Brief regering : Voornemen tot verlenging van de Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus inzake noodevacuatieoperaties als gevolg van een crisissituatie, Nicosia, 5 augustus 2024 (Trb. 2024, 93)
24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen
CB/ Nr. 103
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
10 juni 2025.
De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal
zal worden onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien
leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden
gegeven uiterlijk op 10 juli 2025.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2025
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking
verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer
u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging
van de Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en
de Republiek Cyprus inzake noodevacuatieoperaties als gevolg van een crisissituatie,
Nicosia, 5 augustus 2024 (Trb. 2024, 93).
Het verdrag met een initiële looptijd van één jaar tot 5 augustus 2025 zal door middel
van een verlengingsverdrag met twee jaar worden verlengd tot 5 augustus 2027.
Binnenkort worden met Cyprus de onderhandelingen opgestart over een meerjarig verdrag.
Aangezien overeenstemming nog zal moeten worden bereikt en het enige tijd zal duren
voordat dit verdrag in werking zal treden, is een tweejarige verlenging nodig om de
periode tot aan de inwerkingtreding van het meerjarige verdrag te overbruggen. Dit
meerjarige verdrag zal uiteraard parlementaire goedkeuring behoeven.
Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese
deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c,
van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken