Brief regering : Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit energie vervoer en het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2413 (RED III)
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
29 383
Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu
Nr. 1518
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Ontvangen ter Griffie op 20 juni 2025.
De vastgestelde algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met
18 juli 2025.
De vastgestelde algemene maatregel van bestuur kan niet eerder inwerking treden dan
op 19 juli 2025.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2025
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit energie vervoer
en het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging in verband met de implementatie van
Richtlijn (EU) 2023/2413 (RED III). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs
ik u naar de ontwerp nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
van artikel 21.6, tweede lid, van de Wet milieubeheer en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Tevens biedt deze voorlegging u inzicht in de wijze waarop de delegatiegrondslagen
van de ontwerpwet tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de accijns in
verband met de implementatie van voornoemde Richtlijn (EU) 2023/2413 (RED III), op
26 mei jl. bij uw Kamer ingediend (Kamerstukken II 36 766), nader is ingevuld. Gelet op de – inmiddels verstreken – implementatiedatum van
21 mei 2025 van de richtlijn, streef ik ernaar om de implementatieregelgeving alsnog
met ingang van 1 januari 2026 in werking te kunnen laten treden.
Ter voldoening aan artikel 21.6, tweede lid, van de Wet milieubeheer zal het ontwerpbesluit
tevens in de Staatscourant bekend worden gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven
om binnen vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd. Echter, in het onderhavige geval zal de voordracht ook niet eerder
geschieden dan nadat voornoemd wetsvoorstel door de Tweede Kamer is aangenomen.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.