Brief regering : Update Staat van de Unie
36 715 Staat van de Europese Unie 2025
Nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2025
Op 28 maart jl. ontving uw Kamer de Staat van de Unie Kamerbrief (Kamerstuk 36 715, nr. 1). Hierin presenteerde het kabinet zijn visie op de Europese agenda van het komende
jaar. De vaste Kamercommissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer verzocht op
22 mei jl. om een actualisering van de Staat van de Unie in aanloop naar het plenaire
debat in de Tweede Kamer hierover op 12 juni aanstaande. In deze brief wordt aan dit
verzoek voldaan. Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat de visie, zoals gepresenteerd
in de Staat van de Unie, nog onverkort staat.
De grote lijnen van de geopolitieke en mondiale economische context zijn onveranderd:
het geopolitieke speelveld is ernstig verruwd, waardoor de multilaterale orde, gebaseerd
op gedeelde regels en normen, steeds verder onder druk komt te staan. Dit alles heeft
grote gevolgen voor de positie van Europa. We hebben een krachtiger en weerbaarder
Unie nodig, die onze belangen in de wereld behartigt, die van betekenis is voor Nederland
en die werkt voor onze burgers. Meer dan ooit geldt dat we samen sterker staan, en
dat we moeten vasthouden aan Europese eenheid. De inzet in Europees verband van dit
kabinet blijft zich daarbij specifiek richten op veiligheid en defensie, het concurrentievermogen,
het Meerjarig Financieel Kader (MFK), betere regelgeving en minder regeldruk, asiel
en migratie en het landbouwbeleid.
Veiligheid en Defensie
De toenemende geopolitieke spanningen en de Russische dreiging onderstrepen de noodzaak
dat lidstaten zichzelf beter kunnen beschermen. Het kabinet blijft pleiten voor een
grotere rol van de EU in het ondersteunen van defensiecapaciteit, met aandacht voor
civiele paraatheid en samenwerking met NAVO-partners. Sinds de vorige Kamerbrief zijn
enkele relevante voorstellen van de Europese Commissie (hierna: de Commissie) gepubliceerd.
De kabinetsinzet is terug te vinden in de desbetreffende BNC-fiches en Kamerbrief.
Dit betreft de Paraatheidsuniestrategie1, de EU-Interne Veiligheidsstrategie2 en het Witboek Europese Defensie Gereedheid 2030.3
Concurrentievermogen
Ook het versterken van het EU-concurrentievermogen blijft een hoofdprioriteit. De
EU en haar lidstaten moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor de verdere ontwikkeling
van de EU als geopolitieke en geo-economische speler. Dit moet bijdragen aan meer
welvaart en aan een effectieve aanpak van risicovolle strategische afhankelijkheden
van landen. Het kabinet richt zich daarbij op het versterken en verdiepen van de interne
markt en het bevorderen van groene groei en innovatievermogen. De Commissie heeft
de afgelopen tijd een reeks aan voorstellen gepubliceerd ter versterking van het EU-concurrentievermogen.
De positie van het kabinet aangaande deze voorstellen is terug te vinden in de desbetreffende
BNC-fiches. Dit betreft, onder andere, de Mededeling Clean Industrial Deal,4 de Mededeling staal en metaal actieplan5 en Mededeling Actieplan voor de Europese auto-industrie.6
Vermindering administratieve lasten en vereenvoudiging EU-regels
Een concurrerende EU is evenzeer gebaat bij vermindering van Europese regeldruk. Het
kabinet verwelkomt daarom de inspanningen om de regeldruk te verminderen. Voorspelbaarheid
en rechts- en investeringszekerheid voor bedrijven en betrouwbaarheid van het (Europese)
wetgevingsproces blijven belangrijke uitgangspunten voor Nederland. De Commissie heeft
sinds maart meerdere omnibusvoorstellen gepresenteerd om invulling te geven aan de
ambitieuze vereenvoudigingsagenda en daarmee het concurrentievermogen van de EU te
versterken. Beide Kamers zijn op 24 maart jl. via de BNC-procedure geïnformeerd over
het kabinetsstandpunt t.a.v. Omnibus I (Directive on corporate sustainability reporting (CSRD) & Directive on corporate sustainability due diligence (CSDDD)7 en Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM8) en Omnibus II (InvestEU).9 Voor de recent gepubliceerde Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)-omnibus en de
interne markt-omnibus worden BNC-fiches opgesteld en conform de informatieafspraken
gedeeld.
Het Meerjarig Financieel Kader (MFK)
De Commissie zal naar verwachting op 16 juli 2025 haar voorstel voor het nieuwe Meerjarig
Financieel Kader (MFK) vanaf 2028 presenteren. In de Kamerbrief «Nederlandse inzet
hoofdlijnen MFK 2028»10 schetst het kabinet de voorlopige Nederlandse inzet op ten aanzien van het MFK. Het
kabinet blijft tegen gemeenschappelijke schuld voor nieuwe instrumenten.
Asiel en migratie
Een ambitieuze Europese agenda op asiel- en migratie blijft essentieel om grip te
krijgen op migratie. Het kabinet spant zich daarom in Europees verband in voor het
omlaag brengen van de aantallen asielaanvragen en het verbeteren van terugkeer van
personen van wie het asielverzoek is afgewezen. Het kabinet blijft zich inzetten voor
een strikte implementatie van het Asiel- en Migratiepact, effectieve bescherming van
de buitengrenzen en versterking van terugkeer. Relevante voorstellen van de Commissie
waarover beide Kamers zijn geïnformeerd betreffen de Terugkeerverordening11 en de Verordening Veilige landen van herkomst.12
Landbouw, Visserij en Natuur
Voedselzekerheid is een belangrijk thema. Onze landbouw- en visserijsector kan daaraan
bijdragen. Het kabinet informeert beide Kamers uiterlijk op 6 juni per BNC-fiche over
de inzet van Nederland voor wat betreft de Omnibus III aangaande landbouw.
Samenvattend: Nederland in de EU
Een stevige focus op Europese en Nederlandse belangen vraagt om intensivering van
bilaterale samenwerking en coalitievorming met andere EU-lidstaten en belangrijke
partners daarbuiten. Door actief bij te dragen aan de Europese samenwerking, versterken
we niet alleen onze eigen positie, maar ook die van de EU als geheel. Het kabinet
blijft zich daarom inzetten voor een zichtbare en invloedrijke Nederlandse rol in
Brussel, in lijn met de kabinetsappreciatie op het IOB-rapport «Grip door Begrip».13
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken