Brief regering : Anti-corruptieaanpak
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 472
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2025
Inleiding
Nederland mag niet naïef zijn in de aanpak van corruptie. Criminele organisaties kunnen
namelijk niet functioneren zonder corruptie. Door mensen onder druk te zetten of om
te kopen krijgen zij toegang tot waardevolle informatie en kunnen zij processen beïnvloeden
en naar hun hand te zetten. Het speelt voor de crimineel geen rol of dit via een ambtenaar
of een medewerker in de private sector loopt. Criminelen zijn simpelweg op zoek naar
de meest kwetsbare mensen, processen en systemen. Het corrumperen van ambtenaren is
een verdienmodel voor criminelen geworden.1
Concrete voorbeelden zijn er in overvloed. Zo is een voormalig ambtenaar van de Belastingdienst
gestraft voor het opzoeken en verstrekken van kentekens en persoonsgegevens aan grote
criminelen.2 Ook zijn in verschillende gemeenten ambtenaren veroordeeld voor het valselijk opmaken
van paspoorten, waarbij deze paspoorten bestemd waren voor criminelen.3 En ook in de private sector is een veroordeling voor omkoping geen uitzondering.4
Daarom intensiveren wij de Nederlandse aanpak van corruptie. In de publieke, maar
ook in de private sector. Daarbij beginnen we niet op nul. Integendeel, we bouwen
voort op het beleid en de initiatieven die al lopen en resultaten opleveren. Wij structureren,
versterken en rollen breder uit. Dat doen wij langs vier lijnen.
1. Inzetten op de grootste kwetsbaarheden.
2. Vergroten van de weerbaarheid van de belangrijkste overheidsprocessen en -systemen.
3. Vergroten van de weerbaarheid van de private sector.
4. Effectief strafrechtelijk interveniëren.
Op deze manier geven wij vorm aan de in het regeerprogramma aangekondigde rijksbrede
anti-corruptieaanpak, die samenhangt met het integriteitsbeleid.5
Als Ministers van JenV en BZK nemen wij gezamenlijk de coördinatie van de corruptieaanpak
op ons.6 Wij slaan de handen ineen met onze andere overheidspartners en het bedrijfsleven,
want corruptie zorgt voor schade aan de gehele maatschappij.
De aanpak van corruptie is een brede verantwoordelijkheid van de overheid, waarbij
de kabinetsleden op hun beleidsterreinen aan zet zijn. Het kabinet mobiliseert decentrale
overheden in Europees en Caribisch Nederland, uitvoeringsorganisaties en brancheorganisaties
om het voorkomen en het aanpakken van corruptie binnen hun organisaties en sector
op de agenda te plaatsen. Ook stimuleren en ondersteunen we onze publieke en private
partners om weerbaarheid van werknemers tegen corruptie te prioriteren. Elke organisatie,
publiek en privaat, heeft immers de plicht en werkgeversverantwoordelijkheid om het
eigen personeel een veilige werkomgeving te bieden en zo veel mogelijk te beschermen
tegen de invloed van criminelen.
Definities en reikwijdte van de aanpak
Corruptie is «het misbruik maken van toevertrouwde macht voor (eigen of andermans)
persoonlijk gewin». Met deze ruime definitie sluit dit kabinet aan bij internationaal
gehanteerde definities van corruptie. Corruptie is een breed begrip, waarvan «omkoping»
de bekendste verschijningsvorm is.
Corruptie kent vaak een glijdende schaal, waarbij integriteitsschendingen (bijvoorbeeld
belangenverstrengeling) uiteindelijk kunnen uitmonden in strafbare feiten als omkoping
en verduistering.7 Afpersing is de meest extreme variant, aangezien de gecorrumpeerde medewerker hier
handelt vanuit een externe, negatieve druk (bijvoorbeeld dreiging met fysiek geweld).
De rijksbrede aanpak bestrijdt zowel (ambtelijke8 en bestuurlijke) corruptie in de publieke sector als corruptie in de private sector.
Daarnaast is aandacht voor het beschermen tegen criminele inmenging. Dit is het proces
waarbij een organisatie of onderneming, vaak onbedoeld, een facilitator wordt van
criminele activiteiten.9
Door een ruime definitie van corruptie te hanteren maken we krachtig, samenhangend
beleid. Niet alleen door corruptie op te sporen en te bestraffen, maar ook door maatregelen
te nemen die corruptie voorkomen. Gelet op de glijdende schaal van corruptie, is het
belangrijk zo vroeg mogelijk maatregelen te nemen en (ergere vormen van) corruptie
te voorkomen. Dit beleid zorgt er bovendien voor dat de negatieve gevolgen van corruptie,
zoals afbreuk van vertrouwen in samenleving en de overheid, worden voorkomen.
Contouren van de anti-corruptieaanpak
Hieronder geven we nadere uitleg bij de hiervoor benoemde vier lijnen van de anti-corruptieaanpak.
Ad. 1: Inzetten op de grootste kwetsbaarheden
De corruptierisico’s zijn serieus en breed van aard. Om beschikbare middelen zo goed
mogelijk te benutten en corruptie adequaat te bestrijden, focust de anti-corruptieaanpak
op de grootste risico’s voor de publieke en private sector.
Daarom is opdracht gegeven voor het opstellen van de eerste National Risk Assessment Corruptie (NRA Corruptie), die wordt uitgevoerd door het Wetenschappelijk Onderzoek-
en Documentatiecentrum (WODC). Hierin worden de grootste corruptierisico’s voor Nederland
in kaart gebracht. De resultaten van de eerste NRA worden in Q1 2026 verwacht. Ook
maken we gebruik van het in ontwikkeling zijnde Dreigingsbeeld Ondermijning Nederland
(DON) en daarmee samenhangende verdiepende studies van het Strategisch Kenniscentrum
Ondermijnende Criminaliteit (SKC). De nieuwe inzichten die deze onderzoeken en analyses
opleveren, zullen de corruptieaanpak voeden. Dit maakt het mogelijk om risico-gestuurd
te werken en in te zetten op de plekken waar het grootste verschil kan worden gemaakt:
de grootste kwetsbaarheden. Het beleid wordt voortdurend aangescherpt op basis van
de meest actuele inzichten.
Vooruitlopend op de resultaten van de genoemde onderzoeken is in 2025 reeds gestart
met het agenderen van corruptierisico’s bij publieke en private partners. Wij stimuleren
onze partners om binnen de eigen organisatie een risicoanalyse corruptie en ondermijning
uit te voeren. Het onderzoek dat de Belastingdienst heeft laten uitvoeren vormt hiervan
een goed voorbeeld.10 Immers, alleen met een dergelijk organisatie-specifieke analyse zien we pas écht
waar de grootste eigen kwetsbaarheden liggen. Voor de departementen ligt hier een
voorbeeldrol richting uitvoeringsorganisaties, decentrale overheden en private partners.
Naar aanleiding van deze gesprekken is met het Strategisch Beraad Ondermijning (hierna:
SBO)11 afgesproken om de krachten te bundelen om dit fenomeen de komende jaren aan te pakken.
Dit gebeurt naast de activiteiten die de SBO-partners individueel al uitvoeren, zoals
de training «Bescherming tegen benadering» die door de Douane ontwikkeld is en door
elke medewerker moet worden gevolgd.12 De concrete acties die op de korte termijn gezamenlijk worden genomen lichten wij
verderop in deze brief toe.
Ad. 2: Weerbaarheid van de belangrijkste overheidsprocessen en -systemen vergroten
Het beschermen van de processen en systemen die door de overheid gebruikt en ingezet
worden, is cruciaal om misbruik door criminelen te voorkomen.
Door aan te sluiten bij de resultaten van de komende NRA Corruptie kunnen we gericht
en structureel in gaan zetten op de grootste corruptierisico’s voor de overheid.
Ondertussen gaan we direct aan de slag met enkele specifieke processen en sectoren
waarvan de belangen voor de nationale veiligheid en economie zó groot zijn dat we
deze voortvarend moeten oppakken. Dit geldt in ieder geval voor de bedrijfsvoering
van het Rijk, waarbij de werkgeversverantwoordelijkheid van het Rijk om ambtenaren
te beschermen een grote rol speelt. Daarbij zal de vraag of werkgevers voldoende zijn
toegerust om de maatregelen te treffen die nodig zijn om de bescherming van de werknemers
goed vorm te geven, ook aan de orde zijn.
In dit kader is ook de Beveiligingsautoriteit Rijk (BVA) bij BZK het programma Weerbaarheid van de Rijksoverheid tegen ondermijning gestart. Dit programma werkt aan een kader waarmee corruptierisico’s zo veel mogelijk
worden beperkt (insider risk management). Door bijvoorbeeld een strikt autorisatiebeheer van ICT-systemen te hanteren,
wordt de toegang tot een systeem en daarmee risico’s voor het lekken van informatie
aan criminelen flink beperkt. Op rijksniveau zullen wij hierover interdepartementale
afspraken maken. Tevens evalueert het programma eerdere corruptiecasussen om hier
lessen uit te trekken voor de toekomst en start het in 2025 met een pilot voor het
registreren van toegang tot ICT-systemen en het monitoren van mogelijk afwijkend gebruik
van deze systemen (logging en protective monitoring). Ook start dit jaar een pilot met enkele uitvoeringsorganisaties, waarmee een praktisch
instrument ontwikkeld wordt om het uitvoeren van risicoanalyses gericht op corruptiepreventie
en ondermijningsrisico’s te faciliteren. Ook eventuele mitigerende maatregelen worden
hierin meegenomen, zoals screening van medewerkers.
De AIVD wees er in het Jaarverslag 2024 op dat criminele netwerken die een dreiging
vormen voor de democratische rechtsorde, zwakke plekken – zogeheten systeemkwetsbaarheden
– hiervoor kunnen misbruiken. Bijvoorbeeld bij overheidsorganisaties die persoonsgegevens
verwerken en identiteitsdocumenten afgeven.13 Het uitgifteproces van reis- en identiteitsdocumenten wordt momenteel al door BZK
en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) verbeterd,14 met daarbij bijzondere aandacht voor corruptierisico’s en integriteitsbeleid. De
weerbaarheid van ambtenaren bij decentrale overheden hangt hiermee samen. Gemeenten
krijgen al op verschillende manieren ondersteuning van andere organisaties in de strijd
tegen corruptie.15
Hoewel de decentrale overheden als werkgever zelf verantwoordelijk zijn voor hun integriteitsbeleid
en de bescherming van het personeel tegen de invloed van criminelen, krijgen we van
lokale bestuurders signalen dat aanvullende steun, kennis en best practices welkom zijn. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties faciliteert
met het Programma Weerbaar Bestuur kennisuitwisseling en organiseert bijeenkomsten
in alle gemeenteraden en provinciale staten voor bewustwording over weerbaarheid tegen
oneigenlijke druk, bijvoorbeeld vanuit de georganiseerde ondermijnende criminaliteit.
Te vaak zien we dat niet-integere of zelfs corrupte ontslagen ambtenaren alsnog bij
een buurgemeente of een andere overheidsorganisatie aan de slag gaan. Nog in 2025
komen we daarom in samenwerking met het SBO met concrete acties om dergelijk «jobhoppen»
tegen te gaan. Dit vraagt om aandacht voor de betrouwbaarheid van medewerkers en het
onderkennen van kwetsbaarheden, door bijvoorbeeld beter aanname beleid, waarbij zowel
het checken van referenties in sollicitatieprocedures, een uniform VOG-beleid en een
aangescherpt screeningsbeleid belangrijke ingrediënten zijn. De (on)mogelijkheden
rond gegevensdeling zijn hierin een belangrijk aandachtspunt.
Aanvullend realiseren we enkele maatregelen die breed toepasbaar zijn in de publieke
en private sector om de basis te versterken. Bijvoorbeeld door ambtenaren weerbaarder
te maken, door in te zetten op het vergroten van bewustzijn en meer aandacht te besteden
aan corruptierisico’s in bestaande integriteitstrainingen. En door in 2026 opnieuw
het tweejaarlijkse Anti-Corruptiecongres te organiseren, faciliteert JenV kennisuitwisseling
tussen partners. Met het bredere en reeds bestaande integriteitsbeleid voor het openbaar
bestuur wordt ook invulling gegeven aan het anti-corruptiebeleid.
Bij de uitwerking van de anti-corruptieaanpak worden ook de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba meegenomen Conform het comply or explain principe is hierbij het uitgangspunt dat alle beleidsintensiveringen en de daaruit
voortvloeiende wetgeving van toepassing (zullen) zijn voor Caribisch Nederland, tenzij
er redenen zijn om dat niet te doen of de omstandigheden om maatwerk vragen.16
Ad. 3: Weerbaarheid van de private sector vergroten
Voor criminele organisaties is de private sector cruciaal om hun activiteiten uit
te voeren. Misbruik van de private sector is immers onmisbaar bij bijvoorbeeld de
doorvoer, opslag en distributie van drugs, het witwassen van crimineel geld of het
verkrijgen van (vertrouwelijke) informatie. Dit gebeurt met medewerking van bedrijven
of onder (fysieke) dreiging vanuit criminelen. Om bedrijven en hun medewerkers te
beschermen en weerbaarder te maken, zetten we daarom nadrukkelijk in op de bestrijding
van corruptie binnen de private sector.
Ook in de private sector vervullen werkgevers een sleutelrol in het voorkomen van
corruptie en het beschermen van hun eigen medewerkers tegen criminele druk van buitenaf.
Zij hebben hiermee een grote verantwoordelijkheid. Zij kunnen corruptie tegengaan
door bijvoorbeeld bewustwording te creëren over corruptie-risico’s binnen hun bedrijf
en maatregelen te nemen zoals het compartimenteren van informatie en het introduceren
van logging en monitoring van ICT-systemen. Doordat medewerkers dan niet beschikken over de informatie
waar criminele organisaties naar op zoek zijn of doordat ongebruikelijke bevragingen
van systemen direct worden gesignaleerd, voorkomen werkgevers dat hun processen en
personeel vatbaar zijn voor criminele druk. Het is daarom in het belang van een organisatie
om tot op het hoogste niveau inzichtelijk te maken welke interne processen en functies
kwetsbaar zijn en hoe je als werkgever deze processen en werknemers kunt beschermen
tegen de invloed van en intimidatie door criminelen. De rol en verantwoordelijkheid
van werkgevers is dan ook een belangrijk aandachtspunt in de verdere uitwerking van
deze aanpak. Samen met brancheverenigingen en private partners bezien wij welke acties
ingezet kunnen worden.
In de ontwikkeling van de anti-corruptieaanpak richten we ons op de meest kwetsbare
processen en/of branches binnen de private sector. Vooruitlopend op de NRA richten
we ons met voorrang op de ontwikkeling van maatregelen voor en met de transport- en
logistieksector. Deze sector, waar Nederland van oudsher in uitblinkt, is van groot
belang voor de Nederlandse economie. De sector vervult een onmisbare rol in de internationale
import, export en doorvoer van goederen. De logistieke- en transportbedrijven vormen
de verbindende schakel tussen de mainports en het achterland. De keerzijde is dat
de sector daardoor ook een cruciale schakel is bij het vervoer van illegale goederen
(zoals drugs). Dit maakt de sector bijzonder kwetsbaar voor corruptie of criminele
inmenging en rechtvaardigt een integrale en sterke aanpak. In samenspraak met de partners
in het SBO en in overleg met de sector gaan we de anti-corruptieaanpak voor de transport-
en logistieksector met prioriteit ontwikkelen.
Bij de ontwikkeling van deze aanpak maken we gebruik van de ervaringen binnen de mainportsaanpak
met succesvolle publiek-private samenwerking en de ontwikkeling van anti-corruptiemaatregelen.
Waar voorheen containers in de Rotterdamse haven bijvoorbeeld konden worden opgehaald
met een pincode, worden containers nu alleen nog vrijgegeven aan digitaal geautoriseerde
vervoerders via de Vertrouwensketen.17 Om drugscriminelen af te schrikken om medewerkers in te schakelen voor misbruik van
bloementransporten voor drugssmokkel, is er op de bloemenveiling op onvoorspelbare
momenten een drugshond aanwezig. Niet alleen helpen de honden bij het vinden van drugs,
ook geeft deze werkwijze medewerkers een stevigere positie wanneer zij door criminelen
benaderd zouden worden. Dergelijke simpele en gemakkelijk uitvoerbare maatregelen
uit de mainportsaanpak maken een groot verschil en kunnen gemakkelijk toegepast worden
voor het verder beschermen van de private sector.
Ad. 4: Effectief strafrechtelijk interveniëren
Naast het nemen van stevige preventieve maatregelen, blijft het noodzakelijk om corruptie
en criminele inmenging op te sporen en te bestraffen. Het kabinet investeert daarom
structureel in de Rijksrecherche,18 de FIOD,19 het Openbaar Ministerie20 en de Rechtspraak. Zo kunnen zij de capaciteit vergroten en investeringen doen ten
behoeve van datagedreven opsporing, waaronder hard- en software die nodig is voor
het traceren, volgen en tappen van telefoonnummers.
De toekomstige EU anti-corruptierichtlijn zal lidstaten verplichten om jaarlijks anti-corruptiecijfers
te publiceren, zoals het jaarlijkse aantal vervolgingen, sepots en veroordelingen.
Ten behoeve hiervan zullen wij samen met politie, FIOD, Rijksrecherche, OM en Rechtspraak
alvast onderzoeken of er mogelijkheden bestaan voor een meer eenduidige registratie
van corruptiedelicten en daaraan verwante delicten.
Aangezien georganiseerde criminaliteit en corruptie niet bij de landsgrenzen ophouden
maar vaak een internationaal karakter hebben, bevorderen we de internationale samenwerking
bij het bestrijden van corruptie en criminele inmenging. In de raadsonderhandelingen
en trilogen met het Europees Parlement over de EU anti-corruptierichtlijn zet Nederland
zich in voor regelgeving die de preventieve en repressieve kanten van corruptiebestrijding
met elkaar verbindt. De richtlijn harmoniseert niet alleen strafbaarstellingen, maar
bevat ook enkele preventieve bepalingen (trainingen, periodieke risicoanalyses, het
publiceren van cijfermatige informatie over corruptieonderzoeken). Ook speelt Nederland
een actieve rol in de anti-omkopingswerkgroep van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling, de Implementation Review Group van het VN Verdrag tegen Corruptie, de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO) van
de Raad voor Europa, de anti-corruptie werkgroep van de G20 en is er in het kader
van corruptiebestrijding regelmatig contact met de Wereldbank. Deze samenwerking is
ook van belang om oneerlijke concurrentie door corruptie tegen te gaan en het gelijke
speelveld te bevorderen. Daarbij ondersteunen we ons internationaal opererende bedrijfsleven
om aan internationale normen te voldoen.21
Tot slot
Recente zaken tonen aan dat corruptie ook voor de Nederlandse samenleving een gevaar
vormt. De integriteit van overheidsprocessen en de private sector staan onder druk.
Ambtenaren en werknemers in de private sector dienen weerbaar te zijn en beschermd
te worden tegen de druk die criminelen op hen kunnen uitoefenen. In dit licht intensiveert
het kabinet de Nederlandse aanpak van corruptie en criminele inmenging in zowel de
publieke als private sector.
Hiermee komt een krachtige, brede anti-corruptieaanpak tot stand die nog volop in
ontwikkeling is en reeds bestaande maatregelen meteen versterkt en breder toepast.
De aanpak betreft zowel maatregelen waarmee we meteen aan de slag gaan als maatregelen
die langere tijd in beslag zullen nemen.
De aanpak wordt in 2026 op basis van de NRA Corruptie en het dreigingsbeeld en verdiepende
studies van het SKC nader aangescherpt.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties