Brief regering : Uitbetaling prijsbijstelling voortgezet onderwijs
36 725 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
31 289
Voortgezet Onderwijs
Nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2025
Wij hebben op 12 juni de Eerste en Tweede Kamer verzocht mogelijk te maken dat de
prijsbijstelling dit jaar nog wordt uitbetaald aan onderwijsinstellingen in het voortgezet
onderwijs (vo). Dit hebben wij gedaan door een beroep te doen op artikel 2.27, tweede
lid, van de Comptabiliteitswet (CW 2.27). In reactie op die brief heeft de Vaste commissie
voor OCW verklaard onvoldoende geïnformeerd te zijn. Met deze brief verzoeken wij
de Tweede Kamer opnieuw om haar oordeel, uitsluitend voor het onderwerp prijsbijstelling
vo (maatregel 1 uit onze eerdere brief) en informeren wij de Eerste Kamer aanvullend
op onze eerdere brief.
Eén dezer dagen moeten wij namelijk de bekostigingsregeling voor scholen in het vo
publiceren, met daarin de prijsbijstelling. Latere publicatie van de bekostigingsregeling
zorgt voor ernstige problemen voor de uitvoering door DUO. Dan is er geen zekerheid
dat alle nieuwe budgetten die scholen ontvangen dit jaar herrekend en betaald kunnen
worden. Als het al wel zou kunnen, dan wordt daarvoor ingeleverd op zorgvuldigheid
in het uitvoeringsproces, met een groter risico op fouten en problemen. Als één dezer
dagen geen toestemming wordt gegeven op het uitkeren van de prijsbijstelling, dan
ontvangen de scholen in ieder geval niet tijdig deze budgetten. In reële termen is
dat een bezuiniging voor deze scholen op de korte termijn.
Als wij toestemming van de Eerste en Tweede Kamer krijgen om nu de prijsbijstelling
te verwerken in de bekostigingsregeling, kunnen wij aan scholen in het vo tijdig en
op de juiste en beoogde wijze de prijsbijstelling uitbetalen. Met de prijsbijstelling
wordt mogelijk gemaakt dat de bekostiging van het vo wordt opgehoogd als compensatie
voor de inflatie. Doel is dat de onderwijsinstellingen de continuïteit van hun werkzaamheden
maximaal kunnen borgen en de financiële middelen die beschikbaar komen zo goed mogelijk
kunnen inzetten voor hun leerlingen.
Als wij die toestemming niet krijgen of pas na behandeling van de Eerste suppletoire
begroting, dan kunnen wij correcte uitkering naar de scholen niet garanderen.
Voorproces
Op 23 april is de Eerste suppletoire begroting van het Ministerie van OCW naar de
Tweede Kamer verzonden. Op 12 juni hebben wij de Eerste Kamer en de Tweede Kamer,
een brief gestuurd1 met een beroep op CW 2.27. In de brief is gemotiveerd waarom het voor drie onderwerpen
noodzakelijk is om zo snel mogelijk te beginnen met de uitvoering. Het ging om het
uitkeren van de prijsbijstelling vo, het plan basisvaardigheden mbo en het Fonds internationale
topwetenschappers. In de brief bent u verzocht om uw onverwijlde oordeel te geven
over of u deugdelijk bent geïnformeerd over ons gemotiveerde oordeel dat uitstel van
deze drie onderwerpen niet in het belang van het Rijk is. Met haar brief van 19 juni2 heeft de vaste commissie voor OCW aan de Tweede Kamer voorgelegd dat zij zich niet
deugdelijk geïnformeerd acht. Wij stellen het zeer op prijs dat de commissie haar
oordeel onverwijld heeft gegeven.
Vervallen beroep op CW2.27 voor Plan basisvaardigheden mbo en Fonds internationale
wetenschappers
Inmiddels is duidelijk dat de behandeling van de Eerste suppletoire begroting door
de Tweede Kamer nog voor het zomerreces plaatsvindt. Dat geeft voldoende ruimte om
het plan basisvaardigheden mbo en het Fonds internationale topwetenschappers tijdig
uit te voeren, mits de Eerste Kamer daar ook voor het zomerreces mee instemt. Tijdige
behandeling in de Eerste Kamer blijft namelijk noodzakelijk voor de doelmatige uitvoering
van deze twee plannen. Tijdige behandeling wordt ook zeer gewaardeerd in het kader
van de continuïteit en voorspelbaarheid van bestuur. Echter, voor de prijsbijstelling
vo komt behandeling vlak voor het zomerreces te laat.
Prijsbijstelling alleen dit jaar nieuw beleid
Dit jaar wordt het verwerken de prijsbijstelling in het vo bij uitzondering als nieuw
beleid beschouwd, omdat dit met ombuigingen mogelijk is gemaakt. Het betreft ombuigingen
op de arbeidsmarkttoelage vo, vrijval van budget in het Nationaal programma leefbaarheid
en veiligheid en niet wettelijk verplichte loonbijstelling op subsidies en op het
gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.
Tot slot
Wij vragen de Tweede Kamer om op dinsdag 24 juni ons beroep op CW 2.27 opnieuw te
bezien, uitsluitend voor de prijsbijstelling in het vo (maatregel 1 uit onze eerdere
brief), vanuit het perspectief zoals in deze brief beschreven. Daarom verzoeken wij
de Tweede Kamer conform CW 2.27, om haar onverwijlde oordeel of zij zich deugdelijk
geïnformeerd acht over de noodzaak van tijdige uitbetaling van de prijsbijstelling
in het vo. Wij zullen, in afwachting van autorisatie van de Eerste suppletoire begroting,
alleen overgaan tot uitbetaling indien de Eerste en Tweede Kamer zich deugdelijk geïnformeerd
achten. Deze brief wordt ook verstuurd naar de Eerste Kamer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.