Brief regering : Benoeming president De Nederlandse Bank N.V. (DNB)
32 013 Toekomst financiële sector
Nr. 307
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2025
Uw Kamer heeft eerder aandacht gevraagd voor het benoemingsproces van de president
van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB). Ik heb u daarover in februari een brief gestuurd
met het proces en het functieprofiel voor deze benoeming.1 Vandaag heeft de ministerraad ingestemd met de benoeming van prof. dr. O.C.H.M. (Olaf)
Sleijpen tot president van DNB. In deze brief licht ik deze benoeming toe.
De heer Sleijpen heeft diepgaande kennis van monetaire economie. Sinds 2020 neemt
hij, als directeur Monetaire zaken bij DNB, regelmatig deel aan de vergaderingen van
de Europese Centrale Bank (ECB). Ook is hij bijzonder hoogleraar European Economic Policy aan de Universiteit Maastricht. Als voormalig divisiedirecteur bij DNB heeft hij
ruime ervaring met toezicht op de financiële sector. Zijn affiniteit en inzicht in
de sector blijkt onder meer uit zijn ervaring als directeur bij APG en ABP. Zijn curriculum
vitae is bijgevoegd.
Deze benoeming is het sluitstuk van een nauwgezet proces. De raad van commissarissen
heeft het beoordelings- en selectieproces uitgevoerd, in samenspraak met een extern
adviesbureau. Ik heb bij de raad van commissarissen bijzondere aandacht gevraagd voor
drie aspecten, in lijn met het functieprofiel van de president van DNB:
1. Diepgaande kennis van en een relevante academische achtergrond op het gebied van monetair
beleid, financiële stabiliteit en de (internationale) financiële markten;
2. Aantoonbare affiniteit met de financiële sector en een goed begrip van de dynamiek
binnen financiële instellingen;
3. Inspirerend leiderschap, om de ingezette ontwikkeling naar een moderne en effectieve
organisatie door te ontwikkelen en te versterken.
De raad van commissarissen heeft breed gezocht naar kandidaten, onder meer in de financiële
sector, het (internationaal) bestuur, en de academische wereld. Voor de functie van
president geldt een zeer specifiek functieprofiel, waarin internationale, specialistische
en inhoudelijke kennis gepaard dient te gaan met een zeer ruime leidinggevende en
bestuurlijke ervaring. De functie van president vereist in het licht van de huidige
geopolitieke spanningen en het veranderende internationale krachtenveld een kandidaat
die vanaf dag één effectief kan opereren in een complexe en veeleisende omgeving.
Deze combinatie van eisen zorgde voor een uitdagende zoektocht. De raad van commissarissen
heeft in samenspraak met het ministerie een zorgvuldig proces doorlopen. De heer Sleijpen
bleek het meest geschikt voor de functie.
De heer Sleijpen heeft aangegeven de organisatie en werkzaamheden van DNB te willen
vernieuwen en moderniseren. Hij heeft de ambitie om te zorgen voor een verfrissende
dynamiek binnen de organisatie en om een open cultuur te stimuleren. Daarmee wil hij
ook ruimte creëren voor een moderne, innovatieve en toegankelijke financiële sector,
die bestand is tegen de uitdagingen van deze tijd. Ik onderschrijf zijn missie van
harte; prijsstabiliteit en een sterke financiële sector zijn een randvoorwaarde voor
economische groei.
De heer Sleijpen wordt benoemd voor een periode van zeven jaar. Deze benoemingstermijn
voor de president en andere directieleden ligt vast in de Bankwet. De benoemingstermijnen
voor de directieleden van DNB zijn op dit moment langer dan bij veel andere organisaties
gebruikelijk is. Zo hanteren de Corporate Governance Code en de staat als aandeelhouder
van staatsdeelnemingen benoemingstermijnen van telkens vier jaar. Omdat DNB een onafhankelijk
instituut is, zijn ook andere referentiepunten relevant, zoals benoemingstermijnen
bij andere centrale banken. Maar ook in vergelijking daarmee is een termijn van zeven
jaar, gecombineerd met een herbenoeming in totaal veertien jaar, relatief lang.
Ik ben voornemens om bij toekomstige (her)benoemingen de benoemingstermijn van de
president en de overige directieleden in te korten naar bij voorkeur vijf jaar, met
de mogelijkheid van eenmalige herbenoeming van opnieuw vijf jaar. Een dergelijke termijn
is in lijn met de ECB-statuten.2 Ik ben van mening dat een aangepaste termijn vernieuwing, kritisch denken en onafhankelijkheid
binnen de organisatie stimuleert en de rol van interne checks and balances versterkt.
Dat laat geheel onverlet dat het essentieel is dat de benoemingstermijn de vereiste
onafhankelijkheid van DNB voldoende in acht neemt en dat directieleden voldoende senioriteit
en ervaring kunnen opbouwen. Om die afweging goed te kunnen maken, zal ik over dit
voornemen onafhankelijk advies inwinnen. Verkorting van de benoemingstermijn heeft
geen effect op lopende benoemingen. Ik hecht eraan dit voornemen met u te delen voor
de start van de termijn van de nieuwe president van DNB.
Gezien de bijzondere geschiktheid van de heer Sleijpen voor de functie, heeft de ministerraad
ingestemd met een individuele uitzondering op het bezoldigingsmaximum uit de WNT.
De uitzondering onderstreept de strategische waarde die de heer Sleijpen aan de DNB-directie
toevoegt, en is een afgewogen evenwicht tussen een marktconforme bezoldiging en het
publieke karakter van de functie. De maximale bezoldiging is voor de heer Sleijpen
vastgesteld op € 450.000 per jaar.3 Deze bezoldiging ligt lager dan de bezoldiging van de huidige president. Daarmee
wordt de neerwaartse trend in de bezoldiging van de DNB-directie voortgezet.
Ik heb het volste vertrouwen in de heer Sleijpen en wens hem veel succes in zijn nieuwe
functie.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Indieners
-
Indiener
E. Heinen, minister van Financiën