Brief regering : De prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs
36 725 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2025
Aanleiding
Vanuit de extra procedurevergadering van de commissie van OCW vandaag is gevraagd
om op zeer korte termijn extra informatie te ontvangen.
Motivering
Het kabinet wil de prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs, in lijn met het primair
onderwijs, uitkeren en daarmee de materiële budgetten indexeren. Daarmee is er één
lijn ten aanzien van de prijsbijstelling in het hele funderend onderwijs. Dat heeft
spoed omdat de prijsbijstelling moet worden verwerkt in de bekostigingsregeling die
zo snel mogelijk moet worden gepubliceerd. Scholen baseren daar hun planning, personele
bezetting en begroting op.
Voorstel kabinet dekking
Zoals in de Eerste suppletoire begroting en in de brief van 12 juni jl. aangegeven
is het voorstel om de prijsbijstelling voortgezet onderwijs toch (geheel) uit te keren
en die te dekken uit andere bezuinigingen op artikel 1, 3 en 9 van de OCW begroting.
De dekking wordt gevonden in de posten zoals die zijn benoemd in onderstaande tabel,
zoals ook opgenomen in hiervoor genoemde brief en de beantwoording op vraag 27 van
de feitelijke vragen bij de Eerste suppletoire begroting 2025. De maatregelen worden
onder de tabel nader toegelicht.
Bedragen x € 1 miljoen
2026
2027
2028
2029
2030
1.
Arbeidsmarkttoelage vo
– 10,0
– 10,0
– 10,0
– 10,0
– 10,0
2.
Nationaal programma leefbaarheid en veiligheid (vrijval deel vve)
– 4,4
– 4,4
– 4,4
– 4,4
– 4,4
3.
Loonbijstelling subsidies (m.n. onderwijsregio’s)
– 13,9
– 14,6
– 14,6
– 14,7
– 14,7
4.
Loonbijstelling GOAB
– 0,4
– 8,2
– 12,2
– 5,8
– 11,7
Totaal
– 28,6
– 37,2
– 41,2
– 34,9
– 40,8
1) Er is in 2026 nog circa € 86 miljoen beschikbaar voor een arbeidsmarkttoelage in het
voortgezet onderwijs. Deze middelen worden toegekend aan 15% van de vestigingen die
de meeste kwetsbare leerlingen hebben. Deze vestigingen kunnen de middelen gebruiken
om een toelage aan hun onderwijspersoneel te bieden van naar inschatting ca. 9%. Door
de verlaging van het budget met € 10 miljoen zal dit – bij een onveranderde vormgeving –
licht afnemen tot ongeveer 8%.
2) OCW draagt de komende drie jaar circa € 330 miljoen bij aan het nationaal programma
leefbaarheid en veiligheid. De genoemde € 4,4 miljoen aan resterende VVE middelen
waren niet nodig. Deze konden daardoor worden ingezet als onderdeel van de dekking.
3) Het budget voor de subsidieregeling voor de onderwijsregio’s van 2026–2029 bedraagt
circa € 1,1 miljard. Lopende subsidieregelingen worden in de meeste gevallen niet
geïndexeerd. Daarom is voorgesteld om de loonbijstelling van tranche 2025 voor de
subsidie onderwijsregio’s in te zetten als onderdeel van de dekking.
4) Het totale budget voor GOAB (gemeentelijke onderwijsachterstanden beleid) bedraagt
vanaf 2026 circa € 575 miljoen per jaar. Voorstel is om een deel van de ontvangen
loonbijstelling voor het GOAB-budget niet uit te keren. Deze verlaging van structureel
€ 11,7 miljoen betreft circa 2% van het totale GOAB-budget.
Alternatieve dekkingsmogelijkheden
Op verzoek van de vaste commissie van OCW brengen wij hierbij ook een aantal alternatieven
in beeld.
Allereerst is het een mogelijkheid om de prijsbijstelling in het vo niet uit te keren.
Wanneer de prijsbijstelling in het vo niet wordt uitgekeerd, dan heeft dit tot gevolg
dat de genoemde dekking vervalt en dat deze voor het oorspronkelijke doel kan worden
ingezet. In 2019 is het eerder voorgekomen dat de prijsbijstelling in het po wel is
uitgekeerd en niet in het vo. De prijsbijstelling is in het po namelijk juridisch
verplicht om uit te keren en in het vo is dit niet het geval. Het kabinet heeft ervoor
gekozen om voor te stellen de prijsbijstelling in het vo wel uit te keren, omdat belang
wordt gehecht aan het indexeren van materiële budgetten van vo-scholen. Er zijn schoolbesturen
waar zowel po- als vo-scholen onder vallen, voor hen is het van belang dat de volledige
bekostiging die zij ontvangen wordt geïndexeerd.
Naast de genoemde dekking zijn er weinig andere dekkingsmogelijkheden op de OCW-begroting.
De ruimte op de OCW-begroting voor alternatieve dekking is begrensd. Met eerdere amendementen
zoals het amendement Bontenbal1 heeft uw Kamer duidelijk gemaakt welke budgetten in stand moeten worden gehouden.
Daarnaast zijn er weinig budgetten van substantiële omvang waar vanaf 2026 nog geen
juridische verplichtingen op zijn aangegaan. Gegeven de politieke oproep van eerdere
amendementen en de juridische ruimte om middelen alternatief in te zetten kan alternatieve
dekking voor de prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs eventueel worden gevonden
in het programma Schoolmaaltijden en in de arbeidsmarkttoelage. Voor het programma
Schoolmaaltijden zal de consequentie zijn dat minder maaltijden kunnen worden verstrekt
aan leerlingen uit een huishouden met een laag inkomen. De consequentie van een korting
op de arbeidsmarkttoelage is dat de toelage aan een kleinere doelgroep kan worden
verstrekt of dat de toelage wordt verlaagd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap