Brief regering : Voortgangsbrief Herstel Groningen
33 529 Gaswinning
Nr. 1319 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2025
Het herstel van schade, het versterken en verduurzamen van woningen en het bieden
van een nieuw toekomstperspectief voor Groningen en Noord-Drenthe, daar zet ik mij
samen met de regio, maatschappelijke organisaties en de bewoners met volle overtuiging
en onverminderd voor in. Het blijft namelijk belangrijk dat bewoners in Groningen
en Noord-Drenthe in een omgeving wonen waar ze zich veilig voelen en een toekomstperspectief
hebben. Uw Kamer zet zich ook al jaren in voor de problematiek in Groningen en Noord-Drenthe.
Met het oog op het commissiedebat van 2 juli a.s., informeer ik u graag over een aantal
recente ontwikkelingen en over de invulling van diverse moties en toezeggingen.
Er is een aantal mijlpalen bereikt, die ik belangrijk vind om te benoemen. Woningeigenaren
kunnen sinds 3 juni jl. met terugwerkende kracht subsidie aanvragen voor het isoleren
van hun woning. Tot nu toe zijn er al ruim 5.000 aanvragen gedaan. Hiermee is in Groningen
en Noord-Drenthe een unieke aanpak voor het isoleren van woningen van start gegaan
die nog 10 jaar zal doorlopen. Onlangs heeft u de sociale en economische agenda's
ontvangen waarmee een generatielang wordt geïnvesteerd in het vergroten van de brede
welvaart van de regio (Kamerstuk 35 561, nr. 72). U heeft inmiddels ook de reactie van het kabinet op de Staat van Groningen en Noord-Drenthe
ontvangen1, waar onder andere uit blijkt dat alle 50 maatregelen uit Nij Begun zijn ingevoerd of op korte termijn van start gaan.
We zetten veel stappen in de goede richting, maar ik heb er ook oog voor dat nog niet
alles goed gaat en er zaken zijn die echt beter moeten. Het kabinet werkt daarvoor
bijvoorbeeld aan een voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Tijdelijke wet
Groningen, waarin verschillende maatregelen en uitgangspunten uit Nij Begun worden vastgelegd. Ik streef ernaar dit wetsvoorstel kort na het zomerreces bij uw
Kamer in te dienen. Ik heb u op 24 januari jl. aangegeven wat mijn leidende principes
zijn met betrekking tot de versterkingsopgave en schadeherstel.2 In deze brief ga ik in op de voortgang van een aantal onderdelen daarvan:
• Agenda voor herstel: ik informeer u over de gezamenlijke ambitie van Rijk, regio en
uitvoeringsorganisaties hoe we bewoners als één overheid kunnen benaderen en de lessen
die we van andere hersteloperaties leren en implementeren in deze agenda.
• Beoordelingsrapporten en communicatie ten aanzien van versterken: de eerste bevindingen
van het ACVG-onderzoek naar de kwaliteit van beoordelingsrapporten van NCG, worden
met uw Kamer gedeeld. Ik informeer u ook over de stappen die ik zet voor verbetering
van de communicatie en informatievoorziening aan bewoners en huurders.
• Vergoeding voor eigen tijd voor bewoners voor het lange wachten op een besluit op
norm of een versterkingsbesluit voor de versterking van hun woning (maatregel 16):
u ontvangt de stand van zaken over de extra adressen die zijn toegevoegd aan de scope
van maatregel 16 en welke stappen nog moeten worden genomen voordat de NCG de vergoedingen
kan uitbetalen.
• NAM/CVW-schadedossiers: er wordt ingegaan op de voortgang van de aanpak op maat voor
de zwaarst gedupeerden als gevolg van schades welke toentertijd zijn ingediend bij
NAM/CVW.
• Inzet deskundigen: uw Kamer wordt geïnformeerd over de overwegingen bij de inzet van
deskundigen bij een schadezaak. Ook geef ik een terugblik op de expertbijeenkomst
over onder andere het gebruik van trillingssnelheden in de schadeafhandeling.
• Uitvoeringskosten IMG: daarnaast wordt uw Kamer geïnformeerd over uitvoeringskosten
van het IMG.
• Stuttenlijst: tot slot treft u in de bijlage van deze brief een stuttenlijst die door
de gemeenten, IMG en NCG is opgesteld.
Agenda voor Herstel
De afgelopen periode hebben de provincie Groningen, vijf versterkingsgemeenten, NCG,
IMG en het Rijk intensief met elkaar gesproken over de wijze waarop deze partijen
samenwerken aan het herstel van Groningen.3
De gezamenlijke ambitie is om vaker en beter als één overheid samen te werken, waarbij
de behoeften van de bewoners centraal staan. Dit is nodig omdat de complexiteit van
de uitvoering toeneemt naarmate meerdere opgaves – zoals versterking, schadeherstel
en sociale problematiek – samenkomen op een adres.
Een grootschalige systeemwijziging helpt hierbij niet, is niet in overeenstemming
met de uitkomsten van de parlementaire enquête en zou mogelijk alleen maar tot extra
vertraging kunnen leiden. Wat wel helpt, is als op lokaal niveau de betrokken organisaties
(gemeenten, IMG, NCG) gezamenlijk bepalen wat in een gebied of op een adres nodig
is en wie hierin het voortouw neemt. Ik verwacht met de regio en de uitvoeringsorganisaties
op zeer korte termijn een agenda voor herstel te kunnen vaststellen die richting geeft
aan deze gezamenlijke ambitie.
Uw Kamer heeft mij tevens gevraagd te reflecteren op lessen die geleerd kunnen worden
van andere hersteloperaties.4 In dit kader ben ik met IMG en NCG aangesloten bij het Rijksbrede netwerkprogramma
Erkenning en Herstel. Dit is een initiatief gericht op het onderling leren van hersteltrajecten,
om zo bij te dragen aan een meer rechtvaardige, mensgerichte overheid. De ervaringen
in dit netwerk bevestigen dat hersteloperaties meer vragen dan nieuwe regels of systemen
– het vraagt om een andere manier van kijken en werken. Een gezamenlijke agenda voor
herstel met de regio en uitvoeringsorganisaties draagt hieraan bij.
Versterken
Bij de versterkingsoperatie in Groningen moeten snelheid en voortgang van de operatie
in balans zijn met de kwaliteit die aan individuele bewoners geboden wordt. Daarvoor
zet ik diverse stappen waarin ik bewoners centraal stel. In mijn beleidsbrief versterken
heb ik vier leidende principes geformuleerd:
– De overheid vergeet niemand, zeker ook de zwaarst getroffen bewoners en complexe gevallen
niet;
– Een proactieve, doelmatige en rechtvaardige overheid;
– De overheid luistert en handelt;
– De versterkingsoperatie is een veiligheidsoperatie.
Processen en regelingen zouden eenvoudig en toegankelijk moeten zijn, zodat deze als
minder bureaucratisch worden ervaren door bewoners. Het is belangrijk dat bewoners
kunnen vertrouwen op de kwaliteit die wordt geleverd door de NCG, deze te borgen,
en als er twijfels bestaan over de kwaliteit om deze twijfels weg te nemen en waar
nodig de kwaliteit te verbeteren.
Eerste resultaten onderzoek ACVG kwaliteit beoordelingsrapporten
In mijn brief van 28 januari 20255 heb ik uw Kamer daarom gemeld dat ik onafhankelijk onderzoek laat doen naar de kwaliteit
van de beoordelingsrapporten. Dit naar aanleiding van de klachten daarover. In de
motie van 29 januari jl. hebben leden Beckerman en Bushoff verzocht dit onderzoek
voor de verdere behandeling van de Mijnbouwwet en de Tijdelijke wet Groningen naar
de Kamer te sturen6.
Ik heb in mijn brief7 van 13 maart jl. aangegeven dat ACVG inmiddels is gestart met het onderzoek en als
eerste de veiligheidsvraag beantwoordt: klopt het oordeel «op norm» of «niet op norm»
zoals dat in de beoordelingsrapporten is opgegeven? ACVG heeft mij onlangs op de hoogte
gesteld van de stand van zaken van het onderzoek en de eerste bevindingen (zie bijlage
1). Er zijn 185 dossiers onderzocht, ruim 300 beslissingen op bezwaar/beroep geanalyseerd
en 17 gesprekken/interviews gevoerd. De eerste bevindingen en aanbevelingen van ACVG
hieruit zijn:
• Er zijn geen aanwijzingen voor onjuist beoordeelde adressen gevonden bij reguliere beoordelingen en beoordelingen in de typologieaanpak.
Wel ziet ACVG dat de onderliggende dossiers soms fouten bevatten, maar die hebben
geen gevolgen voor het veiligheidsoordeel. Daarnaast stelt ACVG dat ongeveer 5 dossiers
vragen om nadere controle door NCG;
• Voor wat betreft de beoordelingen die zijn gedaan met de Praktijkaanpak 2.0 constateert
ACVG dat berekeningsrapporten in het merendeel van gevallen ontbreken bij NCG, doordat
die door ingenieursbureaus niet tot een rapport worden uitgewerkt. In de ogen van
ACVG is NCG volgens de vergewisplicht wel verplicht hierover te beschikken. De tussentijdse
resultaten van het ACVG-advies laten zien dat het aannemelijk is dat de kwaliteitsborgingscontroles
niet of te gebrekkig zijn uitgevoerd bij de praktijkaanpak 2.0. Hiermee vult ACVG
de bevindingen van SodM aan. Nog verder onderzocht moet worden of dat dan ook daadwerkelijk
leidt tot fouten met betrekking tot veiligheidsoordelen. Verderop in mijn brief ga
ik in op mijn afspraken met NCG met betrekking tot het verbeteren van de kwaliteitsborging
binnen de gehele versterking.
• ACVG evalueert de uitwerking van de berekeningen die zijn gedaan met behulp van de
typologieaanpak en 1-op-1-berekeningen in diverse technische onderliggende rapporten
als positief. Er zijn echter nog geen opnamerapporten in de praktijk getoetst;
• Bij een aantal cases waar de bewoners bij NCG bezwaar hebben aangetekend tegen het
besluit op norm, is het besluit «op norm» aangepast naar «niet-op-norm». Dit is zowel
op technische gronden als op grond van het gelijkheidsbeginsel. In een aantal cases
die in de bezwaarprocedure zitten, is door NCG inmiddels besloten dat nader onderzoek
nodig is;
• ACVG ziet geen aanleiding om het eindoordeel in de beoordelingsrapporten van de reguliere
aanpak en de typologieaanpak te wantrouwen. Er zijn wel verbeteringen nodig in de
stappen nadat een besluit is genomen, zoals de uitleg aan bewoners;
• Gebrek aan vertrouwen in de uitkomst van de berekeningen wordt vooral veroorzaakt
door lang tijdsverloop en gebrekkige communicatie aan bewoners. Er is onvoldoende
dialoog tussen het ingenieursbureau, NCG en de bewoner/eigenaar op cruciale moment
in het beoordelingsproces.
Op basis van haar eerste bevindingen heeft ACVG, vooruitlopend op het eindrapport,
mij aanbevolen om de werkwijze van de praktijkaanpak te herzien, de communicatie met
bewoners naar een hoger peil te brengen en te voorkomen dat bewoners in het juridische
traject van bezwaar terechtkomen door de dialoog op de eerste plaats te zetten.
Verbeteringen door NCG op basis van de eerste bevindingen en aanbevelingen van ACVG
Het doet mij goed dat ACVG in deze fase van het onderzoek géén onjuist beoordeelde
adressen heeft gevonden bij reguliere beoordelingen en beoordelingen in de typologieaanpak
en dat ACVG positief is over de technische rapporten die volgen uit de opnames. Dat
doet echter niets af aan het belang van de bevindingen en aanbevelingen over bijvoorbeeld
de communicatie naar bewoners. Ik neem deze uiterst serieus omdat daar mede de kern
zit van het vertrouwen in de beoordelingsrapporten. Daarom heb ik met NCG het volgende
afgesproken:
• Álle beoordelingen met de praktijkaanpak worden sinds februari jl. aanvullend nagekeken,
in plaats van alleen die van de risicovolle adressen. Hiermee zal NCG bij alle toekomstige
beoordelingen beschikken over een compleet dossier. Ik verwacht hiermee het risico
op fouten aanzienlijk te verminderen.
• Voor de dossiers uit het verleden is NCG met ingenieursbureaus in overleg om missende
berekeningen aan te leveren. Richting juli 2026 moet NCG alle dossiers compleet maken,
met terugwerkende kracht. Dit geldt ook voor de praktijkaanpak. Op deze manier kunnen
bewoners sneller inzage in en toelichting over hun eigen dossier krijgen. NCG is dan
niet meer afhankelijk van ingenieursbureaus die de berekeningen en documenten aanleveren.
• NCG verbetert haar communicatie met bewoners. Zo worden bewoners altijd gebeld door
bewonersbegeleiders nadat een besluit «op norm» is verzonden om het rapport toe te
lichten. Als de bewoner technische vragen heeft en behoefte heeft aan een fysiek gesprek,
wordt een fysiek gesprek ingepland met iemand die de juiste technische uitleg kan
geven.
Vervolg van het onderzoek door ACVG
Met ACVG heb ik afgesproken dat zij de eerste fase van het onderzoek in het najaar
van 2025 afronden. Tot die tijd zal ACVG de berekeningen van de Praktijkaanpak 2.0
beoordelen om een uitspraak te kunnen doen over de kwaliteit daarvan en een steekproef
uitvoeren in de praktijk om hun beschouwing van de opnames aan te vullen. Deze steekproef
in de praktijk is een essentiële aanvulling op de positieve evaluatie uit de bureaustudie
om bewoners meer zekerheid te bieden over de kwaliteit van de opnames.
Ik begrijp de spanning en frustratie die bewoners ervaren over de beoordelingen. Te
lang en te vaak is het niet gelukt om bewoners het vertrouwen te bieden die zij verdienen.
Het onderzoek van ACVG is hierom van groot belang. Ik hoop dat de eerste resultaten
van ACVG en mijn afspraken met NCG bijdragen aan de beloofde beterschap voor bewoners.
Na afronding van de eerste fase van het onderzoek dit najaar, stuur ik uw Kamer het
definitieve rapport, wat in december gereed zal zijn, toe en informeer ik uw Kamer
over alle bevindingen van ACVG en eventuele vervolgstappen.
Kwaliteitsborging in het versterkingsproces
Met de motie van 5 december 2024 hebben leden Beckerman c.s8. verzocht een aanpak te ontwikkelen om bouwfouten tijdens het versterkingsproces
te voorkomen en beter aan te pakken. In mijn brief van 20 januari9 heb ik aangegeven dat NCG haar processen doorlicht en ik heb toegezegd in gesprek
te gaan met gemeenten over hun toezicht op bouwfouten. Ook heeft SodM op 28 februari
in haar advies naar kwaliteitsborging in de versterkingsopgave gepubliceerd.
Zoals toegezegd ben ik in gesprek gegaan met NCG en gemeenten over bouwtoezicht. Gemeenten
hebben aangegeven dat hun toezicht ziet op versterking waarbij zij een vergunning
moeten verlenen voor de versterking. Waar gemeenten geen vergunning hoeven verlenen
voor versterking, houden zij formeel geen toezicht op de bouw, net als in de rest
van Nederland. Daarnaast heeft SodM geadviseerd om in alle stappen van het versterkingsproces
een continu leer- en verbeterproces in gang te zetten en een externe partij per proces
steekproeven te laten doen voor de kwaliteit. In lijn met deze adviezen heb ik met
NCG afgesproken dat zij vanaf het eerste kwartaal van 2026 extern toezicht organiseren
in iedere fase van het versterkingsproces. Dit moet leiden tot meer consistentie in
de geleverde kwaliteit binnen de gehele versterkingsoperatie, mede door een continu
leer- en verbeterproces op basis van de bevindingen. Daarnaast scherpt NCG in twee
stappen bouwtoezicht aan. Vanaf september 2025 scherpt NCG bouwtoezicht aan voor grote
risicovolle projecten door gerichtere controles toe te passen. Vanaf december 2025
zal dit ook gelden voor lichte en middelzware versterkingen. Het opschalen van bouwtoezicht
draagt bij aan het beperken van bouwfouten. Met deze afspraken geef ik invulling aan
mijn toezegging en de motie van leden Beckerman c.s. van 5 december 202410.
Bouwfouten kunnen niet volledig worden voorkomen, er is immers sprake van mensenwerk.
Wel moeten fouten zoveel mogelijk worden beperkt, en waar ze voorkomen worden gesignaleerd
en opgelost. Als bewoners ondanks deze afspraken worden geconfronteerd met bouwfouten,
kunnen zij dat altijd via hun bewonersbegeleider en via het bewonerscontactcentrum
van NCG melden bij het nazorg loket.
Herbeoordelingen door ander bouwtechnisch bureau
De motie Bikker en Vedder verzoekt de regering te borgen dat een herbeoordeling van
een bouwtechnisch rapport als grond voor een besluit-op-norm altijd uitgevoerd wordt
door een ander bouwtechnisch bureau, als een bewoner dat verzoekt.11
In de beantwoording van de vragen van lid Bikker heb ik de werking van het proces
van de beoordelingen uiteengezet, inclusief de stap voor het laten uitvoeren van een
herbeoordeling door een ander bouwtechnisch bureau. NCG werkt in de praktijk al indachtig
de motie Bikker en Vedder12. Vanaf september wordt deze werkwijze structureel onderdeel van de processen en kunnen
bewoners met een «op norm verklaring» een tweede beoordeling laten uitvoeren door
een ander bouwtechnisch bureau, als zij het reguliere proces van NCG hebben doorlopen.
Daarmee geef ik invulling aan de motie. De eerste resultaten van het onderzoek van
ACVG geven mij geen aanleiding om af te wijken van de werkwijze die ik heb beschreven
in de beantwoording van de vragen van lid Bikker.
Informatievoorziening Huurders
De motie Bikker verzoekt de regering NCG te verzoeken de informatie over het moment
van versterken beschikbaar te maken in het digitale portaal van de NCG13. NCG heeft veelal geen direct contact met huurders, omdat zij met de verhuurders
het contact heeft over de versterking van hun pand. Zij zijn immers de eigenaar. Verhuurders,
publiek en privaat, zijn vervolgens verantwoordelijk voor het contact met de huurders.
Huurders hebben tegelijk wel zekerheid nodig dat zij veilig en comfortabel kunnen
wonen en ook hen willen we inzicht bieden in hun versterkingsproces. Daarom heb ik
op 5 maart jl. met woningcorporaties gesproken en heb ik aangegeven dat de informatiebehoefte
van bewoners serieus moet worden genomen. Als uitkomst van het gesprek worden huurders
voortaan per straat of wijk geïnformeerd over de planning van hun versterking, zodat
iedereen in een gelijke situatie gelijktijdig en op dezelfde manier op de hoogte blijft
van hun versterkingsproces. Daarmee geef ik invulling aan de motie Bikker14.
Evaluatie Stichting Woonbedrijf
Stichting Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen is in 2019 opgericht om bewoners
de zekerheid te geven dat ze hun huis kunnen verkopen als ze dat willen, ongeacht
de waardeverandering van de woning doordat die versterkt moet worden. De Stichting
Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen (SWAG) is geëvalueerd en deze evaluatie treft
u hierbij aan (bijlage 2).
De evaluatie is positief uitgevallen: SWAG doet waar het voor is opgericht en doet
dat goed. De manier van opereren, het bestuur en de samenwerking met overheden en
de verantwoording zijn op orde. Uit de evaluatie komt dan ook dat het voortzetten
van SWAG logisch is. Uit de evaluatie komt ook een aantal verbeterpunten. De governance
en financiering kunnen beter gestroomlijnd worden en de administratieve lasten zijn
relatief hoog. Ook de communicatie richting bewoners kan verbeterd worden. Tenslotte
ligt de fundamentelere vraag voor of SWAG bredere bekendheid en toegankelijkheid moet
hebben en welke functie het in een veranderende woningmarkt moet hebben. Ik informeer
uw Kamer in het derde kwartaal over de invulling van de verbeterpunten en de vraag
of en hoe SWAG breder toegankelijk kan worden gesteld.
Uitvoering vergoeding eigen tijd (Maatregel 16 Nij Begun)
Eén van de maatregelen uit Nij Begun betreft Maatregel 16 «Vergoeding voor eigen tijd van bewoners in versterkingen».
NCG voert deze maatregel momenteel uit. Uw Kamer heeft mij eerder vragen gesteld over
de exacte scope van Maatregel 16 en op 24 september jl. is de motie van de Kamerleden
Bushoff en Beckerman over uitvoering van Maatregel 16 aangenomen15.
Maatregel 16 betreft een vergoeding van € 2.500 voor bewoners, dus huurders van een
huurwoning en eigenaren van een eigen woning, «voor eigen tijd» als gevolg van het
lange wachten op een besluit op norm of versterkingsbesluit. De vergoeding was in
eerste instantie bedoeld voor bewoners die op of ná 25 april 2023 een besluit over
het wel of niet versterken van hun woning van NCG hebben ontvangen of nog zouden moeten
ontvangen. Het betreft in deze ca. 15.000 adressen. Om invulling te geven aan de motie
van Bushoff en Beckerman is de oorspronkelijke scope van Maatregel 16 uitgebreid met
ca. 1.200 adressen. Hiermee zijn bewoners die wel al vóór 25 april 2023 een versterkingsbesluit
hebben ontvangen, maar op of ná 25 april 2023 nog hebben moeten wachten op een opgeleverde,
versterkte woning toegevoegd aan de scope. Om ook de bewoners, de huurders en eigenaren
uit Batch 1588 en de Zandplatenbuurt-Zuid te Delfzijl op een gelijke manier te behandelen,
wil ik ook deze adressen toevoegen aan de scope. Deze toevoeging betreft ca. 1.400
adressen. Vanwege de uitbreiding van de huidige scope omvat de nieuwe scope van de
maatregel ca. 17.500 adressen.
Voor het uitkeren van de vergoeding aan de adressen die later aan de scope zijn toegevoegd
en voor de uitbetaling van de vergoeding aan de huurders van een corporatiewoning
moet de regelgeving onder de Tijdelijke wet Groningen worden aangepast. Daarnaast
onderzoek ik op dit moment de financiële gevolgen van de nieuwe, uitgebreide scope.
Dit kan uw Kamer formaliseren bij de budgettaire besluitvorming (Voorjaarsnota 2025).
Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, acht NCG het realistisch dat uitbetaling van
de vergoeding aan de adressen die aan de scope zijn toegevoegd begin 2026 kan worden
uitgevoerd.
Zoals toegezegd aan uw Kamer (de heer Bushoff) tijdens het Tweeminutendebat van 19 juni
jl. ga ik ook nog expliciet in op ondernemers en maatregel 16. Ondernemers zijn expliciet
uitgesloten, omdat we rekening moeten houden met de staatssteunregels. Als we het
geld op dezelfde manier zouden uitkeren als aan particulieren, bestaat het risico
dat dit bij een controle tot problemen voor ondernemers leidt – en dat willen we uiteraard
voorkomen. De «eigen tijd» van de ondernemer is meegerekend in de inkomsten van de
onderneming, dit wordt al vergoed via Schade door Versterken (SDV). Daarnaast wonen
veel ondernemers in het versterkingsgebied en komen via de versterking van het woonadres
alsnog in aanmerking voor de regeling. Maatregel 16 is een maatregel specifiek gericht
op bewoners. Er zijn in Nij Begun ook andere maatregelen opgenomen die specifiek voor
de ondernemers gelden.
Evaluatie Dorpenaanpak
De dorpenaanpak is in 2022 geïntroduceerd door NCG en de gemeente Eemsdelta en is
recent geëvalueerd. Het doel van de dorpenaanpak is om te komen tot een voortvarende
en integrale aanpak van de versterking in de vier betreffende dorpen, Garrelsweer,
Leermens, Zeerijp en Wirdum. De evaluatie biedt concrete aanbevelingen die houvast
geven voor verdere verbetering van de uitvoering. De evaluatie bevestigt het belang
om de Dorpenaanpak voort te zetten, en ook dat ervaringen uit de dorpenaanpak al bij
andere versterkingsprojecten meegenomen zijn. Ik zet deze aanpak daarom voort met
een onverminderd ambitieniveau. Daarbij blijf ik vasthouden aan het uitgangspunt dat
de dorpenaanpak samen met en voor bewoners wordt vormgegeven.
Ik geef met de betrokken organisaties opvolging van de aanbevelingen die in het evaluatierapport
worden gedaan, in samenspraak met betrokkenen. Dat geldt ook voor de aanbevelingen
die breder van aard zijn en zien op de organisatie van de Nationaal Coördinator Groningen
als geheel.
Schade
Aanpak op maat oude dossiers NAM/CVW
Zoals aangegeven in de Kamerbrief16 van 24 januari jl. over de voortgang van de schadeafhandeling, kom ik met een aanpak
op maat voor de zwaarst gedupeerden als gevolg van oude schadedossiers bij NAM/CVW.
Specifiek, gaat het om bewoners die tot op heden niet verder kunnen met het leven
in hun huis doordat er omvangrijke schades zijn die destijds door de NAM of het CVW
gedeeltelijk of volledig zijn afgewezen. Hierdoor kwamen zij later niet in aanmerking
voor de schadeafhandeling door IMG.
Met de regio, maatschappelijke organisaties en bewonerssteunpunten zijn concrete situaties
verzameld die inzicht geven in de problematiek en de gevolgen daarvan waarmee deze
bewoners te maken hebben. Er is vooralsnog een beperkt aantal situaties aangedragen.
Hiervoor toets ik wat in de aanpak op maat voor deze situaties een oplossing is. Tegelijkertijd
wil ik de ruimte houden om nog aanvullende dossiers in overweging te nemen.
Hoewel dit proces nog loopt, blijkt nu al dat de situaties uiteenlopend zijn en een
schrijnende situatie niet alleen betrekking hoeft te hebben op een afwijzing maar
evenzeer op de wijze waarop schade destijds is beoordeeld en afgehandeld. Problemen
kunnen weliswaar formeel zijn opgelost, maar de wijze waarop dat gebeurde kan (later)
bewoners in een situatie hebben gebracht waarbij ze nog steeds niet verder kunnen
met hun leven. Ook voor deze groep wil ik kijken naar oplossingen.
Hierbij wil ik opmerken dat er in een aantal dossiers niet altijd goed het onderscheid
is te maken tussen schade en versterken aangezien dat onderscheid door NAM/CVW destijds
niet op die manier werd gemaakt. Omdat er voor deze huizen geen beoordeling is geweest
met betrekking tot de constructieve veiligheid is niet vast te stellen of er sprake
had moeten zijn van versterking. De bewoners die zich in het kader van het meldpunt
eigen gemaakte kosten hebben gemeld en waarbij sprake is van schrijnende situaties
zal ik in deze aanpak meenemen. Voor Prinsjesdag informeer ik uw Kamer over de schrijnende
situaties die samenhangen met een afhandeling door NAM/CVW, en de oplossingen die
ik voor deze groepen voorzie.
Terughoudendheid inzet deskundigen IMG
Ik heb signalen ontvangen dat het IMG bij sommige schadezaken nog steeds veel deskundigen
inzet. In lijn met de motie Beckerman-Bushoff17 heb ik de signalen die ik hierover ontving, met het IMG besproken. Daarnaast is gesproken
met de werkgroep mijnbouwadvocaten.
Uit deze besprekingen heb ik geconcludeerd dat de inzet van meerdere deskundigen in
veel zaken goed te verklaren is. Geregeld is het nodig dat voor het beoordelen van
schade nader onderzoek wordt gedaan door een expert, bijvoorbeeld bij funderingsschade.
Ook wordt vaak in het kader van een ingediend bezwaar een nieuwe deskundige ingezet,
zodat het bezwaar onafhankelijk kan worden beoordeeld. Dit zijn situaties waarin de
inzet van deskundigen in het belang is van de gedupeerden, hoewel dit door hen anders
kan worden ervaren. Tot slot verzoeken advocaten of rechters soms dat er opnieuw een
schade-opnemer of deskundige wordt ingezet. Hoewel ik deze inzet van deskundigen door
het IMG goed begrijp, heb ik het IMG wel gevraagd aandacht te blijven houden dat de
inzet van deskundigen op een schadezaak proportioneel blijft. Daarbij vind ik het
belangrijk dat een eigenaar, zowel bij schade als bij versterken, over dezelfde expertise
kan beschikken als IMG en NCG en daartoe zo nodig meerdere deskundigen kan inhuren.
Expert bijeenkomst
Op 18 november heb ik toegezegd een expertmeeting te organiseren over het gebruik
van trillingssnelheden in de schadeafhandeling. Sindsdien heb ik met meerdere instanties
gesproken over de technische kant van de schadeafhandeling en versterkingsopgave.
Onlangs ben ik ook op werkbezoek geweest bij de TU Delft. Ik heb daar met verschillende
deskundigen en experts gesproken over onderzoek naar de ondiepe ondergrond, zoals
het onderzoek naar zwelklei, en bovengrondse effecten van trillingen. Ik ben enthousiast
over de onderzoeken en de kennis die daarbij wordt ingezet en wil hier op onderwerpen
met experts verder naar kijken. Vanuit de TU Delft is aangegeven dat men bereid is
om een dergelijke expertmeeting te organiseren. Ik ga kijken hoe we vervolg kunnen
geven aan deze gesprekken ter bevordering van kennisdeling en onze samenwerking.
Uitvoeringskosten IMG
Op 31 maart jl.18 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de uitvoeringskosten van het IMG in 2024 zijn gehalveerd
tot 39 eurocent per uitgekeerde euro schadevergoeding. Dat is een positieve ontwikkeling
en ik vind het belangrijk dat de uitvoeringskosten ook in de komende jaren zo laag
mogelijk blijven op voorwaarde dat bewoners hier geen nadeel van ondervinden. Ik heb
het IMG gevraagd, conform de motie Kops19, naar een plan daarvoor.
Uit dat plan volgt dat het IMG verwacht dat met de uitvoering van beleidsmaatregelen
en organisatorische wijzigingen de uitvoeringskosten komende jaren zullen schommelen
rond een vergelijkbaar niveau als 2024. Maatregelen zoals de in 2024 ingevoerde forfaitaire
schaderegelingen, met name de verhoogde eerste schadevergoeding (VES) en de aanvullende
vaste vergoeding (AVV), kennen relatief lage uitvoeringskosten. Vanaf 2026 kunnen
bewoners daarnaast bij een herhaalschade kiezen voor een vaste vergoeding van € 5.000.
Deze forfaitaire regelingen komen tegemoet aan de wens van bewoners voor een eenvoudige
en snelle afhandeling van hun schademelding, wat zich weer vertaalt in een hogere
bewonerstevredenheid. Daarnaast kennen deze regelingen met vaste vergoedingen efficiënte
procedures en daardoor lage uitvoeringskosten.
Hoe de uitvoeringskosten zich komende jaren ontwikkelen is voor een belangrijk deel
ook afhankelijk van de keuzes die bewoners zelf maken. Zij kunnen immers kiezen tussen
een vaste financiële vergoeding, daadwerkelijk herstel tot € 60.000, en een maatwerkprocedure
mét causaliteitsbeoordeling, waarbij de uitvoeringskosten verschillen (oplopend in
volgorde) per variant.
Naast het implementeren van nieuwe schaderegelingen wil het IMG door organisatorische
maatregelen meer gaan sturen op de kosten door efficiënter en aanvragersgericht te
(gaan) werken, bezwaren en beroepen proberen te voorkomen en minder personeel extern
in te huren. Tegelijk wil ik benadrukken dat lagere uitvoeringskosten geen doel op
zichzelf zijn. Het gaat om een milde, makkelijke en menselijke schadeafhandeling,
waarin de behoefte van mensen leidend is. En daarom is het belangrijk dat bewoners
de keuzemogelijkheid hebben. Sinds 2024 kunnen bewoners naast de forfaitaire regelingen
kiezen voor maatwerk of daadwerkelijk herstel. Bij de keuze voor deze regelingen is
persoonlijke begeleiding belangrijk gebleken. Met de implementatie van de nieuwe schaderegelingen
is het persoonlijk contact daarom geïntensiveerd en heeft het IMG het aantal steunpunten
uitgebreid. Dat leidt niet tot lagere kosten maar maakt de uitvoering van schaderegelingen
wel menselijker.
Het IMG monitort de uitvoeringskosten en rapporteert hierover in zijn jaarverslag.
Daarnaast zijn de uitvoeringskosten onderdeel van de Staat van Groningen & Noord-Drenthe.
Ik blijf in dat kader de ontwikkeling van de uitvoeringskosten de komende jaren op
de voet volgen.
Stuttenlijst (bijlage 3)
Tijdens het debat van 12 september jl. over de Staat van Groningen en Noord-Drenthe
is er door Kamerleden Bushoff en Beckerman een motie ingediend over het opstellen
van een complete stuttenlijst.20
Ik vind het belangrijk dat bewoners die last ervaren van onveilige situaties zo spoedig
mogelijk worden geholpen. De aanwezigheid van stutten geeft het gevoel dat bewoners
moeten leven in een onveilige situatie. Ik ben daarom in gesprek gegaan met gemeenten,
het IMG en NCG om te komen tot een stuttenlijst. Het opstellen van de lijst heeft
de nodige tijd gekost. De stuttenlijst is handmatig adres voor adres opgesteld waarbij
gemeenten, het IMG en NCG per adres zijn nagegaan of deze stutten er nog staan.
Met deze brief wil ik de Kamer informeren dat de stuttenlijst bestaat uit circa 150 adressen
waar stutten zijn geplaatst vanuit een acuut onveilige situatie. Ongeveer de helft
van deze adressen zijn onderdeel van de versterkingsoperatie. Bij deze adressen zullen
de stutten na afronding van de versterkingsoperatie worden weggehaald. De overige
helft van de adressen kent andere oorzaken. Deze kunnen samenhangen met schade als
gevolg van aardbevingen, maar er kan ook sprake zijn van geheel andere oorzaken. Binnenkort
zal ik met gemeenten, provincie, IMG en NCG de omgang met deze stutten bespreken.
Concluderend
De komende periode blijft het van groot belang om, samen met alle betrokken partijen,
vast te houden aan rust, stabiliteit en tempo. Alleen met oog voor veiligheid, kwaliteit
en duidelijke communicatie kunnen we werken aan schadeherstel, de versterkingsopgave
én het herstel van vertrouwen. Daarbij moeten bewoners zich blijvend gesteund en gehoord
voelen. Bewoners staan centraal in deze opgave.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, E. van Marum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties