerde gedurende het proces eerder en beter meegenomen en wordt
deze niet tijdens het proces voor het blok gesteld of verrast.
3. Het is nodig om het gehele systeem van betrokken partijen bij een casus in een vroeger
stadium aan tafel te hebben. Nu missen er vaak in het begin partijen die cruciaal
zijn voor het vlot trekken of oplossen van een complexe situatie. Alle voor de casus
relevante disciplines moeten zo vroeg mogelijk aan tafel zitten.
4. Versimpelen waar mogelijk. De Taskforce Complexe Zaken en de Impactvolle dossiers
NCG/IMG hebben de werkwijze op elkaar afgestemd waardoor deze in de praktijk al als
een organisatie opereren. Deze kunnen worden samengevoegd, tot impactvolle dossiers
NCG/IMG.
Nu geen inzet op terugbrengen aantal vangnetten
Idealiter zou het aantal vangnetten en taskforces kunnen worden beperkt, dit zou een
overzichtelijker speelveld en meer duidelijkheid voor gedupeerden in complexe situaties
kunnen bieden. Zoals ik eerder beschreef zou met de kennis van nu een dergelijk breed
palet aan vangnetten en taskforces niet zijn geïntroduceerd.
Echter, de afhandeling van de meest complexe casuïstiek is een proces met een kwetsbare
doelgroep, waar directe samenvoeging van vangnetten bij de lopende processen mogelijk
tot onzekerheid leidt voor gedupeerden. Daarbij komt dat met het oog op het aantal
reeds lopende complexe situaties bij de verschillende beleidsinstrumenten een directe
opheffing/of samenvoeging op zijn minst de afhandeling van deze dossiers mogelijk
vertraagt. Ik concludeer verder dat op dit moment elk vangnet nog een eigen specifieke
meerwaarde heeft qua mandaat, middelen en/of werkwijze.
Ik zal met partijen de komende jaren vinger aan de pols houden hoe op middellange
termijn stappen kunnen worden gezet naar integratie van vangnetten en de taskforce
MKB. Idealiter wordt de stroom van complexe situaties steeds kleiner en ontstaan vervolgens
natuurlijke momenten om verdere integratie te bewerkstelligen.
Tot slot
Tenslotte hecht ik eraan om de mensen van de betrokken vangnetten en taskforces expliciet
te bedanken voor hun grote en onverminderde inzet voor de gedupeerde bewoners, mkb-ondernemers
en agrariërs in deze meest complexe situaties bij schadeherstel en de versterkingsoperatie.
Deze situaties zijn zeer ingewikkeld, niet alleen bouwtechnisch en financieel maar
vaak ook sociaal-psychisch en dit werk vraagt dan ook veel van de uitvoerders, niet
enkel rationeel maar ook emotioneel. Ik heb diep respect voor hun betrokkenheid bij
de bewoners en de ondernemers die het betreft.
Mijn verwachting is nog steeds dat de (generieke) verbeteringen in de reguliere schadeafhandeling
en versterkingsoperatie zullen zorgen voor snellere procedures én minder complexe
casussen, waardoor op termijn de noodzaak tot een divers palet aan vangnetten en taskforces
zal afnemen. Maar zover zijn we nog niet.
Samen met betrokken partijen kunnen door de inzet op de bovengenoemde korte en middellange
termijn verbeterpunten nu relevante stappen binnen de afhandeling van de meest complexe
casuïstiek worden gemaakt. Ik zal samen met direct betrokken partijen de verbeterpunten
verder uitwerken en implementeren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties